Geen vredesonderhandelingen. Wat dan? Een analyse van het advies no. 83 van de AI,V getiteld: Tussen Woord en Daad. Perspectieven op duurzame vrede in het Midden-Oosten.

Civis Mundi Digitaal #19

door Jan Wijenberg

Geen vredesonderhandelingen. Wat dan? Een analyse van het advies no. 83 van de AI,V getiteld: Tussen Woord en Daad. Perspectieven op duurzame vrede in het Midden-Oosten.

Jan Wijenberg

Conclusies

De Tweede Kamer is over dit onderwerp geen afspiegeling meer van wat er onder het electoraat leeft.

Op 29 november 2012 werd Palestina tot de Verenigde Naties toegelaten als staat, niet lid. Dit besluit heeft vergaande gevolgen, ook voor het vredesproces. De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) beoordeelt dit besluit niet als negatief voor het vredesproces, maar gaat niet in op de consequenties ervan voor de verhouding tussen de Staat Israël en de Staat Palestina. De vraag is of AIV-advies no.83, indien die consequenties zouden zijn doordacht, een andere strekking zou  hebben gekregen.

De Raad bepleit een rol voor de Verenigde Staten, roept op om rekening te houden met de Israëlische bezorgdheid over zijn veiligheid, verdedigt gebiedsruil, stelt Hamas in een ongunstig daglicht en waardeert de goede relaties van Nederland met Israël. De Raad zou over deze aspecten een meer kritische houding kunnen aannemen. De AIV stelt een flankerend beleid voor [blz.51]. Sommige elementen zijn aanbevelingswaardig, zoals het beletten van voordeel voor Israël voor producten gemaakt in de nederzettingen (no.5), de Nederlandse inspanning voor capaciteitsontwikkeling en rechtsvorming in ’een’ (?) nieuwe staat Palestina (no.6) en het Nederlandse toezicht op het nakomen van beide partijen van het internationaal recht (no.8). Andere voorstellen zouden slechts vertragend op het vredesproces uitwerken en verschaffen Israël daarmee de tijd en de ruimte om het expansieve nederzettingenbeleid door te zetten: een Midden-Oosten conferentie (no.2) en second-track diplomacy (no.4). Gegeven de harde realiteit, komt het aanbieden van Nederlandse goede diensten (no.3) als enigszins aandoenlijk over. De precieze relevantie van ’waterdiplomatie’ (no.7) voor het vredesproces is niet onmiddellijk duidelijk.

De onderstaande analyse toont aan dat de bereidheid van Israël om vredesonderhandelingen te voeren vroeger, nu en in de toekomst nihil was, nu is en in de toekomst zal zijn, terwijl de vastberadenheid de nederzettingen uit te breiden overheersend groot blijft. Een Nederlandse inspanning om  vredesonderhandelingen te doen herleven, als door de AIV voorgesteld, lijkt op voorhand mislukt.

De realisatie van de twee-staten oplossing is bereikt wanneer uitvoering is gegeven aan Veiligheidsraadresolutie 242 van 1967 (!), die op 9 juli 2004 werd herbevestigd door het Internationaal Gerechtshof. Israël kreeg in 1967 al de opdracht zich terug te trekken uit alle sinds dat  jaar bezette gebieden.

Het rapport besteedt geen aandacht aan drie essentiële aspecten:

- Israël als de van oorsprong Europese culturele enclave in een Moslim-omgeving, die het slechtste van onze cultuur biedt;

- Israël als, door de VS en de EU toegelaten, zelf uitgeroepen vrijstaat van zijn internationale verplichtingen, die het VN-lidmaatschap wèl aan elke lidstaat oplegt. Deze vrijplaats heeft  onnoemelijke schade veroorzaakt aan Palestina, aan de MO-regio en aan Israël;

- het Nederlandse beleid wordt - getoetst aan de vereisten van het dwingend internationaal recht - decennialang gekenmerkt door verwijtbare nalatigheid.

Ons land kan pas een bijdrage aan vrede leveren als het internationaal recht, geldend voor Israël en Palestina, niet slechts met de mond wordt beleden, maar ook de kern van effectief beleid gaat vormen.

De AIV signaleert de noodzaak tot snel handelen, wil de ’twee-staten oplossing’ nog bereikbaar zijn. De Raad beperkt zich echter tot Kurieren am Symptom. Hij koos er voor zich te concentreren op bevriezing van de uitbreiding van de nederzettingen en hernieuwd vredesoverleg, in de onjuiste veronderstelling dat de noodzakelijke ’goede trouw’ aan Israëlische kant aanwezig zou zijn. De Raad ging niet op de voor de hand liggende vraag in, waarom niet direct werd ingezet op de  enige effectieve methode om de twee-staten oplossing veilig te stellen en deze aldus daadwerkelijk mogelijk maakt. Dat houdt in het resoluut afwijzen van alle onderhandelingen met Israël en het opleggen van pijnlijke sancties. Het doel is dat Israël zich op korte termijn - zonder voorwaarden vooraf, zonder voorafgaande onderhandelingen, zonder schade aan mensen en infrastructuur te berokkenen - uit Palestina terugtrekt. Meer argumenten pleiten voor onmiddellijke en resolute actie, dan daar tegen.

1. Inleiding

De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) heeft op verzoek van de Eerste Kamer op 21 maart 2013 Advies no. 83 uitgebracht onder de titel: Tussen Woord en Daad, Perspectieven op duurzame vrede in het Midden-Oosten.1

Aan de onderstaande analyse ligt een scherp onderscheid ten grondslag. Enerzijds is er de staat Israël, lid van de Verenigde Naties. Onder de voorwaarden van respect voor het internationaal recht, dient dit land geaccepteerd te zijn. Anderzijds, echter, wordt het land sinds 1948 geleid door het politiek-zionistische regime. Dit regime schendt het internationaal recht al ruim 61 jaar dagelijks, op vele manieren en op grote schaal. De Verenigde Staten, de Europese Unie en de lidstaten zijn al die tijd nalatig geweest Israël te dwingen zich als een beschaafd land binnen de internationale gemeenschap te voegen. Zij dragen dus aanzienlijke medeverantwoordelijkheid voor de voortzetting van schendingen van het internationaal recht door Israël en voor de patstelling in de vredesonderhandelingen. Het wordt de hoogste tijd dat de internationale gemeenschap effectieve maatregelen treft om dit regime te dwingen de verplichtingen, voortvloeiend uit het VN-lidmaatschap, in praktijk te brengen.

Het AIV-rapport no. 83 verschaft een goede aanleiding om het huidige en toekomstige Nederlandse en Europese beleid ter zake te toetsen. Hieronder worden drie soorten vragen aan het rapport gesteld:

- sporen de gepresenteerde feiten met de werkelijkheid;

- zijn de belangrijkste veronderstellingen ook getoetst aan het relevante en dwingende internationaal recht en houdbaar;

- zullen de aanbevelingen van de AIV een bijdrage kunnen leveren aan een zinvolle Nederlandse en Europese bijdrage aan de bevordering van vrede tussen Israël en Palestina?

Op basis van deze bevindingen worden conclusies getrokken.

2. Het algemene kader

Er heeft zich een kentering van de Nederlandse publieke opinie voorgedaan. De staat Israel heeft vanaf zijn oprichting in 1948 de steun gehad en de sympathie van het overgrote deel van het Nederlandse volk genoten. In april 2010 heeft United Civilians for Peace een opinieonderzoek laten uitvoeren. Volgens het rapport van de marktonderzoekorganisatie Synovate vond 50% van de representatieve steekproef dat de regering druk moet zetten op Israel om de nederzettingen op de westelijke Jordaanoever te ontruimen. Twee op de drie Nederlanders (67%) vinden de bouw van de scheidingsmuur onaanvaardbaar. De veronderstelling is gerechtvaardigd, dat deze percentages slechts gestegen zullen zijn. Dat is het gevolg van de, ruim in de media gerapporteerde, Israëlische agressie tegen vooral de Palestijnen. Opmerkelijk is, dat de stemverhouding in de Tweede Kamer de kiezers niet volgt. Deze is nog steeds in meerderheid pro-Israël.

Het Advies concentreert zich op de vraag hoe Nederland kan bijdragen aan vrede tussen Israël en Palestina2. Twee aspecten worden centraal geplaatst: de urgentie om de ’twee staten oplossing levend te houden alsmede de daarvan afgeleide noodzaak beide partijen te bewegen serieuze vredesonderhandelingen te doen hervatten. De AIV is vooral bezorgd over de snelle uitbreiding van  de illegale nederzettingen op Palestijns gebied. Daardoor dreigt de twee-staten oplossing buiten zicht te raken. Daarom moet snel gehandeld worden, aldus de AIV. Ingezet wordt op een Nederlandse bijdrage ter bevordering van hernieuwde vredesonderhandelingen tussen Israël en Palestina. De aandacht moet in eerste instantie uitgaan naar de bevriezing van de uitbreiding van de nederzettingen. Daarna dienen volgende stappen te worden gezet.

De centrale vraag is of deze benadering realistisch is en vooral of deze consistent is met het relevante internationaal recht.

3. Het juridisch kader

Het internationaal recht is de hoogste uitdrukking van beschaving in de gemeenschap van geciviliseerde staten. De artikelen 90 t/m 94 van de Grondwet laten er geen twijfel over bestaan dat het nationale recht ondergeschikt is aan het dwingend internationaal recht. Het internationaal recht komt in een veelheid van verschijningsvormen: het Handvest van de Verenigde Naties, Verdragen, Conventies, Verklaringen, uitspraken van het Internationaal Gerechtshof, resoluties van de  Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad van de VN en vele andere. Voor hen die trouw aan de Grondwet hebben gezworen - de bewindslieden en de parlementsleden - is het internationaal recht dus niet vrijblijvend. Veruit de meeste instrumenten zijn kristalhelder. De vraag kan gesteld worden of in het Nederlandse politieke machtscentrum wel voldoende respect wordt opgebracht voor het internationaal recht, zeker ook het relevante en dwingende internationaal recht in het conflict tussen Israël en Palestina.3 De conclusies moeten zijn, dat het internationaal recht dwingend recht is en de politiek zich daarnaar heeft te gedragen.

Terecht onderschrijft de AIV het belang voor het conflict van het internationaal-juridisch kader. Daarom geeft hij een resumé van de juridische stand van zaken, met de Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof als uitgangspunt.4 Dit wordt verder in het rapport onderstreept:

[...] is het belangrijk dat dit conflict wordt getoetst aan het algemeen aanvaarde juridische kader en binnen dat kader tot een goed einde wordt gebracht. Vandaar dat in dit advies ruime aandacht is besteed aan relevante internationaalrechtelijke aspecten, die onder meer voortvloeien uit het recht op zelfbeschikking van volkeren, de rechten en plichten van een bezettende mogendheid en de proportionaliteitsregel inzake het gebruik van geweld.5

De enigszins losse formulering "het algemeen aanvaarde juridische kader" lijkt afstand te nemen van het dwingende karakter van het relevante internationaal recht. Israël kent een geheel andere interpretatie van het internationaal recht, die door geen enkele andere instantie wordt erkend. Een discussie met Israël over wat ’algemeen aanvaard’ is dient geen enkel nut. Belangrijker is de rechtszekerheid. Het recht op zelfbeschikking is onvervreemdbaar [VNHandvest, art. 51], maar voor de Palestijnen voorlopig een illusie; aan de verantwoordelijkheid van bezettende mogendheden valt niet te ontkomen, maar in de praktijk geschonden door Israël; het afzien van proportioneel gebruik van geweld is een harde eis6 die Israël dagelijks grootschalig schendt.

Van belang is, na te gaan in hoeverre het AIV-rapport het internationaal recht respecteert.

4. Honderd en elf dagen

Zolang was de tijdspanne tussen 29 november 2012 [de toelating van de Staat Palestina als niet-lid tot de VN] en 21 maart 2013 [de datum van vaststelling van het AIV-rapport]. Dat geeft de AIV tijd genoeg, zo lijkt het, om deze gebeurtenis op de betekenis en de gevolgen te doordenken en van commentaar te voorzien. In de aanhef van de resolutie staat:7

The General Assembly "Affirms its determination to contribute to the achievement of the inalienable rights of the Palestinian people and the attainment of a peaceful settlement in the Middle East that ends the occupation that began in 1967 and fulfils the vision of two States, an independent, sovereign, democratic, contiguous and viable State of Palestine, living side by side in peace and security with Israel, on the basis of the pre-1967 borders."

De Volkerenbond verstrekte in 1922 Mandaten aan het Verenigd Koninkrijk, onder andere voor de regio Palestina. Ook dit gebied kreeg de kwalificatie "A", wat inhield dat het in aanmerking kwam om onafhankelijk te worden. Werden overige "A"-gebieden al snel zelfstandig, Palestina moest daar tot 29-11-2012 op wachten. In 1945 nam de VN de taken van de Volkerenbond, die in samenhang met WO-II ter ziele was gegaan, over. Met AVVN-resolutie 181-II van 29 november 1947 stemde een tweederde meerderheid voor de aanbeveling Palestina op te delen in een Joodse Staat, een Arabische Staat en een corpus separatum voor Groot-Jeruzalem onder internationaal bestuur gedurende een periode van 10 jaar.

Op 14 mei 1948 werd de Staat Israël uitgeroepen, waarbij onder andere verwezen werd naar 181-II. In december 1948 trachtte Israël tevergeefs het VN-lidmaatschap te verwerven, maar slaagde daar in 1949 wel in, zij het onder VN-voorwaarden. Van Israël werd verwacht dat het daarmee het VN Handvest onderschreef. Dat zou inhouden dat het instemde met de Joodse Staat en de Arabische Staat, zoals vermeld in 181-II. Maar zo simpel lag het niet. De VN en de overige wereld zouden al snel verrast worden door een opmerkelijk Israël-jargon, dat zaken net iets anders voorstelde dan usance was. Zo merkte een Israëlische delegatieleider op dat akkoord gaan met 181-II nog geen erkenning van die Arabische Staat inhield. Israël heeft zo, zonder effectief verweer van overige lidstaten van de Verenigde Naties, 65 jaar lang kans gezien het tot stand komen van de Staat Palestina te frustreren. Israël weigert pertinent de Staat Palestina te erkennen, ofschoon het op grond van zijn VN lidmaatschap daartoe verplicht is. Het wordt in die weigering ten onrechte bijgestaan door enkele Westerse landen - waaronder de Verenigde Staten en Nederland.8

Waar het AIV-rapport voor het overige uitmunt in heldere formuleringen en duidelijke standpunten, is de passage over de toelating van de Staat tot de VN9 oppervlakkig en gaat niet in op de betekenis ervan. Ook volstaat het rapport met een verwijzing naar het Nederlandse standpunt in een voetnoot (no. 62, blz. 31) zonder de inhoud te vermelden, laat staan te analyseren. De werkelijkheid wordt ook onjuist weergegeven in noot 10, blz. 11:

In 1974 verkreeg de (Palestine Liberation Organisation) waarnemersstatus bij de VN; deze status heeft de organisatie sindsdien behouden. Quod non.

Op blz. 31 wordt de opvatting van de AIV gegeven:

Het onderhavige Palestijnse voorstel en de besluitvorming hierover in de AVVN beoordeelt de AIV dan ook niet als negatief vanuit het oogpunt van de kansen op hervatting van het vredesproces.

Voorbij wordt gegaan aan de afwijzing door Israël en de Verenigde Staten en aan de financiële strafmaatregelen, opgelegd door beide landen.

Met de toelating van Palestina tot de VN - met overweldigende meerderheid nog wel - werd voor eens en voor altijd door de internationale gemeenschap vastgesteld dat Palestina een staat is.10 Daarmee is ook internationaal recht gecreëerd. Dat heeft ver gaande consequenties, voor Palestina, voor Israël, voor de bi- en multilaterale relaties en voor het vredesproces. Aan de wat juridisch onduidelijke situatie van ’de bezette Palestijnse gebieden’ is een definitief einde gekomen. De soevereine staat Palestina kan volledig aanspraak maken op de veiligheidsgaranties zoals neergelegd in het VN-Handvest. De nieuwe staat heeft onbelemmerde toegang tot (het lidmaatschap van) alle organisaties van de VN-familie, waaronder ook het Internationaal Strafhof. Palestina omvat Oost Jeruzalem, de Westoever en Gaza. De grenzen van deze Staat, en dus ook van Israël, liggen nu vast: de Groene Lijn van 1967. Daarover behoeft in ieder geval niet meer onderhandeld te worden. Alle nederzettingen zijn nu definitief illegaal. Hoeveel joden Israël ook naar Palestina laat verhuizen, hoe groot de omvang van de illegale nederzettingen zal worden, het belangrijkste gevolg van de huidige status van Palestina is wel dat de aspiraties van Israël om Eretz-Israël te vestigen voorgoed van de baan zijn. De hoofdstructuur van de staat Palestina werd aangepast. Per Presidentieel decreet 2013, no. 1 werd de oude structuur, waaronder de PLO-oude-stijl, opgeheven en nieuwe organisaties geïntroduceerd.

Het AIV-rapport spreekt voortdurend over ’de Palestijnse autoriteiten’ en de Palestijnse Autoriteit’, kennelijk niet beseffend dat deze begrippen geen betekenis meer hebben.

In de besluitvorming op ministerieel niveau is in deze casus geen ruimte voor partij-politieke overwegingen, calculaties binnen de coalitie of de stemverhoudingen in de Tweede Kamer. Zoals de AIV terecht stelt, hier mag slechts het internationaal recht gelden. In principe staat het een staat vrij een andere staat wel of niet te erkennen. In het onderhavige geval gaat dat niet op. De AIV refereert terecht aan Resolutie 181-II van 29 november 1947.11 Daarin wordt het recht op een Arabische staat vastgelegd. Palestina heeft tot 29 november 2012 op de kop af 65 jaar moeten wachten tot deze belofte werd ingelost. Nederland heeft zich dus ten onrechte van stemming onthouden. Op grond van het bindend internationaal recht had ons land voor moeten stemmen. Minister Timmermans vond het Palestijnse initiatief - na 65 jaar wachten! - ontijdig. De totstandkoming van de Staat Palestina moet, aldus de minister, het gevolg zijn van onderhandelingen met Israël. Nog afgezien van het feit dat - zoals in deze analyse aangetoond - Israël absoluut niet van plan is vredesonderhandelingen te voeren, noch de Staat Palestina te erkennen, is er geen enkele internationaalrechtelijke grond, dat een land over zijn status zou moeten onderhandelen met een andere staat, laat staan met zijn illegale bezetter.

Opmerkelijk mag in dit verband ook wel genoemd worden, dat het zogenaamde Kwartet van Hamas eist dat het Israël erkent, ofschoon dit internationaalrechtelijk geen enkele basis heeft. Nederland, dat ten onrechte weigert de Staat Palestina te erkennen, eist wèl van Hamas dat het Israël erkent. Maar terecht vraagt Hamas: welk Israël? Dit land heeft nog steeds niet verklaard welke zijn definitieve grenzen zijn en breidt zijn territoir constant uit, ten koste van (nú) Palestina.

Tenslotte, minister Timmermans lijkt zich in een moeilijk diplomatiek dilemma te hebben gemanoeuvreerd. Binnenkort zal hij een officieel bezoek afleggen aan Israël en Palestina. In zijn optiek gaat hij naar ’de bezette Palestijnse gebieden’. Nog afgezien van deze belediging voor zijn Palestijnse gastheren, wil hij de Palestijnse Autoriteit bezoeken, en zeker niet de regering van de Staat Palestina. Maar de PA bestaat niet meer.

5. De veiligheid van Israël

Bij herhaling betuigt de AIV begrip voor de behoefte aan veiligheid van Israël en voor de noodzaak hier in het Nederlandse beleid rekening mee te houden. Hierbij dienen enige vraagtekens te worden geplaatst. Deze vloeien voort uit de hieronder vastgestelde, zich door Israël toegeëigende, vrijplaats van zijn internationale verplichtingen [zie Hfdst. 11.3]:

- elk land dat een ander land bezet houdt en de bevolking wreed onderdrukt, kan en mag aanslagen op zijn veiligheid verwachten;

- elk land dat onophoudelijk agressie, soms tomeloze agressie, tegen andere soevereine staten12 pleegt, zal zich ook niet veilig voelen;13

- een uiterst agressief land dat, zonder zich te voegen bij de internationale beheersingsmechanismen van massavernietigingswapens, beschikt over een aanzienlijk nucleair arsenaal, vormt een bedreiging voor zijn buren. Ter verdediging zullen deze landen over ABC-systemen willen beschikken;

- vele analisten hebben gewezen op de ’noodzaak’,om het eigen regime te legitimeren en te handhaven, om onder de eigen bevolking angst aan te jagen over agressieve buitenlanders, over ’onverminderd antisemitisch’ en over buren die uitsluitend uit zijn op de vernietiging van de joden en hun staat: Als je de ander representeert als een gevaar en een brok van negatieve kwaliteiten, is het makkelijker om ze te elimineren, te martelen, te doden. Dat is het doel. [Nurit Peled, uitvoeriger geciteerd, Hfdst. 11.1];

- de tomeloze Israëlische agressie vindt zijn oorsprong en rechtvaardiging kennelijk mede in het joodse geloof;14

- derde landen, zoals Nederland, doen er goed aan verre te blijven van steun aan de paranoia, die het Israëlische regime in de bevolking aanwakkert;

- zoals de AIV terecht constateert, hebben de Arabische landen Israël vrede aangeboden, vooral op basis van Israëlische terugtrekking achter de Groene Lijn van voor 1967. Dat is conform de vereisten van het internationaal recht. Er gaat bepaald geen dreiging naar Israël van uit. Integendeel, de compromisbereidheid is aanwezig. Pas wanneer Israël zich enige tijd volgens de normen van het VN Handvest heeft gedragen en er toch sprake is van een existentiële bedreiging van de staat, dienen specifieke veiligheidswaarborgen afgegeven te worden; eerder zeker niet;

- de AIV dient er voor te waken in de leugens van Hasbara (zie Hfdst. 11.2) verstrikt te geraken.

De Israëlische strijdkrachten gezamenlijk zijn sterker dan die van de omringende landen samen. Het beleid is gericht op de handhaving van deze suprematie. Strafexpedities naar soevereine buurlanden behoren tot het vaste instrumentarium. Israël is een regulier lid van de Verenigde Naties met daaraan verbonden rechten en plichten. Daaronder valt de reguliere veiligheidsgarantie van de Veiligheidsraad [waar Israël tenminste één warme pleitbezorger heeft]. Israël beschikt over de vierde krijgsmacht ter wereld met wereldwijd de tweede luchtmacht alsmede over een arsenaal nucleaire wapens en diverse delivery systems. Israël moet geacht worden in staat te zijn de integriteit van het eigen land niet offensief, maar defensief te bewaken. Er is geen enkele reden voor het treffen van unieke veiligheidsgaranties voor Israël. Deze zijn schadelijk. Zij stellen geen beperkingen aan Israëlische agressie en zijn juist contraproductief.

De vraag kan gesteld worden of de AIV zich minder zorgen behoeft te maken over de ’veiligheid van Israël’. De Raad zou, met het oog op de voortdurende schendingen van Israël’s internationale verplichtingen, wellicht kunnen overwegen de veiligheid en integriteit van veel andere landen in de regio en daar buiten in de afwegingen te betrekken.

6. Geweld

Op verschillende plaatsen in het rapport uit de AIV zijn bezorgdheid over het expansieve nederzettingenbeleid van Israël en de bouw van de muur. Het Israëlische geweld, en vooral de dagelijkse, grootschalige en wrede onderdrukking van de Palestijnse bevolking en de door de kolonisten uitgeoefende terreur komen niet of nauwelijks aan de orde. Op verschillende andere plaatsen wordt de Palestijnse ’autoriteiten’ en Hamas dringend opgeroepen zich van elke vorm van geweld te onthouden.15 Op één plaats wordt daar aan toegevoegd: [...] behoudens gerechtvaardige zelfverdediging.16 Het Kwartet eist van Hamas, dat het een einde maakt aan het gewapend verzet. Opmerkelijk is, dat deze eis niet (ook en vooral) aan Israël wordt gesteld. De Vierde Geneefse Conventie zegt, dat wie onder een bezetting leven, zich - ook gewapenderhand - tegen de bezetter mogen verzetten. Het is niet aan het Kwartet voorbehouden om Hamas - eenzijdig - een aan het internationaal recht ontleend recht te ontzeggen. De strijd tegen de bezetter is bepaald iets anders dan ’gerechtvaardige zelfverdediging’. De AIV zou zich kunnen afvragen of het oproepen daartoe wel gerechtvaardigd zou kunnen zijn.

Defensieattaché Jan Mühren heeft als voormalig VN-waarnemer in de regio veel ervaring opgedaan met de verschillende conflicten. Hem viel een vast patroon van opereren van de Israëlische strijdkrachten op. Een treffend voorbeeld uit vele is een waarneming vanuit de VN-waarnemingspost 4 bij Dardara van 13 februari 1966:17

De hele omgeving was door de [Israel Defence Forces] met roadblocks afgezet, de IDF-opstellingen waren in staat van paraatheid gebracht en in de omliggende kibboetsen was niemand zichtbaar (men zat klaarblijkelijk al in de schuilkelders). Kort daarna reden drie op tankopleggers aangevoerde gepantserde landbouwtractoren volgens het bestand illegaal ten zuiden van onze waarnemingspost de DMZ binnen. Vanaf de Golan werden enkele waarschuwingsschoten gelost. De tractoren - in militaire formatie: twee voor en een achter - ploegden voort. Nog meer schoten, Plotseling brak de hel los. Urenlang vuurden aan beide kanten: artillerie, mortieren, antitankwapens, mitrailleurs, enzovoort. Het IDF-vuur was zonder meer doeltreffender. Wij zagen twee ingegraven Syrische T-34 tanks in brand worden geschoten. Eerst na enkele uren, nadat de laatste tank (die was geraakt) uit de DMZ werd teruggetrokken, lukte het een staakt-het-vuren te bereiken.

In de volgende bladzijden laat Mühren zien dat de Israëlische en de Nederlandse pers de schuld aan dit ernstigste incident sinds 1949 volledig in de schoenen van Syrië schoven. Dit is slechts één, door Mühren gegeven, voorbeeld uit een reeks. Het vaste patroon is: Israël provoceert, provoceert verder, provoceert nog verder. Dan móet de andere partij wel reageren. Het in opperste paraatheid gebrachte Israëlische leger valt onmiddellijk met groot geweld aan. Direct komt Hasbara, de Israëlische propagandamachine, in actie. Met groot misbaar wordt de schuld bij de andere partij legt.

Israël frustreert ook op andere manieren de berichtgeving. Het is levensgevaarlijk voor lokale en buitenlandse medewerkers [journalisten, cameralieden, tolken en chauffeurs] van nieuwsagentschappen om op de Westoever en in Gaza te werken.18 Tijdens de laatste militaire aanslag op Gaza was een gebouw, waar journalisten van verschillende nieuwsagentschappen gehuisvest waren, doelwit van de IDF.19

The New Historians is een niet bijzonder gestructureerde groep Israëlische geschiedkundigen. Daaronder zijn Benny Morris, Ilan Pappe, Avi Shlaim en [in retrospect] Simha Flapan.20 Zij worden wel omschreven als postzionisten en revisionisten. Aan de hand van openbaar gemaakte overheidsdocumenten werd een groot aantal officiële Israëlische versies van de geschiedenis onderzocht. Zo werd aangetoond, dat aan alle oorlogen die Israël met de buurlanden gevoerd heeft geen noodzakelijke zelfverdediging ten grondslag lag, Het waren veroveringsoorlogen. The New Historians werden in Israël gedemoniseerd. Ilan Pappe moest uitwijken en woont nu in het Verenigd Koninkrijk.

Israël beweerde dat het land door Hezbollah met raketten was aangevallen. Dat zou de rechtvaardiging voor de Zomeroorlog van 2006 tegen Libanon zijn. Hezbollah had echter twee geüniformeerde Israëlische militairen gevangen genomen met als - gebruikelijk - doel tot gevangenenruil te komen. De Libanese regering had op dat moment een klacht tegen Israël bij de Veiligheidsraad in voorbereiding wegens voortdurende grensschendingen.21

De beide grote militaire operaties tegen Gaza laten een zelfde patroon van Israëlische provocatie, verdere provocatie en nog verdere provocatie zien. Nadat vanuit Gaza werd gereageerd barstten zowel het in gereedheid gebrachte militaire geweld, als de desinformatie van Hasbara los. Met groot misbaar wees president Shimon Peres22 ten overstaan van de wereldpers op dat vreselijke Hamas dat Israël helaas, helaas dwong tot tegenactie. Zorgvuldig uitgewerkte tijdlijnen tonen aan dat de feiten Peres’ versie van de gebeurtenissen logenstraffen. Israël was telkens de agressor.

In dit verband is illustratief hoe minister van Buitenlandse Zaken, Verhagen, vijf onafhankelijke onderzoeken naar verschillende aspecten van de Operation Cast Lead onder de tafel werkte. Hij deed dat in de Kamerbrief ’inzake Gaza, stand van zaken onderzoeken operatie Cast Lead’, d.d. 10 06-2009. Het betrof:

- het rapport van Richard Falk aan de VN over de mensenrechten in Palestina;

- het rapport van de Commissie Martin, onderzoek in opdracht van de SGVN naar incidenten tegen VNbezittingen en -personeel, 27-12-2008 t/m 19-01-2009. Conclusie: bewuste, ongerechtvaardigde agressie tegen de VN met grote schade tot gevolg23;

- het rapport van de Commissie Dugard voor de Arabische Liga *)

- het rapport van de Commissie Goldstein, het officiële VN-rapport *)

- het ICRC-onderzoek.

*) beide rapporten ontlopen elkaar in bevindingen en conclusies nauwelijks. Israël weigerde medewerking aan het onderzoek van beide commissies.

De Minister stond voor de zware opgave om het blazoen van Israël en de IDF, tegen een storm van fundamentele kritiek in, schoon te poetsen. Hij vond het antwoord in een combinatie van negeren, uitstellen, ontwijken en laster. De Tweede Kamer accepteerde zijn brief. De VN-Mensenrechtenraad aanvaardde het voortreffelijke Goldstonerapport op 16-10-2009 met 114 stemmen voor en 18 tegen. Ook Nederland stemde tegen. Het rapport zou, het Israëlische verweer volgend, te eenzijdig kritisch ten opzichte van Israël zijn.

Het AIV-rapport:24

Voor Israël waren oplopende spanningen in Gaza, die gepaard gingen met een toename van beschietingen op zijn grondgebied, aanleiding in december 2008 - januari 2009 een militair(e) operatie in Gaza, Operation Cast Lead, uit te voeren.

In het licht van het bovenstaande is het wellicht dienstig om de juistheid van deze bewering te toetsen aan de feiten. Kennelijk is de AIV niet vertrouwd met de inhoud en strekking van in ieder geval het Dugard-rapport [kort na het staken van de vijandelijkheden opgesteld door zeer gerespecteerde, niet-Arabische deskundigen (waaronder de Nederlandse expert, Paul de Waart)] gemaakt in opdracht van de Arabische Liga, alsmede van het officiële Goldstone-rapport. Bovendien stelt Richard Falk, de VN-rapporteur voor de Mensenrechten in Palestina, zich op het standpunt dat Israël het VN-Handvest schond. Voor militair ingrijpen bestond namelijk een alternatief: Hamas had een bestand aangeboden. Was die kennis wel aanwezig, en in de wetenschap dat Israël’s hoofddoelstelling de liquidatie van Hamas is [zie par. 8.2 hieronder], zou deze AIV-passage dan in deze bewoordingen zijn opgeschreven?

Op 3 april 2013 vielen Israëlische gevechtsvliegtuigen Gaza aan. De reden zou wraakneming op nieuwe raket12 en mortieraanvallen vanuit Gaza zijn. Het was, aldus berichten in de geschreven media, de eerste keer dat deze machines werden ingezet na het bereiken van het bestand in november 2012.25 Het is waarschijnlijk juist, dat voor het eerst gevechtsvliegtuigen werden ingezet. Dat wil niet zeggen dat geen andere wapens, zoals aanvalshelikopters en/of drones en ander wapentuig werden ingezet. De in Londen gevestigde ngo Friends of Al-Aqsa26 meldde dat gedurende de drie maanden dat het staakt-het-vuren van kracht was vanuit Gaza één raket was afgevuurd op Israël, maar: [Israel] has conducted over 100 militairy incursions into the Gaza Strip, and there have been over 63 incidents when the army used live fire against civilians. Dit soort berichten halen de Nederlandse media vrijwel nooit, laat staan dat ze worden nagetrokken op hun juistheid. Hasbara is weer in staat gebleken om, althans in Nederland, de Palestijnen in een kwaad daglicht te stellen.

Hoewel de AIV wijst op de asymmetrische machtsverhoudingen, kan de vraag worden gesteld of hij een onvolledig en onevenwichtig beeld oproept. Bij gevolg zou nagegaan kunnen worden of ook dit aspect aan onuitvoerbare aanbevelingen zou bijdragen.

7. Berechting

In de aanloop naar het stemmen in de AVVN op 29 november 2012 over de toelating van Palestina, boden het Verenigd Koninkrijk en de VS aan vóór de resolutie te stemmen onder voorwaarde dat Palestina zich permanent zou onthouden van het aanklagen van Israëliërs bij het Internationaal Strafhof. Nog afgezien van het immorele karakter van het voorstel, kan vrijwel geen beter bewijs voor de Israëlische misdaden worden geleverd.

De verwachting is dat Palestina binnenkort toelating tot het ICC [International Criminal Court] zal verzoeken. Eerdere indicaties van het Strafhof lijken erop te duiden dat het verzoek dit maal zal worden ingewilligd. Omdat Israël consequent eigen onderzoek naar vermeende Israëlische misdaden tegen het internationaal recht heeft geweigerd uit te voeren of gesaboteerd - eigen onderzoek en eventuele berechting zijn voorwaarden om een gang naar het ICC te voorkomen - ligt de weg naar het Strafhof wijd open. Inmiddels verdiept het Strafhof zich al in een Israëlische actie. Het ISS is een vooronderzoek begonnen naar de dood van 9 Turken bij de Israëlische militaire operatie van 31-05 2010 in internationale wateren op het schip Mavi Marmara, met hulpgoederen onderweg naar Gaza. De Comoren [het meest zuidelijk gelegen lid van de Arabische Liga], waar het schip was geregistreerd, diende het verzoek in. Aan de hand van het vooronderzoek zal de aanklager beslissen of een formeel onderzoek wordt ingesteld.27

In principe kan door Palestina een groot aantal Israëliërs worden aangeklaagd. Dat zullen personen zijn die in heden en verleden verdacht worden van misdaden tegen het internationaal recht. Zij zullen zich vanuit een cel in de Scheveningse gevangenis voor de internationale gemeenschap moeten verantwoorden voor hun daden: leidende politici, leden van de Generale Staf van de IDF, rechters van het Hooggerechtshof die martelen goedkeuren, de directeuren van alle geheime diensten, de leiders van de infrastructuur van het Military Court System, zoals de verantwoordelijke minister, de leiding van deze dienst, rechters, officieren van justitie, advocaten, directeuren van gevangenissen, medewerkers die de martelingen daadwerkelijk uitvoeren, artsen die daarop toezicht houden, medewerkers die Palestijnse gevangenen ontvoeren naar Israëlische detentiecentra en vele anderen.

Een ruwe schatting brengt het mogelijk aantal beklaagden al gauw op zo’n 2.000. Een dergelijke case load zal het Strafhof niet aan kunnen. Toch zullen het Hof en de Nederlandse regering - de financier van het ICC - zich moeten voorbereiden op een aanzienlijke toename van de ICC-werklast, bijbehorende infrastructuur en het daarmee gepaard gaande begrotingsbeslag.

Sommige geleerden in het internationaal recht stellen, dat de toegang tot het ISS beperkt zal zijn omdat Israël zich niet bij het betreffende verdrag heeft aangesloten. Het Strafhof werd juist gesticht om tribunalen voor bepaalde gevallen te voorkomen. Mochten vele Israëlische verdachten niet voor het ISS gedaagd kunnen worden, behoren zij echter niet aan strafvervolging te ontkomen. Een Israël Tribunaal [bij voorkeur in Den Haag] is dan het gepaste antwoord.

8. Democratie

Gemeenlijk wordt in de Westerse wereld onder democratie verstaan dat de winnaar(s) van de verkiezingen als regering de belangen van de gehele bevolking zullen dienen. In de Midden-Oosten regio is dat anders. De winnaar van de verkiezingen - eerlijk dan wel frauduleus bereikt - verschaft zich daarmee het ’mandaat’ om uitsluitend de belangen van de eigen achterban te behartigen. Vaak gaat het met geweld tegen de oppositie gepaard. Dat gaat op voor Palestina en nadrukkelijk ook voor Israël.

8.1 Israël

Israël lijdt, ondanks alle pretenties van het tegendeel, aan een ernstig democratisch deficit. Analoog aan Saudi Arabië en Iran, kent het land geen scheiding tussen kerk en staat.

Het one man, one vote principe gaat in Israël niet op. De meeste voordelen gaan naar het joodse deel van de bevolking. De Palestijnse Israëliërs en de bedoeïenen hebben traditioneel al veel minder rechten. Door recente wetgeving worden zij verder gemarginaliseerd. De bijzondere positie van de Karaites illustreert de ongelijkheid:28

The chief rabbinate, Israel’s state (!) religious authority [...] continues to argue that since Karaite rites are not Jewish, Karaites have lesser Jewish rights, too. ’Israel is a Jewish state and Jews have superior rights,’ says the chief rabbinate’s spokesman.

De staatsinrichting van Saudi Arabië wordt bepaald door de Wahabitische stroming in de Islam. De haredim [zij die voor God sidderen] vormen een, ook relatief, snel groeiende Israëlische minderheid. Zij streven naar een samenleving die is ingericht volgens hun opvattingen. Zij voeren voortdurend en met allerlei middelen een intimiderende campagne om hun wil aan de Israëlische bevolking op te leggen. De naam van de god van de Wahabieten en die van de haredim verschillen. Voor het overige zijn deze fundamentalistische stromingen vrijwel identiek.29 In veel wijken van Jeruzalem waar grote haredim gemeenschappen leven, functioneert bijvoorbeeld een religieuze politie, is autorijden door vrouwen verboden en heerst in de openbare ruimte een strikte scheiding van mannen en vrouwen. In Riyadh is het niet anders.

Israël’s Openbaar Ministerie komt in verzet tegen de nogal ver voortgeschreden scheiding van mannen en vrouwen in de openbare ruimte:30

Israel’s attorney general [Yehuda Weinstein] has advised ministers across the government to immediately end gender segregation in public spaces, issuing guidelines that would change many aspects of daily life here - from buses to burials, health care to radio airwaves. [...] "behavior aimed at preventing women from receiving public services with equal conditions" should be subject to criminal prosecution. [...] The issue is part of a larger struggle over identity between the growing ultra-Orthodox minority and the rest of Israel [...]. Mr. Weinstein’s statement said that all seats on all buses must be open to everyone, with all passengers entering through the front door; that women must be allowed to deliver eulogies; that seating at public ceremonies must be mixed; and that signs advising women to dress modestly cannot be posted on neighborhood streets. It also gave the broadcasting authority six months to work out an arrangement with a prominent ultra-Orthodox radio station to end its ban on female broadcasters and callers from many programs. [...]

Joodse democratie, met exclusieve rabbinale macht over geboorte, huwelijk en dood, is een contradictio in terminis.31 Deze religieuze macht is ook disproportioneel groot in de politiek.32 Naast ondergeschikte posities van de Palestijnse bevolking en de bedoeïenen, bestaan grote verschillen in politieke, sociale en economische rechten voor joden met een Europese achtergrond en voor die afkomstig uit de Arabische wereld. Volledige persvrijheid bestaat niet. Naast censuur op de berichtgeving, wordt - zoals in Hfdst. 6 vermeld - de vrije nieuwsgaring met alle mogelijke middelen, inclusief moord, gefrustreerd. Het land heeft vooral de trekken van zowel een theocratie als van een - nauwkeurig in wetten vastgelegd, maar willekeurig gehanteerd - apartheidsregiem.

Het AIV-rapport bevat ook de volgende passage:33

[...] is de AIV bezorgd over pogingen van de rechtsnationalistische partijen in Israël [...]

De AIV zou zich, op basis van op meerdere plaatsen in deze analyse aangereikte informatie over het Israëlische politieke landschap, kunnen afvragen of - wellicht met uitzondering van Meretz - alle partijen rechtsnationalistisch zijn. Als die conclusie juist zou zijn, zou dat ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de teneur en de conclusies van het AIV-rapport.

8.2 Palestina

Terecht vermeldt het AIV-rapport34 dat Hamas in 2006 door eerlijke verkiezingen aan de macht is gekomen. Door samenspanning van Fatah, Israël, de VS en de EU werd deze legitieme regering op de Westoever verdreven. Door tijdig ingrijpen kon Hamas voorkomen om ook uit regeringsverantwoordelijkheid in Gaza te worden gestoten. Fatah is op de Westoever dus illegaal aan de macht.

Een belangrijke rol speelde het Kwartet, dat blijkens een verklaring van 30 januari 2006 de zijde van Israël koos.35 Deze verklaring bevatte voor de - hangende nieuwe nationale verkiezingen wettige - regering van Hamas vier onaanvaardbare eisen, die bovendien stuk voor stuk strijdig zijn met het internationaal recht. Terecht komt de AIV tot de conclusie dat het Kwartet niet aan de verwachtingen heeft voldaan. De oorzaak was niet zozeer ’een reeks van weloverwogen doelstellingen en beleidslijnen’. De eenzijdige pro-Israël benadering is de hoofdoorzaak van het mislukken van het Kwartet en de zogenaamde Roadmap.

Een indrukwekkend aantal parlementsleden van Hamas, waaronder de Voorzitter van het Parlement, werd gearresteerd en onder Israëlisch bewind gevangen gehouden. Deze flagrante schending van één van de meest centrale principes van democratie - de onschendbaarheid in de uitoefening van hun functie van parlementslid - heeft in de Westerse wereld, waaronder het Nederlandse parlement, niet tot noemenswaardig protest geleid.

Het AIV-rapport spreekt van ’de gematigde Fatahpartij’ waarop de - afgeschafte - Palestijnse Autoriteit steunt36. Een andere omschrijving lijkt meer in overeenstemming met de feiten: "De corrupte, seculiere partij Fatah heeft zich er, samen met de Palestijnse regering, toe geleend toezeggingen aan Israël te doen die schadelijk zijn voor de belangen van de Staat Palestina. De ijdele hoop was, dat door Israël concessies voor vrede zouden worden gedaan. Deze houding leidt er toe dat Fatah gezien wordt als ’gematigd’ "

Toen deze concessies uitbleven, en de President door Israël gemanipuleerd en misbruikt was, zag Mahmoud Abbas zich genoodzaakt om zowel het lidmaatschap van UNESCO te verwerven, alsook de status van Staat in de VN. De woede daarover van Israël en de VS is begrijpelijk, verwachtbaar en geheel onterecht.

Salam Fayyad, voormalig Minister-President:37

"Our story is a story of failed leadership, from way early on." Fayyad tells me. "It is incredible that the fate of the Palestinian people has been in the hands of leaders so entirely casual, so guided by spur of-themoment decisions, without seriousness. We don’t strategize, we cut deals in a tactical way and we hold ourselves hostage to our own rethoric."

Het AIV-rapport dicht exclusief aan Hamas negatieve eigenschappen toe:38

Het feit dat Hamas er nog steeds onverzoenlijke en radicale standpunten op nahoudt, sluit niet uit dat een de facto-erkenning van Israël onder bepaalde voorwaarden bereikbaar is.

Zou Hamas niet onverzoenlijk zijn en er geen ’radicale’ standpunten op na houden, dan zou deze organisatie, zoals Fatah, de Palestijnse belangen verkwanselen in de ijdele hoop dat Israël tot concessies bereid zou zijn. Het Kwartet, het Israëlisch standpunt volgend, eist van Hamas dat eerdere overeenkomsten worden aanvaard. Terecht wijst het leiderschap van Hamas deze eis af. Niet alleen zijn deze overeenkomsten niet ontleend aan het vigerend internationaal recht, ook staan daar geen enkele redelijke Israëlische concessie tegenover.

Hamas voldoet zeker aan de gebruikelijke beschrijving: fundamentalistisch en orthodox. Die houding is ten nadele van de bevolking van Gaza in de loop der tijd geprononceerder geworden door het opgelegde isolement en, bij gevolg, het ontbreken van seculiere tegenkrachten.

In tegenstelling tot het corrupte Fatah, weet Hamas precies wat het wil en beschikt over de hardheid om daar effectief over te kunnen onderhandelen. Hamas evolueerde van een verzetsbeweging - die velen sociale diensten en veiligheid bood - naar een politieke partij. Het beleid van Hamas is consistent, helder en grotendeels in overeenstemming met het internationaal recht. Uitzondering is de afwijzing van de twee-staten oplossing. Vanuit het strategisch gezichtspunt voor de onderhandelingen is dit evenwel een logische keuze. Pas tegen het einde van de onderhandelingen ben je bereid tot uitruil van concessies. Tot nu toe heeft Israël geen enkele concessie gedaan. Integendeel, Eretz-Israël wordt met de grootste spoed doorgezet. De organisatie heeft Israël wel herhaaldelijk een langdurig bestand, hudna, aangeboden. Voor de weigering Israël te erkennen hanteert Hamas een solide redenering: welk Israël moeten we erkennen, het heeft zijn grenzen niet bepaald en breidt zijn territoir ten koste van Palestina dagelijks uit.

De herkozen Hamas-leider, Khaled Meshaal, verliet Damascus net op tijd en op goede gronden. Hij ruilde zijn bondgenootschappen met Syrië en Iran in voor die met Turkije en Qatar, bepaald geen staten met een pariastatus. Hij zet zijn beleid nogmaals uiteen:39

[...] Meshaal emphasized one issue above all others: The need to end what he described as the "occupation" of the Palestinian people’s land and the "atrocities" being committed against them by Israel. [...] Meshaal once again made the case that the blame for the failure to resolve the Israeli Palestinian dispute does not lie with the Palestinians. "Israel is the one responsible. Israel occupies the lands ... they are practicing the worst kind of killing," he said. "The international community  should work on the real problem -- not ask Hamas, the Palestinians, or the Arabs what do you see on this detailed issue or that. The Palestinians and the Arabs have given a lot of flexibility, the utmost flexibility towards resolving the issue."

De vraag mag gesteld worden, wat er mis is aan deze analyse en deze doelstelling.

Over vredesonderhandelingen stelt Khaled Meshaal het volgende:

Hamas would be open in principle to negotiations with Israel, Meshaal affirmed, though the reality on the ground today made such talks pointless. "The most important condition for negotiations to succeed is the balance of power, because without [it] ... no peace can be achieved," he said. Attempting to engage the Israelis diplomatically without proper leverage, he argued, meant negotiations "would be turned to begging, begging for the rights of our people."

Kan deze analyse op feitelijke gronden worden weerlegd en welke argumenten zouden er inhoudelijk tegen kunnen worden ingebracht?

Meshaal over Hamas en Israël:

"We are not fanatic killers. We are not bloodthirsty people," Meshaal said, "We are not against the Israelis because they hold a different faith, or because they are from a different race. Our problem with them is because they are occupiers of our land. When the occupation ends, we will work according to our values and our ethics ... And those values are democratic, justice, human rights, and respect for our diverse world."

Kunnen Meshaal en Hamas pas dan aan zijn woord worden gehouden wanneer aan zijn voorwaarde, een daadwerkelijke einde aan de Israëlische bezetting, zou worden voldaan?

Het is essentieel voor vrede dat Fatah en Hamas de strijdbijl zouden begraven. Een van de hoogste prioriteiten van Khaled Meshaal, de herkozen Hamas-leider, is verzoening tussen zijn partij en Fatah:40

But Meshaal also signaled that Hamas’s differences with Fatah over the legitimate means of opposing Israel are narrowing. The Hamas chief said that military resistance remained an integral part of his movement, but also endorsed non-violent methods favored by President Mahmoud Abbas.

In de plaats van controverse zou een gezonde, democratische animositeit moeten komen. Het ziet er naar uit, dat de Palestijnse bevolking nu een grote afkeer koestert voor zowel Fatah als Hamas. De politieke verhoudingen staan echter niet toe dat rivaliserende politieke partijen ontstaan. De EU en de lidstaten zouden de Palestijnse bevolking een grote dienst bewijzen door bij te dragen aan een meer open democratisch bestel. Het steunen van Salam Fayyad zou wellicht geen slechte keuze zijn. Het zou de Europese Unie en de lidstaten ook niet misstaan om alle drie de direct bij het conflict betrokken partijen voor te houden dat moord en martelen strijdig met het internationaal recht zijn, en ook nog contraproductief.

Niet zo zeer Hamas dient centraal te worden gesteld. Israël is van meet af aan de onverzoenlijke en radicale partij. Dat land wil niets te maken hebben met een Hamas-regering. Illustratief is de Israëlische reactie op het aftreden van minister-president Salam Fayyad. Het regime vreest naar aanleiding van zijn vertrek een toenadering met Hamas41:

"We have always said that if the Palestinian Authority moves towards Hamas, it is moving away from peace and reconciliation with Israel," an Israeli official said [...].

Het Israëlische antwoord op Hamas is liquidatie van het leiderschap. Wie het streven naar Eretz Israël in de weg staat wordt vermoord. Dit was het expliciete, maar mislukte, doel van de beide grote militaire operaties tegen Gaza en het motief voor vele standrechtelijke executies in Palestina en ver daarbuiten.

[...] and Meshaal accused Kerry of exerting an American "veto" over the reconciliation during his recent visit to the region. He did this, according to Meshaal, as part of his efforts to revive the stalled Israeli-Palestinian negotiations. "The Palestinian Authority has been financially extorted - financial pressure has been exerted on [it] to impede the reconciliation steps," he said.

Het uiteindelijke doel, een onafhankelijke Palestijnse Staat, conflicteert rechtstreeks met het politiek-zionistische project, Eretz-Israël. Israël heeft succes gehad door de VS en de EU ervan te overtuigen dat Hamas een terroristische organisatie zou zijn. Volstrekt ten onrechte is Hamas opgenomen in diverse lijsten van - wereldwijd opererende terroristische organisaties. Beleidmakers in de Westerse wereld hebben zich niet afgevraagd of Israël eerder als een - wèl wereldwijd opererende - terroristische staat aangemerkt behoort te worden. Het land voldoet aan alle door de Verenigde Staten geformuleerde criteria onder The War On Terror.

Inmiddels dringt, althans in Europa, het besef door dat de betrokkenheid van Hamas bij het bereiken van vrede onontbeerlijk is. Maar hoe krijg je een organisatie op jouw terroristenlijst, die geen terroristische organisaties is, zonder ernstig gezichtsverlies van die lijst af? Het antwoord is: neem je verlies, stap over jouw afgang heen en herstel aldus enige noodzakelijke voorwaarden voor vrede.

9. De Verenigde Staten

Op verschillende plaatsen in het rapport bepleit de AIV een voortrekkersrol voor de VS. Dit land zou beschikken over leverage. Dat is een verrassende argumentatie.

De VS hebben, samen met de Soviet Unie, zeker als geallieerde in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld. De leidende rol van Amerika in de Koude Oorlog leidde tot de ineenstorting van de Soviet Unie, en was dus een groot succes. Daarna is het niet zo goed gegaan: het Cuba-beleid, de Vietnam-oorlog, de Monroe- Doctrine, de War on Drugs en de War on Terror, de Irak-oorlog, de interventie in Afghanistan. De incompetentie van de VS [en van Europa, trouwens] in het conflict tussen Israël en Palestina is evident. In 46 jaar werd geen vrede bereikt, de Israëlische greep op Palestina steeds groter en knellender en de leefomstandigheden van de Palestijnen in hun land en in Israël steeds ellendiger.

In de Verenigde Staten gaan steeds meer stemmen op die vragen waarom de Israëlische belangen in het buitenlands beleid prioriteit hebben ten koste van de VS- belangen. De kritiek op de omvangrijke militaire steun en overige begrotingssteun aan Israël neemt ook toe. Tot beleidswijzigingen heeft deze kritiek niet geleid. De VS zijn ook om verschillende andere redenen ongeschikt voor een leidende rol in dit conflict:

- de dishonest broker staat geheel achter Israël en kan daardoor het benodigde level playing field voor beide partijen niet leveren;

- de politieke klasse wordt in de greep gehouden van de wijdverbreide ’Israel Lobby’ die het democratisch gehalte van de VS aantast en instrumenten van een plutocratie hanteert;42

- ca. 42 miljoen, voornamelijk protestantse, pro-Israël Amerikanen vormen een formidabel blok in het electoraat;

- het Congres is hopeloos verdeeld en nauwelijks meer in staat tot besluitvorming, maar standvastig pro-Israël;

- traditioneel wordt het internationaal recht in het Amerikaanse buitenlands beleid niet gezien als normerend en taakstellend, maar ingezet als een instrument van buitenlandse politiek, dat uitsluitend het Amerikaanse belang dient. Dit beleid maakt de VS per definitie een onbetrouwbare partner.

De AIV betoogt dat, mochten de VS het laten afweten, de EU het zelf moet opknappen. Zou het als verstandiger voorkomen om de VS onder gelijkblijvende omstandigheden permanent af te schrijven als een nuttige factor voor vrede?

10. Gebiedsruil?

Gebiedsruil wordt door de VS en de EU-lidstaten gezien als een belangrijk onderdeel van een vredesakkoord. De eerste te beantwoorden vraag luidt: wat zegt het internationaal recht hierover? De voor de AIV belangrijkste bron is het Internationaal Gerechtshof en zijn uitspraak van 09-07-2004. Het Hof stelt zich op het volgende standpunt:43

In the Court’s view, the tragic situation in the region can be brought to an end only through the implementation in good faith of all relevant Security Council resolutions.

Zonder enige twijfel is Veiligheidsraad Resolutie 242 (1967) ter zake één van de meest relevante resoluties. Ook deze resolutie moet te goeder trouw worden uitgevoerd. Dat houdt expliciet in dat Israël alle in en na 1967 veroverde gebieden moet verlaten.

De AIV stelt:44

Zou er een vredesakkoord komen, dan is het moeilijk voor te stellen dat alle Joodse Israëli’s die thans in of in de buurt van Oost-Jeruzalem wonen (ongeveer 200.000 in getal) en die elders op de Westoever hun woonplaats hebben gezocht (ongeveer 300.000) zouden verhuizen naar het oorspronkelijke grondgebied van Israël, dit wil zeggen het gebied binnen de grenzen van de groene bestandslijn. Er zijn echter diverse opties om de omvang van dit vraagstuk te verkleinen, waaronder afspraken tussen partijen over gebiedsruil. [...] de uitkomsten van onderhandelingen over gebiedsruil voor beide partijen fair en billijk moeten zijn [...].

Deze benadering vindt geen grond in het belangrijkste AIV-ijkpunt, de uitspraak van het Hof van 9 juli 2004. Ook Hamas wijst land swaps af. De AIV zou kunnen afwegen of Israël ook ten aanzien van dit aspect aan de voorwaarde van ’te goeder trouw handelen’ bereid zal zijn te voldoen.

Er zijn, naast het dwingend internationaal recht, meer overwegingen die het onverstandig maken dit traject verder te volgen:

- de joodse nederzettingen in of in de buurt van Oost-Jeruzalem zijn daar juist gevestigd om twee onaanvaardbare redenen:

- de Israëlische claim op geheel Jeruzalem als ’de eeuwigdurende Israëlische hoofdstad’ tot realiteit te forceren;

- om Palestijnse en andere moslims de weg te versperren naar hun derde heilige plaats na Mekka en Medina;

- een geloofwaardige dreiging dat Israël op een gegeven moment op korte termijn een half miljoen gedwongen repatrianten binnen de landsgrenzen zal moeten accommoderen, zou de drang naar uitbreiding van de nederzettingen kunnen doen afnemen of zelfs doven;

- Israël heeft het probleem doen ontstaan, het is aan Israël om de gevolgen het hoofd te bieden. De Palestijnen, die al zoveel hebben geleden onder de Israëlische bezetting, mogen niet weer worden blootgesteld aan de vernedering om over hun rechten te moeten onderhandelen;

- op grond van uitgebreide ervaringen ligt het niet in de lijn der verwachtingen dat Israël een ’fair en billijk’ aanbod zal doen;

- wanneer hun wandaden worden beloond, zullen dieven - zoals deze casus indiceert - worden gestimuleerd het dievenpad verder op te gaan.

11. Liggen vredesonderhandelingen in het verschiet?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden dient hieronder allereerst duidelijkheid gegeven te worden over de aard van het Israëlische regime. Vervolgens worden de vijf constanten in het politiek zionistische beleid beschreven en de aandacht gevestigd op een paar kwalificaties van het Israëlisch beleid. De unieke positie die Israël als vrijplaats van zijn internationale verplichtingen inneemt wordt in kaart gebracht. Tenslotte wordt tegen deze achtergronden de AIV-aanbevelingen beoordeeld en een conclusie getrokken.

11.1 de aard van het Israëlische bewind

De ’twee staten oplossing’ wordt bedreigd, maar dient in leven te worden gehouden. Daarom is nu handelen urgent. Serieuze, te goeder trouw gevoerde vredesonderhandelingen tussen de direct betrokken partijen moeten van de grond komen, aldus de AIV. Terecht brengt de Raad de vele mislukkingen sinds 1967 in kaart. Duidelijk wordt, dat deze vooral toe te schrijven zijn aan Israël. Voor de vraag of er nieuwe vredesonderhandelingen zullen komen, lijkt inzicht in de redenen voor deze mislukkingen relevant. De AIV besteedt aan die vraag geen aandacht.

Het aangrijpingspunt voor deze verklaring is het politiek-zionistische project der Judenstaat. Dit kwam ca. 1860 op in (Oost) Europa en kreeg, met het uitroepen van de staat Israël, zijn beslag in mei 1948. Terecht wijst de AIV op de vele vervolgingen van joden in - vooral - Oost-Europa als hoofdoorzaak aan. Het doel is het vestigen van Eretz-Israël, Groot-Israël. Deze religieus gewortelde stroming draagt sterke kenmerken van een Blut-und-Boden ideologie. Het politiek-zionisme vormt de de facto nationale ideologie in Israël. Vrijwel zonder uitzondering staat Eretz-Israël als doelstelling prominent in de partijprogramma’s van alle politieke partijen. De overgrote meerderheid van het Israëlische electoraat staat achter deze doelstellingen. Naast het door het internationaal recht erkende Israël [binnen de zgn. Groene Lijn van 1967], worden ook Oost-Jeruzalem en de Westoever van de Jordaan tot Eretz-Israël gerekend. Dit project wordt van meet af aan rücksichtslos doorgedrukt.

Rond de Tweede Wereldoorlog stond een zionistische stroming de samenwerking met de Palestijnse bevolking voor. Hannah Arendt was wellicht de bekendste verdediger. Deze stroming delfde het onderspit. Arendt verliet Israël om er nooit terug te keren. Zij voorspelde correct de rampspoed die het politiek-zionisme over Israël en Palestina zou afroepen.45 Haar boeken werden pas in 2000 in het Hebreeuws vertaald.

Op 2 december 1948 publiceerden Hannah Arendt, Albert Einstein en 26 andere joods-Amerikaanse leiders een brief in The New York Times. Zij waarschuwden de Amerikaanse regering zich niet in te laten met Menachem Begin, de leider van de Tnuat Haherut Partij, de voorloper van zowel Likoed als Kadima:

Among the most disturbing political phenomena of our times is the emergence in the newly created state  of Israel of the "Freedom Party" (Tnuat Haherut), a political party closely akin in its organization, methods, political philosophy and social appeal to the Nazi and Fascist parties. It was out of the membership and following of the former Irgun Zvai Leumi, a terrorist, right-wing, chauvinist organization in Palestine.

In Bijlage I wordt een overzicht gegeven van uitspraken van joodse en Israëlische leiders over de Palestijnen in de periode van 1937 tot 2010. Het herkennen van eventuele analogieën met de Tweede Wereldoorlog wordt aan de lezer overgelaten.

Dr. Nurit Peled-Elhanan doceert taal en onderwijs aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem en schreef het boek Palestine in Israeli Schoolbooks: Ideology and Propaganda in Education, Tauris, 2012. Zij zegt onder andere het volgende:46

Vraag: Wat leren Israëlische schoolboeken dan wel over de Palestijnen? Antwoord: Alleen de feiten die relevant zijn voor ons. De feiten die passen in het beeld van de vijand, de bedreiging, het probleem. Kijk, dit geschiedenisboek heeft een hoofdstuk over Palestijnen. Het heet zowaar ’van vluchtelingen naar een staat’. En wat staat ernaast: een foto van joodse slachtoffers van een zelfmoordaanslag. Dat is wat ’Palestijnen’ betekent. Je ziet nooit een gewone Palestijn, een dokter of dichter, kind of moeder. Als je al een plaatje van een Palestijn ziet, is het een primitieveling of een terrorist.

" Vraag: Waarom zijn die schoolboeken zo gemaakt? Antwoord: "Dat is in het belang van de staat Israël. Die wil goede soldaten opvoeden. Om door de staatskeuring te komen moeten de boeken zich houden aan vaste principes. Het joodse recht op dit land, de noodzaak om een joodse meerderheid te houden, koste wat kost. Palestijnen zijn indringers, die naar elk ander Arabisch land kunnen verhuizen. Als je de ander representeert als een gevaar en een brok van negatieve kwaliteiten, is het makkelijker om ze te elimineren, te martelen, te doden. Dat is het doel. Want onze scholieren worden soldaten, en dat is watonze soldaten doen. Het is beleid."

Een historische misvatting dient rechtgezet te worden. Het AIV-rapport stelt:47

Twee jaar later, in 2004, besloot Israël tot een unilaterale terugtrekking uit de Gazastrook [...]. Het plan werd in augustus 2005 uitgevoerd; [...]

Dit geeft een verkeerde voorstelling van zaken. De joodse kolonisten in Gaza waren een sta-in-de weg voor de

- zoals gebruikelijk - niet erg uitgesproken Israëlische plannen met de Strook. Vrijwel onmiddellijk na het vertrek van de kolonisten begonnen vooral ’s-nachts de vluchten op lage hoogte van Israëlische straaljagers over Gaza, waarbij voortdurend de geluidsbarrière werd doorbroken. Dat veroorzaakte grote onrust en angst onder de bevolking, wat de bedoeling was. Vooral kinderen liepen trauma’s op, waarmee zij, als volwassenen, tot de dag van vandaag worstelen. Deze praktijk hield, na internationale interventie, enige maanden later op. Intussen werd de totale belegering van Gaza voltooid en de bevolking aan ongekend wrede strafmaatregelen onderworpen. Deze zijn nog steeds van kracht. Omdat Israël de meeste grenzen, het luchtruim en de Gazaanse territoriale wateren volledig controleert, beschouwt de VN Israël als de bezetter van - ook - de Gazastrook.

Regelmatig wordt in sommige media gerapporteerd over de aanzienlijke Israëlische export van hard- en software, ontwikkeld ter onderdrukking van de Palestijnse bevolking. Het gaat om een uitgebreid scala, zoals drones, hekwerken, gevaarlijke traangassen, stinkbommen, profiling, crowd control, de techniek van het volgen van voertuigen en standrechtelijke executies vanuit de lucht, marteltechnieken en veel meer. Israël verdient vreemde valuta met de export van goederen en diensten die op levende Palestijnse burgers zijn en worden uitgetest. De EU-lidtstaten, Nederland niet uitgezonderd, dienen zich niet te compromitteren met deze besmette producten en diensten.

Aan drie opvallende Israëlische samenwerkingsverbanden dient aparte aandacht te worden geschonken: het Apartheidsbewind van Zuid-Afrika, de Amerikaanse War on Terror en de genocide in Guatemala.

In 1975 tekenden Shimon Peres en de Zuid-Afrikaanse president onder het Apartheidsbewind, P.W. Botha, een geheime overeenkomst. Het betrof een uitgebreid militair samenwerkingsverband. Het omvatte onder andere de leverantie van Israëlische nucleaire wapens in drie formaten. Deze informatie werd, ondanks Israëlisch verzet, aan de oppervlakte gebracht door een Amerikaanse geleerde, Sasha Polakow-Suransky. [Daarmee werd voor het eerst ook het Israëlische bezit van nucleaire wapens bevestigd.]48

Ten onrechte wordt weinig of geen aandacht geschonken aan het verband tussen het Israëlische Military Court System en de Amerikaanse War on Terror49. Kort na Nine Eleven werden de mechanismen van de War on Terror ontwikkeld. Het Militairy Court System - toegepast op de Palestijnse burgerbevolking op de Westoever - stond daar model voor. De gemeenschappelijke kenmerken zijn onder andere: het ontbreken van gerechtelijke bescherming van verdachten, het onthouden of te laat inschakelen van een advocaat, het permanent onthouden van informatie over de aanklacht aan de verdachte, de concepten van illegal combattant en ’administratieve detentie’ [Guantanamo Bay] die de verdachte volkomen rechteloos maken, martelingen [Abu Greib], extraordinary renditions. Een verschil is, dat de VS zich nauwelijks vergrepen aan minderjarigen. Israël doet dat op grote schaal: 7.000 kinderen sinds 2000, elke maand gemiddeld 100 à 150 slachtoffers. Ook de kinderen worden standaard gemarteld.

De VS hebben beduidende reputatieschade geleden, veel interne en externe kritiek te verduren gekregen en hebben het beleid deels teruggedraaid. De Administration zit nog in zijn maag met Guantanamo Bay, waar veel van de gedetineerden - na een uitzichtloos verleden en met een uitzichtloze toekomst - in hongerstaking zijn gegaan.

Opmerkelijk is te constateren dat de kritiek op de VS groot is, terwijl Israël vrijwel geheel gevrijwaard blijft van fundamentele kritiek. Ook daar zijn [Palestijnse] gevangenen grootschalig in hongerstaking gegaan. Dat beroert het geweten in de Westerse wereld nauwelijks. Een enkele keer wordt beleefd gevraagd de ’administratieve detentie’ te verminderen of af te schaffen en om zich beperkingen op te leggen bij het arresteren en behandelen van minderjarigen. Veel indruk maken deze aanmerkingen op het Israëlische regime niet.

Op 11-05-2013 werd Efrain Rios Montt, oud-staatshoofd van Guatemala, schuldig bevonden aan genocide op vooral de Ixil, een Maya-volk.50 Third World Traveller51 berichtte over de decennialange en verregaande betrokkenheid van Israël bij de dictatuur in Guatemala, en met name bij de nu voor genocide veroordeelde Montt.52 Samengevat houdt de Israëlische rol in de Guamalteekse genocide het volgende in:

"Weaponry for the Guatemalan military is the very least of what Israel has delivered. Israel not only provided the technology necessary for a reign of terror, it helped in the organization and commission of the horrors perpetrated by the Guatemalan military and police. And even beyond that: to ensure that the profitable relationship would continue, Israel and its agents worked actively to maintain Israeli influence in Guatemala."

De Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging ter plaatse heeft hierover wellicht al eerder aan de minister gerapporteerd of kan de juistheid van de zeer gedetailleerde informatie alsnog verifiëren.

Minister Timmermans mag geprezen worden voor de morele steun aan het proces tegen Montt, gegeven door Z.M. Ambassade in Guatemala Stad. Zijn steun aan de berechting van een dictator uit Tsjaad, ook financiële steun,53 wordt aldus gemotiveerd:

"Nederland vindt het belangrijk dat daders van internationale misdrijven worden berecht. Niet alleen in Den Haag, dat zich als juridische hoofdstad van de wereld profileert.[...]"

De Rijksoverheid, gastvrouw van het ICC, draagt een groot deel van de operationele kosten van het Strafhof. De precedenten Guatamala en Tsjaad in gedachten, zal de minister van Buitenlandse Zaken ongetwijfeld een ruime en structurele voorziening in Hoofdstuk V - Buitenlandse Zaken - van de Rijksbegroting opnemen voor de waarschijnlijke berechting van een aanzienlijk aantal Israëlische verdachten.

11.2 vijf constanten

Het Israëlische repressieve beleid kan pas echt begrepen worden wanneer kennis wordt genomen van de vijf constanten daarvan. Dat zijn het politiek-zionisme, Gush Emunim, Permanente Tijdelijkheid, The Matrix of Control en Hasbara. Hieronder wordt een korte impressie gegeven van de meest relevante aspecten. Voorts wordt verwezen naar de bronnen:

- het politiek-zionisme, gericht op de verovering van geheel Eretz-Israel met een minimum aantal niet te verdrijven Palestijnen in onderhorigheid;54

- Gush Emunim (het Blok van de Geloofsgetrouwen) is de ideologie van de kolonisten en al decennia lang de doorslaggevende, religieus-fundamentalistisch georiënteerde machtsfactor voor het Israëlische overheidsbeleid. Deze neemt, ook onder de huidige coalitie, slechts in betekenis toe.55 De huiveringwekkende inhoud en betekenis van Gush Emunim worden uiteengezet in Bijlage II.

Eén aspect van deze ideologie lijkt ook in de Nederlandse context te worden gehanteerd:

"[...] it [Gush Emunim] is a strategy that does not pass up any opportunity that comes its way [...]".

De Nederlands/joodse pro-Israël lobby steunende kiesgerechtigden hebben een miniem aandeel in het electoraat. Gezamenlijk halen zij slechts een deel van de nationale kiesdeler. Toch zijn zij voortdurend in het nieuws, vooral om op hoge en verongelijkte toon hun ongenoegen te uiten over kritiek op Israël en om er voor te zorgen dat aan het Nederlandse schuldgevoel over - exclusief - de joodse slachtoffers van de Holocaust ingeprent zal blijven. Een recent voorbeeld van verwijten: Prinses Beatrix kan bij het bepalen van de datum voor haar afscheidsfeest - 14-09-2013 - met geen mogelijkheid rekening houden met alle gevoeligheden van de rijk geschakeerde Nederlandse samenleving. Het feest blijkt samen te vallen met Jom Kipoer, ’de heiligste dag in het Jodendom’. Dit wordt Prinses Beatrix hoogst kwalijk genomen. Joden kiezen er kennelijk voor om aan Jom Kipoer prioriteit te geven boven het afscheidsfeest. Opperabbijn Binyomin Jacobs:56

"Joden worden met hun neus op de feiten gedrukt: we horen er niet bij. Dat doet best pijn."

Juist ’joden’ stellen zich afzijdig op. Kennelijk willen zij er, als het hen zo uitkomt, niet bij horen.

Een recent voorbeeld van het levend houden van het Nederlandse schuldgevoel is - zelfs tegen een uitspraak van de rechter in - het verzet tegen het gebaar van verzoening om in Vorden op 4 mei ook de gedenktekens van gevallen Duitse militairen te bezoeken.

Als Nederlands minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet Rutte I liet de heer Uri Rosenthal de belangen van het Israëlische regime domineren ten koste van het internationaal recht en het Nederlandse belang. Naast vele interventies binnen de VN-familie en op EU-niveau, pleegde hij - naar aanleiding van een artikel in de Jerusalem Post van 26-11-2010 - een rechtstreekse aanval op een van de gerespecteerde Nederlandse ngo’s, ICCO. Het artikel was een bijdrage van NGO Monitor.57 Nederland leed dankzij Rosenthal’s acties aanzienlijke reputatieschade, vooral binnen de EU, maar ook elders. Hij was een ambtsedig minister.58 De vraag kan gesteld worden of het dienen van de belangen van een andere staat - onder het mom van "Nederlands buitenlands beleid" - ten koste van de belangen van de Nederlandse staat, strafbaar is.

- Permanente Tijdelijkheid is een vast onderdeel van het Israëlische beleid. Niets staat vast.

"It was Sharon who pioneered the philosophy of ’maintained uncertainty’ that repeatedly extended and then limited the space in which Palestinians could operate by means of an unpredictable combination of changing and selectively enforced regulations, and the dissection of space by settlements, roads Palestinians were not allowed to use and continually shifting borders. All of this was intended to induce in the Palestinians a sense of permanent temporariness. [...] It suits Israel to have a ’state’ without borders so that it can keep negotiating about borders, and count on the resulting uncertainty to maintain acquiescence;59

- The Matrix of Control, Rendering the Occupation Invisible.60 It is a system of control designed:

1. to allow Israel to control every aspect of Palestinian life in the Occupied Territories, while

2. lowering Israel’s military profile in order to give the impression to the outside that what Palestinians refer to as "occupation" is merely proper adminsistration, and that Israel has a "duty" to defend itself and the status quo, yet

3. creating enough space for a dependent Palestinian mini-state that will relieve Israel of the Palestinian population while

4. deflecting, through the use of "administrative" image and bureaucratic mechanisms, international opposition and thus to maintain control indefinitely and, in the final analysis,

5. to force the Palestinians’ to despair of ever achieving a viable and truly sovereign state and to accept any settlement offered by Israel. ("Time is on our side" is, as Sharon has often said, a cornerstone of Israeli policy.)

- Hasbara,61 de Israëlische propagandamachine, produceert vertekeningen van de werkelijkheid die agressie, geweld en oorlog verdedigen en propageren. Enige in het oog springende thema’s als voorbeelden:

- Hamas wil Israël elimineren [voor een analyse van Hamas, zie hierboven, Hfdst. 8];

- Op 30-09-2010, ten tijde van de Tweede Intifada [2000-2005], kwam in de Gaza Strook de toen 12 jarige Mohammed al-Durra om het leven. Hij had met zijn vader dekking gezocht tegen een aanval van de Israel Defence Forces [IDF]. Kennelijk stierf hij in de armen van zijn vader. Deze casus werpt een illustratief licht op het opereren van de Israëlische public relations machine en isvanwege de controverse over wat er precies is gebeurd nog steeds actueel, redenen waarom er wat dieper op ingegaan wordt. Een Palestijnse cameraman filmde de tragische gebeurtenis. De Franse televisiezender France 2 zond de opname uit. Deze liet zien hoe de Palestijnse jongen angstig en schreeuwend achter zijn vader schuilt. Daarna ligt hij, ogenschijnlijk levenloos, in zijn vader’s schoot. Vooral het beeld van de jongen, schuilend achter de rug van zijn vader, veroorzaakte wereldwijd enorme pschudding en veroorzaakte grote reputatieschade voor Israël en de IDF. Hasbara opereerde bijzonder inconsistent. Aanvankelijk erkende Israël verantwoordelijk te zijn voor de dood van de jongen, maar wees enkele weken later Palestijnse militanten als de daders aan. Op 19-05-2013 publiceerde de Israëlische overheid de resultaten van haar onderzoek. Volgens de commissie is het tv-verslag van Frande 2 misleidend. De beelden zouden geen bewijs leveren dat de jongen is neergeschoten door de Israëlische troepen. Aan het einde van de filmrol zou de jongen nog in leven zijn. France 2 zou dat shot eraf hebben geknipt. Israël eist nu een rectificatie van France 2. Deze zender, de cameraman, de verantwoordelijke redacteur en de vader van Mohammed verwerpen het rapport. Zij zeggen niet te zijn gehoord door de Israëlische commissie, die zij subjectief noemen. Zij vragen om een onafhankelijk, internationaal onderzoek en zijn bereid tot leugendetectortests. De vader wil zijn zoon laten opgraven voor pathologisch onderzoek en een DNA-test.62 Ruim drie jaar geleden liet Haaretz63 van zijn ongenoegen blijken: Despite proof that footage of his death was meddled with, al-Dura remains a symbol of Israel’s brutality. Twee dagen na het verschijnen van het Israëlische onderzoek schrijft deze krant:64 The report released on the death of Mohammed al-Dura doesn’t lift the fog off the case, if there ever was any. Instead, it raises a more painful issue: the many young people killed by IDF soldiers during the second intifada.

Israel Hasson, een voormalig directeur van de binnenlandse veiligheidsdienst, Shin Beth, hekelde het rapport op een publieke radiozender:65

All this nonsense is so unprofessional, so off-mark, I just can’t understand why they’re dealing with it this way. How can you determine what killed a person, if you don’t have the body, don’t examine it and what hit it? 

Premier Netanyahu, naar aanleiding van de publicatie van het Israëlische onderzoeksrapport:

"Dit [de beschuldiging dat de IDF Mohammed al-Durra zou hebben doodgeschoten] is een voorbeeld van de aanhoudende, leugenachtige campagne om Israël te deligitimeren".66 Lang volgehouden desinformatie leidt kennelijk tot waanvoorstellingen.

- Hezbollah viel Israël met raketten aan in de zomer van 2006. Israël had geen keus dan te antwoorden [voor een analyse van het voortdurend creëren van conflicten met Arabische staten door Israël zie Hfdst. 6] Een week na het staakt-het-vuren zei de Libanese president aan een Nederlandse delegatie, waaronder de auteur, dat zijn regering een klacht voor de VN-Veiligheidsraad in voorbereiding had over voortdurende Israëlische agressie, toen Israël met groot geweld aanviel.

- "De Mavi Marmara voerde wapens mee, die gebruikt werden tegen de militairen." Deze spin werd de wereld ingestuurd terwijl Israël alle opvarenden opgesloten hield en alle elektronische communicatiemiddelen had geconfisqueerd. Op dat moment was weerwoord niet mogelijk. Niet  allen bleek er later geen enkele grond van waarheid te bestaan, weigerde Israël - zoals altijd  onderzoek naar de gebeurtenissen uit te voeren en moest de Israëlische premier dezer dagen zijn excuses voor de moord op 9 Turkse onderdanen aan Turkije aanbieden.

-

"[...] Yitzhak Shamir (who said lying was permissible to realize the Gush Emunim ideology. [...]" (citaat uit Bijlage II) De officiële Israëlische woordvoering en andere informatiestromen zijn ook volgens eigen verklaring onbetrouwbaar. Deze dienen altijd via onafhankelijke bronnen geverifieerd te worden.

Kort na het recente bezoek van President Barack Obama aan Israel en Palestina, kwam Secretary of State, John Kerry, ’to kick-start a new round of peace negotiations’. Larry Derfner:67

In remarks to Haaretz today, ‘senior Israeli official’ shows Netanyahu to be the rejectionist,

making it easier for Abbas to take ‘unilateral’ steps soon.

Well, that was quick. No sooner does John Kerry wind up his first trip to Israel-Palestine to restart the peace process than the Netanyahu government publicly trashes his plans. Haaretz diplomatic correspondent Barak Ravid reported today that a "senior Israeli official" said Kerry asked Netanyahu to free prisoners, transfer weapons to the Palestinian Authority and give up control of certain parts of the West Bank for the sake of Palestinian economic projects. Netanyahu, however, won’t consider any of these "confidencebuilding measures" until after peace talks get underway, said the official. [...] These are the mechanics of Israel’s rejectionist strategy, as spelled out by a typically blinkered senior Israeli official in today’s Haaretz. It seems, then, that the speech Obama gave in Jerusalem three weeks ago didn’t really change the world.

Als zelfs de Verenigde Staten niet in staat zijn slechts de toezegging tot de aanloop tot onderhandelingen te krijgen, zal het Nederland of de EU wel lukken partijen aan de onderhandelingstafel te krijgen? Zolang het politiek-zionistische project Eretz-Israël nog niet volledig is gerealiseerd, heeft het Israëlische regime geen enkele belangstelling voor het sluiten van vrede met Palestina. Sinds 1967 werden de onderhandelingen door Israël stelselmatig gerekt tot deze op het allerlaatste moment werden afgebroken. Dit was het vaste patroon, ongeacht de regeringscoalitie van het moment. Met het aantreden van Benjamin Netanyahu als premier is geen sprake meer van de bereidheid tot onderhandelen over vrede. In hoog tempo wordt aan het zionistische project verder gewerkt.

11.3 Israël, de paranoïde vrijplaats

Het Israëlische regime heeft zich in een vicieuze cirkel gemanoeuvreerd, die het voortbestaan van het land in de waagschaal stelt. De politiek-zionistische doelstelling, Eretz-Israël, leidt met opzet tot een uitzonderlijk wrede onderdrukking van de Palestijnse bevolking. Dit roept in vooral de Arabische landen, maar ook in de wijdere moslimgemeenschap, Umma, vanzelfsprekende woede op die zich ook uit in agressie tegen Israël. Het regime speelt de vermoorde onschuld en schrijft de agressie voornamelijk, en grotendeels ten onrechte, toe aan ’het altijd op de loer liggende antisemitisme’ en aan ’een wereldwijde samenzwering om de staat Israël te vernietigen’ en ’de joden overal ter wereld om te brengen’. De Israëlische bevolking heeft zich laten opsluiten in deze vrijwel hermetisch afgesloten, zeer ondeugdelijke cirkelredenering. Deze wordt cynisch en gewetenloos door het regime gemanipuleerd. De joodse Israëliërs dienen zich te voegen naar de doelstellingen van het politiek-zionisme. Het regime wakkert angst voor de omgeving bewust aan en maakt de bevolking aldus opofferingsgezind en agressief. Aldus verschaft het regime zich de voorwaarden om zich in stand te houden en om ongehoorde wandaden te begaan.

Israël is, sinds de stichting van de staat in 1948, een zelf uitgeroepen vrijplaats van de internationale verplichtingen, voortvloeiend uit het lidmaatschap van de Verenigde Naties, het VN-Handvest in de eerste plaats. Een beknopt overzicht van de belangrijkste instrumenten van internationaal recht, die Israël dagelijks en op grote schaal schendt, staat in Bijlage III.

Vooral de VS en de EU gedogen deze opmerkelijke uitzonderingspositie van Israël, tot grote schade aan de stabiliteit in de Midden-Oosten regio en als een ramp voor de Staat Palestina en voor de Palestijnsde bevolkingen van Palestina en Israël. Een belangrijk onderdeel vormt het ontbreken van enig respect voor de soevereiniteit van andere VN-lidstaten. Uri Sagi is voormalig Chef Staf van de Israëlische strijdkrachten van 1986 tot 1995 en tot zijn pensionering directeur van de militaire inlichtingendienst. [Deze carrière kwalificeert hem voor Palestijnse aanklachten voor het Internationaal Strafhof.] Hij formuleert het ontbreken van respect voor de soevereiniteit van andere staten helder68:

[...] Israëls beleid is duidelijk: wij staan niemand in het Midden-Oosten toe om massavernietigingswapens naar vijandige regimes of organisaties te sturen.

Het betreft overigens niet alleen massavernietigingswapens. De moord op een opposant, bijvoorbeeld, of een aanval op een onwelgevallig transport, of op ’niet aanvaardbare’ infrastructuur, of de vergelding op een - na maandenlange Israëlische provocatie - afgeschoten raket, niets staat Israël in de weg om de soevereiniteit van andere VN-lidstaten te schenden.

De huidige onrust in het Midden-Oosten is geen reden om Israël niet te disciplineren. Integendeel, het oplosssen van het probleem Israël duldt geen uitstel:

- De VS en de EU dienen hun opvattingen over Israël in lijn te brengen met die van de overgrote meerderheid in de rest van de wereld en het beleid daarop af te stemmen;

- het conflict duurt al veel te lang;

- het moet toch eens worden opgelost;

- de stabiliteit in de MO-regio dient bevorderd te worden door tenminste dit conflict tot een einde te brengen.

Zolang de internationale gemeenschap zijn verantwoordelijkheid niet neemt door Israël in het wettelijke en beschaafde gareel te dwingen, blijft dit land een belangrijk, zo niet het belangrijkste obstakel voor vrede, veiligheid en stabiliteit in het Midden-Oosten.

11.4 enige kwalificaties

De Israëlische socioloog Baruch Kimmerling definieert het begrip Politicide69 als:

Het proces dat als uiteindelijk doel heeft het doen wegsmelten (the dissolution) van het bestaan van de Palestijnen als een legitieme sociale, politieke en economische eenheid.

Een indrukwekkende hoeveelheid Israëlische structurele en ad hoc maatregelen alsmede militaire aanslagen op Gaza illustreren hoe het Palestijnse onderwijs en de gezondheidszorg systematisch gesaboteerd worden.

Richard Falk, de zeer gerespecteerde expert in het internationaal recht en de VN-rapporteur van de Mensenrechten in de Palestijnse Gebieden [thans Palestina] wordt, het spreekt boekdelen, door Israël de toegang tot Palestina geweigerd. Deze Amerikaans/Joodse geleerde spreekt van ’slouching towards a Palestinian Holocaust’.70

Het lijdt geen twijfel, dat Israël een van origine71 Westerse enclave binnen een geheel Arabische omgeving is. Het is het slechtste dat onze cultuur te bieden heeft. Israël en Palestina worden beide ’bevriende’ naties genoemd.72 Deze kwalificatie van Israël en het beschikken over ’de historische banden en verbondenheid met Israël’73 strekken niet tot aanbeveling. Het gaat overigens de goede kant op:74

De Israëlisch-Nederlandse betrekkingen verslechteren. Zo was, heel ongebruikelijk, geen enkele Israëlische minister aanwezig op de ontvangst bij de Nederlandse ambassadeur in Israël ter gelegenheid van de inhuldiging van koning Willem-Alexander.

De aanbevelingen van de AIV steunen volledig op de veronderstelling dat Palestina en - vooral - Israël met enige drang te bewegen zouden zijn om aan de onderhandelingstafel aan te schuiven. Toch aarzelt de AIV:

Het spreekt vanzelf dat de vredeskansen in het Midden-Oosten vooral worden bepaald door de bereidheid van beide partijen de onderhandelingen te goeder trouw te hervatten.75 Met het negeren van herhaalde oproepen en waarschuwingen van de internationale gemeenschap om te stoppen met de uitbreiding van de nederzettingen, roept de Israëlische regering sterke twijfels op aan de ernst van haar verklaarde vredesintenties.76

Zou de aanname over de goede trouw, voor wat Israël betreft, een gewaagde veronderstelling vormen? De tweede aanname beperkt zich tot slechts ’de uitbreiding van de nederzettingen’. Zou de Raad kunnen overwegen of de hierboven geschetste werkelijkheid dit belangrijke, maar beperkte probleem vele malen overstijgt?

De AIV stelt de volgende maatregelen voor: het achterwege laten van de opwaardering van de bilaterale relatie; de bilaterale relaties, vooral op economisch en militair niveau, te bevriezen of zelfs te beperken; en de juiste etikettering van producten uit de nederzettingen in de EU aan Israël op te leggen. Dit zijn nuttige voorstellen. De vraag dient echter gesteld te worden of deze ingrepen Israël naar de onderhandelingstafel zullen dwingen. De ervaring leert Israël dat Europa wel een beetje blaft, maar nooit doorbijt. Ongetwijfeld zal Israël traditiegetrouw ’woedend’ reageren. In de praktijk zullen deze maatregelen Israël slechts marginale economische schade berokkenen. Het bereiken van het hoogste doel, Eretz-Israël, is voor het regime te belangrijk en de voorgestelde maatregelen te onbeduidend om vredesbesprekingen zelfs maar te overwegen.

11.5 conclusies

De eerste conclusie moet zijn, dat de adviezen van de AIV niet zullen bijdragen aan de bevordering van vredesonderhandelingen tussen Israël en Palestina. De tweede is, dat de voorstellen van vertragende initiatieven het einde van de ’twee-staten’ oplossing zelfs kunnen bevorderen.

12. Geen vredesonderhandelingen. Wat dan?

De veelgeroemde goede relatie tussen Nederland en Israël is voornamelijk eenzijdig.77 Nederland is slechts nuttig als bewaker van de Israëlische belangen in de Verenigde Naties en in Europa. Illustratief is de reactie van Israël op het bescheiden Nederlandse voorstel om de etikettering van producten uit de nederzettingen in de EU te doen aanscherpen. Als Nederland ook maar een millimeter van de taak de Israëlische belangen te dienen mocht afwijken, valt ons land onmiddellijk grote woede en ridiculisering ten deel.

De Israëlische minachting voor Europa kwam treffend tot uitdrukking in de openbare schoffering die Catherine Ashton, Baroness of Upholland, Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van de Europese Unie, van toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Avgidor Lieberman, ten deel viel78. Deze minister moest later, hangende een rechtszaak vanwege verdenking van corruptie, aftreden.

Vredesonderhandelingen zullen er niet komen. Dat mag met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wel worden aangenomen. Toch moet snel worden gehandeld, wil de twee-staten oplossing nog kans van slagen hebben, aldus de AIV. De Raad is - kennelijk in de veronderstelling dat Israël te bewegen is te goeder trouw vredesonderhandelingen te voeren - tegen sancties. Wanneer de centrale AIV-hypothese onrealistisch is, komt het voor dat juist het opleggen van sancties de enige resterende optie is. Wie niet wil horen, moet maar voelen. Het Internationaal Gerechtshof zei onder andere:

The Court further draws the attention of the General Assembly to the ’need for ... efforts to be encouraged with a view to achieving as soon as possible, on the basis of international law, a negotiated solution to the outstanding problems [...]’

’A negotiated solution’ stuit op een keiharde Israëlische blokkade. Maar ’the need for [...] efforts’ blijft onverminderd van kracht.

Alles overziende, zijn pijnlijke sancties de enige overgebleven instrumenten voor het bereiken van een rechtvaardige en dus duurzame vrede.

Willen sancties werken, dan dient het doel voor iedereen helder te zijn. Het doel is dat Israël zich - zonder voorwaarden vooraf, zonder voorafgaande onderhandelingen, zonder concessies en zonder geweld tegen de Palestijnse bevolking en alle infrastructuur ter plaatse - terugtrekt achter de Groene Lijn van 1967. Deze plicht vloeit voort uit VR-resolutie 242, die al decennia geleden had moeten zijn gehonoreerd. De maatregelen moeten voldoende pijn veroorzaken, willen zij effect sorteren. De Israëlische samenleving79 is kwetsbaar genoeg om die pijn te ervaren. Verondersteld mag worden dat harde sancties Israël binnen twee à drie jaar langs de lijnen van het internationaal recht zullen disciplineren.

Europa staat - hangende de uitvoering van Israël van de verplichtingen, voortvloeiend uit het VN lidmaatschap - een ruim instrumentarium aan harde sanctiemiddelen ter beschikking:

- de EU kan in de Verenigde Naties de opschorting van het Israëlisch lidmaatschap in alle organen van de gehele VN-familie voorstellen;80

- in het kader van Schengen kan de visumplicht voor Israëliërs worden ingevoerd. De kolonisten, inclusief wie in en rond Oost-Jerusalem wonen, worden daarvan uitgesloten;

- een grote reeks andere sanctiemaatregelen staat ter beschikking, zoals politieke, economische, financiële, bancaire en logistieke sancties. Deze kunnen naar de mate van de noodzaak daartoe in fasen worden toegepast en verscherpt;

- de militaire en academische samenwerkingen moeten worden beëindigd;

- geselecteerde reizigers naar Israël en Palestina worden op Ben Gurion Airport aan excessieve immigratieprocedures onderworpen. De website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken maak reizigers er in enigszins omfloerste bewoordingen op attent. Op basis van raciale, religieuze en politieke ’profiling’ worden velen willekeurig aan intimiderende procedures onderworpen en hun privacy ernstig geschonden. Soms zelfs wordt hun lichamelijke integriteit geweld aangedaan. Deze maatregelen dragen niet bij aan de veiligheid van Israël en zijn daar ook niet voor bedoeld. Zij passen in het uitgebreide arsenaal aan intimidatiemethoden die slechts ten doel hebben het leven van de Palestijnen en hun (veronderstelde) medestanders ernstig te bemoeilijken. Ook veel Europese reizigers, waaronder Nederlanders, worden aan deze onaanvaardbare praktijken onderworpen. Op basis van het reciprociteitprincipe kunnen dergelijke methoden ook op alle internationale vliegvelden in de EU op aankomende Israëlische reizigers worden toegepast. Deze maatregel dient gehandhaafd te blijven tot de immigratieprocedures op Ben Gurion Airport tot aanvaardbare proporties zullen zijn teruggebracht. Z.M. Ambassade te Tel Aviv zou kunnen overwegen steeds een diplomatieke medewerker aankomende Nederlanders, die tegen dergelijke praktijken aanlopen, te assisteren. Zonder uitzondering dient in voorkomende gevallen protest te worden aangetekend.

De EU en de lidstaten dienen voorbereid te zijn op woedende Israëlische reacties op opgelegde sancties. Wellicht zullen ook de VS van zich doen horen. Het Europese belang overstijgt evenwel onterecht ongenoegen.

Europese sancties zullen Israël naar alle waarschijnlijkheid binnen afzienbare tijd doen begrijpen dat het eerbiedigen en het naleven van internationaal recht verstandig en onvermijdelijk is. Voorlopig geeft alleen dit beleid uitzicht op het realiseren van de twee-staten oplossing.

Noten

1 http://www.aiv-advies.nl/ContentSuite/upload/aiv/file/webversie_AIV%2083_NL.pdf

2 Palestina werd op 29-11-2012 als staat, niet-lid, tot de Verenigde Naties toegelaten. Bovendien zijn deskundigen van oordeel, dat deze Staat allang bestaat. Dit wordt in Hfdst 4 nader toegelicht. In tegenstelling tot het AIV-rapport, wordt in deze analyse het begrip (de Staat) Palestina gebruikt.

3 In zijn toespraak ter gelegenheid van zijn inhuldiging op 30 april 2013, zei Z.M. Willem- Alexander: Democratie is gestoeld op wederkerig vertrouwen. [...] Een overheid die zich aan het recht verbonden weet. NRC, Marc Chavannes, Staatkundig vandalisme, 04-05-2013 Barbara Oomen, Kamerleden zijn lui met grondrechten en verdragen, [...] De VVD wil dat het parlement meer invloed krijgt op de uitvoering van verdragen. Die bestaat al, maar Kamerleden maken daar nooit meer gebruik van. NRC, 01-03-2012

4 AIV-rapport, blz. 16

5 ibid., blz. 48

6 Heikelien Verrijn Stuart, ’We zullen disproportioneel geweld gebruiken ...’, De plaats van het recht naast politiek en oorlog. Nederlands Juristenblad, 30-01-2009, afl.4. Zij behandelt de ’Daniyah Doctrine’, gepresenteerd door premier Ehud Barak in oktober 2008: We zullen disproportioneel geweld gebruiken tegen ieder dorp van waaruit schoten worden gelost op Israël, en we zullen immense schade en vernietiging teweeg brengen. Vanuit ons gezichtspunt zijn zij geen burgerdorpen, zij zijn militaire bases. Dit is geen aanbeveling, dit is een plan dat reeds is geautoriseerd.

7 AVVN Resolutie No. GA 11317, d.d. 29 november 2012

8 Zie: Egbert Talens, Een bijzondere relatie, Het conflict Israël-Palestina nader bekeken 1897-1993, Uitgeverij Aspekt, 2005

9 AIV-rapport, blz. 31

10 Deskundigen op het gebied van het internationaal recht van naam, zoals Richard Falk, hadden vastgesteld dat de Staat Palestina zelfs al eerder bestond. Zie bijvoorbeeld ook: Paul de Waart, Palestina staat op zichzelf, 30-03-2011, Vlaardingen. Israël is een afsplitsing van Palestina. De vraag is vooral of de staat Palestina door Israël wordt erkend. 11 Resolutie 181-II van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 29 november 1947 behandelt het toekomstig bestuur van Palestina, ook wel bekend als herverdelingsplan. De resolutie stelt onder andere dat:

* het Britse mandaat uiterlijk 1 augustus 1948 ten einde loopt en dat het Britse leger Palestina dan verlatenmoet hebben;

* er een Joodse en een Arabische staten moeten komen;

* Jeruzalem en Bethlehem een internationaal statuut moeten krijgen;

* vrouwe zowel actief als passief kiesrecht moeten hebben in beide staten;

* de inwoners van Jeruzalem kunnen kiezen om te stemmen in de Joodse of in de Arabische staat;

* de rechten van de minderheden in elke staat gerespecteerd moeten worden;

* er vrije toegang moet zijn tot de heilige plaatsen;

* Jeruzalem (indirect) onder bestuur van de VN moet komen.

De resolutie beschrijft ook welk gebied aan de Joodse staat, de Arabische staat en Jeruzalem wordt toegekend. [Bron: Wikipedia]

12 Tenminste de volgende soevereine staten leden onder Israëlische bezetting, grootschalige bombardementen, aanslagen op infrastructurele werken, standrechtelijke executies te land, ter zee en in de lucht, ontvoeringen: Palestina, Libanon, Syrië, Irak, Egypte, Soedan, Oeganda, De Verenigde Arabische Emiraten, Argentinië, Italië, Canada, Turkije, de Verenigde Staten [aanval op USS Liberty op 8 juni 1967]. Iran staat op de Israëlische nominatie. Syrië is weer aangevallen.

13 Israël verzet zich, samen met de VS, tegen Russische leveranties aan Syrië van luchtafweer raketten. Deze beperken namelijk ’de bewegingsvrijheid’ van Israël. Geen land in de regio mag zich dus kennelijk verdedigen tegen Israëlische agressie. Dit beleid conflicteert met de belangrijkste principes van het VN-Handvest en met andere instrumenten van internationaal recht.

14 Rabbijn Elisa Klapheck, [...] Een belangrijke zin in de Talmoe is: als iemand jou wil vermoorden, wees hem dan voor en dood hem eerst. [...], Trouw, Offers brengen in Uruzgan, 05-12-2007

15 AIV-raport, waaronder in de samenvatting; blz. 48

16 Ibid., blz. 20

17 J.C. Mühren, Verscheurd Land, Maximalisten blokkeren vrede in het Heilige Land, Uitgeverij Aspekt, 2004, blz. 49

18 The International News Safety Institute, Killing the Messenger, Brussel, maart 2007, blz. 36, 37, 39, 40, 41, 59, 70 en 71

19 Leonie van Nierop, Israël ziet pers als menselijk schild voor Hamas, Mediagebouwen in de Gazastrook worden niet gespaard bij de Israëlische luchtaanvallen. Dat gebeurt niet per ongeluk, zegt Israël, NRC, 20/21-11-2012

20 Egbert Talens, Een bijzondere relatie, Het conflict Israël-Palestina nader bekeken 1897-1993, Uitgeverij Aspekt, 2005

21 mededeling van de President van Libanon persoonlijk aan een Nederlandse delegatie, waaronder de auteur, een week na het tot stand komen van het staakt-het-vuren.

22 Shimon Peres kan hoog op de Palestijnse prioriteitenlijst figureren voor strafvervolging in het ICC. Gedurende zijn decennialange staat van dienst was en is hij mede verantwoordelijk voor alle Israëlische misdaden. Persoonlijk was hij van 1985 tot 2000 verantwoordelijk voor de Zuid-Libanese Khiam gevangenis cum martelcentrum. [Vanwege het overhaaste Israëlische vertrek bleef het staan en werd een populaire bezoekplaats. Enige jaren later werd het door een Israëlische luchtaanval met de grond gelijk gemaakt. Toen waren de bewijzen verdwenen.] In het Zuid-Libanese Qana vond onder Peres’ verantwoordelijkheid ondanks herhaalde waarschuwingen de luchtaanval op het VN kamp - met immuniteitsstatus - plaats. Zie verder noot 23.

23 Bewuste, ongerechtvaardigde Israëlische agressie tegen de VN vond ook plaats in Libanon. Op 08 04-1996 vond tijdens de Israëlische Operation Grapes of Wrath de First Qana Massacre plaats. [De tweede werd gepleegd in hetzelfde dorp in de Zomeroorlog van 2006.] Ondanks herhaalde waarschuwingen dat het een VN-faciliteit betrof waar ca. 800 mensen toevlucht hadden gezocht, vonden tijdens de aanval 106 mensen de dood, werden 116 gewond. Vier soldaten van de Fijan United Nations Interim Force werden ernstig verwond.

24 AIV-rapport, blz. 15

25 AP, Jeruzalem, Luchtaanval Israël op Gazastrook na raket, NRC, 03-04-2013 Jushua Mitnick, Israeli Jets Strike Gaza in Retaliation, International Herald Tribune, 04-04-2013 Reuters, AP, Ramallah, Spanning stijgt in Israël en Palestina, NRC, 04-04-2013

26 FOA - Friends of Al Aqsa, Gaza Ceasefire, November 22, 2012 - February 22, 2013: Since the ceasefire between Gaza and Israel in November 2012, to February 25th 2013: - Israel has killed ten Palestinians (in Westbank and Gaza) and wounded 91 others in Gaza en wounded over 600 in the Westbank.

- It has conducted over 100 military incursions in to the Gaza Strip, and there have been over 63 incidents when the army used live fire against civilians,

- There have been 40 attacks by Israeli naval boats on Gaza fishermen. In the same period, one single rocket attack was launched into Israel from Gaza, on Febbruary 25th 2013. [...]

27 BBC, Strafhof onderzoekt doden na actie Israël, NRC, 15-05-2013

28 Jerusalem, Who’s a Jew? An old religious argument once again rears its angry head, The Economist, 18-05- 2013

29 Marcel Kurpershoek, Onzalig Jeruzalem, Ultra’s en ultra-ultra’s, Uitgeverij Meulenhoff, 1996

30 Jodi Rudoren, Jerusalem, Israel moves to end public separation of the sexes, International Herald Tribune, 09-05-2013

31 Salomon Bouman over de macht van het Rabbinaat in Israël achter de schermen, zionisme op een dwaalspoor, Prometeus, 2004, blz. 22

32 ibid., blz. 25

33 AIV-rapport, blz. 28

34 ibid., blz. 40

35 De relevante passage van deze verklaring is opgenomen in het AIV-rapport, noot 66, blz.34

36 Ibid., blz. 31

37 Roger Cohen, Fayyad steps down, not out, International Herald Tribune, 04-05-2013

38 AIV-rapport, blz. 40

39 David Kenner, Doha, Qatar, ’We Are Not Fanatic Killers’, In an exclusive conversation with Khaled Meshaal, the Hamas chief talks about how Assad should have listened to his advice, and why he’s not "bloodthirsty" or "against" Jews. Foreign Policy, 14-05-2013

40 Ibid.

41 Isabel Kershner, Jerusalem, Premier’s resignation puts Palestinian president in a bind, International Herald Tribune, 15-05-2013

42 John Mearsheimer en Stephen Walt, The Israel Lobby, London Review of Books, maart 2006

43 International Court of Justice, Legal Consequences of the Construction of a Wall in the Occupied Palestinian Territory, Press Release 2004/28, 9 July 2004, p. 3

44 AIV-rapport, blz. 30

45 Zie o.a. Hannah Arendt, Het zionisme bij nader inzien, Mets & Schilt, z.j., Passage uit ’Durf denken’, de inleiding door vertaalster Hella Rottenberg, blz. 11, 12: "De historicus Moshe Zimmermann kwalificeerde haar als een voorloopster van de postzionisten, iemand die helpt te begrijpen waar ’sommige misvattingen of aberraties van het zionisme’ vandaan komen. ’Heel vroeg,’ zei Zimmermann, ’besefte Hannah Arendt dat het zionisme verlangde naar of zich althans oriënteerde op confrontatie met de Arabieren en het conflict zou creëren, een conflict dat het zionisme zou ondermijnen.’ "

46 interview van Leonie van Nierop, NRC correspondent in Israël en Palestina, Palestina bestaat niet op school; Onderzoeker en vredesactivist Nurit Peled bestudeerde schoolboeken uit Israël en zag dat ze haat tegen de Palestijnen prediken. Een symptoom van de ’racistische en xenofobe Israëlische cultuur’, volgens haar. ’Palestijnse schoolboeken zijn veel beter’. NRC, 22-04-2013

47 AIV-rapport, blz. 14, 15

48 Chris McGreal, Revealed: how Israel offered to sell South Africa nuclear weapons, Secret apartheid-era papers give first official evidence of Israeli nuclear weapons, The Guardian, 24-05 2010 Sasha Polakow-Suransky, The Unspoken Alliance: Israel’s Secret Relationship with Apartheid South Africa, Random House INC. Academic Resources, 14-06-2011

49 Dr. Lisa Hajjar Courting Conflict: The Israeli Military Court System in the Westbank and Gaza. University of California Press, 2005. International Humanitarian Law and "Wars on Terror": A Comparative Analysis of Israeli and American Doctrines and Policies, Journal of Palestine Studies, Vol. 36, No. 1 (Autumn 2006), pp. 21-42, Published by: University of California Press on behalf of the Institute for Palestine Studies.

50 Ykje Vriesinga, De genocide op de Ixil in Guatamala, Vonnis genocideproces Guatamala, NRC, 13-05-2013 Maartje Somers, De kroon op 20 jaar bewijs sprokkelen, Genocidevonnis van oud-dictator in Guatamala is voorbeeld voor heel Latijns-Amerika, NRC, 16-05-2013

51 "THIRD WORLD TRAVELLER is an archive of articles and book excerpts that seek to tell the truth about American democracy, media, and foreign policy, and about the impact of the actions of the United States government, transnational corporations, global trade and financial institutions, and the corporate media, on democracy, social and economic justice, human rights, and war and peace."

52 http://www.thirdworldtraveler.com/Middle_East/Israel_Guatemala.html

53 Nederland draagt € 1 miljoen bij aan het proces in Senegal tegen de voormalige dictator van Tsjaad, Hissène Habré. Tjitske Lingsma, Nederland sponsort proces ex-dictator Habré van Tsjaad, Trouw, 11-12-2012

54 The Economist, The Palestinians’ West Bank, Sqeeze them out, As Jewish settlements expand, the Palestinians are being driven away, May 4th 2013

55 Ontleend aan Amos Schocken, ’The necessary elimination of Israeli democracy, 25-11-2011, Haaretz. Deze schrijver is de derde generatie eigenaar en uitgever van Haaretz, het internationaal meest gerespecteerde Israëlische dagblad.

56 Danielle Pinedo en Kees Versteegh, Wijers praat met joden over ’faux pas’, NRC, 08-05-2013

57 NGO Monitor (...) is een niet-gouvernementele organisatie (NGO) gevestigd in Jeruzalem. Het doel van de NGO Monitor is om NGO’s met een vermeende "ideologisch gemotiveerde anti Israëlagenda" een halt toe te roepen. "The Economist" en "Jewish Telegraphic Agency" (JTA) achten NGO Monitor een pro-Israëlische NGO. In haar doelstelling verklaart NGO Monitor dat zij werd opgericht om "verantwoording te bevorderen, en een krachtige discussie te bespoedigen over de rapporten en activiteiten van humanitaire NGO’s in het kader van het Arabisch-Israëlisch conflict." NGO Monitor is gezamenlijk opgericht door de Amerikaanse "Wechsler Family Foundation" en het Jerusalem Center for Public Affairs (JCPA), een organisatie die zegt dat zij "tal van hoogst geavanceerde programma’s ontwikkeld en uitgevoerd heeft om de Israëlische zaak aan de wereld te presenteren". [Bron: Wikipedia]

58 de eed die ministers afleggen, luidt deels: [... Ik zweer (beloof ) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet. Ik zweer (beloof ) dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen.[...]

59 Alestair Crooke, Permanent Temporariness, London Review of Books, Vol. 33, No. 5, 03-03-2011. Alestair Crook, who helped facilitate a number of ceasefires in the Israeli-Palestinian conflict between 2001 and 2003, was a member of the Mitchell Commission on the causes of the second intifada and a special advisor to Javier Solana, the former EU foreign policy chief.

60 Jeff Halper [coördinator van het Israeli Committee Against House Demolitions], The key to Peace: Dismantling the Matrix of Control, z.j.

61 Oscar Garschagen, de Nabije Oosten-correspondent, NRC Handelsblad, Slachtoffer Israël, Propagandamachine Hasbara moet de wereld van het Israëlische gelijk overtuigen; Van oudsher investeert Israël veel tijd, geld en moeite in het eigen imago. Als ons beleid maar goed wordt uitgelegd, zo redeneert het land, volgt begrip vanzelf. NRC Handelsblad, 5/6-08-2006, Zaterdags Bijvoegsel, blz. 6

62 Deze informatie is ontleend aan: Onze correspondent, Tel Aviv, Israël: dood Mohammed Durra werd in scene gezet, NRC, 21-05-2013

63 Reuven Pedatzur, Gaza Strip, Israel’s greatest PR failure, Haaretz, 24-01-2010

64 Israel’s focus on al Dura is harmful propaganda, Haaretz, 21-05-2013

65 Jerusalem, Israel ’fabricates’ its innocence from murder of Mohammed al-Dura, middle east online, 20-05- 2013

66 eveneens in NRC, 21-05-2013

67 Larry Derfner, Good news - Israel publicly trashes Kerry’s peace mission, 11-04-2013, http://972mag.com/ good-news-israel-publicly-trashes-kerrys-peace-mission/69018/

68 Leonie van Nierop, ’Israël valt zo nodig zelf aan’, interview, NRC, 03--05-2013

69 Baruch Kimmerling, Politicide: Ariel Sharon’s War against the Palestinian People, Verso, 2003

70 Richard Falk, Slouching towards a Palestinian Holocaust, The Transnational Foundation, 29-06 2007

71 Eddo Rosenthal, voormalig NOS-correspondent, Er zijn twee grote misverstanden over Israël: het land is veel minder westers dan veel mensen denken, en ook veel minder democratisch, VARA Gids, 07-05-2013

72 AIV-rapport, blz. 19

73 ibid., blz. 51, aanbeveling no. 8

74 Huib Modderkolk, Kabinet twist over ’Made in Israel’, NRC, 04-05-2013

75 AIV-rapport, blz. 50

76 ibid., blz. 50, dezerzijdse onderstreping

77 Leonie van Nierop, ’Reactie van de EU kan Israël niets schelen’, NRC, 07-12-2012. Interniew met Oded Eran, voormalig Israëlisch ambassadeur bij de Europese Unie.

78 Barak Ravid, Lieberman, EU’s Ashton should mind her own business, not the settlements. The Foreign Minister’s statement, following the EU’s critisism over Israeli construction in East Jerusalem, comes only a week after the EU passed a new set of sanctions on Iran, Haaretz, 20-10-2012

79 De Israëlische economie is niet slechts kwetsbaar vanwege de structuur van de export. Israël staat gigantische schadeclaims te wachten. Deze vormen een serieuze bedreiging voor het voortbestaan van het land. Egypte heeft al een claim ad US$ 500 miljard [http://english.nuqudy.com/Levant/Egypt_Seeks_500B_fr-4316] ingediend ter vergoeding van misbruik van delfstoffen van de Sinaï en de obstructie van het gebruik van het Suezkanaal gedurende de bezetting van de Sinaï. Palestina, Libanon en Syrië [Israël gaat op de bezette Golan naar olie boren, NRC, 01-03-2013] kunnen in de toekomst herstelbetalingen voor fysieke en psychische schade eisen, veroorzaakt door Israëlische bezetting (vernietiging van bezittingen, wederrechtelijk gebruik van land en water, onbruikbaar maken van land, water en grondwater door opzettelijke verontreiniging) en militaire agressie. De Palestijnse en Libanese claims kunnen potentieel bijna astronomische waarden bereiken. Het gevoerde Israëlische expansiebeleid kan, alleen al om deze redenen, leiden tot het instorten van de eigen samenleving.

80 Francis A. Boyle, Palestine, Palestinians and International Law, Clarity Press Inc., pp. 153 - 156

81 In deze analyse wordt niet ingegaan op de vraag of Israël Europese sancties zal willen beantwoorden met militaire dreiging en zelfs actie. Vooralsnog wordt uitgegaan van de veronderstelling dat de IDF-Generale Staf, de directeuren van de Israëlische inlichtingendiensten en de Israëlische vredesbeweging de politieke klasse zullen weten te weerhouden van dergelijke onberaden reacties. Desondanks dient de Israëlische respons nauwlettend in de gaten te worden gehouden.

Bijlage 1

Wat joodse en Israëlische leiders zeggen over de Palestijnen

We must expel Arabs and take their places.

David Ben-Gurion, toekomstig Premier van Israël, 1937. ’Ben-Gurion and the Palestine Arabs’, Oxford University Press, 1985

Between ourselves it must be clear that there is no room for both peoples together in this country. We shall not achieve our goal if the Arabs are in this small country. There is no other way than to transfer the Arabs from here to neighboring countries - all of them. Not one village, not one tribe should be left. Joseph Weitz, hoofd van het Jewish Agency’s Colonization Department in 1940. In "A solution to the Refugee Problem".

We should prepare to go over to the offensive. Our aim is to smash Lebanon, Trans-Jordan and Syria. The weak point is Lebanon, for the Moslem regime is artificial and easy for us to undermine. We shall establish a Christian state there, and then we will smash the Arab Legion, eliminate Trans Jordan; Syria will fall to us. We then bomb and move on and take Port Said, Alexandria and Sinai. David Ben-Gurion, sprekend tot de General Staff, mei 1948. Uit: Ben-Gurion, A Biography, Michael Ben-Zohar, Delacorte, New York, 1978

"We must do everything to insure (the Palestinians) never do return." Assuring his fellow Zionists that Palestinians will never come back to their homes. "The old will die and the young will forget." David Ben-Gurion, in zijn dagboek, 18 juli 1948, geciteerd in Michael Bar Zohar’s ’Ben-Gurion: the Armed Prophet’, Prentice-Hall, 1967, blz. 157

Among the most disturbing political phenomena of our time is the emergence in the newly created State of Israel of the Freedom Party (Herut), a political party closely akin in its organisation, method, political philosophy and social appeal to the Nazi and Fascist parties. Begin and Yitzhak Shamir, die leden waren van deze partij (voorloper van Likud en Kadima), werden Premiers. Albert Einstein, Hanna Arendt en andere prominente joodse Amerikanen, schrijvend in de New York Times, protesteren tegen het bezoek aan Amerika van Menachem Begun, december 1948

How can we return the occupied territories? There is nobody to return them to. Golda Meir, Premier van Israël, 8 maart 1969

There was no such thing as Palestinians, they never existed. Golda Meir, Premier van Israël, 15 juni 1969

We must use terror, assassination, intimidation, land confiscation, and the cutting of all social services to rid the Galilee of its Arab population. Israel Koenig, "The Koenig Memorandum", ook bekend als "The Koenig Report", een Israëlisch intern en vertrouwelijk overheidsdocument, april 1979, gelekt naar de krant al-Hamishmar

We walked outside, Ben-Gurion accompanying us. Allon repeated his question. What is to be done with the Palestinian population? Ben-Gurion waved his hand in a gesture which said ’Drive them out’. Yitzhak Rabin, uitgelekte gecensureerde versie van Rabin’s memoires, gepubliceerd in de New York Times, 23 oktober 1979

[The Palestinians are] beasts walking on two legs. Menachim Begin, toespraak tot de Knesset, geciteerd in Amnon Kapeliouk, "Begin and the Beasts", New Statesman,25 juni 1982

We declare openly that the Arabs have no right to settle on even one centimeter of Eretz Israel... Force is all they do or ever will understand. We shall use the ultimate force until the Palestinians come crawling to us on all fours. Raphael Eitan, Chief of Staff of the Israeli Defence Forces - Gad Becker, Yediot Ahronot, 13 april 1983, New York Times, 14 april 1983

When we have settled the land, all the Arabs will be able to do about it will bet to scurry around like drugged cockroaches in a bottle. Raphael Eitan, Chief of Staff of the Israeli Defence Forces, New York Times, 14 april 1983

We have to kill all the Palestinians unless they are resigned to live here as slaves. Chairman Heilbrun, voorzitter van het comite voor de herverkiezing van Generaal Shlomo Lahat als burgemeester van Tel Aviv, oktober 1983

"The Palestinians" would be crushed like grasshoppers ... heads smashed against the boulders and walls Yitzhak Shamir, Israël’s Premier, in een toespraak voor joodse settles, New York Times, 1 april 1988

Israel should have exploited the repression of the demonstrations in China, when the world attention focused on that country, to carry out mass expulsions among the Arabs of the territories. Benyamin Netanyahu, toen Plaatsvervangend Minister van Buitenlandse Zaken, voormalig Premier van Israël, sprekend tot studenten van de Bar Ilan University. Uit het Israëlische journaal Hotam, 24 november 1989

Everybody has to move, run and grab as many hilltops as they can to enlarge the settlements because everything we take now will stay ours... Everything we don’t grab will go to them. Ariel Sharon, Israël’s Minister van Buitenlandse Zaken, sprekend tot een bijeenkomst van militanten van de extreem rechter vleugel Tsomet Party, Agence France Presse, 15 november 1998

The Palestinians are like crocodiles, the more you give them meat, they want more. ... Ehub Barak, Premier van Israël, Jerusalem Post, 28 augustus 2000

When 2.5 million [Palestinians] live in closed-off Gaza [ . . .] those people will become even bigger animals than they are today, with the aid of an insane fundamentalist Islam. [. . ]. So, if we want to remain alive, we will have to kill and kill and kill. All day, every day. If we don’t kill, we will cease to exist. The only thing that concerns me is how to insure that the [Jewish] boys and men who are going to have to do the killing will be able to return home to their families and be normal human beings. Arnon Sofer, Professor in de Geografie, Haifa University, in Up Front, het weekend bijvoegsel van The Jerusalem Post, 21 mei 2004)

I’m not happy when any living creature dies - an Arab, a fly, a donkey. Rabbijn Moshe Levinger, de eerste Joodse kolonist in Hebron die 13 weken straf in Israëlische gevangenschap uitzat wegens het doden van de Palestijnse eigenaar van een schoenenzaak in Hebron, in Among the Settlers, Jeffry Goldberg, The New Yorker, 31 mei 2004

You can’t teach a monkey to speak and you can’t teach an Arab to be democratic. You’re dealing with a culture of thieves and robbers. Muhammed, their prophet, was a robber and a killer and a liar. The Arab destroys everything he touches. Moshe Feiglin, wonend op de bezette Westoever, leider van het Jewish Leadership Bloc in Likud, in Among the Settlers, Jeffry Goldberg, The New Yorker, 31 mei 2004

[...] Extremist rabbi Yousef Falay, who dwells at the Yitzhar settlement on illegally seized Palestinian land in the northern part of the West Bank, wrote an article in a Zionist magazine under the title "Ways of War", in which he called for the killing of all Palestinian males refusing to flee their country, describing his idea as the practical way to ensure the non-existence of the Palestinian race. ’We have to make sure that no Palestinian individual remains under our occupation. If they (Palestinians) escape then it is good, but if anyone of them remains, then he should be exterminated’, the fanatic rabbi added in his article. International Middle East Media Center (IMEMC), 18 September 2006

"The checkpoint was manned by soldiers of the Nachal Brigade - Nachal is an acronym that means ’Fighting Pioneer Youth - and, by their looks there were new immigrants among them. Nachal frequently assembles garinim, seed groups, of recent immigrants, and teaches them to be Israeli. Today’s lesson was in humiliation." Prisoners, A Story of Friendship and Terror, Chapter 22, A happy man in Palestine, p. 280, Jeffrey Goldberg, Vintage Books, ISBN:978-0-375-72670-5, 2006

Hij [Matan Vilnai, Onderminister van Defensie van Israël] waarschuwde daarbij dat de Palestijnen een "shoah" riskeren. [...] in Israël wordt de term zelden gebruikt voor iets anders dan de door het naziregime aangerichte massamoord op de joden. NRC Handelsblad, 1 maart 2008

"We will apply disproportionate force on it (a Lebanese village) and cause great damage and destruction there. From our standpoint, these are not civilian villages, they are military bases. This is not a recommendation, this is a plan already authorised." Major General Gadi Eisenkot, Israel Defence Forces head of the Northern Division, Yedioth Ahronoth Newspaper, 3 October 2008

"We’ve said that if there is rocket fire (from the Gaza Strip) against the south of the country, there will be a severe and disproportionate Israeli response to the fire on the citizens of Israel and its security forces. [...] The response will come at the time, the place and the manner that we choose." Prime Minister Ehud Olmert, Telegraph, UK, 1 Februari 2009

"Let Abu Mazen [Mahmoud Abbas, president of the Palestinian Authority] and all these evil folk perish from this world. May God smite them with plague, them and these Palestinians." Rabbi Ovadia Yosef, the spiritual leader of Israel’s ultra-orthodox Shas party, in a blessing for the Jewish New Year Rosh Hashanah, The Financial Times, 30 August 2010

"Goyim were born only to serve us. Without that, they have no place in the world; only to serve the People of Israel. Why are gentiles needed? They will work, they will plow, they will reap. We will sit like an effendi and eat. With gentiles, it will be like any person: They need to die, but God will give them longevity. Why? Imagine that one’s donkey would die, they’d lose their money. This is his servant. That’s why he gets a long life, to work well for this Jew. Rabbi Ovadia Yosef, the spiritual leader of Israel’s ultra-orthodox Shas party and the former chief Sephardi rabbi of Israel, in his weekly Saturday night sermon, JTA, The Global News Service of the Jewish People, 18 October 2010

Bijlage 2

The necessary elimination of Israeli democracy

by Amos Schocken

Haaretz

25 November 2011

Speaking in the Knesset in January 1993, Prime Minister Yitzhak Rabin said, "Iran is in the initial stages of an effort to acquire nonconventional capability in general, and nuclear capability in particular. Our assessment is that Iran today has the appropriate manpower and sufficient resources to acquire nuclear arms within 10 years. Together with others in the international community, we are monitoring Iran’s nuclear activity. They are not concealing the fact that the possibility that Iran will possess nuclear weapons is worrisome, and this is one of the reasons that we must take advantage of the window of opportunity and advance toward peace."

At that time, Israel had a strategy - which began to be implemented in the Oslo accords, put an end to the priority granted the settlement project and aimed to improve the treatment of Israel’s Arab citizens.

If things had gone differently, the Iran issue might look different today. However, as it turned out, the Oslo strategy collided with another, stronger ideology: the ideology of Gush Emunim (Bloc of the Faithful), which since the 1970s, apart from the Oslo period and the time of the withdrawal from Gaza, has established the concrete basis for the actions of Israel’s governments. Even governments that were ostensibly far removed from the Gush Emunim strategy implemented it in practice. Ehud Barak boasted that, in contrast to other prime ministers, he did not return territory to the Palestinians - and there’s no need to point out once again the increase in the number of settlers during his tenure. The government of Ehud Olmert, which declared its intention to move toward a policy of hitkansut (or "convergence," another name for what Ariel Sharon termed "disengagement") in Judea and Samaria, held talks with senior Palestinians on an agreement but did not stop the settlement enterprise, which conflicts with the possibility of any agreement.

The strategy that follows from the ideology of Gush Emunim is clear and simple: It perceives of the Six-Day War as the continuation of the War of Independence, both in terms of seizure of territory, and in its impact on the Palestinian population. According to this strategy, the occupation boundaries of the Six-Day War are the borders that Israel must set foritself. And with regard to the Palestinians living in that territory - thosewho did not flee or were not expelled - they must be subjected to a harshregime that will encourage their flight, eventuate in their expulsion,deprive them of their rights, and bring about a situation in which those whoremain will not be even second class citizens, and their fate will be ofinterest to no one. They will be like the Palestinian refugees of the War ofIndependence; that is their desired status. As for those who are notrefugees, an attempt should be made to turn them into "absentees." Unlikethe Palestinians who remained in Israel after the War of Independence, thePalestinians in the territories should not receive Israeli citizenship, owing to their large number, but then this, too, should be of interest to no one.

The ideology of Gush Emunim springs from religious, not political motivations. It holds that Israel is for the Jews, and it is not only the Palestinians in the territories who are irrelevant: Israel’s Palestinian citizens are also exposed to discrimination with regard to their civil rights and the revocation of their citizenship.

This is a strategy of territorial seizure and apartheid. It ignores judicial aspects of territorial ownership and shuns human rights and the guarantees of equality enshrined in Israel’s Declaration of Independence. It is a strategy of unlimited patience; what is important is the unrelenting progress toward the goal. At the same time, it is a strategy that does not pass up any opportunity that comes its way, such as the composition of the present Knesset and the unclear positions of the prime minister.

The term "apartheid" refers to the undemocratic system of discriminating between the rights of the whites and the blacks, which once existed in South Africa. Even though there is a difference between the apartheid that was practiced there and what is happening in the territories, there are also some points of resemblance. There are two population groups in one region, one of which possesses all the rights and protections, while the other is deprived of rights and is ruled by the first group. This is a flagrantly undemocratic situation.

Since the Six-Day War, there has been no other group in Israel with the ideological resilience of Gush Emunim, and it is not surprising that many politicians have viewed that ideology as a means for realizing personal political ambitions. Zevulun Hammer, who identified this ideology as the way to capture the leadership of the National Religious Party, and Ariel Sharon, who identified this ideology as the way to capture the leadership of Likud, were only two of many. Now Avigdor Lieberman, too, is following this path, but there were and are others, such as the late Hanan Porat, for whom the realization of this ideology was and remains the purpose of their political activity.

This ideology views the creation of an Israeli apartheid regime as a necessary tool for its realization. It has no difficulty with illegal actions and with outright criminality, because it rests on mega-laws that it has adopted and that have no connection with the laws of the state, and because it rests on a perverted interpretation of Judaism. It has scored crucial successes. Even when actions inspired by the Gush Emunim ideology conflict with the will of the government, they still quickly win the backing of the government. The fact that the government is effectively a tool of Gush Emunim and its successors is apparent to everyone who has dealings with the settlers, creating a situation of force multiplication.

This ideology has enjoyed immense success in the United States, of all places. President George H.W. Bush was able to block financial guarantees to Israel because of the settlements established by the government of Yitzhak Shamir (who said lying was permissible to realize the Gush Emunim ideology. Was Benjamin Netanyahu’s Bar-Ilan University speech a lie of this kind?). Now, though, candidates for the Republican Party’s presidential nomination are competing among themselves over which of them supports Israel and the occupation more forcefully. Any of them who adopt the approach of the first President Bush will likely put an end to their candidacy.

Whatever the reason for this state of affairs - the large number of evangelicals affiliated with the Republican party, the problematic nature of the West’s relations with Islam, or the power of the Jewish lobby, which is totally addicted to the Gush Emunim ideology - the result is clear: It is not easy, and may be impossible, for an American president to adopt an activist policy against Israeli apartheid.

Legalizing the illegal

Because of its inherent illegality, at least in democratic terms, an apartheid regime cannot allow opposition and criticism. The Gush Emunim ideology is obliged to eliminate the latter, and to prevent every effort to block its activity, even if that activity is illegal and even criminal, meant to maintain apartheid. The illegal activity needs to be made legal, whether by amending laws or by changing their judicial interpretation - such things have occurred before, in other places and at other times.

Against this background, we are now seeing the campaign of legislation against, and the unbridled slandering of the Supreme Court, against human rights organizations and against the press, as well as the so-called boycott law, which is aimed at preventing the possibility of dealing with Israeli apartheid in the way South African apartheid was dealt with. It is against this same background that legislation has been submitted that is directed against the Arab citizens in Israel, such as the Loyalty Law and the proposal for a "Basic Law of Israel as the Nation-State of the Jewish People." It is against this background that a campaign of incitement and intimidation is being waged against the necessary and justified critique being voiced by members of academia.

The Supreme Court, which permitted the settlement project and effectively collaborated with the Gush Emunim ideology, has now become an obstacle that needs to be removed - in the eyes of those who still adhere to that ideology - primarily because the court refuses to recognize the possibility of settling on privately owned Palestinian land and did not overturn the government decision to evacuate the settlements in the Gaza Strip.

Because the land belongs to the Jews by divine decree and history (from this perspective, there are similarities between Gush Emunim and Hamas), there is no choice but to elect to the Supreme Court justices who live on Palestinian land, possibly private land, and those who understand that there is no such thing as "land under private Palestinian ownership."

Similarly, this line of thinking goes, the Supreme Court’s interpretation of human rights laws also requires its elimination in its present format. Judgments such as those relating to the Kaadan family (allowing an Arab family to build a home in a Jewish community); the selling of Jewish National Fund land to Arab citizens of Israel; the amendment to the Citizenship Law (no ruling has yet been handed down, but there seems to be a possibility that a majority of justices will rule it illegal); the opening of a highway to Palestinian traffic - all these rulings conflict with essential elements in Gush Emunim ideology: the discrimination between Jews and Palestinians (in Israel and the territories) and the deprivation of the Palestinians’ rights, which transform them into second-class people, absentees or, best of all, refugees.

Does an Israel of this kind have a future? Over and beyond the question of whether Jewish morality and the Jewish experience allow such circumstances to exist, it is clear that this is a flagrantly unstable and even dangerous situation. It is a situation that will prevent Israel from fully realizing its vast potential, a situation of living by the sword - a sword that could be a third intifada, the collapse of peace with Egypt and a confrontation with a nuclear Iran. Yitzhak Rabin understood that.