Civis Mundi Digitaal #13
Wim Couwenberg
Kritiek op en verzet tegen Europese integratie komt meestal uit rechts geheten kringen en wordt terecht als rechts ervaren. Niettemin is die integratie eerder als een rechts project geëtiketteerd. Dat deed bijv. de prominente liberale socioloog en liberale politicus Ralf Dahrendorf. Oorspronkelijk, zo meende hij, was dat streven naar Europese eenwording een rechts project, want in eerste instantie een christendemocratisch initiatief. Daarom verwonderde hij zich zo over het feit dat linkse partijen grote voorstanders daarvan zijn geworden.[1] Nederlandse christendemocraten zullen wel moeite hebben met die vereenzelviging van de christendemocratie met rechtse politiek. Hoe dit zij, Het doorbreken van historisch gegroeide grenzen in Europa door een proces van Europese integratie om zodoende oorlogvoering in Europa voorgoed uit te bannen, daarop kan men toch moeilijk een rechts stempel drukken. Dat linkse partijen zulke grote steunpilaren van Europese samenwerking zijn geworden, is ook betwistbaar. Linkse partijen zijn daarover eerder verdeeld dan eensgezind. In Nederland zijn PvdA en SP het daar niet over eens, in Duitsland de SPD en Die Linke evenmin.
Bovendien was Europese integratie oorspronkelijk niet alleen maar een christendemocratisch project. Liberalen hoorden direct na de oorlog al tot de eerste aanhangers daarvan. In Nederland was dat bijv. VVD-prominent H.J. Nord, een overtuigde Europese federalist. Tot het einde van de vorige eeuw leefde het Europese federalisme ook in de VVD. Ik verwijs hiervoor naar geschrift 87 van de Teldersstichting (1998) ‘Hoe verder met een Europees ideaal?’. Dat was een uitgave ter gelegenehid van het tienjarig bestaan van de Mr. H.R. Nord Stichting en ademt een geheel andere geest dan nu in de VVD de toon lijkt aan te geven. De Europese beweging, oorspronkelijk de Bond van Europese Federalisten geheten, is jarenlang geleid door VVD-prominent en oud minister W.F. van Eekelen. Op de grote Europese conferentie in Den Haag in 1948 die een initiatief nam tot oprichting van de raad van Europa, was ook de PvdA vertegenwoordigd, met name door de fractievoorzitter in de Tweede Kamer van de PvdA M. van der Goes van Naters die in de jaren 50 al een voorstel deed voor een Europese Politieke Unie als pendant van de toen van Franse zijde voorgestelde Europese Defensie Gemeenschap.
Het streven naar een verenigd Europa wordt de laatste tijd ook gekritiseerd als een naïef politiek ideaal. Dat is het zeker niet Het is een adequate politieke reactie op ingrijpende economische en politieke machtsverschuivingen in de wereld en op de ontwikkeling van een nieuwe multipolaire wereldsituatie met een aantal economische en politieke grootmachten, die de komende tijd in onderlinge rivaliteit en samenwerking op het politieke en economische wereldtoneel de koers zullen bepalen. Alleen een hecht geïntegreerd Europa, lijkt in deze nieuwe wereldpolitieke context nog als een relevante en te duchten medespeler mee te kunnen doen. Onder invloed van het wijd verbreide reactionaire euroscepticisme wordt die politieke realiteit in Europa nog onvoldoende onderkend en in haar consequenties onder ogen gezien.
Als politiek antwoord op de Tweede Wereldoorlog is de al eerder gelanceerde idee van Europese eenwording na 1945 opnieuw opgepakt en nu ook operationeel gemaakt om oorlog in Europa voorgoed uit te bannen en Europese naties door bundeling van krachten in staat te stellen een relevante economische en politieke machtsfactor te blijven in het internationale machtsspel. Dwars tegen alle eurosceptische tegenstromingen in wordt Europese integratie stap voor stap de gemeenschappelijke politieke lotsbestemming van Europese burgers en daarmee een cruciale politieke doelstelling in plaats van alleen een welvaartsinstrument zoals in een neoliberale optiek.
[1] Zie Bart Tromp, Dahrendorfs Europa, Elsevier, 16 november 2002.