Civis Mundi Digitaal #6
Wim Boevink, Dienstausweis 1393 - Demjanjuk en het laatste grote naziproces, Uitgeverij Verbum, Laren (NH), 2011, 272 blz;
Rob Fransman, het Demjanjuk-proces. Reportages van een Nebenankläger, Uitgeverij Verbum, Laren (NH), 2011, 190 blz.
Beide boeken maken deel uit van de indrukwekkende Verbum Holocaust Bibliotheek waarvan eerder een aantal delen in Civis Mundi besproken zijn. Het eerste boek is op 4 juli jl. als het 36e deel in deze reeks in Amsterdam gepresenteerd. Het is een bundeling van licht bewerkte verslagen van dit nazi-proces in het dagblad Trouw, waar zij verschenen zijn onder de titel klein verslag. Als abonnee van Trouw heb ik er al kennis van genomen. Het is goed dat zij nu in dit boek gebundeld zijn voor het nageslacht. Boevink is een uitstekende verslaggever die lof verdient voor het goed geschreven en becommentarieerde verslag van dit taai en lang voortslepend proces. Een klein Monument, zo kwalificeert getuige en medeaanklager Jules Schelvis het in een voorwoord. En dat is het zeker.
Boevink begint zijn verslag met de verwachting, dat hij vrijspraak bij voorbaat uitgesloten acht. De uitkomst lag al vast, stelt ook de verdediging. Die kreeg, schrijft Bouvink, alle ruimte, maar raakte van zoveel door de rechter afgewezen verzoeken wel gefrustreerd. Het procesdossier bestond goeddeels uit materiaal dat door de Amerikanen in archieven in Moskou en elders al verzameld was in een eerder proces tegen Demjanjuk in Amerika. Er waren 10 maanden procesvoering voor nodig om in Neurenberg 22 nazi-kopstukken veroordeeld te krijgen. Het proces tegen de kleine vis Demjanjuk heeft een stuk langer geduurd.
Aan het einde lag er dan ook een grote vermoeidheid over dat proces. En dat gevoel, aldus Boevink, baarde onrust over de afloop ervan, met name over de gerechtigheid ervan, een angst ook voor de vergeefsheid van heel dat streven om de waarheid op te vissen uit die zwarte poel van ellende van zolang geleden. Deze "kleine vis" is een Israël al ter dood veroordeeld geweest, maar in hoger beroep vrijgesproken, omdat er teveel twijfel gerezen was over zijn identiteit. De verdediging riep zich daar ook op evenals op een eerdere uitspraak van de Duitse Centrale voor de Vervolging van Nazi-misdaden, dat feitelijk daderschap van Demjanjuk niet valt aan te tonen. Maar dat beroep was vergeefs. Hij werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf, want schuldig bevonden aan medeplichtigheid voor een misdaad zonder dat daarvoor direct bewijs is geleverd. De Duitse rechter stelt in zijn vonnis dat Demjanjuk dienst had moeten weigeren en had moeten vluchten. Boevink tekent hierbij aan: hij had dus eigenlijk een held moeten zijn. Want wie dat deed, die nam de benen, niet bereid dat smerige werk voor nazi-kampbeulen te verrichten en liever het risico te lopen doodgeschoten te worden. Maar kan men zoiets van iemand 60 jaar na dato nog verlangen? Demjanjuk was zeker geen held. Maar was ik dat geweest in die omstandigheden? Op verzoek van de verdediging volgt nog een hoger beroep. Hangende dat beroep, is Demjanjuk op vrije voeten gesteld en verblijft hij in een verzorgingshuis in Beieren op kosten van de Duitse staat.
Het tweede boek is een reportage van een van de 22 medeaanklagers en is een goede aanvulling op het verslag van Boevink. Uitgeverij Verbum valt alleszins te prijzen voor de samenstelling van haar Holocaust Bibliotheek, die ongetwijfeld van grote historische betekenis is.
SWC