Civis Mundi Digitaal #6
Wim Couwenberg
Herhaaldelijk is er al een lans gebroken voor gecontroleerde legalisering van softdrugs, in 1972 door de Commissie-Baan (Werkgroep Verdovende Middelen) en daarna in 2000 en 2005. In november 2008 is dat opnieuw gedaan, nu van burgemeesterszijde, met een pleidooi de productie en levering van wiet onder overheidstoezicht toe te staan. Maar ook dat heeft niets opgeleverd. Een saillant voorbeeld van politieke hardleersheid, dat mede verdedigd wordt met verwijzing naar het internationale verdragsregime dat legalisering van softdrugs verbiedt. Maar verdragen zijn tijdgebonden juridische conventies. Niets staat derhalve in de weg om die conventies ter discussie te stellen als zij in de praktijk verkeerd uitpakken.
Dat laatste is vorig jaar opnieuw bevestigd op een internationale aids-conferentie in Wenen. Meer dan 13.500 wetenschappers ondertekenden op die conferentie de ‘Vienna Declaration’, met daarin een overweldigende hoeveelheid wetenschappelijk bewijs voor het jammerlijk falen van het internationale verbod op drugs en de immense economische, sociale en gezondheidsschade die daarmee samenhangt. Regeringen, de VN en andere internationale organisaties worden daarin opgeroepen tot een volledige heroriëntering van het drugsbeleid door dat te baseren op serieus wetenschappelijk onderzoek en in aansluiting hierop tot decriminalisering van drugs en schadereductie.[1] In een land als Mexico waar al jarenlang een steeds bloediger drugsoorlog woedt, heeft Vicente Fox, van 2000 tot 2006 president van dit land, zich onlangs sterk gemaakt voor legalisering van de productie, distributie en verkoop van drugs. Het verbod ervan heeft niet alleen volstrekt niet gewerkt, het heeft bovendien enorm veel geweld en corruptie teweeggebracht en dreigt zijn land, zo stelt hij, volledig te ontwrichten.[2] Sinds 9/11 is de internationale drugshandel bovendien steeds meer verweven geraakt met het internationale terrorisme. Ook dat staat op het conto van een volstrekt falende drugsbestrijding.
De juist genoemde kritiek op het heersende repressieve drugsbeleid is onlangs opnieuw onderstreept door de "Global Commission on Drugs Policy". Die commissie is opgericht om de ernstige maatschappelijke schade van de drugshandel en alle criminaliteit daar omheen terug te dringen. Liefst de helft van de criminaliteit is sinds jaren drugsgerelateerd. De Braziliaanse ex-president Fernando Cardoso is voorzitter van de commissie. Onder de 19 leden bevinden zich tal van prominente persoonlijkheden zoals o.a. de voormalige VN-chef Kofi Annan, de huidige Griekse premier George Papandreou, de bekende Britse zakenman Richard Brandson, de Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa, de Amerikaanse oud-minister George Shultz en de Columbiaanse ex-president César Gaviria.
De wereldwijde oorlog tegen drugs heeft jammerlijk gefaald met verwoestende gevolgen voor individuen en samenlevingen in de hele wereld, stelt het rapport nadrukkelijk vast. Legalisering van drugs leidt niet tot significant meer gebruik ervan, maar wel tot een veel effectievere controle, betere mogelijkheden tot bestrijding ervan en een belangrijke terugdringing van de georganiseerde drugsgerelateerde misdaad. En wat zien we? Amerika en Mexico, die al jarenlang verwikkeld zijn in een volstrekt uit de hand gelopen oorlog tegen drugs met talloze doden tot gevolg hebben de conclusies van dit rapport onmiddellijk afgewezen. De Nederlandse regering spitst haar repressieve drugsbeleid inmiddels verder toe. Opvallend is ook hoe lauw de publieke opinie op dit nieuwe rapport reageert. Het heeft niet of nauwelijks tot enige relevante discussie geleid. Ik heb meerdere pogingen gedaan dit thema in Civis Mundi tot inzet te maken van discussie. Maar dat wil maar niet lukken. Vanwaar toch die onverschilligheid voor het saillante en verontrustende falen van het heersende drugsbeleid?
[1] Zie Jean-Paul Grund, Trouw, 30 juli 2010.
[2] Zie J. Eijsvoogel, Een uitzichtloze strijd die de hoge prijs niet waard is, NRC Handelsblad, 14 augustus 2010.