Civis Mundi Digitaal #19
Hans Feddema
Reflectie over een begrip als tevredenheid bepaalt je bij de vraag hoe je in het leven staat. Zeker de vraag welke invloed de omstandigheden inclusief het gedrag en niet te vergeten het oordeel van de ander over jou hebben op je gemoedstoestand. Als we ons bewustzijn afhankelijk maken van anderen en hen in de woorden van Schopenhauer tot ‘zetel van waar geluk’ maken, is een gevoel van content zijn vaak ver weg. Zijn we niet vaak van slag over het oordeel van een ander over ons in plaats van daar boven te staan? En raken we ook niet te gauw geïrriteerd over iets of iemand? Vanuit de spiritualiteit en het doorbrekende eenheidsbewustzijn ben ik er de laatste jaren achter gekomen, dat we elkaar spiegelen en dat het me ergeren aan iemand vooral iets zegt over mezelf. Dit omdat er dan een verdrongen schaduw van of in mezelf wordt getriggerd. Dat inzicht maakte me milder jegens de ander en daardoor ook tevredener. Natuurlijk kunnen de omstandigheden soms erg verdrietig zijn, waarbij mededogen zeker op z’n plaats is. Maar niettemin, bij (on)tevredenheid gaat het net als bij ‘slachtofferschap’ meestal om een instelling of om een gemoedstoestand. Dus om de houding die we tegenover de realiteit of de ‘overall’-situatie innemen.
Rupsje nooit genoeg
Via de tegenpool ontevredenheid leren we vaak nog helderder zien dat het hier om een attitude gaat. ‘Rupsje nooit genoeg’, steeds een grotere auto of mooiere partner willen hebben of een breed dan wel chronisch tekortgevoel aan de dag leggen, lijken indicatie’s van niet (gauw) tevreden zijn. Soms zijn de grondslagen al in het ouderlijk huis gelegd. Ik ken iemand met een tweelingzus, die in de jeugd veel ziek was. Alle aandacht ging daardoor in de jeugd steeds naar die zus, waardoor zich bij de andere zus een tekortgevoel ontwikkelde dat zich in haar latere leven bleef manifesteren. Ook in haar relaties, welke meer de vorm hadden van willen bezitten dan van liefde geven of bij wie liefde niet iets was wat je bij je zelf aanboort, maar wat je van de ander wilt. Ik denk dat velen van ons zich daarin wel herkennen. Bovendien wijst een stijgend aantal burnouts, ADHD en andere (identiteits-)stoornissen er op dat we in ons gejaagde leven elkaar nogal eens de normale aandacht onthouden. Maar los daarvan is een overmatig verlangen naar aandacht - vaak zoals in dit geval stoelend op een gebrek aan aandacht in de jeugd -,volgens Boeddha oorzaak van ontevredenheid en lijden. Bij Boeddha is er echter wel een uitweg uit dit ontevredenheidslijden. Niet via regels, dogma’s of geboden, nee Boeddha is geen moralist. Hij spreekt steeds van een pad of een weg om van binnenuit te gaan. Ook Jezus sprak steeds over een innerlijke weg, de weg van het Koninkrijk van God, dat in ons is. Het is een weg om vrede met ons zelf te krijgen en zo bezield of tevreden (ook vrede zit in dat woord) te leven.
Tevredenheid zoals hier bedoeld is iets anders dan egoïstische zelfvoldaanheid
Tevredenheid heeft, doordat de kerk de weg van het Koninkrijk vaak anders invulde, wel eens het etiquette van ‘egoïsme’ aan de broek gekregen. Je moest dit en je moest dat, en als je daaraan niet kon voldoen, kreeg je een schuldgevoel. Zelfs het ‘je naaste liefhebben’ werd ons al jong, overigens met de beste bedoelingen, als een ‘moeten’ voorgehouden, terwijl je dat in de puberteit meestal nog niet echt kon. Daardoor ontstond schuldgevoel wat ons ons zelfvertrouwen ontnam. Vooral op jonge leeftijd lijkt het zaak eerst zichzelf te gaan liefhebben, in elk geval onszelf niet af te wijzen. Zonder liefde voor zichzelf is het moeilijk van een ander, de Ander en de natuur te houden. Helaas zijn er nogal wat mensen die ontevreden zijn over zichzelf, soms zelfs zichzelf ‘haten’. Dat is een teken aan de wand voor onze cultuur. ‘De kerk heeft ons klein gemaakt en ons ook schuldig doen voelen’, hoorde ik vaak bij m’n onderzoek onder de 27% der Nederlanders die ‘ongebonden religieus’ zijn. Dit in antwoord op m’n vraag waarom ze de kerk verlieten. Overigens signaleerde ik bij hen wel een authentiek godsbesef. Zie mijn eerder in Civis Mundi gepublcieerde essay ‘Nieuwe Spiritualiteit als Derde Weg tussen het Materialistisch Paradigma en de Kerkelijke Dogmatiek’, sinds kort ook op hansfeddema.nl. Met zichzelf, (dus waarmee tevreden te zijn), bedoel ik niet zozeer ons ego of persona = masker, - de Romeinen zagen al dat we ons qua persoonlijkheid of persona meestal anders voordoen dan we zijn -, maar onze ziel, ook wel ons hogere Zelf genoemd. Zo tevreden zijn met zichzelf is geen egoïstische zelfvoldaanheid, maar is meer zelfvertrouwen hebben of zelfliefde zonder arrogantie. We zijn goddelijk, ook al zijn we ons daarvan vaak niet bewust en zit de ego-stem ons wel dwars. God schiep ons, hoe zouden we dan niet goddelijk zijn? God is geen straffende ‘heer op afstand’ ver boven ons, maar manifesteert zich in het leven van alle dag. Hij of Zij is de eenheid van zijn en niet-zijn, van materie en geest. God leidt ons subtiel via de innerlijke stem en geeft ons kracht vanuit eenheidsbewustzijn. Het leven is een stukje God. Daar dankbaar voor zijn, ook elke morgen bij het ontwaken, geeft gevoel van tevredenheid.
(Dr Hans Feddema, is antropoloog, vredesactivist, publicist, oud-docent aan de VU, Voorzitter vd SVAG en medeoprichter van De Linker Wang en GroenLinks)