Civis Mundi Digitaal #20
Wim Couwenberg
Vanouds geldt voorkeur voor de monarchie als een rechtse en voor de republiek als een linkse prioriteit. In Nederland zien we de laatste tijd, zoals eerder uiteengezet, wel een opmerkelijke verschuiving van links politiek denken in de richting van het koningschap als historische erfenis. Nog opmerkelijker is die verschuiving in België. Daar zijn socialisten en liberalen - beiden in deze kwestie oorspronkelijk links vanwege hun principiële voorkeur voor de Republiek - opgeschoven naar overtuigde aanhangers van de monarchie. N-VA en Vlaams Belang hebben daarentegen als exponent van politiek rechts weinig op met de monarchie en belijden openlijk een republikeinse gezindheid.
Het liberale tijdschrift Liberaal Reveil heeft onlangs de vraag ter discussie gesteld of een verschuiving van de liberale voorkeur voor de republiek naar de monarchie op liberale gronden te verdedigen valt. Absoluut niet, stelt de politicoloog Marcel Wissenburg, hoogleraar politieke theorie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Liberalisme en monarchie zijn onverenigbaar, luidt zijn conclusie op grond van een vijftal argumenten.[1] Dat wordt in hetzelfde nummer tegengesproken door de historicus Raymond Kubben, die stelt dat de kwestie van de staatsvorm: monarchie of republiek weinig meer zegt over de wijze waarop de individuele vrijheid beschermd wordt, de liberale toetssteen bij uitstek. Dat is natuurlijk juist. Het onderscheid in staatsvormen heeft nu ook een heel andere inhoud gekregen, te weten het onderscheid tussen een federale of unitaire staatsvorm. Waar het in dit geval om gaat is dat de oude ideologische principes er in de praktijk niet of in ieder geval weinig meer toe doen. Dat zien we heel duidelijk in deze kwestie. Links in België is louter om redenen van politieke opportuniteit opgeschoven naar rechts en rechts om dezelfde redenen naar links. Niettemin blijft de politieke klasse in België uit politiek zelfbehoud denken in versleten ideologische onderscheidingen, omdat zij de politieke creativiteit mist om nieuwe politieke wegen in te slaan. We zien dat trouwens ook in Nederland en andere landen in Europa.
Troonswisseling
Het Belgische koningshuis is niet te vergelijken met dat in Nederland als symbool van nationale eenheid en verbondenheid. In een etnisch zo verdeeld land als België kan het als zodanig moeilijk uit de verf komen. Het is te zeer vereenzelvigd geraak met de Franstalige bovenlaag in België. De band met Vlaanderen is daardoor fragiel. Een tijdlang werd die band nog ondersteund door de invloed van de R.K.-kerk in Vlaanderen. Die kerk heeft vanouds sterke banden met het Belgische koningshuis. België is via de afscheiding van Nederland immers ontstaan dankzij een monsterverbond van een Franstalige elite en roomse clerici. De invloed van die kerk in Vlaanderen is inmiddels sterk teruggelopen. En dat heeft ook de band daar met dat koningshuis verzwakt. Dat is opnieuw gebleken bij de recente troonswisseling in België. De Franstalige pers reageerde daarop heel enthousiast, veel enthousiaster dan die in Vlaanderen die zich in lijn hiermee ook veel kritischer uitliet over de nieuwe koning Filip. Een onopvallende houten klaas die daardoor een kleurloze indruk maakt, zo kan men die kritiek kort samenvatten. Koning Filip zal waarschijnlijk ook wel de laatste koning van België worden. Als staat heeft België geen toekomst meer, verklaarde onlangs nog de links georiënteerde socioloog Mark Elchardus.
[1] Zie M. Wissenburg, Voor de derde Republiek, Liberaal Reveil, 2, 2013