Civis Mundi Digitaal #9
Wim Couwenberg
Het rapport van de Commissie Goldstone waarin Israël in 2009 beschuldigd wordt van oorlogsmisdaden tijdens de Gaza-oorlog tegen Hamas, heeft de Israëlische premier Netanyahu ertoe gebracht het geldende oorlogsrecht ter discussie te stellen, in die zin dat democratieën in hun strijd tegen terroristische organisaties meer recht hebben op een bijzondere behandeling vanwege hun democratische signatuur. Dat is terecht bestreden juist vanwege die democratische pretenties. Daar komt bij dat terrorisme als juridisch concept nog altijd een heel problematisch begrip is. Als we het relateren aan het gebruik van politiek geweld, herinner ik eraan dat de gewapende bestrijding van koloniale en vreemde overheersing na de Tweede Wereldoorlog met de Zuid-Afrikaanse apartheid als een van de voorbeelden daarvan sinds de jaren ‘70 als gevolg van VN-resoluties een legitiem karakter gekregen heeft. Volgens de volkenrechtsgeleerde en polemoloog B.V.A. Röling gold het geweldverbod van art. 2 lid 4 van het VN-Handvest niet langer voor gewelddadig verzet tegen koloniale en vreemde overheersing.
Vergelijkbaar is hiermee het gewapende verzet van Tsjetsjenen tegen vreemde Russische overheersing, van Palestijnen tegen de Israëlische bezetting van Palestijns grondgebied en van Koerden tegen de in hun ogen vreemde overheersing van de Turkse staat in Koerdisch gebied. Maar in die gevallen wordt aan die VN-resoluties geen legitimerende werking toegekend. Is dat omdat hier andere belangen en andere machtsverhoudingen in het spel zijn? In het terrorismedebat van de jaren ‘70 behoorde staatterrorisme naast en tegenover niet-statelijke vormen van terrorisme tot het polemologische jargon van die jaren en werd het mede ter verklaring van niet-statelijke uitingen ervan aangevoerd.[i] De gewelddadige wijze waarop Rusland, Turkije en Israël optreden respectievelijk tegen de Tsjetsjeense, Koerdische en de Palestijnse bevrijdingsstrijd kan welbeschouwd eveneens met staatsterrorisme geassocieerd worden. Maar zo’n associatie past niet in het huidige politieke klimaat. Wegkijken van die associatie met staatsterrorisme is daarom de boodschap.
Aan terrorisme als politiek gemotiveerd geweld kleeft nog een andere problematische kant. In hun drang naar politieke zelfhandhaving kan dat door machthebbers gemakkelijk gebruikt worden als legitimatie bij de bestrijding van legitiem verzet tegen repressief overheidsbeleid. De machthebbers in China en Rusland zijn daarvan een bekend voorbeeld. Hun wordt daarbij in de praktijk van westerse zijde nauwelijks een strobreed in de weg gelegd. In Afrika gebruiken machthebbers zogenaamd terrorismebestrijding als excuus om de strijd voor democratische hervormingen terug te dringen en politieke oppositie hard aan te pakken.
Beoordeling terrorisme van staatloze volken afhankelijk van al of niet succes
Als het nationale zelfbeschikkingsrecht van staatloze volkeren als fundamenteel mensenrecht niet gerespecteerd wordt, aldus de eerste secretaris-generaal van de UNPO (Unrepresented Nations en Peoples Organisation), nemen zij vaak hun toevlucht tot politiek geweld om zo de nodige internationale aandacht op hun rechtmatige strijd te vestigen. Zionisten hebben van dat politieke geweld ook gebruik gemaakt in hun strijd voor een Joodse staat. De latere premier van Israël en Nobelprijswinnaar voor de Vrede M. Begin en zijn opvolger als premier Shamir zijn hun politieke loopbaan begonnen door gebruik te maken van politiek geweld. Alle naoorlogse nationale bevrijdingsbewegingen in voormalige koloniën in de niet-westerse wereld hebben hun bevrijdingsstrijd meestal eveneens ondersteund met politiek geweld en werden om die reden als terroristisch gebrandmerkt tot zij die strijd gewonnen hadden en sindsdien als bevrijdingbeweging erkend worden. Bij de beoordeling van grote conflicten is de uitslag ervan uiteindelijk bepalend voor de waardering van de elkaar bestrijdende partijen. Zo valt ook te verklaren dat de Taliban in Afghanistan niet langer als terroristen benoemd worden, maar als gesprekspartners in een vredesproces, nadat gebleken was dat zij te sterk waren om verslagen te worden.
[i] Zie Het vraagstuk van het politieke terrorisme, Civis Mundi, 5, 1978