Civis Mundi Digitaal #28
Bespreking van: Jule Hinrichs, Het jaar dat de Muur viel. Amsterdam University Press, 2014.
Hanco Jürgens, Na de val. Nederland na 1989. Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2014.
Herlevende belangstelling voor de Koude Oorlog, althans voor het ten einde lopen daarvan
Wim Couwenberg
Bespreking van: Jule Hinrichs, Het jaar dat de Muur viel. Amsterdam University Press, 2014.
Hanco Jürgens, Na de val. Nederland na 1989. Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2014.
Prima journalistiek essay over de val van de muur en de overgang naar een open economie
Vergeleken met de Tweede Wereldoorlog is de herinnering aan de Koude Oorlog betrekkelijk snel op de achtergrond geraakt, althans in Nederland. Maar bij de herdenking van de val (eigenlijk de opening) van de Berlijnse Muur na 25 jaar is de belangstelling daarvoor even sterk herleefd, althans voor het ten einde lopen daarvan, niet alleen in de media, maar ook met de publicatie van nieuwe boeken over het begin van het einde van de communistische vijand in het Oosten, de oorzaken van de val en de historische betekenis ervan.
Het eerstgenoemde boek is een uitstekend journalistiek essay door een journalist van het Financieele Dagblad over de prille hervormingen die voorafgaan aan en resulteren in de val van de muur in 1989; en vervolgens de gebeurtenissen van 1989, die ten slotte uitmondden in de val van de Muur. Het communistische regime in Hongarije staat daarbij centraal. Daar worden de eerste stappen naar het einde van het communistische Oostblok gezet. Dat einde voltrekt zich dan in de DDR met de val van de Muur. Tijdens de Koude Oorlog was de verleiding groot Oost-Europa en het Oostblok als een communistisch eenheidsblok op te vatten. Maar, zoals de schrijver prima uiteenzet, gingen er achter de façade van dat communistische Oostblok aanzienlijke verschillen schuil, die ook in het proces van ineenstorting van het communistische systeem tot uiting komen. Na de eerste stappen, gericht op het openbreken van dat systeem in Hongarije en daarna ook in Polen via voorzichtige hervormingen, volgden de DDR, Bulgarije, Tsjecho-Slowakije en Roemenië. De auteur besluit zijn journalistieke verslag met een belangwekkend overzicht van de problemen verbonden aan de overgang van de communistische planeconomie naar de vrije markteconomie in het Westen sinds de val van de Muur. Die overgang kon geschieden via geleidelijke hervormingen of via een radicale omslag (een big bang). Dat laatste was het geval in Polen. Het succes van de Poolse big bang werd het model voor een geslaagde transitie.
Die transitie van communistische planeconomie naar een vrije markteconomie ging uiteraard gepaard met een transitie naar een nieuw politiek systeem in liberaal-democratische zin. Dat heeft wel de nodige tijd gekost, en is ook met veel corruptieproblematiek gepaard gegaan. Het boek wordt besloten met een lijst van begrippen die relevant waren in het communistische Oostblok. Heel nuttig omdat, zoals gezegd, de Koude Oorlog spoedig op de achtergrond is geraakt, zoals de kennis daarover. Ik mis in het rijtje begrippen wel het communistische begrip van vreedzame co-existentie, dat een grote rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de socialistische theorie van de internationale betrekkingen, en sinds partijleider Chroesjtsjov de grondslag is geworden van de socialistische buitenlandse politiek.
Historische betekenis van 1989
Is het eerstgenoemde boek een zuiver journalistiek verslag, gebaseerd op een ouderwets knipselarchief, eigen journalistieke excursies naar het Oostblok en informatie uit dag- en weekbladen, het tweede boek heeft ook een journalistieke inslag, maar graaft veel dieper, daarbij steunend op de nodige wetenschappelijke literatuur. Het is een waardevolle aanzet tot eigentijdse geschiedschrijving, die eerst betrekking heeft op de val van de Muur en de reacties daarop, en op de historische betekenis van 1989 (de eerste drie hoofdstukken). Vervolgens gaat de auteur veel uitgebreider in op de grote maatschappelijke en politieke veranderingen in Nederland sinds de val van de Muur, en de achtergronden daarvan. Daarbij wordt echter geen direct verband gelegd met de val van de Muur. Dat verband is er ook niet. De auteur is historicus, en heeft als zodanig interessant eigentijds historisch werk geleverd. Maar hij behandelt in dit boek twee verschillende onderwerpen, die los van elkaar staan. Uit het oogpunt van compositie is dat minder geslaagd.
Ik beperk mij hier tot een korte kanttekening bij het eerste onderwerp. In dit boek wordt eveneens de aanloop geschetst tot de val van de Muur, en de achtergronden daarvan. En dat gebeurt in een meer wetenschappelijk verantwoorde stijl, dus met een historisch-wetenschappelijk geschoold oog voor de complexiteit van het historische gebeuren en de historische verbanden daarin. Daarbij komt ook de relatie tussen de val van de Muur en Nederland ter sprake, met name de wijze waarop van Nederlandse zijde gereageerd is op het proces van hereniging van Duitsland na de val van de Muur.
Heel interessant en mijns inziens alleszins relevant en ter zake is zeker wat gemeld wordt over de historische betekenis van 1989, die de auteur interpreteert als een breuk in de wereldgeschiedenis. Met een grote greep, zo stelt hij, is het zeer wel mogelijk de periode 1789-1989 te interpreteren als de periode van de opkomst en het verval van de grote ideologieën. Het hoogtepunt van het ideologische tijdperk projecteert hij in de periode 1917-1945 met de opkomst van fascisme, nationaal-socialisme en communisme. Na 1945 zette het verval van de ideologische strijd in. Maar hij ziet daarbij over het hoofd dat de Koude Oorlog ook een sterk ideologische inslag had, ja, het internationale hoogtepunt was van de ideologische strijd over de grondslagen van de moderne samenleving en cultuur. Op de eigentijdse geschiedenis van Nederland in de afgelopen 25 jaar in dit boek kom ik nog afzonderlijk terug.