De Europese Unie in de komende jaren

Civis Mundi Digitaal #27

door Jean Penders

De Europese Unie in de komende jaren

Jean Penders

 

Aanloop naar een nieuwe beleidsperiode

Vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in mei 2014 heerste er in bestuurlijke en ambtelijke EU-kringen nogal wat opwinding over de nabije toekomst. Het EP zou een coup beramen. Bij de keuze van de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie zou de volgorde, zoals neergelegd in het Verdrag van Lissabon, worden omgegooid.  Dus niet een voordracht door de Europese Raad, de Chefs, te ratificeren door het EP, maar een persoon geselecteerd door het Parlement die aan de Europese Raad   gepresenteerd zou worden als de nieuwe Commissievoorzitter.

Zou dat lukken? In Nederlandse kabinetskringen viel scepsis te noteren. Afwijken van het Lissabonverdrag? Zover zijn we nog niet, sprak den Haag. Het EP zou, afhankelijk van de verkiezingsuitslag, naar voren schuiven  de Luxemburger Juncker (Europese Volkspartij), of de Duitser Schulz (Europese socialisten) dan wel de Belg Verhofstadt (Liberalen). Het werd Juncker en de Europese Raad ging akkoord. Coup gelukt; een formidabele prestatie van het EP. Tevens een precedent voor de toekomst.

Andere knopen, zoals een opvolger voor Herman van Rompuy als Voorzitter van de Europese Raad, werden nog even niet doorgehakt. Na de augustusmaand, absoluut doodtij voor Brussel, kwam de machinerie weer op gang.  De Poolse premier Donald Tusk zal per 1 december de Europese Raad gaan leiden. Juncker kreeg van het EP goede cijfers voor zijn pogramma en wist een alleszins acceptabele lijst van nieuwe Commissarissen samen te stellen.. Vooral de EVP kan tevreden zijn met 14 van de 28 Commissarissen plus Donald Tusk uit eigen kring. Nederland lijkt uiteindelijk aardig uit het strijdgewoel te voorschijn te komen met minister Timmermans als eerste vice-voorzitter van de Commissie met een voorshands wat mysterieuze functie op het terrein van de Europese regelgeving. Het blijft jammer dat voor Dijsselbloem de positie van financiele tsaar niet haalbaar bleek.

 

Hoofdpunten

Wat staan voor de Unie als hoofdpunten op de agenda? Dat zijn er drie: de economie, het buitenlands en veiligheidsbeleid en  een orientatie op de toekomstige koers voor Europa. In de eerste plaats de sociaal-economische toestand in de Unie. Het herstel is broos, de groei gering, de werkloosheid onaanvaardbaar hoog, de doorvoering van noodzakelijke structurele hervormingen (arbeidsmarkt, verzorgingsstaat) per lidstaat sterk verschillend. Maar de financiele disciplinering is stevig in regels neergelegd (aangescherpt stabiliteits- en groeipact, sixpack, twopack). Een Bankenunie staat in de steigers. Aan de Europese Commissie zijn verreikende sanctiebevoegdheden  toegekend. Het komt nu aan op de moed ze toe te passen op staten die niet aan hun verplichtingen voldoen (Frankrijk, Italie).

Door creatief werk van de Europese Raad en het Europees Parlement is het raamwerk voor het in toom houden van overheidstekorten goed opgetuigd. Een hoofdrol speelde daarbij Corien Wortmann, CDA-lid van het EP tot afgerlopen mei. Maar nu ligt er de taak van het stimuleren en coordineren van de economie. De interne markt vertoont  leemten, de dienstensector is er nog lang niet in  geintegreerd,  en links en rechts steekt protectionisme de kop op. Een gezamenlijke aanpak van voorwaarden voor economische groei, de “”economic governance”, is in 2013 blijven steken. Ideologische tegenstellingen, enigszins verlopend volgens Noord-Zuidlijnen, blokkeren vooruitgang. Het is ook niet makkelijk. De Unie moet vooruit, de integratie heeft verdieping nodig, maar de lidstaten hechten aan eigenheid en eigen beleid. Men klampt zich vast aan het bestaande en mist de moed om verder te gaan dan korte baanschaatsen. Bij sommigen heerst angst dat een echte economische unie – een term gebruikt door van Rompuy – leidt tot rommelig ,Zuid-Europees, financieel gedrag; domweg geld pompen in slecht bestuurde landen.  Dat kan niet de bedoeling zijn. Het gaat om beheerst beleid. Het doorvoeren van hervormingen als voorwaarde en grondslag van stabiele en duurzame groei. Voorstander van een ‘’economic governance” in deze zin  is o.a. de Duitse minister Schäuble, toch allerminst een financiele “”free rider””.  President Tusk zal  aan dat concept hard moeten trekken.Onmisbaar onderdeel van de “”economic governance”” is een energie-unie. Eerste taak is het verminderen van de  afhankelijkheid van olie en gas uit Rusland. Dat vergt een grotere spreiding van energiedragers. Kolencentrales zijn uit milieuoogpunt niet aan te raden. Komen kernenergie en schaliegas hoger op de agenda? Wegens de steeds maar stijgende vraag naar energie moet er veel nadruk komen op zgn. renewables.

 

Hoofdpijndossier

Het buitenlands en veiligheidsbeleid is een hoofdpijndossier. In het Verdrag van Lissabon is een keur aan beleidsdoelstellingen neergelegd, vergezeld van talrijke instrumenten: civiele en militaire missies, een diplomatieke dienst, financieel-economische steun, ontwikkelingssamenwerking, humanitaire hulp, strategische afspraken met derde landen, militaire organen (comité’s, staven), een agentschap voor samenwerking bij materieelaanschaf etc. Maar de besluitvorming is strikt op unanimiteitsbasis en door grote meningsverschillen tussen de lidstaten weinig productief. Terwijl de conflicthaarden in de wereld al maar talrijker worden: Oekraine, Gaza, Islamitische Staat, Libie, Centraal Afrikaanse Republiek, Mali, Zuid-Soedan. Verdragswijziging teneinde meerderheidsbesluitvorming mogelijk te maken is een doodlopende weg. Als de EU tot militaire actie wil overgaan zal men aangewezen zijn op “’coalitions of the willing””. Het optreden van Catherine Ashton als Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid was geen succes. Behalve met gebrek aan eensgezindheid in de Unie had zij ook te maken met aarzelende en terugtrekkende bewegingen van President Obama . Die zijn begrijpelijk gezien de ervaringen in Afghanistan en Irak maar ondermijnen het vermogen tot Amerikaans leiderschap. Voeg daarbij de   ruim twintig jaar durende bezuinigingsgolf op defensieuitgaven in verreweg de meeste EU-lidstaten en het hoofdpijndossier is afdoende verklaard. Maar nog steeds krijg je te horen “”Waarom moet de EU aan defensie doen? Wij specialiseren ons toch in soft power?””. Vergeten wordt dat voor het innemen van een positie in de wereldpolitiek een drieslag nodig is: diplomatie, financieel-economische macht en een zekere militaire capaciteit. Er is gelukkig een voorzichtige kentering t.a.v. de defensiebudgetten van de lidstaten waar te nemen. De bodem lijkt bereikt. Maar wordt die kentering weer niet weggeblazen bij de eerste tekenen van ontspanning? In december 2013 nam de Europese Raad een aantal besluiten op militair terrein. Vooral belangrijk waren aanzetten om te komen tot een betere samenwerking op defensie-industrieel terrein. Daar is een wereld te winnen.

 

Problemen van de buiten- en de binnenkant

Ten slotte de orientatie van de Unie op de toekomst. De EU kent problemen aan de buitenkant: landen die graag willen toetreden. De EU kent ook problemen aan de binnenkant: landen met afscheidings—of sterke autonomiebewegingen. Beginnen we met de buitenkant: IJsland heeft (voorlopig?) de handdoek in de ring gegooid. Turkije moet bij zichzelf te rade gaan of het wel lid wil worden. Oekraine en de Kaukasus moeten zich geen illusies maken. Een reeel toekomstperspectief hebben alleen de voormalige deelstaten van Joegoslavie en wellicht Albanie. Maar ook daar moet nog zoveel opbouw- en hervormingswerk worden verzet dat de Commissie-Juncker waarschijnlijk geen nieuwelingen zal kunnen verwelkomen.  Jammer voor de Britten, die de EU graag zouden willen uithollen door ruimhartig nieuwe lidstaten binnen te halen.

Vervolgens de binnenkant. Schotland blijft binnen het Verenigd Koninkrijk en dus ook in de EU. De aandacht verschuift nu naar de plannen van premier Cameron om nieuwe bevoegdheden te bieden aan Schotland, Wales en Noord-Ierland. Ook voor Engeland zouden aparte arrangementen moeten geconstrueerd worden. Volgens sommige commentaren zou het Verenigd Koninkrijk gaan lijken op een federatie! Wat een gruwel voor Cameron en de Tories.  Wat betekent dit allemaal voor een eventueel vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU? (Brexit).  Natuurlijk moet voorkomen worden dat Londen zich terugtrekt uit de EU. Het zou voor de  positie van de Unie in de wereld een enorme dreun zijn. Maar er is geen reden om grote concessies aan Londen te doen. Het blijft nu al buiten een aantal centrale constructies van de Unie: geen euro, geen Schengen maar wel een fikse greep uit de kas, de beruchte “”rebate””. Het lidmaatschap van de EU en de toegang tot de interne markt zijn voor de Britten  van eminent belang. Dat weten ze zelf heel goed. Dat was ook de reden waarom zij uiteindelijk, na jarenlange dwarsliggerij, tot de (toen) EEG toetraden. Dus, waarde Mark Rutte, er is geen reden om nerveus over je schouder naar Cameron te kijken. In de zestiger en zeventiger jaren spande Den Haag zich reusachtig in om Groot-Brittannie binnen te halen. Kregen we daar ooit iets voor terug?

Vóór de eurocrisis en de aansluitende algemene crisis klopte de EU zich trots op de borst dat haar nadruk op soft power een pre was bij het behartigen van de Global Public Goods: klimaatbeleid, armoedebestrijding, duurzame energie, een geordend migratiebeleid o.m. door het bevorderen van ontwikkeling en groei in de landen grenzend aan de Unie. Van die pretentie is thans weinig te bespeuren. De EU maakt de indruk relatief terrein te verliezen ten opzichte van de Verenigde Staten en de BRICS-landen. Toch zijn de onderwerpen van de Global Public Goods te belangrijk om ze te veronachtzamen. Maar de EU kan een leidende rol bij de aanpak daarvan eerst weer innemen als zij een krachtige geopolitieke positie kan claimen qua diplomatie, financieel-economische macht en passende militaire capaciteiten.