Civis Mundi Digitaal #28
Arbeidsmigratie oplossing voor problemen van vergrijzing en bevolkingskrimp, of toch zoiets controversieels als bevolkingspolitiek?
Wim Couwenberg
Tweedeling tussen Noord en Zuid in demografisch opzicht
Een snel stijgende bevolkingsomvang in grote delen van Zuid gaat hand in hand met een snelle daling van het geboortecijfer in Noord. Afrika behoort in Zuid tot de snelste groeier ondanks de sterk gestegen sterftecijfers als gevolg van de aids- en ebola-epidemiëen en onderling oorlogsgeweld. Sinds 1960 is de bevolking daar gegroeid tot meer dan 800 miljoen. Officieel gaat het goed met Afrika, dankzij een snel groeiende economie. Vandaar de kreet ‘Africa Rising’. Met groeiende welvaart en toenemende verstedelijking zou men in Afrika evenals elders verwachten dat de bevolkingsgroei zou afvlakken. Maar in Afrika valt die demografische tendens niet te bespeuren. Afrikanen willen nog altijd veel kinderen krijgen, als een soort levensverzekering.
Wat Noord betreft is de daling van het geboortecijfer in Europa het sterkst (gemiddeld 1,4 kind per vrouw; Nederland zit daar iets boven met gemiddeld 1,7 kind per vrouw); in de VS is die daling minder groot. Daar is nog sprake van 2,1 kind per vrouw dankzij een veel sterkere godsdienstige oriëntatie aldaar. Die dalende tendens wordt versterkt door het groeiende aantal hoog opgeleide vrouwen die om redenen van carrière vrijwillig kinderloos zijn en daarbij ondersteund worden door organisaties als World Child Free Association die af willen van het taboe dat nog steeds op vrijwillige kinderloosheid ligt. Volgens gegevens van het CBS in Nederland neemt het aantal vrouwen dat bewust kinderloos blijft steeds meer toe. Het zijn vooral hoogopgeleide vrouwen die vaker voor kinderloosheid kiezen. Van deze vrouwen die in de jaren ’50 geboren zijn, is 25% kinderloos gebleven tegen tien procent van laagopgeleide vrouwen.
Die dalende tendens als uitvloeisel van de seksuele revolutie sinds de jaren ‘60 en de tweede feministische golf wordt heel verschillend gewaardeerd. De Israëlische islamoloog R. Israeli[1] spreekt wat Europa betreft van een demografische zelfmoord en waarschuwt in verband hiermee voor een nieuwe opmars van de islam in Europa vanwege de snel groeiende moslimbevolking aldaar die zich met elke nieuwe generatie verdubbelt[2]. De Canadese journalist en columnist Mark Steyn doet dat eveneens en publiceert zijn doemscenario onder de veelzeggende titel It’s the Demography, stupid![3]. De Belgische jurist en publicist P. Huys[4] interpreteert die tendens op zijn beurt als een onvoorstelbaar demografische ineenstorting en ziet in de wettelijke legalisatie van abortus de voornaamste oorzaak daarvan. Gegeven het feit dat niet alleen bevolkingsgroei, maar ook bevolkingskrimp zich langs exponentiële lijnen voltrekt, waarschuwt de Duitse socioloog en demograaf F.-X. Kaufmann bij doorzetten van die trend voor zwaar weer na 2020. Het huidige sociale stelsel zal dan niet meer te handhaven zijn.[5] Ook machtspolitieke overwegingen leiden ertoe dat bevolkingskrimp als een serieus politiek probleem onderkend wordt. In Rusland wordt dat zelfs als een demografische catastrofe gesignaleerd en ervaren, die voor de machtspositie van het land op het wereldtoneel op termijn fataal kan worden.[6] Naar verwachting zal de Russische bevolking van 145 miljoen naar 110 miljoen zakken in 2050. De bekende exponent van het Amerikaanse neoconservatisme Irvin Kristol ziet in die trend een schoolvoorbeeld van westerse decadentie.
Als men uitgaat van een traditioneel-christelijk mensbeeld is die negatieve waardering verklaarbaar. Uit ecologisch en bevolkingspolitiek oogpunt valt die ontwikkeling juist toe te juichen, stelt Paul Gerbrands[7] van De Club van Tien Miljoen daartegenover. Bewust leren leven zonder kinderen waardeert hij als een welkome bijdrage tot reductie van overbevolking in de wereld.
Achtergrond en problematiek migratiestromen van Zuid naar Noord
Deze onevenwichtigheid in demografisch opzicht tussen Noord en Zuid en de daarmee samenhangende grote welvaartskloof verklaren op zichzelf alleszins de migratiestroom van Zuid naar Noord die daarvan het gevolg is. Vandaar het pleidooi de ontwikkelingshulp sterker te richten op terugdringing van bevolkingsgroei in Zuid. Die migratiestroom is een nieuwe bron van verdeeldheid geworden in de politiek van westerse landen. Vergrijzing en toenemende bevolkingskrimp aldaar confronteren ons met nieuwe welvaartsproblemen zoals de instandhouding van sociale zekerheid, pensioenen, adequate zorg e.d. en met de vraag hoe te voorzien in dreigende structurele tekorten op de arbeidsmarkt. Als antwoord daarop is van verscheidene kanten gepleit voor een ruime mate van zogenaamde circulaire migratie hand in hand met de ontwikkeling van een transnationaal burgerschap.[8] De Europese Commissie behoort daar ook toe.
In het kader van de ideologie van de mensenrechten en de theorie van de vrije markt is zelfs een wereldwijde vrijheid van migratie aan de orde gesteld als richtsnoer van internationale wetgeving en rechtspraak en een noodzakelijke voorwaarde ook voor een zodanige globalisering van de arbeidsmarkt dat iedereen waar ook ter wereld daardoor in staat gesteld wordt een menswaardig leven te leiden overeenkomstig eigen mogelijkheden en inzichten.[9] Circulaire migratie als juist genoemd is daarvan een eerste praktische uitwerking. Bedoeld wordt daarmee dat migranten de mogelijkheid krijgen het gastland permanent in en uit te gaan. De migrant moet zich dus vrij kunnen bewegen tussen herkomst- en gastland. Het gaat er daarbij om de winstpunten ervan te maximaliseren door brain drain te verminderen en brain gain en brain circulation te bevorderen. Met het oog daarop mogen noch de directe belangen van het gastland, noch die van het herkomstland voorrang hebben. Het is een concept dat in academische kringen weerklank vindt, maar nog steeds heel wat beleidsobstakels op zijn weg vindt.[10]
De vraag of arbeidsmigratie het antwoord is om de gevolgen van vergrijzing op te vangen blijft echter omstreden. Het gaat, zo stellen critici, ten nadele van het toch al bedreigde leefmilieu, het vermindert de sociale cohesie, en versterkt de bevolkingsdruk. Al behoort Afrika tot het continent met de sterkste bevolkingsgroei, dat neemt niet weg dat de bevolkingsdichtheid daar niettemin lager is dan in Nederland. Een uitzondering wil men alleen maken voor migranten met een hoog economisch potentieel, die nodig blijken voor moeilijk vervulbare vacatures. Het Australische migratiebeleid lijkt daar in zekere zin een voorbeeld van. Economisch nut, kennis van de Engelse taal en gezondheid zijn daar de voornaamste toelatingscriteria. Het probleem van dreigende tekorten op de arbeidsmarkt, zo wordt voorts aangevoerd, lijkt niet zo groot meer, dankzij snel toenemende digitalisering en robotisering van onze samenleving. Maar die tendens verlicht dat probleem van een tekort aan arbeidskrachten alleen met betrekking tot werk dat makkelijk te automatiseren is.
Bevolkingspolitiek in positieve en negatieve richting
In verband met vergrijzing en bevolkingskrimp in Europa is inmiddels voorzichtig ook de vraag opgeworpen of we niet moeten komen tot een actieve bevolkingspolitiek in positieve richting, dus ter stimulering van het geboortecijfer. In Nederland is het de econoom en universiteitshoogleraar aan de UvA B. van Praag[11] die te dien aanzien zijn nek heeft uitgestoken. Hij is voor zo’n bevolkingspolitiek die met gerichte maatregelen de bevolking in ieder geval stationair wil houden, dus op het huidige niveau van zo’n zestien miljoen. Concreet betekent dat gemiddeld 2,1 kind per vrouw.
Dit jaar herhaalde hij zijn pleidooi in een opiniebijdrage in de Volkskrant. Het lage geboortecijfer in Europa ligt ver onder de noodzakelijke 2,1 kind per vrouw. Dat gaat rampzalig uitpakken voor de economische ontwikkeling van Europa. In immigratie ziet hij geen structurele remedie. De ‘kwaliteit’ van die immigranten is vaak veel lager dan waar de Europese arbeidsmarkt behoefte aan heeft. En als die migranten na verloop van tijd ook zo weinig kinderen krijgen als de autochtone bevolking, blijft het bevolkingsvraagstuk de Europese economie belasten. Interessant is in dit verband de omslag van de bekende demograaf D.J. van de Kaa[12], die deel uitmaakte van staatscommissie Bevolkingvraagstuk, die in de jaren ’70 door het kabinet-Biesheuvel is ingesteld. Als lid van die staatscommissie was hij in 1977 nog voor afremming van de migratiedruk ter vermindering van de bevolkingsgroei. Als gevolg van de vergrijzingsproblematiek is hij daar later op terug gekomen en ziet hij nu meer heil in selectieve migratie dan in geboortestimulering om die problematiek het hoofd te bieden.
Ook in Duitsland is geboortestimulering een serieus punt van discussie geworden. In 2004 verscheen daar een boek van de prominente Duitse econoom Hans-Werner Sinn onder de omineuze titel: Ist Deutschland noch zu retten? waarvoor grote belangstelling bleek te bestaan. In datzelfde jaar hield hij in Amsterdam de Tinbergen-lezing onder de sprekende titel: Europe’s Demographic Deficit. A plea for Child Pension System. Daarin betoogt hij dat Europa, maar vooral Duitsland geen toekomst meer heeft door het lage geboortecijfer. De geboortepiramide krijgt daardoor een steeds smallere basis. Dat proces moet gekeerd worden door sterk verhoogde kinderbijslagen en boetes voor kinderloze gezinnen.[13] In dezelfde geest pleit de eerder genoemde demograaf Kaufmann enerzijds voor het aftrekbaar maken van de kosten van ouders voor de opvoeding van hun kinderen en anderzijds voor het extra belasten van kinderloze echtparen.[14] Tussen 1990 en 2002 is de kinderbijslag in Duitsland met het oog op die problematiek verzesvoudigd. Maar dat heeft nauwelijks effect gehad op het geboortecijfer. Dat blijft schommelen rond 1,3 geboorte per vrouw.
Paul Gebrands als woordvoerder van De Club van Tien Miljoen wil van dit alles niets weten. Hij juicht die vergrijzing juist toe,[15] evenals de demograaf G. Beets[16] van het Interdisciplinair Demografisch Instituut. Die ziet daarin eveneens een welkome bijdrage tot terugdringing van de huidige overbevolking. Hij voelt daarom niets voor een bevolkingspolitiek als juist genoemd. Gerbrands[17] is wel voor een actieve bevolkingspolitiek maar dan in negatieve richting: verdere beperking van de bevolkingsdruk via fiscale prikkels, afschaffing of beperking van geboortestimulerende maatregelen als kinderbijslag, bevordering van gemiddeld één kind per gezin, zoals in China, een uiterst restrictief toelatingsbeleid en vervanging van onze groei- door een krimpeconomie. Een linkse denker A. van der Zwan[18] gaat niet verder dan beperking van de kinderbijslag tot twee kinderen en alleen bestemd voor minder draagkrachtigen. Een intrigerende vraag is in dit verband of het mogelijk is een bepaald optimum te formuleren voor een aanvaardbare omvang van de bevolking. Aan de hand van welke criteria valt dat te omlijnen?[19]
CU-politicus A. Rouvoet heeft in 2008 als minister voor Jeugd en Gezin op dit terrein ook zijn nek uitgestoken met een oproep om met het oog op de kosten van vergrijzing na te denken over het gewenste geboortecijfer per vrouw. Voor een stabiele bevolkingsopbouw en omvang is een geboortecijfer van 2,1 kinderen per vrouw nodig. Nu is dat gemiddeld 1,7. De eerste reacties uit de Tweede Kamer hierop waren zonder meer afwijzend. Juist genoemde demograaf Beets wees er in dit verband op dat er bij een geboortecijfer van 2,1 kinderen per vrouw er jaarlijks 30 à 40.000 kinderen bij komen. Dat leidt alleen maar tot grotere bevolkingsdruk in een land dat toch al als vol beleefd wordt.
Conclusie
Vergrijzing is de grootste tijdbom onder de overheidsfinanciën, zoals de bekende econoom Lans Bovenberg stelt. Een van de grootste kostenposten wordt dementie, met de ziekte van Alzheimer als meest voorkomende oorzaak. Bevolkingskrimp is ook een groeiende bron van bezorgdheid. Wat is de conclusie van deze notitie over deze ontwikkeling in Europa? Immigratie blijft als oplossing van dit structurele probleem omstreden, maar positieve bevolkingspolitiek nog meer. Het proces van vergrijzing en bevolkingskrimp zet zich niettemin verder door als een structurele tendens. Rond 2040 bereikt vergrijzing in Europa naar verwachting haar hoogtepunt, met in Nederland bijna 5 miljoen mensen boven de 65 jaar. Vergrijzing wordt ook in verband gebracht met gezondheidsklachten als een verhoogd risico op depressie, diabetes, hartinfarcten en angst. Groeiende eenzaamheid wordt hierbij eveneens genoemd, want voor ouden van dagen die immers passé zijn, is er weinig echte aandacht meer.
Hoe dit te interpreteren? Enerzijds kan dit uit ecologisch oogpunt toegejuicht worden. Maar anderzijds rijst daarbij de vraag of dit niet duidt op een beschaving in verval. Eens was Europa de bakermat van de moderniteit als nieuw beschavingstype, waar het nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden aan ontleende. Dat stelde Europa in staat enige eeuwen lang een dominerende positie in de wereld te realiseren. Nu lijkt het een beschaving op haar retour, gebukt gaande onder een sluipende beschavingsmoeheid, waardoor de vitaliteit en ondernemingszin van weleer lijken weg te sijpelen.
Duidt dit op Untergang des Abendlandes? Het boek van de bekende geschiedfilosoof Oswald Spengler, dat na de Eerste Wereldoorlog onder die titel verscheen, was een groot succes vanwege het eindtijdgevoel dat hij daarin vertolkte en door veel tijdgenoten gedeeld werd. Dat boek verschijnt nu binnen afzienbare tijd in Nederlandse vertaling. Is daar behoefte aan? Spengler, als prominente exponent van de Conservatieve Revolutie in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog, verbond die ondergang, die hij rond het jaar 2000 verwachtte, aan de opkomst van de moderniteit. Maar dit nieuwe beschavingstype staat inmiddels model voor de hele wereld. Er is wel een neergang gaande in Europa, maar om heel andere redenen. Vergrijzing en krimpende bevolking lijken daarvan omineuze tekenen, maar zij kunnen zoals gezegd uit ecologisch oogpunt juist positief gewaardeerd worden. De geschiedenis zit ingewikkeld in elkaar.
[1] Zie het interview met hem in Nederlands Dagblad, 3 februari 2007, p. 11 (Europeanen plegen demografische zelfmoord)
[2] Zie R. Israëli, The Third Islamic Invasion, 2007
[3] M. Steyn, It’s the Demography, stupid, Opinio, 12, 22 maart 2007
[4] P. Huys, Christendom en christenheid, Nucleus, december 2006
[5] Zie F.-X. Kaufmann, Schrumpfende Gesellschaft. Vom Bevölkerungsrückgang und seinen Folgen, 2005
[6] Zie bv. M. Lauman, Bevolkingskrimp grootste bedreiging voor Rusland, Internationale spectator, oktober 2007
[7] P. Gerbrands, Geen kwestie van ethiek, in: P. Gerbrands e.a., Tien miljoen mensen als duurzame bevolkingsomvang, 2006, pp 111-112
[8] Zie o.a. H. Ghorishi, R. Lubbers en N. Tahir, Vier de komst van migranten, haal alles uit hen wat ze in zich hebben en dat is veel, NRC Handelsblad, Opinie en Debat, p. 19, 27/28 februari 2007
[9] Zie P. de Waart, Humane bestrijding van terrorisme, in: S.W. Couwenberg (red.), Van Koude Oorlog naar oorlog tegen terrorisme, Civis Mundi jaarboek 2007, pp. 113-114
[10] Zie R. Muskens en F. Bieckmann, Circular migration. Creating a virtuous circle, The Broker, 1, 2007, pp. 10-14
[11] B. van Praag, Nederlanders moeten meer kinderen krijgen, NRC Handelsblad, 7 juli 2003
[12] D.J. van der Kaa, Kinderen kun je niet kopen, NRC Handelsblad, 10 juli 2003
[13] Geciteerd bij J. Pen, Ervaringen met de vol, in: P.J. Gerbrand e.a., Tien miljoen mensen als duurzame bevolkingsomvang, 2006, pp. 12-13
[14] Zie F.-X. Kaufmann, a.w. (noot 5)
[15] P.J. Gerbrands, t.a.p. (noot 2), pp. 43-46
[16] Ontleend aan De leraar moet over baby’s praten, NRC Handelsblad, 22 juli 2005, p. 2
[17] P.J. Gerbrands, Mijn land van veel en vol, 2003
[18] Zie het interview met hem getiteld Vloeken in de linkse kerk, Rotterdams Dagblad, 4 oktober 2003
[19] Zie Aanzet tot het formuleren van criteria voor een bevolkingsbeleid, Stichting De Club van Tien Miljoen, 1997