Civis Mundi Digitaal #31
Tijdens de Britse verkiezingscampagne speelde het referendum over de EU nauwelijks een rol. Veel relevanter was het voortbestaan van de unie tussen Engeland en Schotland. Nu de Britse Conservatieven de verkiezingen gewonnen hebben met een absolute meerderheid, is onmiddellijk de discussie herleefd over een al of niet Brits exit uit de EU, en de aanhang van de Eurosceptici onder de Britten. Het Britse Euroscepticisme, betoogt de directeur van de European Council on Foreign Relations, Mark Leonard, is eigenlijk een project van politieke elites, die gedeeld wordt door sommige Britse media en bedrijven. Wel is die elite vooral dankzij de leider van de UKIP, Nigel Farage, erin geslaagd dat eliteproject van een populistisch trekje te voorzien.
Met een eventueel vertrek van Groot-Brittannië uit de EU valt een grote hindernis weg voor de overgang van de EU naar een Politieke Unie, waaraan met het oog op het voortbestaan van de Euro als Europees betalingsmiddel niet te ontkomen valt. Maar dat vertrek zou wel een serieuze verzwakking van de EU betekenen, evenals trouwens voor de Britse economie en positie in de wereld. Ook met Groot-Brittannië als lid kunnen we niettemin waarschijnlijk verder met de Europese integratie. Voor dat land is het belangrijkste voordeel van dat lidmaatschap de gemeenschappelijke Europese markt. Dat dat land in de EU verder een tweederangspositie inneemt, is geen groot probleem.
Guy Verhofstadt, de leider van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa in het Europese Parlement, heeft onlangs met het oog op de komende heronderhandelingen van de EU met Groot-Brittannië voorgesteld geen aparte EU-deal meer te sluiten met dat land, maar die onderhandelingen aan te grijpen om twee soorten lidmaatschap in te voeren, een volledig en een gedeeltelijk lidmaatschap. De EU is langzamerhand een curieuze mengelmoes geworden van opt-ins en -outs, van kortingen en een waslijst met andere uitzonderingen; een interne markt met 28 lidstaten, waarvan er maar 18 deel uitmaken van het Schengengebied. Het is een Unie met de mogelijkheid van meerdere snelheden (meer of minder integratie), en met een monetaire unie zonder een minister van financiën en een adequaat economisch bestuur. Als de Britten een verdragswijziging willen, moet dat maar gebeuren om uit de huidige onoverzichtelijke situatie te komen. Het voorstel van Verhofstadt kan een goede uitweg bieden. De Britten kunnen daarbij kiezen voor een gedeeltelijk lidmaatschap, waardoor zij kunnen blijven deelnemen aan de gemeenschappelijke Europese markt, waar het hen zoals gezegd voornamelijk om te doen is. Maar ze hebben dan weinig of geen inspraak meer in de verdere besluitvorming over de regelgeving, en dus over de verdere ontwikkeling van de EU. De EU kan dan verder, zonder nog door Britse tegenwerking gehinderd te worden.