Civis Mundi Digitaal #19
Wim Couwenberg
Nederland heeft zeker een jaar lang geprobeerd het vastgelopen vredesoverleg tussen Israël en de Palestijnen op gang te brengen. Dat bevestigen betrokkenen aan NRC handelsblad. Een Israëlische en een Palestijnse onderhandelaar zijn afgelopen winter in Nederland geweest voor gesprekken. De geheime operatie kreeg in Nederland de codenaam ‘Blauwgroen’: een verwijzing naar de vlaggen van beide partijen. Onze toenmalige minster Uri Rosenthal (VVD) was hier nauw bij betrokken. Zoals te voorzien, is dit initiatief spoedig de mist ingegaan. Dient immers dat zogenaamde vredesproces niet als een fraaie façade waarachter de realiteit schuil gaat van een slimme Israëlische politiek van voldongen feiten? Geeft de Israëlische regering niet onmiskenbaar de voorkeur aan handhaving van de nu bereikte status quo, inclusief de nederzettingen politiek boven de uitkomst van welk vredesproces dan ook.
Dat zou immers steeds moeten uitmonden in pijnlijke concessies van Israël die ongetwijfeld op hevige binnenlandse tegenstand zullen stuiten. Aan de vorming van een levensvatbare Palestijnse staat lijken voor Israël zoveel haken en ogen vast te zitten dat een oplossing in die zin niet in zicht lijkt, tenzij Amerika dat zou afdwingen. Maar daar lijkt het niet op. Amerika heeft trouwens slechts marginale invloed op het Israëlische beleid in fundamentele kwesties. Een van de Nobelprijswinnaars voor economie in 2005, Robert Aumann die zowel Israëlisch als Amerikaans staatsburger is, verwacht dat aan dit conflict helemaal geen einde komt. De Israëlische econoom Eran Yashiv deelt dat treurige inzicht. Diepgewortelde krachten belemmeren dat, constateerde hij bij het zestig jarig bestaan van Israël.[1]
Slechts weinig Israëliërs zijn bereid de gevestigde nederzettingen in bezet gebied, nu al meer dan 160 in getal, op te geven, zeker niet de grotere steden. De Israëlische beweging Vrede Nu, spreekbuis van gematigd Israël, raakt steeds meer gemarginaliseerd. Zij is geen factor van betekenis meer in de Israëlische politiek, te links voor de gemiddelde Israëliër. Daartegenover groeit de invloed van het religieuze zionisme en daarmee de Groot-Israël ideologie, de ideologische motor achter de kolonistenbeweging en haar streven naar voortgaande territoriale expansie via die nederzettingenpolitiek. Het voortduren van dit conflict is voor de binnenlandse politiek van Israël in zoverre ook positief dat interne spanningen en tegenstellingen, in het bijzonder de polarisatie tussen religieus en seculier Israël, daardoor beheersbaar blijven.
Via een effectieve machtspolitiek van voldongen feiten is Israël stap voor stap bezig dit conflict in zijn voordeel te beslechten. Intern steunt het daarbij op zijn nucleair onderbouwde militaire superioriteit en extern op een ijzersterke Israëlische lobby die er van uitgaat dat Israël altijd moet worden verdedigd ondanks de feiten, omdat het in de ogen van die lobby het morele gelijk aan zijn kant heeft. Het is een lobby die in het Westen, in het bijzonder in Amerika buitengewoon doeltreffend opereert. En dat is ook wel nodig. Want Israëlische machtspolitiek blijft alleen effectief en succesvol, zolang zij zeker is van westerse, in het bijzonder Amerikaanse steun.
[1] Zie E. Yashiv, Israelisch palestijns conflict is onoplosbaar, NRC Handelsblad, 8 mei 2008.