Civis Mundi Digitaal #18
Wim Couwenberg
Het Westen loopt in de ontwikkeling van mensenrechten ongetwijfeld voorop. Bij de verbreiding ervan is het wel verstandig oog te hebben voor het verschil in ontwikkelingsstadia waarin landen en culturen zich bevinden. Die terughoudendheid lijkt nu ook door te dringen bij de export van westerse democratie. Is, zo vragen critici zich af, is opgelegde democratie naar westers model niet een laatste vorm van kolonialisme, waarbij bovendien meer belang gehecht wordt aan de vorm, i.c. het ritueel (vrije verkiezingen) dan aan de inhoud van politieke democratisering? Die valt immers niet te herleiden tot alleen een stembusgang.[1] Het is een kritiek die in bijzondere mate terzake is met betrekking is tot pogingen van Amerikaanse zijde tot verbreiding van westerse democratie in de wereld. Dat veronderstelt een aantal ontwikkelingsvoorwaarden om een reële kans van slagen te hebben.[2] Onder invloed van een naïef vooruitgangsoptimisme houden Amerikanen daar onvoldoende rekening mee.
Dat is al gebleken, toen Amerika onder leiding van president Woodrow Wilson in 1917 ging deelnemen aan de eerste wereldoorlog, met name to make the world safe for democracy, met de proclamatie van het zelfbeschikkingsrecht der volken als de weg naar een vreedzame en democratische wereld. In de praktijk bleek dat heel wat complexer te zijn dan van Amerikaanse zijde verondersteld was. En die politieke naïviteit bleek recent opnieuw in de Irak-oorlog, toen Amerika onder president George W. Bush een democratische dominotheorie lanceerde ter rechtvaardiging van die oorlog, nadat de aanvankelijke legitimatie van die oorlog - de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak - vals bleek te zijn. Hij ging er daarbij vanuit dat het planten van westerse democratie in de politieke bodem van Irak een domino effect teweeg zou brengen naar andere niet-democratische staten in het Midden-Oosten. Die theorie is, zoals bekend, op een tragische mislukking uitgelopen.[3] Zij heeft alleen de weg gebaand voor vrije verkiezingen in de Gaza-strook in 2006 met een verkiezingszege van de moslimfundamentalistische Hamas als resultaat. En dat was zeker niet de bedoeling. En wat Irak betreft, dat is van een schurkenstaat onder Saddam Hoessein inmiddels getransformeerd in een staat die gerekend wordt tot de talrijke ‘failed states’ met in 2006 een aan de macht gekomen premier, die door tegenstanders al spoedig tot een tweede Saddam Hoessein of minstens Saddam light is uitgemaakt vanwege de slimme wijze waarop die steeds meer macht naar zich weet toe te trekken; en voorts met aanslagen van Al Qaeda-Irak en andere extremisten, die maandelijks zo’n 200 a 300 mensen plegen op de blazen.
Verkiezingen invoeren is meestal niet zo moeilijk. Maar waarborging van constitutionele vrijheden en effectieve democratische verantwoording van beleid met zonodig wisseling van de wacht, dat blijkt heel wat problematischer te zijn.[4] Door de sterke nawerking van feodale, tribale en koloniale invloeden in de niet-westerse wereld wordt met vrije democratische verkiezingen niet alleen een vruchtbare voedingsbodem geschapen voor interreligieuze groepsconflicten, dat leidt bovendien tot een toe-eigening van de staat door en ten bate van de etnische of religieuze groepen die daar langs democratische weg aan de macht komen. Dat wordt dan ook niet zelden gevolgd door democratische regressie. In plaats van een democratische ontwikkeling in westerse zin komt men zodoende niet verder dan wat in de literatuur daarover aangeduid wordt als semi-, pseudo-, schijn-, façade- of gemankeerde democratie.[5]
[1] Zie o.a. D. van Reybroeck, Democratie moet van ons - maar wie zijn wij nog?, NRC Handelsblad, 29 november 2011
[2] Zie o.a. Vrede door democratie, Civis Mundi, 4, 2006; en Tijdsein. Peiling en perspectief van deze tijd, Civis Mundi Jaarboek 2011, p. 217-218
[3] Zie Van Koude Oorlog naar oorlog tegen terrorisme, Civis Mundi Jaarboek 2007; en Tijdsein. Peiling en perspectief van deze tijd, Civis Mundi Jaarboek 2011, pp. 67-68
[4] ZIe o.a. F. Zakaria, The rise of illiberal democracy Foreign Affairs, 1997; en H. Leurdijk, Regimeverandering: de uitdaging van democratische interventie, Vrede en Veiligheid, 2, 2004
[5] Zie Problemen der democratie in ontwikkelingslanden, in: Problemen der Democratie I, Civis Mundi Jaarboek 1965, pp. 124-153; en voorts het Human Development Report 2002 van de VN ontwikkelingsorganisatie UNDP