Civis Mundi Digitaal #31
Conservatief effect van deelname aan de macht
Solidariteit met de zwakkeren, dus met mensen die het moeilijk hebben, is de gebruikelijke reactie op de vraag wat links is. Maar hoe typisch links is dat nog in deze tijd? Dat dergelijke mensen geholpen moeten worden, maakt nu deel uit van de heersende sociaal-liberale beschavingstraditie. Maar hoe dat het meest doeltreffend gebeuren kan, blijft inzet van politieke controverse. Links is een houding, die eigenlijk alleen geloofwaardig over komt als men geen deel uitmaakt van de macht. Zodra dat wel het geval is, raakt links na verloop van tijd steeds meer verweven met het politieke en maatschappelijke establishment en krijgt het onwillekeurig conservatieve trekken.[1] “ Die Teilnahme an der Macht macht stets konservativ”, zoals de Duitse socioloog R. Michels opmerkt.[2] De deelname van de PvdA aan het kabinet Rutte-II is daar een nieuw treffend voorbeeld van. Linkse veranderingsgezindheid beperkt zich dantot niet veel meer dan een dynamisch-conservatieve opstelling in de zin van Edmund Burke: preserve by changing. Dat nu is wat met de sociaal-democratie is gebeurd. Recent werd dit opnieuw bevestigd door het kabinetsbesluit onder verantwoordelijkheid van de PvdA-minister van Financiën Dijsselbloem om de ABN Amro te privatiseren, in plaats van deze bank in sociaal-democratische geest te bestemmen tot een staatsbank (nutsbank), zoals van verscheidene kanten bepleit.
De meest tragische tendens in het linkse denken en de daarmee samenhangende linkse politiek is de onmacht de veel te grote inkomens- en welvaartsverschillen tot redelijke proporties terug te brengen. Na de egalitaire revolutie van de vorige eeuw zien we in deze nieuwe ontwikkelingsfase van de moderniteit (zie nader thema 4 in dit nummer) nieuwe saillante inkomens-, vermogens- en welvaartsverschillen. Wel is met de Derde Weg politiek in de jaren ’90 van Britse en Duitse sociaaldemocraten en van onze twee paarse kabinetten serieus geprobeerd tot een houdbaar historisch compromis te komen tussen het liberale vrijheids- en het sociaaldemocratische gelijkheidsbeginsel. Maar in de praktijk heeft het liberale vrijheidsbeginsel toch weer veel meer nadruk gekregen onder invloed van globalisering, liberalisering van kapitaal- en handelsverkeer, en de technologische informatierevolutie, met opnieuw groeiende sociale ongelijkheid. De ongelijkheid op wereldschaal in levens- en ontwikkelingskansen is nog nooit zo groot geweest als nu. Ondanks achtereenvolgens twee linkse presidenten is de kloof tussen arm en rijk in Brazilië nog nooit zo groot geweest als nu. Is het vechten tegen de bierkaai?
Links en progressief zijn ook niet langer identiek evenmin als rechts en conservatief. Als sociaal linkse partijen zich inzetten voor behoud van sociale verworvenheden, wat op zichzelf begrijpelijk is, worden zij wel conservatief in formele zin. Dat is ook het geval als zij in het kader van de Europese integratie zoveel mogelijk willen vasthouden aan nationale soevereiniteit als historische verworvenheid. De boel bij elkaar houden als politieke opdracht wordt nu gerekend tot een progressieve politiek.[3] Maar maakt dat oorspronkelijk niet deel uit van conservatief gedachtegoed evenals trouwens het streven naar natuurbehoud dat nu eveneens een progressieve klank gekregen heeft?
Nostalgie naar linkse profilering van weleer
Werd aan een linkse voorkeur in het ideologische tijdperk (1789-1989) een moreel en politiek superieure positie gerelateerd vanwege de voorhoederol in de strijd voor een nieuwe en betere wereld die links in die tijd exclusief voor zich opeiste, in het postideologische tijdperk is die positie teloorgegaan. En rechts raakt dan van de weeromstuit bevrijd van de bij voorbaat negatieve klank die het gekregen had, toen links denken placht te bepalen wat politiek wel of niet deugt, en intellectuelen vanzelfsprekend met dat linkse denken geassocieerd werden. In het ideologische tijdperk behoorde een authentieke intellectueel immers links te zijn. Toen Paul Johnson zijn boek Intellectuals (1989) besloot met de waarschuwing: pas op voor intellectuelen – lieden die ideeën boven mensen plegen te stellen – had deze bekende Britse journalist en historicus kennelijk nog steeds linkse intellectuelen op het oog. Maar spreken van een rechtse intellectueel is nu niet langer een contradictio in terminis.
Aan de linkerzijde van het politieke spectrum leeft nog en zekere nostalgie naar de linkse ideologische profilering van weleer, als weg naar electoraal herstel. Kan een ruk naar links die electorale val van de laatste tijd stoppen? Voormalig PvdA-leider Wouter Bos twijfelt daaraan sterk.[4] Bij een bezoek van de SP-leider Emile Roemer aan de voormalige Braziliaanse president Lula da Silva, gaf deze linksdenkende politicus Roemer de volgende boodschap mee: “Linkse partijen in Europa verdedigen aarzelend de verworvenheden van de afgelopen halve eeuw. Maar zij komen niet meer met nieuwe ideeën. Links staat voor de uitdaging een nieuw links paradigma uit te werken.” Hij heeft hartstikke gelijk, aldus Roemer. Om in een interview in de Volkskrant van 18 mei jl. als die linkse uitdaging de vernieuwing van de democratie voor te stellen. Civis Mundi pleit daar al van stonde af aan voor, dus al sinds begin jaren ’60, maar wordt van linkse zijde niettemin al jarenlang voor rechts versleten.
Deprimerende onmacht
Een saillante actuele problematiek van links denken is, lijkt mij, zijn pijnlijke onmacht tegenover de dominantie van economische en technologische elites als nieuwe, zelfbewuste aanvoerders van het moderne vooruitgangsgeloof, met een nieuwe, rechtlijnig en onbekommerd uitgevoerde technologische revolutie als wapenfeit. Onder de cynisch bedoelde titel ‘Gij zult renderen of ten onder gaan’ demonstreert de ontgoochelde linkse oud-politicus Marcel van Dam in een nieuwe aanval op het superkapitalisme die onmacht zonder enige reserve.[5] Na eerst gesteld te hebben dat technische ontwikkeling autonoom is, dus niet tegen te houden, constateert hij verderop in zijn artikel op cynische toon:
“Gevestigde instituties, politieke partijen voorop, willen blijven bestaan en schikken zich gewillig naar de eisen van de nieuwe afgod. Een versplinterde samenleving met een versplinterd normenstelsel heeft een grotere en sterkere overheid nodig. In plaats daarvan wordt die steeds verder afgetuigd om meer ruimte te bieden aan het superkapitalisme. De democratie is verworden tot een ritueel om burgers de illusie te laten dat ze iets hebben in te brengen. Als meer rendement hoofddoelstelling van beleid is, kun je uitrekenen wat daarvoor de geschiktste maatregelen zijn. Voedsel voor technocraten. Een feitelijke analyse van het overheidsbeleid zou uitwijzen dat de computermodellen van het Centraal Planbureau en de Europese Commissie veel en veel meer invloed hebben dan alle parlementen bij elkaar. Verkiezingsprogramma’s worden tevoren al getoetst of ze aan de eisen voldoen. De controlefunctie van het parlement is een lied van schijn en wezen geworden. […] Computers kunnen steeds meer. Ze zijn bij uitstek geschikt om het rendementsdenken te ondersteunen. Met zelflerende algoritmen kunnen ze mensen ook het ingewikkeldste werk uit hoofd en handen nemen. En ze kunnen via datamining, nudging en reclame consumenten meer en meer laten kopen en weggooien. De computers op Wallstreet leren met algoritmen ook steeds beter hoe ze koerswinsten kunnen maken.”
Dat loopt, zo besluit Van Dam, uit op een nieuwe crisis. Op weg daarheen komt het moment dat die computers tegelijk besluiten om winst te nemen, en al hun aandelen te verkopen. Tel uit je winst.
Dat slot tekent de deprimerende onmacht van het eens zo veelbelovende, oorspronkelijk revolutionair gezinde links tegenover de oppermachtig geworden technologische revolutie van onze tijd.
[1] In die zin ook G. van Benthem van den Bergh, De staat van geweld, 1980,p. 106
[2] Namelijk in zijn bekende werk Zur soziologie des Parteiwesens, 1911
[3] Zie o.a. D. Wolfson, Na de dreun: het vervolg, Socialisme en Democratie, 9, 2002, p 41
[4] Zie Wouter Bos, Ruk naar links?, De Volkskrant, 15 mei, 2015.
[5] Zie Marcel van Dam, Gij zult renderen of ten onder gaan. De Volkskrant, 24 april, 2015.