Israëlvisies in beweging. Flinke knuppel in het orthodox-christelijk hoenderhok

Civis Mundi Digitaal #23

door Jan Wijenberg

Bespreking van: Steven Paas, Israëlvisies in beweging, Gevolgen voor Kerk, geloof en theologie, Brevier Uitgeverij Kampen, 2014

Israëlvisies in beweging. Flinke knuppel in het orthodox-christelijk hoenderhok

 

Jan Wijenberg

 

Steven Paas, Israëlvisies in beweging, Gevolgen voor Kerk, geloof en theologie, Brevier Uitgeverij Kampen, 2014

 

Toen de Hoofdredacteur van Civis Mundi mij vroeg deze boekbespreking te schrijven, had ik zo mijn bedenkingen. Theologie is niet bepaald mijn vak en het onderwerp roept veel herinneringen uit mijn jeugd op. Zijn argumenten waren overtuigender dan mijn verweer.

 

de verzuiling

In de hongerwinter van 1944/1945 crepeerden wij in Rotterdam letterlijk van de honger. Toch bogen mijn ouders en mede-Gereformeerden zich over de vraag of de slang in het Paradijs werkelijk had gesproken of dat dit meer symbolisch moest worden opgevat. Belangrijk was ook of de psalmen in de vertrouwde hele noten moesten worden gezongen, of in halve. Moest in de nieuwe spelling vastgehouden worden aan ’Heere’ of mocht ’Here’ ook? Beter was toch misschien ’HEERE’. De leer van de predestinatie hield de lidmaten keurig in het gareel. Als zesjarige, nog onbekend met de trias politica, de scheiding der machten, maar gezagsgetrouw, vond ik het twijfelachtig dat Oom Dick overwoog om over te stappen naar de Gereformeerden onderhoudende Artikel 31. Hij was tenslotte Commissaris van Politie.

Na de oorlog werden de zondagen gevuld met twee kerkdiensten en daar tussen in geklemd de knapen-, later de jongelingsvereniging. Toen begon ik mij al af te vragen of er misschien sprake zou zijn van selectief citeren uit het Oude Testament.[1] Na de gebruikelijk lange theologische verhandeling vanaf de kansel steeg tweemaal per zondag bij deze adolescent de aandacht. Nu was het moment aangebroken om de vertaalslag te maken naar mijn leven van alle dag. Maar steevast klonk dan ’Amen’, het einde van de preek.

In de zestiger jaren dwaalde ik, wat teleurgesteld over een beperkte jeugd, zonder wrok, maar ook niet zonder enige opluchting geleidelijk af van het kerkelijk instituut. Wat overblijft is mijn theologie-in-de-notendop: "Heb God lief boven alles en uw naaste als uzelf" en de barmhartige Samaritaan.

Lang heb ik geloofd mijn jonge jaren in een in zichzelf gesloten sekte te hebben doorgebracht. Bij nader inzien was het gewoon de verzuiling.

 

theologische en politieke oriëntatie

Sinds mijn pensionering in 2003 zet ik mij in voor het bevorderen, vooral door Nederland, van vrede tussen Israël en Palestina. Iedereen kies zijn eigen referentiekader van waarden en normen. De heer Paas opteert voor: ’De Heilige Schrift en de klassieke christelijke theologie’.[2] Ik baseer mij uitsluitend op het toe te passen internationaal recht en de feiten. Waar het vraagstuk vooral politiek van aard is, dient het binnen het kader van het internationaal recht met politieke middelen te worden opgelost.

 

Wat moet ik, met dit verleden en die politieke inslag, nu aanvangen met een theologische verhandeling over visies op Israël? Een bevriend theologe - Rooms-Katholiek van geboorte, Anglicaans bij keuze - bracht mij enig inzicht bij:

            Probleem van de theologie is, zo hield zij mij voor, dat die niet alleen op de             Bijbelteksten gebaseerd is (dat gaat nog wel) maar ook op traditie. En er zijn     nogal veel verschillende tradities. Wie een andere interpretatie aanhangt         worden niet zelden van ketterij beschuldigd. Dat is vaak simpelweg omdat ze de   traditie van de ander niet echt kennen en met hun eigen maatstaven de     theologie van   de ander beoordelen. Het lijkt over ’objectieve’ gegevens te gaan            (Bijbelcitaten   bijvoorbeeld) maar in werkelijkheid is het veel ingewikkelder:             cultuur, geschiedenis, identiteit, gedachten, verhalen, tradities. Het is geen            ’universele kennis’ als wiskunde. Theologie heeft zo zijn eigen         merkwaardigheden (als elke wetenschap) en vergt wel wat vakkennis om tot een verantwoord oordeel te komen.

Het komt mij als verstandig voor, dat ik mij niet waag aan enig oordeel over de theologische merites van het betoog van de heer Paas. Met alle respect voor zijn monnikenwerk, zijn integriteit en zijn moed, ik beperk mijn oordelen tot terreinen die ik min of meer doorzie: het politieke handwerk en het internationaal recht.

 

De ’Christenen voor Israël’, of het Israëlisme [het trefwoord van Paas] zijn een formidabele politieke macht. In de Verenigde Staten worden daaronder ca. 43 miljoen kiezers gerekend. In de Nederlandse Tweede Kamer is nog steeds een, weliswaar slinkende, meerderheid voor het Israëlische regime.[3] Het CDA is doorslaggevend en negeert vooralsnog haar grondwettelijke plichten bij het toe te passen internationaal recht en het gebod tot naastenliefde, te gehoorzamen voor de verdrukte Palestijnen en bedoeïenen in Israël en Palestina. De SGP en de CU blijken rotsvaste, claustrofobische aanhangers van het Israëlisme.[4] Lobbyisten als ik streven vooral naar de noodzakelijke koerswijziging van het CDA. Investeren in de twee andere, onwrikbare christelijke partijen wordt ervaren als verspilde energie.

 

de kern

Mijn zegsvrouwe volgend, dient een goed theoloog cultuur, geschiedenis, identiteit, gedachten, verhalen en tradities mee te wegen in zijn analyses en conclusies. Dr. Paas voldoet ruim aan deze kwalificatie. Van de zeventien hoofdstukken die het boek telt, wordt dit gedachtegoed in 14 hoofdstukken in detail onderzocht en vastgelegd. De omvangrijke analyse staat een beknopte conclusie, vele malen herhaald, niet in de weg. Paas:

            De conclusie luidt dat het Israëlisme heeft gefaald in het vinden van een veilige     vaarroute tussen de klippen van vijandige en van enthousiaste georiënteerdheid             op het volk, het land en de godsdienst van het huidige nationale Israël. De    Heilige Schrift en de klassieke christelijke theologie wijzen in een geheel andere             richting. [...] Het Israëlisme van heden bedreigt de fundamenten van Kerk en         theologie.[5] [...] Waar het hier om gaat is dat er onder christenen eveneens een          uitzonderlijke, abnormale religieuze fascinatie bestaat voor het nabijbelse Israël        als volk, land en religie, voor Zion dus.[6] [...] Het is gebleken dat filosemitisme,       dat wil zeggen buitensporige Zionistische liefde voor Joden, gevaarlijk is, omdat          zij gemakkelijk kan worden teleurgesteld en veranderd in haat en zo een            versterking gaat vormen van de beruchte geschiedenis van pogroms en andere     vormen van discriminatie en vervolging van Joden.[7] [...] gebleken (is) dat filosemitisme en antisemitisme minder ver van elkaar zijn verwijderd dan vaak          wordt gedacht. Maar in het bijzonder dekt de term Israëlisme het verschijnsel         van sympathieke Israëlfascinatie die soms leidt tot extreem filosemitisme.[8]

Het Israëlisme lijdt aan ’de letterwaan’, mijns inziens ook zeer selectief toegepast:

            Het Israëlisme benadert de Schrift met de sleutel die alleen past als men tot in       het extreme  ervan uitgaat dat alle teksten een letterlijke betekenis hebben [...].             Mede als gevolg daarvan wordt een tendens zichtbaar om het huidige fysieke            Israël een positie te geven op of heel dicht naast de centrale plaats, die alleen       is bestemd voor Christus. [...] Als we niet erkennen dat bepaalde gedeelten uit          de Schrift niet bedoeld zijn voor letterlijke uitleg, dan belanden we in een        gevaarlijke letterlijksheidsbenadering.[9]

 

voorpublicatie

Steven Paas publiceerde een Engelstalige voorloper van zijn boek.[10] Dit leidde tot een ware zondvloed aan besprekingen. De reacties waren, aldus Paas, in het algemeen instemmend of respectvol kritisch; de gevoelige aard van het onderwerp verleidde sommigen tot felle en soms onaanvaardbare emotionele verwijten. De commotie noopte de auteur en zeven andere theologen tot het schrijven van een Open Brief d.d. september 2012[11] over Israël en gericht aan ’Nederlandse Christenen’. Paas:  

            De Nederlandse weergave van Christian Zionism Examined is meer dan een        vertaling: zij bevat alle onderdelen van een verwerking van de discussie die           ontstond na publicatie van het Engelse boek.[12]

Samen met de heer Paas begrijp ik de ophef goed. Het raakt het hart van de stroming ’Christenen voor Israël’, door hem Israëlisme genoemd. In de kritieken die ik onder ogen kreeg viel op dat deze discussie zich strikt bewoog binnen de wetenschap van de theologie. De dagelijkse realiteit in Israël en Palestina kwam niet aan de orde. Het vreselijk lot van onze naasten, de Palestijnen en de bedoeïenen, kwam niet ter sprake. Aan ’Hebt God lief boven alles en uw naaste als uzelf,’ werd geheel voorbij gegaan.  

Er was één recensent die buiten de cocon van de theologie en in die van het strafrecht trad. Ds. G. Hette Abma permitteerde zich zijn kritiek de titel ’Antisemitisch schotschrift’[13]te geven. Deze zielenherder beschuldigt een integer onderzoeker en een diepgelovig mens van een misdrijf.

 

vervangingstheologie

Dr. Paas waarschuwt voor het mogelijk leiden van Israëlisme tot antisemitisme, en wordt er vervolgens zelf van beschuldigd. Een zelfde mechanisme is actief in de door het Israëlisme verafschuwde ’vervangingstheologie’.[14] Paas verwerpt dit concept:

            De term ’vervangingstheologie’ is inderdaad karikaturaal, want de Kerk kan           Israël onmogelijk hebben vervangen [...] De Kerk heeft Israël niet vervangen,             maar de Kerk is Israël in zijn ware betekenis en opdracht, namelijk om Joden overal ter wereld en heidenen van alle volken tot bekering en behoud te     roepen.[15] Vervuld in Christus is het nieuwtestamentisch vernieuwde genadeverbond progressief voortgegaan, om te demonstreren dat het gericht is          op de wereld.[16]

Je zou toch denken dat de ’Israëlisten’ zijn afwijzing zouden omarmen. Maar het mocht niet baten. Ds. J. de Vreugd:

            En daarmee ben ik ook bij de kern van mijn grote bezwaren tegen dit boek.            Paas voelt de beschuldiging dat hij vervangingstheologie bedrijft aankomen en     wijst die van de hand: de kerk komt niet in de plaats van Israël, maar is Israël;        [...] .....dat, samengevat, Israël in feite ophoudt te bestaan als volk van God en             ’evolueert’ in de richting van de kerk uit Joden en heidenen -  dan heb je het          toch gewoon over vervangingstheologie.[17]

Mijn theologisch onderlegde informante zegt dat de Israëlisten wel een punt hebben. De vervangingstheologie bestaat helaas echt, niet alleen bij Augustius, maar ook bij Luther en vele anderen. Het heeft een negatieve rol gespeeld in de geschiedenis ten koste van Joden.

 

Nu schiet mij de wijze les van mijn theologisch onderlegde informante weer te binnen:      Theologie heeft zo zijn eigen merkwaardigheden (als elke wetenschap) en vergt    wel wat vakkennis om tot een verantwoord oordeel te komen.

 Ik leg mij daar graag bij neer.

 

theologie en praktijk

In Hoofdstuk 15, De Palestijnen en Israël, demonstreert Dr. Paas dat hij ook buiten de hem vertrouwde grenzen van de theologie kijkt en relevante observaties verricht:

            Deze theologische bezwaren impliceren kritiek op ethisch terrein. Dit raakt de       houding van het Israëlisme tegenover aspecten van de Israëlische politiek. Het       gaat daarbij met name over de verhouding tussen de staat Israël en de   Palestijnen binnen en buiten die staat.[18]

Terecht constateert de auteur dat

            Een volk dat met geweld en onrecht een ander volk onder de duim houdt, heeft     een groot ethisch probleem. [...] Deze politiek kan onmogelijk leiden tot            duurzame vrede en moet wel voeren tot ontwrichting van de Israëlische      samenleving.[19]

 

Een aantal elementen in het betoog van Dr. Paas vereisen nadere uitwerking.

 

de Islam

De Islam, een geloofsgemeenschap van 1,4 miljard mensen, wordt  wel erg ondermaats behandeld. Alle Palestijnen, allen onze naasten, verdienen onze steun. Het stoort, dat de islamitische meerderheid als eigenlijk onbelangrijk wordt weggezet.[20]  

 

Hamas

Een bepaald onjuiste en onvolledige beschrijving van Hamas wordt gegeven onder het hoofdje ’Raketten bij Jeruzalem’.[21] Paas:

            De ervaring van deze kortstondige oorlog [in november 2012] liet ons iets zien      van de aan redeloosheid grenzende onverzoenlijkheid van het ultra-radicale   islamisme, vertegenwoordigd in Hamas.

In hun orthodoxie verschilt Hamas niet veel van de Nederlandse Israëlisten. Ik raad de auteur, voordat hij ononderbouwde uitspraken doet, ten stelligste aan om, zoals ik, de Gaza Strook te bezoeken. Dat zal zijn visie blijvend beïnvloeden. De Gazaanse bevolking is onderworpen aan een mensonterende Israëlische wurggreep die in gruwelijkheid althans mijn voorstellingsvermogen te boven ging.

Hamas is van oorsprong een sociale beweging die in gezondheidszorg en onderwijs voorziet. Deze ontwikkelde zich tot een effectieve politieke partij. Voornamelijk uit ongenoegen van de kiezers over de corruptie van Fatah, verkreeg Hamas in 2006 de absolute meerderheid in het Palestijnse parlement. Fatah heulde met succes samen met Israël, de VS en lidstaten van de Europese Unie om de rechtmatig gekozen partij te verdrijven. Dat is op de Westoever gelukt. De in democratische termen legitiem gekozen regering van Hamas bestuurt nog slechts de Gaza Strook. Deze politieke partij huldigt standpunten over de beslechting van het conflict tussen Israël en Palestina die nauw aansluiten bij het international recht en de voorstellen van de Arabische Liga. Ook is het leiderschap onder voorwaarden bereid ‘hudna’, een langdurig bestand, met Israël aan te gaan.

In de ogen van het politiek zionistische regime vormt Hamas de grootste bedreiging van hun centrale doelstelling, het vestigen van Eretz- of Groot-Israël. Deze doelstelling is op grond van het internationaal recht onwettig en dus onaanvaardbaar. Het expliciete voornemen van het Israëlische regime is om het leiderschap van Hamas uit te moorden. Dat is ook na twee grootschalige militaire operaties in Gaza en talloze aanslagen niet gelukt. De Israëlische propagandamachine, Hasbara, heeft met succes op de mouwen van de Westerse leiders weten te spelden dat Hamas een terroristische organisatie zou zijn. Die spin doet de werkelijkheid natuurlijk geweld aan. Hamas is bij afwezigheid van nieuwe verkiezingen de rechtmatige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk en huldigt solide uitgangspunten voor de beslechting van het conflict en verdedigt zich op goede internationaalrechtelijke gronden, ook gewapenderhand, tegen het barbaarse Middeleeuwse Israëlische beleg van de Gaza Strook.

 

 

Israël’s veiligheid?

Dr. Paas:

            Israël heeft ongetwijfeld het recht om zich te verdedigen tegen een vijandige          omgeving die staat en volk van de kaart wil vegen.[22]

Dit is de bekende, ons door Israël opgedrongen opvatting. Daar valt veel op af te dingen. Een staat die de Palestijnen en de bedoeïenen decennia lang terroriseert en naar het leven staat, de soevereiniteit van talrijke landen in de wijde omgeving en het Zeerecht straffeloos, ernstig en voortdurend schendt, roept begrijpelijke vijandigheid over zich af. Israël, lid van de Verenigde Naties, geniet zoals alle lidstaten de bescherming van zijn veiligheid op grond van het VN-Handvest. De Arabische Liga, dus inclusief Hamas, heeft vrede aangeboden onder de voorwaarde dat Israël zich terugtrekt uit de bezette Palestijnse gebieden.

De allereerste zorg dient uit te gaan naar de veiligheid van de slachtoffers van de tomeloze Israëlische agressie: de Palestijnen, de bedoeïenen en de landen in de wijde omtrek. Israël - de vierde krijgsmacht met de tweede luchtmacht ter wereld, machtiger dan alle Arabische staten en Iran samen - dient zich eerst terug te trekken. Pas daarna kan beoordeeld worden of extra veiligheidsmaatregelen nodig zijn.

 

Apartheid?

            De heer Paas memoreert, dat hij ten onrechte nogal sympathiek stond tegenover het Zuid-Afrikaanse apartheidsbewind:

            Die liefdeloze fout van sympathiseren met racistische verdrukkers in naam van    voor christelijk versleten opvattingen, wil ik niet nog eens maken! Vandaar mijn         positekeuze ten aanzien van het Joodse en het ’christelijke’ Zionisme en         vandaar de consequentie die ik daaruit trek voor mijn visie op het Joods-   Palestijnse conflict.[23] 

Hoezeer deze keuze te waarderen valt, het onderschat de aard van het Israëlische regime. Het is vele malen erger dan het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime.

Het Apartheidsregime wilde de zwarte en gekleurde bevolking behouden en gebruiken als nuttige en goedkope arbeidskrachten in de landbouw, de industrie, de mijnbouw, als vaatwassers en toiletreinigers en als hulpen in de huishouding. Men tolereerde echter niet dat zij de blanke bevolking lastig zouden vallen als hun buren en medegebruikers van hun openbare voorzieningen.

Raciale scheiding is in Israël en de bezette gebieden aan de orde van de dag. De doelstellingen van het Israëlische regime zijn echter nog veel gruwelijker dan die van de Apartheid waren. De politiek zionisten stellen zich ook ten doel de Palestijnen en de bedoeïenen te verdrijven. Voor zover dat niet lukt, worden zij in onderworpen posities gebracht en hun samenlevingen vernietigd. Uiteindelijk zullen zij worden verdreven. Hen worden hun rechten, hun eigendommen, hun water, hun land, hun rechtszekerheid, hun onderwijs, hun gezondheidszorg, hun veiligheid en hun waardigheid ontnomen. Israëlische misdaden tegen deze groeperingen, ook regelrechte moord, worden niet of nauwelijks bestraft. In dit beleid past ook het systematisch demoniseren van de Palestijnen. Israëlische en Palestijnse ngo’s, met als doel het bewaken van de mensenrechten, en hun medewerkers persoonlijk, wordt met gerichte wetgeving, militaire operaties en gerechtelijke terreur het werken steeds verder bemoeilijkt.

Mocht het Joods politiek zionisme zijn wortels in Europa hebben, dan is dat het slechtste dat wij te bieden hebben.

 

de Aanbevelingen

Vol verwachting ga ik naar Hoofdstuk 17, Aanbevelingen. Hoe moeten, vraag ik mij af, volgens de auteur de Israëlische misdaden gecorrigeerd, de naastenliefde gepraktiseerd en de rechtvaardige dus duurzame vrede realiteit worden? Hoe wordt het hoogste gebod in praktijk gebracht? Ik lees: Kies voor een christocentrische hermeneutiek; Geef het Zionistische chiliasme geen plaats; normaliseer de verhouding; Geef voorrang aan zending.

Zullen het politiek zionistische Israëlisch regime en hun Israëlistische kompanen daar wakker van liggen? Persoonlijk heb ik weer het gevoel gekregen dat de dominee ’Amen’ heeft gezegd juist voordat het relevant kon worden.

 

conclusie

Dr. Steven Paag heeft met zijn doorwrochte theologische analyse een beduidende knuppel het orthodox-christelijke hoenderhok doen belanden en heeft dat hok behoorlijk opgeschud. Hij stelt adoratie van de staat Israël en de Joodse meerderheid in die staat aan de kaak. Dat is niet alleen hoognodig. Het vergt ook de betoonde standvastigheid, integriteit en een flinke portie moed.

De stap van goede analyse naar effectieve naastenliefde, dus naar doeltreffend politiek beleid, moet  nog worden gezet.

 

 



[1] Nooit werd bijvoorbeeld aandacht geschonken aan de oproep in het Oude Testament tot  moordpartijen op andere, niet-joodse stammen. Dat blijkt een actueel thema in Israël te zijn. Door de staat Israël gefinancierde orthodoxe rabbijnen publiceren boeken met voorschriften wanneer en hoe niet-Joden te doden voordat de laatstgenoemden dat de Joden aandoen. Deze aanwijzingen zijn geïncorporeerd in de Rules of Engagement van de Israel Defence Forces. Deze stellingen behoeven onderbouwing.

                Max Blumenthal, Goliath, Life and Loathing in Greater Israel, Nations Books, New York, 2013, Chapter 57, How to Kill Goyim and Influence People, p. 303, Rabbijn Yitzhak Shapira en Rabbijn Yosef Elitzur, Torat Ha’Melech [the King’s Torah], 2009. De auteurs: non-Jews are "uncompassionate by nature" and may have been killed in order to "curb their evil inclinations." "If we kill a gentile who has violated one of the seven commandments [of Noah] ... there is nothing wrong with the murder," Shapira and Elitzur insisted. [...] "There is justification for killing babies if it is clear that they will grow up to harm us, and in such a situation they may be harmed deliberately, and not only during combats with adults." Torah Ha’Melech was written as a guide  for soldiers and army officers seeking rabbinical guidance on the rules of engagement. [...] Shapira and Elitzur urged a policy of ruthlessness towards non-Jews [...].

                Rabbijn Yousef Falay: We have to make sure that no Palestinian individual remains under our occupation. If they escape then it is good, but if anyone of them remains, then he should be exterminated. International Middel East Media Center, 18-09-2004

                Mr. Heikelien Verrijn Stuart besprak kort na de Operation Cast Lead van 2008/2009 in het Nederlands Juristenblad [‘We zullen disproportioneel geweld gebruiken ....’, Nederlands Juristenblad, 30 januari 2009] in deze context de plaats van het recht naast politiek en oorlog. Zij laat niets heel van, onder andere, het Israëlische beleid ter zake. Zij bespreekt de Daniyah Doctrine:

"Israël zelf laat zich aan het vereiste van proportionaliteit niets gelegen liggen, zo blijkt uit de door generaal Eisenkot, de militair secretaris van de voormalige premier Ehud Barak, in oktober 2008 gepresenteerde ‘Daniyah Doctrine’. Na de aanval in Libanon in 2006 waarbij 1000 mensen, vrijwel uitsluitend burgers, werden gedood in de buitenwijk Daniyah, die werd beschouwd als Hezbollah bolwerk, had Israël een militair probleem. Ondanks het grootschalig geweld, was Israël er niet in geslaagd de raketbeschietingen te stoppen. En dus kondigde generaal Eisenkot op 3 oktober 2008 in het Israëlische dagblad Yedioth Ahronoth aan Hamas anders te zullen aanpakken. ‘We zullen disproportioneel geweld gebruiken tegen ieder dorp van waaruit schoten worden gelost op Israël, en we zullen immense schade en vernietiging teweegbrengen. Vanuit ons gezichtspunt zijn zij geen burgerdorpen, zij zijn militaire bases. Dit is geen aanbeveling, dit is een plan dat reeds is geautoriseerd.’

In een rapport voor het Instituut voor Nationale Veiligheid van de universiteit van TelAviv onderstreept kolonel Gabriel Siboni, even onverbloemd, dat het antwoord op de raketaanvallen de ‘disproportionele aanval in het hart van de zwakke plek van de vijand is, waarbij pogingen de lanceringcapaciteit te schaden op de tweede plaats komt’.

Deze instructies werden door het Israëlische leger toegepast tijdens de aanslag op Libanon in 2006 en tijdens Operation Cast Lead, de op Gaza in 2008/2009 en de tweede militaire operatie tegen Gaza van november 2012 .

                De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties gaf zijn Board of Inquiry, de Commissie Martin genoemd, opdracht onderzoek te doen naar de incidenten gericht tegen VN-bezittingen en

-personeel in de periode tussen 27 december 2008 en 19 januari 2009 [de Operation Cast Lead]. Uit de door de VN verspreide samenvatting van het rapport blijkt dat de Commissie heeft vastgesteld dat aanvallen in Gaza op VN-faciliteiten en op Palestijnse burgers die er bescherming genoten meerdere malen voorkwamen, waarbij geen sprake was van het verschuilen van Hamas krijgers tussen de burgerbevolking.

 

[2] blz. 7

 

[3] Paas schrijft veel negatief beleid toe aan ’de Staat Israël’. Ik maak liever onderscheid tussen deze staat, waar niets op tegen is mits deze zich houdt aan het internationaal recht, quod non, en het politiek zionistische Israëlische regime, de bron van veel van het kwaad.

 

[4] Gemeenlijk stelt een uitgever voor recensies graag een exemplaar van een publicatie ter beschikking. Het kan de omzet bevorderen. Uitgeverij Brevier informeerde bij de hoofdredacteur van Civis Mundi waarom een exemplaar werd gevraagd. Hij besloot er geen ter beschikking te stellen.  Desgevraagd was de auteur graag bereid dit wel te doen.

 

[5] blz. 7

 

[6] blz. 19

 

[7] blz. 21

 

[8] blz. 8

 

[9] blz. 24

 

[10] Christian Zionism Examined: A Review of Ideas on Israel, the Church and the Kingdom, Nürnberg: Verlag für Theologie und Religionswissenschaft/ Hamburg: Reformatorischer Verlag Beese, 2012

 

[11] in het besproken boek opgenomen als Bijlage I

 

[12] blz. 8 en 9

 

[13] Ds. G. Hette Abma, Antisemitisch schotschrift, Israëlaktueel, oktober 2012

 

[14]  Bijlage II, Termen, blz. 293

’Vervangingstheologie. Een term die in het Israëlisme wordt gebruikt om een karikatuur te maken van de heersende opvatting in het historisch Christendom over de verhouding tussen de Kerk en Israël. Men beschuldigt de Kerk ervan dat zij met name sinds Augustinus. heeft gesteld Israël te vervangen [door ’Kerk’, JW], zodanig dat de Joden uitgesloten zijn van het heil.’

 

[15] blz. 41

 

[16] blz. 40

 

[17] Ds. J. de Vreugd, Christelijk Zionisme onderzocht, Israël en de Kerk, december 2012, www.christenenvoorisrael.nl/israel-en-de-kerk

 

[18] blz. 227

 

[19] blz. 239

 

[20] blz. 239, onder het hoofdje: Al-Nakba.

 

[21] blz. 238, 239

 

[22] blz. 228

 

[23] blz. 242