De kracht van liefde en mededogen

Civis Mundi Digitaal #6

door Hans Feddema

DE KRACHT VAN LIEFDE EN MEDEDOGEN

 

Hans Feddema

 

In de boeddhistische traditie staan onder meer een viertal waarden centraal, namelijk gelijkmoedigheid, liefdevolle mildheid, mededogen en medevreugde. Opmerkelijk wellicht, gezien de recente polarisatie in ons land. Gelijkmoedigheid en mildheid zijn het tegendeel van fanatiek en/of gelijkhebberig, scherpslijperig gedrag vanuit het ego, terwijl koude meedogenloosheid de tegenpool is van mededogen. Medevreugde is zoiets als gelukkig zijn met (in plaats van jaloers zijn op) het geluk van de ander.

Als we ons een speelbal dan wel slachtoffer voelen en dan meestal weinig ‘ik’-bewustzijn hebben, staan we meestal minder mild en mededogend in het leven. Hetzelfde geldt voor het type bestrijder, ook al is er dan wel meer ‘ik’-bewustzijn. Bovengenoemde waarden hebben de meeste kans bij een volledig ‘ik’-bewustzijn en bij een zich als deelnemer voelen van de samenleving. In het boeddhistisch rijtje van vier is overigens bij mildheid het adjectief ‘liefdevol’ toegevoegd . Dat doet de Dalai Lama ook, als hij vriendelijkheid zijn ‘ware religie’ noemt en dan meestal van ‘liefdevolle vriendelijkheid’ spreekt .

 

In het verborgene zegenen

Mild en vriendelijk zijn, zowel naar onszelf als naar anderen toe, dat doen we kortom niet per definitie. We doen dit vanuit liefde. Tenminste als we die aanboren en cultiveren en dan dus meer vanuit het hart opereren. In dat geval kunnen we behalve mild en vriendelijk zijn tevens anderen (en zo onbewust of indirect ook onszelf) gaan zegenen. Ik doe dat de laatste tijd, dus dat ik de mensen met wie ik te maken heb periodiek in het verborgene zegen, niet alleen vrienden, maar ook mensen, die sterk vanuit angst leven en/of een negatieve energie om zich heen hebben. Met zegenen is bedoeld vanuit het hart mensen het diepste geluk of vervulling toewensen. En dan verschijningsvormen soms omkeren. Als je een man ziet, die huilt of naar het schijnt gebroken is door het leven, kun je hem zegenen op zijn vitaliteit en vreugde, die er innerlijk ook in hem is. De Zwitser Pierre Praderband  (De zachte kracht van de zegening, 2004) zegent zo, als hij langs een gevangenis komt, in gedachten de bewoners daarvan in hun onschuld, vrijheid, zachtmoedigheid en vergeving, dus in hun ‘andere’ kant, te meer omdat een ieder de gevangene van zijn zelfbeeld kan zijn.    

Als antropoloog deed ik enig opzien barend onderzoek naar het vervloekingsritueel op een eilandje vlakbij het kustdorpje Seenigama op Sri Lanka. Zoals er van vervloeking een enorme negatieve kracht uitgaat - de vervloekten kunnen er zelfs hun leven bij inschieten - zo heeft ook het zegenen een grote positieve kracht, ook voor onszelf. Zie ook het net uitgekomen William Bloom, Bescherm jezelf. Positieve energie voor meer zelfvertrouwen,2011. Zegenen werkt. Ik denk juist voor deze tijd, nu alles zo hectisch aan het veranderen is. Het geeft je een anker omdat je het universum of God als het ware via de universele wet van aantrekking inschakelt in het versterken van de liefde en mededogen tussen mensen. Trouwens ook in de genezing, waar de wereld om schreeuwt. De praktijk van zegenen, ook van de nieuwe dag, - ik begin tegelijk met een korte affirmatie deze er vaak mee -, heeft ook het voordeel dat je minder piekert over jezelf, dat je aanwezig bent in het nu, minder zelfzuchtig bent en anderen minder becritiseert, beoordeelt en veroordeelt. Het is een simpele manier om een gecentreerd bewustzijn te ontwikkelen, te groeien in liefde.

Zegenen is in wezen gepraktiseerde liefde, maar dan onvoorwaardelijke liefde.      

Ik heb het nu wat minder over de romantische of voorwaardelijke liefde, ook al geldt hiervoor ook dat je die al of niet kunt aanboren. Verliefd zijn is soms ook een willen, een er voor open staan of niet, waarbij eveneens de wet van aantrekking speelt, dus dat je in het leven aantrekt waar je steeds aan denkt. De bestsellerschrijver Wayne Dyer zegt in zijn boekje Leef in Balans, negen manieren om je gewoontes in evenwicht te brengen met je verlangens (2006, 215) dat ‘de liefdelozen nimmer liefde vinden, omdat ze zich concentreren op wat ze niet hebben’, los van het feit dat ze vaak vinden dat ze de liefde onwaardig zijn en zo versterken wat ze niet hebben. 

 

Leven in een energiesysteem met de wet van aantrekking

Ik spreek inzake liefde over een kracht of een energie, te vergelijken met elektriciteit. Zeker nu de kwantumfysica ons heeft laten weten dat alles energie is en wij als het ware omringd worden door een soort electromagnetisch veld, dat wij met ons bewustzijn, dus met onze intenties, gedachten, gebeden en affirmaties beinvloeden.

Ja ook met gevoelens en overtuigingen en dan zowel in positieve als negatieve zin.

In het energiesysteem waarin we leven en dat opereert op basis van de wet van aantrekking worden we dus niet alleen zelf waarvan we vol zijn, bijvoorbeeld haat of liefde, maar kunnen we tevens een deel van het veld daarin meenemen, denk maar aan wat Hitler teweegbracht. Een ieder van ons heeft zo met liefde een enorme kracht in zich, ook al zijn de meeste van ons zich daarvan nog niet bewust. Het universum antwoordt via het fenomeen, dat het ‘gelijke het gelijke aantrekt’. Als we bozigheid en irritatie uitzenden dan wel sterk op die manier denken, krijgen we vaak ook zelf met ‘boze’ en irritante zaken te maken. Er is kortom tussen onze gemoedstoestand en onze ervaringen meestal een overeenkomst. Micro en macro, omdat alles begint bij het individu en dan gaat naar de gemeenschap, stad, land en wereld. Ook naar de politiek. De laatste tijd gaan we dat beseffen, ook dat we spiegelen in onze relaties, dus dat we inzien dat een geirriteerd zijn over iets bij een ander vooral ook iets zegt over een analoge schaduw bij onszelf.

Mede door de ontdekkingen van de kwantumfysica beginnen we in te zien dat het dualistische bewustzijn van ‘wij versus zij’ iets van het verleden is, dat we in wezen allen een eenheid vormen, op allerlei manieren met elkaar verbonden zijn.Ook in het hebben van schaduwen. Die erkennen bij jezelf geeft al heling, zegt Carl Jung.

Maar het maakt ook milder naar de ander, als je bij deze opeens schaduwen ontdekt.

Waarom die ander daarom zo sterk veroordelen, als je weet dat je er zelf soms ook last van hebt. Een mildheid die in principe in overeenstemming met de Gulden Regel van ‘de ander niet aandoen wat je zelf naar vindt’ en via de weg van (zelf)vergeving zelfs kan overgaan in mededogen, meevoelen met wie je verbonden bent. Mededogen is trouwens een onderdeel van liefde of vloeit er uit voort.

 

Mededogend hart brengt licht waar geen licht is

Mededogen is geen zwelgen in al of niet mentaal dan wel neerbuigend medelijden met de ander, deze bijna zielig vinden, waardoor je tevens het gevaar loopt eenzelfde energie op te nemen, zoals een te sterke fixatie op armoede een analoge energie kan aantrekken. Nee, mededogen is een bewogen worden tot daden van het hart, tot de energie van liefde. Een mededogend hart is ook een effectief middel tegen het kwaad, omdat het licht kan brengen waar geen licht is.

We leven in een hectische samenleving met ook 5 keer zoveel depressie als ‘n 20 jaar terug, maar de machocultuur waardoor er als het ware angst was voor vriendelijk zijn, is minder dominant vandaag. Daarom is er nu meer openheid voor vriendelijkheid, welke overigens meer is dan gewoon aardig zijn. Ze is in wezen ook een vorm van liefde en heeft tevens een helende kracht. Vriendelijkheid is immers een warme en krachtige manier van zijn, waarbij er een samenspel kan zijn van eigenschappen als hartelijkheid, vertrouwen en dankbaarheid.

 

De meerwaarde van vriendelijkheid

Wat tekort aan warmte van de zijde der ouders teweeg brengt bij pubers, behoeft geen betoog. Met de energie van warmte en vriendelijke, niet oordelende aandacht kunnen we hoe dan ook veel meer betekenen voor de mensen om ons heen dan we meestal denken. Een ieder stelt het op prijs om warm en vriendelijk bejegend te worden, zeker als het een gehoord en begrepen worden insluit. We zien hier hoe vriendelijkheid en warmte dicht tegen mededogen aan zitten. Het voordeel voor jezelf om vriendelijk te zijn, zien we in de  Arabische uitspraak‘Wie een glimlach uitzendt, krijgt hem terug’. Maar los daarvan doet vriendelijkheid ons uitstijgen boven de dagelijkse zorgen en ook de conflictjes van het ego. Het kan ons net als zegenen doen groeien in liefde.

Een probleem bij dat laatste lijkt a) dat zeer veel mensen een liefdeswond hebben en daardoor wrok en b) dat eveneens veel mensen niet van zichzelf houden, laat staan van anderen. De in Harvard opgeleide psycholoog en schrijver John Welwood stelt in zijn boek ‘Liefde geven en liefde ontvangen.Waarom ontvangen zoveel moeite kost?’ (2009), dat de meeste van ons een fundamentele onzekerheid hebben in de zin dat we denken ‘dat er niet van ons gehouden kan worden of dat we niet echt beminnelijk zijn gewoon zoals we zijn’ (p.10).Hij meent zelfs dat ‘alle haat tegen onszelf en anderen, al onze angst, egoisme, communicatie-problemen, seksuele onzekerheden, alle pathologie, neurose en destructiviteit in de wereld, ja de hele nachtmerrie van de geschiedenis met al haar bloedvergieten en wreedheid, te herleiden zijn tot het feit dat het hart koud wordt, omdat we niet weten, of er van ons gehouden wordt, dus of we wel beminnelijk zijn’ (18).

 

Zelfliefde en eigenwaarde als een verbonden zijn met het innerlijk vuur

Oorlog zou volgens hem ‘voortkomen uit wrok, geworteld in onze liefdeswond, waarvan we anderen de schuld geven en dit op hen afreageren’. Terrorisme is z.i. ook een ‘teken dat de wereld aangetast is door het niet-verbonden zijn met de liefde’. Politieke oplossingen kunnen tijdelijk respijt geven, maar leiden na verloop van tijd, zeker als de oprechte zorg en respect voor alle partijen wordt gemist, weer tot nieuwe conflicten. Er is meer nodig. Ook Luther King zag dat wrok een grote rol speelt bij oorlogen en betoogde dan ook dat ‘slechts liefde deze ziekte kan genezen’. Hij noemde daarom net als Gandhi geweldloosheid de strategie van de liefde. Maar daar is moed voor nodig, reden ook dat het in de spiritualiteit vooral om innerlijke kracht gaat of de versterking daarvan, iets wat Gandhi ‘soul-force’ noemde.

Voor inner power of empowerment is het zaak van zichzelf te houden. Doe je dat niet dan is het moeilijk in contact te zijn met je eigen kracht. Een nogal eisende opvoeding tijdens de jeugd van ‘het is nooit goed genoeg’ of een kerkelijk appelleren aan schuld en semi-ascetisch moralisme, waardoor mensen zich ‘klein’ en ‘nietig’ gingen voelen, droegen bij aan het gebrek aan zelfliefde bij velen. Dat geldt ook voor het feit dat bij ‘je naaste liefhebben als jezelf’ het laatste geen accent kreeg en het eerste iets te veel in de gebodsfeer lag, wat schuldgevoel opriep. Zelfliefde gelijk stellen met egoisme is daarbij tevens een veel gemaakte vergissing. Nee, het gaat hier om zelfaanvaarding en een inzien dat we goed zijn in onze diepste kern. Zelfliefde geeft kracht en zelfvertrouwen bij het maken van de keuzes in het leven. Zo aanwezig zijn bij jezelf is in wezen een daad van liefde, die de deur naar onze diepste bronnen ontsluit. Eigenwaarde hebben betekent verbonden zijn met ons innerlijke vuur, met onze innerlijke scheppingskracht zonder dat we ons daarop voorstaan. Van onszelf houden wijst op veerkracht en het inzicht dat we gewoon een deel van het leven zijn.

 

Charter for Compassion

Het impliceert ook mededogen, omdat het liefde veronderstelt naar jezelf en dus ook naar de ander. Welnu, in ons is er een zeer groot potentieel aan liefde en bewustzijn, wat we bij de incarnatie meekregen. We moeten er alleen voor kiezen. Dat te willen is in de ontwikkelingsfase, waarin we ons nu bevinden, van het grootste belang. Alle wijsheidsgeschriften riepen er al toe op. Reden dat de bekende schrijfster en theoloog  Karin Armstrong het initiatief nam tot het Charter for Compassion, het internationale Handvest voor kompassie, een ander woord voor mededogen of liefde. Het werd vorig jaar november door het bekende Amsterdamse Mozeshuis naar Nederland gebracht via een grote manifestatie met ruim 400 mensen.

Kompassie zie ik als een liefdevol gadeslaan of als een meevoelend of begripvol luisteren. Een er zijn of een zachte aanraking kan vaak al veel betekenen. Ik noem mededogen een effectieve energie, omdat die uit het hart stroomt. En Armstrong spreekt van kompassie als ‘de lakmoesproef van ware spiritualiteit’ en als ‘de wezenskern van alle religies inclusief de islam’. Het houdt volgens haar in ‘dag aan dag in ons eigen hart kijken en nagaan wat pijn doet en steeds weigeren anderen eenzelfde pijn toe te brengen’. Gezien genoemde wrok bij zeer velen, lijkt dat continu in het eigen hart kijken niet zonder belang. Zeker als wrok gegeneraliseerd wordt naar diverse personen en groepen toe, waardoor het tenslotte zelfs een klacht wordt tegen het leven zelf en haar zogenaamde onrechtvaardigheid. Wrok koesteren veroorzaakt verharding, die voor sterkte doorgaat, maar die ons in feite in de slachtofferhouding doet blijven. Er zijn verschillende therapieën, hoe mensen zich daaruit kunnen losmaken. Om te beginnen met de waarheid van de pijn in het verleden te erkennen, ons hart voor onszelf te openen en de verwonding te leren omarmen met eigen mededogen. Dus zo proberen op een nieuwe manier bij onszelf aanwezig te zijn, waardoor mogelijk het defensieve schild rond ons hart breekt en vergeven mogelijk is.

 

De mens als kanaal voor de liefde

En als het om de attitude van wrok van tegenspelers gaat, is Jezus’ advies om hen de andere wang toe te keren functioneel. Het treft het hart van de wrokmentaliteit en de kern van ons defensieve ego, zoals het ook van belang is steeds een onderscheid te maken tussen ‘slechte daden’ en de ‘daders’, die vaak vanuit verblinding handelen.

Maar niets moet natuurlijk. Ook niet zelf de absolute liefde teweegbrengen, los van de vraag of we dat kunnen, laat staan dat we die van een ander kunnen eisen. Ze is er gewoon, of we er nu bewust van zijn of niet. Via ons kan die liefde wel te voorschijn komen. Kan, zeg ik en wel via de formule van het zich openen. Ze komt te voorschijn als we ons volledig openen voor onszelf, het leven en de ander. Het manifesteert zich in vertrouwen, zelfaanvaarding, warmte en onzelfzuchtig liefhebben. (Vertrouwen ook in de Bron, waaruit we zijn voortgekomen). En als we liefde ontvangen van een ander, bevestigt het ons in wie we zijn. Maar het is goed te bedenken, dat onze persoonlijkheid niet de bron van de grote liefde is. Nee, we zijn als mens een kanaal voor die liefde, zodat die door ons heen kan stromen, ook naar de wereld toe. De liefde is er vanuit de Oorsprong van het geheel, vanuit het universum dus en ze vindt tevens een basis in onze goddelijke kern of wel ons ‘hart’. Het is waarom God ook wel Liefde heet en vice versa.

Maar wezenlijk is dat de liefde in potentie in onszelf zit en het dus een vergissing is deze van de ander te claimen. Als iemand je liefde schenkt, overhandigt deze persoon je niet iets, maar hij of zij bewerkstelligt indirect dat ‘er een raam in jou opengaat, zodat de grote liefde bij je naar binnen kan komen’ (Welwood, 57). De ander inspireert wel indirect, dat het raam van je ‘hart’ opengaat , waardoor de grote liefde beschikbaar kan komen, maar het is dan let wel een eigen innerlijke ervaring. Dat er op het terrein van de relaties zoveel botsingen zijn, heeft mede te maken met onze inbeelding, dat anderen voor ons de bron van liefde zijn. Dat zijn ze namelijk niet, voor de ware liefde moet je niet op hen rekenen. Dat klinkt hard, maar komt in wezen goed uit, omdat de anderen net als wij ook vaak met ego-verwondingen zitten.

Niet dat we ons daarom niet met hen moeten verbinden, juist wel, ook om zelf te leren van de pijn, die dat kan geven en om zo bewust te worden van de ware Bron van liefde. Naast de kwetsbaarheid voor teleurstellingen in de relaties met anderen, kunnen we zo wellicht eerder toestaan dat ons hart een open kanaal wordt, via welke de grote liefde de wereld of het Veld instroomt en daardoor een enorme kracht wordt.

 

Hartstreek veel grotere magnetische straling dan de hersenen

Uit onderzoek en metingen is recent gebleken dat onze hartstreek de grootste magnetische straling heeft. Het veld rondom ons hart zou onder meer zo’n vijfduizend maal sterker zijn dan het veld dat de hersenen uitzenden. Intenties die vanuit het hart worden gevoeld, hebben dus in vergelijking het grootste scheppende effect. Sinds we weten dat onze affirmaties, gedachten, gebeden en zegeningen invloed hebben op het Veld dat ons allen omringt en vooral de gevoelens of ‘de taal’ van het hart, zoals oude religieuze teksten ook al betoogden, is er recent het idee om via die ‘taal’ onze planeet wat sneller naar een hoger niveau van bewustzijn te tillen. Dit dan enerzijds door de kracht van de liefde en anderzijds door onze beperkende op angst en afscheiding gebaseerde dualistische overtuigingen te wijzigen.

De bekende Amerikaanse schrijver Gregg Braden begon daartoe zelfs het project onder de naam Global Coherence Initiative, waarbij wereldwijd zo’n dertienduizend mensen zijn betrokken, die collectief en coherent gevoelens van liefde kunnen uitzenden. Hij pleit voor een (meer) leven vanuit het hart, niet alleen als een prettige en natuurlijke manier, maar ook als een zeer verstandige, in de kritische overgangstijd waarin onze wereld zich  bevindt volgens hem. Happinez wijdde in de zomer van 2009 een groot artikel aan dit initiatief. De oneliner boven dat artikel was de uitspraak van Gregg Braden: ‘Het is aan ons te laten zien dat leven vanuit een liefdevol en mededogend bewustzijn de enige logische volgende stap is in de menselijke evolutie’.

 

Bestemming van de mens

Hij stelt net als ik liefde en mededogen min of meer op een zelfde lijn. Ik sluit daarom graag af met de visie van Hein Stufkens, die ‘mededogen de bestemming van de mens’ noemt en dat zelfs als titel meegaf voor een boek van hem uit 1997. Misschien is dat wel gemakkelijker te begrijpen dan dat liefde onze goddelijke kern of ons ‘hart’ is. Dit omdat we na de incarnatie eerst sterk bezig zijn met onszelf neer te zetten in de wereld en met overleven, waardoor we, zeker in de eerste levenshelft, onze herkomst vaak zijn vergeten, inclusief het hebben van een goddelijke liefdesessentie in ons. Bestemming geeft aan dat we in het begin allerlei vergissingen kunnen maken op het terrein van onze essentie, dus daarin ‘ons doel voorbijschieten’ (wellicht de betekenis van het woord ‘zonde’), maar dat we er uiteindelijk toch naar toe groeien. In het Oosten spreekt men inzake liefde en mededogen van het ‘dharma’ (de werkelijke aard, de bestemming) van de mens, een ‘dharma’ dat er is, zoals de (belangeloos) warmte verspreidende zon. Mahatma Gandhi noemde liefde waarheid, die volgens hem niet te vinden is in boeken, maar in ons hart en dus ‘daar moet worden gezocht’ .

Voor de visie op mededogen ‘als de bestemming van de mens’ zouden er een drietal indicaties zijn. In de eerste plaats de aard van de mens in het geheel van de schepping, gezien het feit dat de mens het vermogen tot zelfbewustzijn heeft. Ten tweede onze innerlijke leiding, dus dat we het allen innerlijk wel weten dat we niet bedoeld zijn voor moord en doodslag of andere vormen van (zelf)destructie, ook al kunnen we enige tijd in de greep zijn van verharding en haat. Gnosis, het innerlijk weten of de wijsheid van het hart zouden in deze niettemin sterker zijn dan zo’n verharding.

In de derde plaats de oude wijsheidstradities, inclusief de joods-chritelijke, die allen wijzen op het belang ego, materialisme en geweld te overstijgen, de haat achter zich te laten en de liefde te doen groeien, mede ook in de vorm van geweldloos samenleven.

 

Zelf de liefde zijn om haar naar je toe te halen

Niet dat het laatste altijd lukte of lukt. Maar het neemt niet weg dat we via de kracht van de hoop de fakkel van de liefde brandende kunnen houden, ook via een omkering van waarden in de samenleving. Te meer nu moderne neurologen de psychologische kracht van het hartcentrum hebben ontdekt, waarbij een bewogen hart neurotrans-mitters produceert en zou doorzenden naar het brein, waar de bewogenheid zich vertaalt in bewustzijn. Het hartbewustzijn zou hoe dan ook een enorm potentieel hebben en daarmee dan ook de liefde, omdat het hart de liefde genereert. En verder ook omdat het universum via het veld, zoals wetenschappers menen, meer op onze gevoelsuitingen reageren dan op woorden en gedachten. Als je bijvoorbeeld bidt om meer liefde, doe dat dan niet in wanhoop, is het advies, want deze wordt terug-gespiegeld. Maar de les is vooral dat we de liefde al in ons hebben en dat als je liefde wilt, je die beter te voorschijn kunt halen. Dus zelf gevoelens van liefde genereren, kortom de liefde zijn om haar naar ons toe te halen. Dat geldt ook bij de inzet voor een betere wereld. Dus dat we via liefde om met Gandhi te spreken zelf de verandering zijn die we voorstaan in de wereld. Spiritualiteit, onze ervaring met het goddelijke, ons spirituele pad, kan ons daarbij helpen. Ook om ons hart meer open te stellen, om onze vervelende ervaringen in het leven te overwinnen of dapper te doorstaan en vooral om onze diepe essentie, dus de Liefde, aan te boren, wat ons leven bezielend elan kan geven. Ook via het zegenen van vrienden, tegenspelers en de wereld. Ziedaar de grote kracht van  liefde en mededogen als een mogelijk vernieuwend bewustzijn voor de tijd van vandaag.

* Dr Hans Feddema is antropoloog, oud-docent aan de VU, publicist - www.hansfeddema.nl - en bestuurslid van De Linker Wang