Met zijn voorkeur voor een middenpositie verbindt Couwenberg zich met verkeerde bondgenoten

Civis Mundi Digitaal #5

door Wim Rietdijk

Met zijn voorkeur voor een middenpositie verbindt Couwenberg zich met verkeerde bondgenoten

 Wim Rietdijk

 

In zijn reactie op mijn stuk Wim Couwenberg; denker van het midden tussen progressiviteit, conservatisme en modeniteit verdedigt Couwenberg zijn middenpositie met verve waar hij bijvoorbeeld anderen terecht inconsequentie verwijt in hun standpunten inzake referenda en nationale identiteit. Ook staat hij sterk wanneer hij op zijn minst impliciet betoogt dat bij de vele polen waartussen wij ons kunnen positioneren, een standpunt niet te ver van het midden het best behoedt voor extremistische eenzijdigheid en tunnelvisies. Denk hierbij aan tegenstellingen zoals gezag en vrijheid, rechten en plichten, individualisme en collectivisme, integratie en differentiatie, rationaliteit en gevoelens, en realisme versus idealisme.

 

Middendenken doet afstand van vitaal breekijzer

Toch is dit verre van de hele waarheid. Immers, in de dagelijkse praktijk van de reële politiek van al die vele gematigden rondom het midden, zoals verbonden met CDA, D66, paars en kolen-en-geiten-spaarders, vraag je je wel af waar die ons nu concreet hebben gebracht. Ik zou zeggen, precies bij de koehandel en compromissen van deelbelangen waarover Milton Friedman en anderen al jaren terug betoogden dat zij leidden tot het nare verschijnsel dat de boeren de medici steunden bij hun "oligopolische" tarieven als die medici dan weer de landbouwsubsidies hoog hielpen houden, et cetera, et cetera. Al die samenwerkers en niet rechtlijnige mainstream midden-denkers produceerden precies de meeste huidige misstanden. En wel doordat vooral zij zich keren tegen de rechtlijnige rationaliteit en gehate "onderbuikgevoelens" die samen het enige vormen dat kan leiden tot radicale beleidswijzigingen ter zake van immigratie, misdaadbestrijding, degelijk onderwijs en softe uitkeringen. Onderbuikgevoelens is een pejoratieve term die door "elites" pleegt te worden gebruikt voor emotioneel geladen kritiek op dominerende ideeën of praktijken, zoals het egalitarisme; vergelijk aanvallen op Fortuyn, Van Gogh en Wilders. Die gevoelens volgden min of meer de seksualiteit op als gevreesde "destabiliserende" emoties.

 In hetzelfde kader en in het verlengde van wat Friedman stelt houden de juristen vereenvoudiging van het recht tegen, doen linkse egalitaristen dat evenzeer t.a.v. een beëindiging van de massa-immigratie van zwakkeren en verzetten mede de managers en hun bureaucratieën zich tegen een terugkeer naar managers-loos intellectueel gekleurd onderwijs. Iets analoogs zien we bij de softe zieligheidsdenkers die de verplichting voor werklozen tegenhouden om in de kassen te werken in plaats van dat daartoe Polen en Roemenen moeten worden aangetrokken. In al deze gevallen wordt een radicale aanval op vested interests en hun door Friedman gehekelde gedrag tegengehouden doordat stevig verschanste middenvelden en "genuanceerde" middenposities het zeer moeilijk maken om iets substantieels van zijn plaats te brengen, vooral dus door hun afkeer van de genoemde rechtlijnigheid en onderbuikgevoelens. Dit gaat zover dat zelfs voorstellen tot radicale stappen buiten de orde blijven (vrijwel taboe zijn), zoals opzegging van verdragen die ons afhankelijk maken van een Europees Hof dat vanuit een egalitair mensbeeld elke grondige wijziging van de immigratiepolitiek tegenhoudt: rechten, rechten en nog meer rechten. Met het rechtlijnige en de "onderbuikgevoelens" werpt men het breekijzer weg bij al die vele rechten en deelbelangen die moeten worden ontzien.

Wijze, goede en objectieve Couwenberg: Churchill nam ook nogal eens geen middenpositie in. Noch deden dat Martin Luther King, Voltaire en Jezus van Nazareth.

Couwenberg kan tot zijn partiële verdediging aanvoeren dat hij dan toch maar voor het referendum ijverde (dat deelbelangen kan overrulen). Daar heeft hij gelijk in.

Kortom, de "middenposities" leidden in de praktijk nogal vaak tot een oligopolie van goed geoganiseerde vested interests in plaats van dat meerderheidsstandpunten over immigratie, ouderwets onderwijs, misdaadbestrijding en bonus-uitkeringen konden worden doorgezet. Uitdagender geformuleerd: in de praktijk zijn de midden- en mainstream-posities veelal stevig op de hand van de gevestigde belangen versus de door heldere rationaliteit gecoördineerde gehate onderbuikgevoelens. (De nuance daarentegen is heilig als wapen tegen rocking the boat en status-quo-bedreiging.)

 

 Couwenberg reageert nauwelijks op de gotspes

 

 Hoe verziekt deze situatie wel is blijkt al uit twee voorbeelden:

  1. Al in 1994 stelde de jurist Brenninckmeijer in zijn inaugurele rede voor, talrijke moeizame procedures te vervangen door veel efficiëntere ronde-tafelbesprekingen van civiele procedeerders, hun advocaten en de rechters. Ik heb er na 1994 nooit meer over gehoord. En dit terwijl The Economist eens schreef dat in Engeland het procederen zo ingewikkeld en dus duur was geworden dat alleen de rijken en gesubsidieerde armen er nog aan konden beginnen. (De meerderheid staat kennelijk weer machteloos.)
  2. De gotspe dat 57 % van de Nederlanders het toestaan van de massa-immigratie de grootste beleidsfout acht uit de totale Nederlandse geschiedenis, zonder dat die wordt gestopt en zonder dat er daarover zelfs maar krachtige discussie ontstond. (Zie voor de 57 %  de Internet-editie van Elsevier van 26 - 3 - 2008.)

Mijn vraag aan Couwenberg is nu of hij een oplossing heeft voor de contraire werking ten opzichte van zowel rechtlijnige rationaliteit (de consequente rede) als onderbuikgevoelens (primaire emoties over goed en kwaad) die aan het midden- en mainstream-denken welhaast inherent is, ten faveure van consensusvorming onder vested interests die tot hun oligopolie leidde. (Denk ook aan Michels’ IJzeren Wet van de Oligarchie; besef ook dat die  consequente rede en primaire emoties samen nu juist de kern vormen van de "rode draad van verlichting" die in mijn sociologische theorie centraal staat.)

Een belangrijk nadeel van het domineren van middenposities en mainstream-denken is ook dat ze in de praktijk leidden tot een taboe. Immers, de vele gevestigde belangen die er voordeel bij hebben als hun oligopolie niet ter discussie wordt gesteld, slaagden er via de anti-rechtlijnigheids- en anti-onderbuikgeest die nu domineert in, een algemeen taboe in stand te houden tegen substantieel nonconformisme. Zoals een oud-hoofdredacteur van HP/deTijd eens opmerkte: "Als je je te ver van de mainstream opstelt, wordt er niet eens meer naar je geluisterd".

Couwenberg verdient lof voor het feit dat hijzelf nauwelijks iets van dat klimaat vertegenwoordigt. Hij vormt bovendien met zijn combinatie van integriteit en objectiviteit een zeer noodzakelijk tegenwicht wat betreft de Robespierre-gevaren die wel eens kunnen dreigen wanneer strijdbare sentimenten onvoldoende gecombineerd worden met een volstrekt rationele moraal. Een moraal waarvoor onnodig lijden datgene vormt wat de christen de duivel noemt en voor Victorianen de seksualiteit is.

 

Waar zoekt Couwenberg verhuld maatschappelijk kwaad?

Mijn volgende vraag aan Couwenberg is: "Waar wilt u met uw middenpositie uiteindelijk en concreet naar toe? Welke in uw ogen grove misstanden wilt u bijvoorbeeld met welke middelen beëindigen in de geest van die positie?"

En nog een derde, algemene vraag: U weet van mij dat ik - in het kader van het vele kwaad in de mens - van niet weinige krachten in de samenleving meen dat ze onbewuste ideologische pogingen vormen om kwalijke belangen te dienen. Voorbeelden: relativisme als poging om rationele argumenten te devalueren, seksuele taboes als censuur op de vrijhandel in gevoelens (zoals we die ook kennen tegen de vrijhandel in gedachten, met analoge onbewuste bedoelingen), anti-intellectualistische other-directedness onder andere in het onderwijs, als poging tot conformering,... Mijn vraag aan Couwenberg is nu: "In welke sociaal-culturele stromingen probeert het kwade in de mens zich nu volgens u onbewust door te zetten; of zijn die er naar uw mening niet, en is alle kwaad openlijk, en nooit onbewust-ideologisch-`complotmatig’?"

Acht u bijvoorbeeld niet het doodzwijgen van dissidenten, zoals massaal gepraktiseerd door onze mainstream-intelligentsia, in feite een onbewust complot en een zaak van kwade trouw, evenals bijvoorbeeld taboes tegen eugenetica en tegen de stopzetting van Derde-Wereld-immigratie? (In beide gevallen dient het taboe de belangen van de "zwakkeren-industrie".)

Yin-yang-posities en de denkwereld van de huidige other-directed conformistische intelligentsia lijken mij weinig effectief om de huidige concrete problemen aan te vatten (en de vested-interest-oligopolies te bestrijden), van de bonus-cultuur tot het onderwijsdebacle en de maar niet eindigende woningnood. (Prijzen zeker 50 % hoger dan in buurlanden, zonder dat iemand het daarover heeft.)

Moeten we verder ook niet af van gemeenplaats-pseudo-oplossingen via "meer blauw op straat" en "betere lerarenopleiding", een gebabbel dat ook correleert met de omstandigheid dat de consensus nu zó ver gaat dat we in feite nog maar twee soorten oppositie kennen: het ouderwetse rechts en een progressiviteit die zich alleen onderscheidt van de dominerende egalitaristische "religie van de Mens" doordat ze radicaler is: nóg meer gelijkheid, nóg meer "hulp" aan criminelen, nóg meer afkeer van eugenetica.

Het feit dat Couwenberg veelvuldig is verketterd en als "rechts" neergezet, en het contrast dat zijn open objectiviteit en tolerantie vormen met de kwalijke krachten waarover het voorgaande deels handelt, zouden hem tot een belangrijke vraag moeten brengen. Namelijk die of hij met zijn aan de mainstream grenzende middenpositie niet deels de verkeerde bondgenoten zoekt. Ik herinner hem aan de woorden van (de zeer linkse) I.F. Stone: "Iedereen die probeert een goed mens te zijn, komt in conflict met zijn eigen groep".

Tenslotte, en deels samenvattend: is Couwenberg zich voldoende bewust dat zijn aanmoediging tot nóg meer centrisme wel een impuls te meer moet vormen in de richting van conformering rondom zo.n centrum?

Sleutelwoorden: Couwenberg, middenpositie, Rietdijk, oligopolie, immigratie, vested interests, onderbuikgevoelens