Nieuwe religiositeit

Civis Mundi Digitaal #5

door Wim Couwenberg

Nieuwe religiositeit

Wim Couwenberg

 

Onder invloed van het religieuze moderniseringsproces voltrekt zich, althans in de westerse wereld, een toenemende subjectivering en individualisering van geloof en religie. Dat is al begonnen met de Reformatie en de loskoppeling van het geloof van kerkelijke autoriteit als gevolg daarvan. In de 19e eeuw is die tendens geradicaliseerd door de moderne vrijzinnige theologie en in de 20e eeuw door een psychologisering van de religie met als uitkomst de opvatting van religie als persoonlijke religieuze ervaring en de omslag van traditionele kerkelijk gebonden godsdienstigheid in persoonlijk beleefde en multireligieus georiënteerde spiritualiteit zoals die zich nu manifesteert in een bonte verscheidenheid van religieuze uitingen.[1] New Age, in de jaren ’60 en ’70 opgekomen als uitvloeisel van de toenmalige tegencultuur, maar inmiddels grotendeels opgenomen in de mainstream van de moderne cultuur, is daarvan de meest bekende vertolking.

Ondanks het seculariserende moderniseringsproces blijft er behoefte bestaan aan religieuze bestaansverheldering via religieuze oriëntatiekaders waarin de grote levensvragen serieus genomen worden. Het is een eigensoortige menselijke behoefte die het secularisatieproces weerstaat.[2] Dat verklaart de groeiende herwaardering van religieuze en spirituele inspiratiebronnen, dat alom valt waar te nemen en een religieus aanbod dat groter is dan ooit. Het is kennelijk een reactie op een seculier bestaan dat als leeg en louter contingent ervaren wordt. Ook in het sterk geseculariseerde Europa blijft het gros van de mensen vasthouden aan een of andere vorm van religieus besef, al is het dogmatische gehalte ervan sterk verzwakt geraakt.[3] De nadruk ligt niet langer op de inhoudelijke kanten van het overlevende geloof en de daarmee samenhangende moraal, maar op de beleving van dat religieuze besef. Subjectieve, holistische en therapeutische vormen van religiositeit lijken meer en meer de boventoon te voeren. Ten dele wordt daarbij, wars als velen zijn van institutionele autoriteit, genoegen genomen met believing (in een zelf geconstrueerde religiositeit) dan in belonging (soloreligiositeit). Het zogenaamde ietsisme is de meest schrale uiting daarvan.[4] In plaats van de verticale transcendentie van weleer is religieus besef daarin gereduceerd tot louter horizontale transcendentie. Wie goed kijkt ziet tegenwoordig overal mensen die iets religieus beleven zonder te geloven. Niet alleen binnen traditionele religies, maar ook in sport, kunst, gezondheidszorg en in het gewone, dagelijkse leven. Het zou best eens kunnen dat deze nieuwe vorm van religiositeit de toekomst heeft, zo stelt de godsdienstwetenschapper Koert van der Velde in zijn boek Flirten met God dat binnenkort verschijnt en in een van de volgende nummers besproken wordt. De auteur heeft zelf uitgebreid geëxperimenteerd met religiositeit-zonder-geloof door te mediteren in de middeleeuwse kerk van Vézelay, deelt te nemen aan het islamitisch gebed en psychedelica te gebruiken. Hiervan doet hij uitgebreid verslag in dit onconventionele boek, waarop hij ook promoveert. Het christendom, zo betoogt de Britse godsdienstsocioloog Linda Woodhead in het boek The Spiritual Revolution, heeft alleen toekomst als het zich openstelt voor de holistische spiritualiteit van de New Age. Het kan daarbij teruggrijpen op de mystiek-introspectieve oriëntatie die te vaak schuil gaat achter historisch gegroeide kerkelijke structuren, rituelen en gebruiken. De toekomst van het christendom werd trouwens al eerder afhankelijk gesteld van een reveil van die oriëntatie.[5]

Met de subjectivering en individualisering van religieus besef valt dat wel niet langer objectief te omlijnen. Waarom, zo vragen critici zich in dit verband af, zou een seculiere staat nog verplicht zijn religieuze uitingen of gedragingen een speciale juridische bescherming te bieden, die in deze tijd niet meer zijn dan een individuele keuze of opvatting? Zij stellen daarmee de vrijheid van godsdienst als speciaal grondrecht ter discussie.[6]

 


[1] Zie o.a. W. James, The Variaties of Religious Experience, 1902; J. Dewey, A Common Faith, 1934; G. Allport, The Individual and his Religion, 1950; Ch. Taylor, Variaties of Religion Today: William James Revisited, 2002; P. Heelas en L. Woodhead, Spiritual Revolution, 2005; Vrijzinnigheid als modern religieus en politiek alternatief, problematiek en perspectief, Civis Mundi 4, 2007; Chr. Doude van Troostwijk, E. van den Berg en L. Oosterveen (red.), Buigzame gelovigen, 2008

[2] Zie in deze zin ook H.M. Kuitert, Over religie, 2000, p. 87

[3] Zie L. Halman e.a., Atlas of European Values, 2005; en A. Bakas & M. Buwalda, De Toekomst van God - Religie-trends in Europa, 2006

[4] Zie L. den Besten, Van animisme tot ietsisme, 2007

[5] Zie o.a. A. Vergote, Het huis is nooit af, 1974, p. 246; H. Cox, Turning East, 1977

[6] Zie M.R. Kamminga, Eindstrijd van de godsdienstvrijheid? Bedreiging in praktijk en theorie. Internationale Spectator, mei 2010