Civis Mundi Digitaal #6
De Oeigoerse UAF-studente Rizwangul Mahsum (24) vluchtte drie jaar ggeleden vanuit de Chinese provincie Xinjiang naar Nederland. Als extra motivatie om Nederlands te leren, en ook om haar landgenoten te helpen, schreef ze een Nederlands-Oeigoers woordenboek.
‘Toen ik in Nederland aankwam, sprak ik geen woord Nederlands’, vertelt Rizwangul.’Ik werd geïnterviewd door de IND met behulp van een Chinese tolk. Oeigoerse tolken waren er niet. Op dat moment besloot ik de Nederlandse taal zo snel mogelijk te leren.’ Dat viel niet mee, want ze moest elk woord eerst in het Engels en vanuit het Engels naar haar eigen taal vertalen. Ruim twee jaar was ze ermee bezig, nu is het woordenboek er. In een bescheiden oplage, waarvan het grootste deel al verkocht is. ‘Voor vele mensen wat het een verrassing dat het mogelijk was Nederlands in het Oeigoers te vertalen.’
Met het initiatief draagt de jonge lexicograaf een steentje bij aan cultuurbehoud. Want veel Oeigoeren gaan tegenwoordig naar een Chinese school en leren het Oeigoers niet lezen, hoewel ze het wel spreken. ‘Oeigoerse ouders denken aan de toekomst van hun kinderen en sturen hen naar een Chinese school. Als ze Chinees spreken, komen ze later makkelijker aan een baan.’ Zelf zat Rizwangul op een Oeigoerse school. ‘In een dorp, nabij de stad Ghulja. De laatste jaren van haar middelbare school woonde ze in de provinciehoofdstad Urumqi. In 2008 - ze was net begonnen aan een opleiding - liepen de onlusten in Xinjiang uit de hand. De rechten van de Oeigoerse bevolking werden door de Chinese overheid ingeperkt en demonstrerende Oeigoeren werden hard aangepakt. Door de onlusten kreeg Rizwangul problemen met de overheid en moest vluchten. De steun van het UAF is haar veel waard. ‘Als het UAF er niet was, zou ik niet weten wat ik moest doen.’ Nu, na een voorbereidend jaar op de Vrije Universiteit, is ze klaar om een studie te beginnen. Communicatiewetenschappen, hoopt ze.
Ontleend aan Kwartaalblad voor donateurs UAF juli 2011