Irak: van schurkenstaat naar falende staat

Civis Mundi Digitaal #25

door Wim Couwenberg

Irak: van schurkenstaat naar falende staat

Wim Couwenberg

 

De vrees dat Irak op termijn dezelfde kant op zou gaan als Joegoslavië, was in de VS een tijdlang een serieus punt van discussie na de publicatie van het boek van de Amerikaanse diplomaat Peter Galbraith, getiteld The End of Iraq (2006). Die zag in opdeling van Irak in een Koerdisch noorden, een Soennitisch midden en een Shi’itisch zuiden de enig werkbare oplossing. De eerste stappen op weg naar een opdeling van Irak in autonome regio’s zijn al gezet. Een vergaande mate van Koerdische autonomie is inmiddels een geaccepteerd feit. Hoe problematisch een geforceerde handhaving van de staatkundige eenheid van Irak ook is, een opdeling ervan is evenmin zonder problemen, gelet op de talrijke etnisch gemengde gebieden aldaar. Zo’n opdeling kan makkelijk ontaarden in nieuwe etnische zuiveringen. De buurlanden die al weinig op hadden met de omverwerping van het regime van Saddam Hoessein, vrezen van zo’n opsplitsing nieuwe onrust in eigen land, waar nationale minderheden makkelijk besmet kunnen raken met het eventuele afscheidingsvirus in Irak met nieuwe etnische conflicten in het Midden-Oosten als gevolg.

De Amerikaanse president George W. Bush probeerde zijn Irakoorlog in tweede instantie te legitimeren met zijn bekende dominotheorie. Irak, onder Saddam Hoessein een schurkenstaat, zou dankzij die oorlog veranderen in een democratische staat die een domino-effect zou hebben op andere niet-democratische staten in het Midden-Oosten. Sinds Amerika zich sinds 2011 zich uit Irak heeft teruggetrokken, heeft het een land achtergelaten met een heel wankele regering, die aanvankelijk nog de pretentie had een regering van nationale eenheid te zijn, maar die in de pers al onmiddellijk als een regering van nationale onenigheid geduid werd, met liefst 42 ministers om alle grote sekten van resp. Sjiieten (60%), Soennieten (20%) en Koerden (20%) evenredig onderdak te bieden en met Noeri Al-Maliki als premier, in 2006 aan de macht gekomen toen Irak leek af te glijden naar een burgeroorlog, maar door hem de kop ingedrukt dankzij zijn greep op het veiligheidsapparaat en inmiddels door zijn politieke rivalen geportretteerd als een tweede Saddam Hoessein, door de slimme wijze waarop hij macht naar zich toe weet te trekken. Heeft het eerste kabinet-Maliki nauwelijks maatschappelijke vooruitgang gebracht, met zijn tweede kabinet ziet het er nog slechter uit. Met het jihadistische succes van ISIS en Jihadistan in de maak, lijkt een opdeling van Irak, zoals bepleit door Galbraith, een reële kans te maken. De Irakoorlog, die door de Britse oud-premier Blair onlangs nog uitdrukkelijk verdedigd werd, en zoals gezegd bedoeld was om van Irak een voorbeeldige democratische staat te maken, is uitgelopen op een Irak dat we rustig kunnen rangschikken onder de talrijke falende staten van deze tijd.