Het ‘Nirvana-principe’ versus het lustprincipe in onze consumptieve en destructieve cultuur

Civis Mundi Digitaal #32

door Piet Ransijn

Aanvullende reactie op het artikel van Couwenberg over de doodsdrift

Het werk van Freud is de moeite waard, ondanks bepaalde achterhaalde overdrijvingen in zijn werk wat betreft het Oedipus complex en de seksuele drift[1]. Vooral zijn laatste sociaalpsychologische werken over onder meer de doodsdrift blijven actueel zoals het werk van grote sociologen en filosofen, op wie hij bij velen na hem grote invloed heeft gehad. Met Darwin, Marx en Einstein behoort Freud tot het selecte aantal wetenschappers van wie haast iedereen heeft gehoord maar weinigen het fijne weten[2].

 

Een onderbelicht aspect: prikkelvermindering door het ‘Nirvana-principe’

De doodsdrift is een complex begrip met diverse aspecten, zoals Couwenberg aangeeft. Een aspect dat m.i. onderbelicht blijft bij de doodsdrift, is de drang of tendens naar transcendentie; naar het voorbij gaan aan het vergankelijke en tot rust komen in eeuwige vrede of het eeuwige nu. Dit aspect is door Freud en door tal van wijzen en wijsgeren in het oosten en het westen verwoord, zoals blijkt uit bijgaande citaten[3]. Deze reactie gaat over een aspect waar de boekbespreking door Couwenberg niet op in gaat.

Gewelddadige aspecten van de doodsdrift in de vorm van agressie tussen mensen, bevolkingsgroepen en landen blijven een probleem. Al worden nu precisiebombardementen en ‘drones’ vanuit cockpits of achter bureaus rationeel en gevoelloos, zonder directe agressie gepland of gestuurd. Toen Freud vlak voor de Tweede Wereldoorlog hierover schreef, was de agressie- en vernietigingsdrift hoogst actueel. Momenteel lijkt de stelselmatige vernietiging van ons leefmilieu door overconsumptie en overproductie de grootste bedreiging die sluipend en onhoudbaar verder lijkt te gaan[4].

 

De problematiek van de mateloze verlangens van het lustprincipe

Het probleem dat hieraan ten grondslag ligt, berust op het lustprincipe, op ons mateloze verlangen naar lustbevrediging, prikkeling en sensatie  Dit kwam in een artikel in vorig nummer over Durkheim naar voren. Ook Freud maakt de problematisch kant van dit lustprincipe duidelijk in zijn laatste boek Das Unbehagen in der Kultur. De titel en de inhoud blijft actueel, zie de verwante titel Bedreigde cultuur van Laeyendecker, besproken in vorig nummer.

Freud zocht ook een antwoord op het probleem in de richting van wat de Geus[4] matiging noemt. Hij

Hij noemt het een proces van sublimering, verheffing en verfijning van het lustprincipe op een hoger geestelijk plan. Freud beschrijft Het Nirvana-principe als een proces van bevrediging door vermindering van prikkels, waaronder ook matiging van de consumptie begrepen kan worden. Dit principe stelt hij tegenover het lustprincipe van lustbevrediging door verhoging van prikkels en consumptie. Het probleem komt er op neer dat onze wensen en lusten mateloos zijn en dus gematigd en ingeperkt dienen te worden door normen, aldus Freud, Durkheim en anderen[5].

 

Frustratie en agressie door inperking en door botvieren van lusten en verlangens

Inperking van verlangens door beperkende culturele normen kan leiden tot frustratie. Dit kan weer leiden tot agressie, volgens de frustratie-agressie hypothese van Freud en anderen. Dit is de strekking van Das Unbehagen in der Kultur.  Maar het in gebreke zijn van normen en het mateloos en normloos botvieren van lusten en  verlangens kan  ook leiden tot frustratie en agressie, omdat wensen mateloos zijn en dus niet te bevredigen. Intomen en uitleven van lusten kan dus beide leiden tot frustratie en agressie. Daar komt het kort door bocht op neer. Freud beschrijft het meer genuanceerd[6].

 

Das Unbehagen in der Kultur en sociale neurosen

Erich Fromm schrijft in De gezonde samenleving  (p 24): “Freud gelooft dat de cultuur en beschaving zich ontwikkelen in een richting, die in toenemende mate met de ware behoeften van de mens in strijd is, om aldus het begrip ‘sociale neurose’ te ontwikkelen.”

Hij vraagt zich af of “menig beschavingssysteem of een tijdvak ervan, of  mogelijkerwijs zelfs de gehele mensheid, neurotisch geworden is onder druk van de civiliserende krachten”.

De diagnose van een collectieve neurose wordt bemoeilijkt door de kwestie wat als ‘normaal’ veronderstelt dient te worden. Wat betreft de therapie is het probleem “dat niemand de macht bezit om een gehele samenleving tot… een therapie te dwingen. Al deze moeilijkheden ten spijt mogen wij toch verwachten dat iemand zich zal wagen aan dit onderzoek naar de pathologie der beschaafde samenlevingen,” schrijft Freud aan het eind van Das Unbehagen in der Kultur. Fromm neemt deze uitdaging aan in bovengenoemd boek.

Freud noemt ook sublimering als optie, letterlijk het verheffen of op hoger geestelijk plan brengen van bevrediging van wensen. Toen reeds had hij een kritisch en sceptisch oog voor yoga- en meditatiemethoden en een meer geestelijk gerichte levensstijl[7]. Dergelijke methoden berusten op het Nirvana-principe, waarvan Freud de universele betekenis en relevantie nog niet voldoende kon inzien. Vandaar deze toelichting[8].

 

Het ongezonde, pathologische karakter van onze consumptieve cultuur en samenleving

Fromm heeft de door Freud genoemde uitdaging aangenomen, door eerst een aantal fundamentele menselijke behoeften te veronderstellen. Vervolgens gaat hij na in hoeverre deze in onze samenleving bevredigd kunnen worden op gezonde, creatieve of op ongezonde, destructieve en regressieve wijze. De mate waarin dat het geval is, zou dan een indicatie of maatstaf zijn voor hoe gezond of ziek de samenleving is. Creatieve bevrediging die de menselijke ontplooiing bevordert, stemt overeen met de levensdrang. Destructieve agressieve of regressieve bevrediging met de doodsdrang. Evenals Fromm beschrijft Marius de Geus[4] het destructieve en pathologische karakter van excessieve consumptie en productie, die op termijn desastreus zijn[9].

 

Terug naar het ‘Nirvana-principe’ van transcendentie en tot rust komen.

Freud typeert de doodsdrift ook als het ‘Nirvana-principe’. Nirvana is het levensdoel en kernbegrip van het Boeddhisme, waar Freud het aan heeft ontleend. Het komt overeen met (geestelijke) verlichting, bevrijding en verlossing in andere religies[10]. Freud bedoelt met dit principe het tegendeel van de prikkeling en excitatie die gepaard gaat met het lustprincipe, namelijk het ‘spirituele’ of meditatieve principe van tot rust komen of transcendentie, in zijn boek Jenseits des Lustprinzips / Beyond the Pleasure Principle, p 50 en in zijn eerdergenoemde boek.

 

Het verlangen naar het onbegrensde, oceanische: doodsdrift als tendens tot transcendentie

Aan het begin Das Unbehagen in der Kultur schrijft Freud over het verlangen naar ‘eeuwigheid’, het gevoel van het onbegrensde, onbeperkte, ‘oceanische’. Met andere woorden: transcendentie. Dit kan een soort vervulling geven die lustbevrediging niet in die mate en niet permanent kan bieden. Het lustprincipe neigt naar overprikkeling en overconsumptie omdat het geen vrede geeft.

“Oorspronkelijk omvat het ik [d w z het bewustzijn] alles, later scheidt het een buitenwereld van zich af. Ons huidige ik-gevoel is zo een ineengeschrompelde rest van een veelomvattender, ja alomvattend gevoel, dat overeenkomt met de innige verbondenheid van het ik met de omgeving… van onbegrensdheid en verbondenheid met het Al.”

Yoga en meditatie zijn erop gericht dit mystieke eenheidsgevoel te herstellen, dat in het Boeddhisme nirvana wordt genoemd. Hij relateert dit aan de doodsdrift (in hfst 6) en verwijst naar Goethe’s Faust: “Den Alles was entsteht ist wert das es zu Grunde geht[11].

Freud wijst in religieus verband op de goddelijke oorsprong van deze drift, hoewel deze moeilijk met Gods volkomenheid, almacht en algoedheid te verenigen zou zijn. Verwijzend naar Mefistofeles in Faust geeft Freud ook een indicatie  van de gemeenschappelijke oorsprong van de Eros, de levenskracht en de Thanatos of doodsdrift: “Als het tegenovergestelde noemt de duivel zich niet het heilige, het goede, maar de kracht van de natuur tot voorbrengen, tot vermeerderen van het leven, dus de Eros”.

 

Inzicht in het bewustzijn, bewustzijnsinhouden en het bewustzijn zelf

Begrip van het Nirvana-principe vraagt enig inzicht in het bewustzijn. Freud onderscheidt het ik-bewustzijn van de onderbewuste lusten en wensen en van het Über-ich. Dat zijn de normen en waarden, van de cultuur die bij de opvoeding en socialisatie verinnerlijkt zijn in een deel van het onderbewuste. Durkheim en Sorokin noemen dit het sociale zelf. Het driftleven noemen zij het fysieke, biologische  aspect van de psyché. Durkheim noemt dit homo duplex in mijn artikelen over hem in vorig nummer.[5]

 

Identificatie: geïdentificeerd ego-bewustzijn en niet-geïdentificeerd bewustzijn van het Zelf

Het bewustzijn identificeert zich met het ego, met wensen en verlangens en met normen en waarden. Dit zijn de bewustzijnsinhouden vormen van een bewustzijn, dat in zijn diepste essentie niet-geïdentificeerd is. Dit niet-geïdentificeerde bewustzijn wordt in de Indiase traditie, bijv. in de Oepanishaden en de Bhagavad Gita, zuiver of transcendent bewustzijn genoemd. Het gaat voorbij aan bewustzijnsinhouden in de vorm van wensen, gedachten, gevoelens en gewaarwordingen, die in het bewustzijn verschijnen en verdwijnen. Transcenderen betekent voorbij gaan, te boven gaan.

Er is dus een aspect van het bewustzijn dat wordt beperkt door gedachten, gevoelens en andere bewustzijnsinhouden en ermee is geïdentificeerd. Maar er is ook een aspect van het bewustzijn, dat daaraan voorbij gaat, er vrij van is en er niet mee is geïdentificeerd. In ons ‘normale’, gangbare geïdentificeerde bewustzijn als wensend, voelend, denkend en wensend ik, ervaren wij dit zuivere bewustzijn, dat het Zelf genoemd wordt, niet of niet duidelijk. Mogelijk slechts in ogenblikken van rust en ontspanning.

 

Het Nirvana-principe en de ervaring van onbegrensd, verlicht bewustzijn

In het Nirvana-principe geeft Freud een indicatie van het proces van tot rust komen, tot jezelf komen of transcenderen, als het voorbij gaan aan wensen, gedachten, gevoelens en andere bewustzijnsinhouden. Zo kunnen we weer bewust worden van het onbegrensde oceanische bewustzijn, waaruit het ego-bewustzijn is voortgekomen in voorbewuste toestand.

Dit onbegrensde bewustzijn wordt een toestand van bevrijding, verlossing en verlichting genoemd, nirvana bij het Boeddhisme. Het proces van bewustwording en transcendentie is geen regressie naar een voorbewuste toestand, die Freud associeert met de ervaring van het oorspronkelijke oceanische gevoel van voorbewuste eenheid.

 

Bewustwording  Zelf als verlichting en bevrijding

Als het bewustzijn tot zichzelf komt en wordt bevrijdt van de identificatie met het ik-bewustzijn en zijn fysieke wensen en dwingende sociale normen en plichten, wordt dit verlichting of (geestelijke) bevrijding of verlossing genoemd, blijvende samadhi of moksha in het Sanskriet, nirvana[12].

Het proces daartoe berust op het Nirvana-principe, zoals Freud het noemt. Als impulsen tot rust komen, komt het bewustzijn tot zichzelf, tot zijn zuiver niet-geïdentificeerde toestand, die voorbij gaat aan wensen en impulsen en deze transcendeert. Als het zich daarmee niet meer identificeert, is het bevrijd en verlicht. Het bevrijde ik verruimt zich als het ware tot het onbegrensde oceanische bewustzijn, waaruit het volgens Freud is voortgekomen en naar terugverlangt.

Dit is een levenslang proces. Het gaat niet van de ene op de andere dag, daar identificaties diep geworteld zijn in alle fysieke en psychosociale lagen en substraten van onze persoonlijkheid. Als het ware als een veelkoppige draak die verslagen dient te worden zoals in heldenverhalen.[13]

 

Matiging door innerlijke vervulling en verlichting

In deze toestand van vervulling is het minder om wensen en consumptie te matigen. Er is een  bevrijding en  onthechting van de dwingende invloed van wensen en verlangen. Ook conditioneringen komen  tot bewustzijn. Als er een oeverloos water beschikbaar is, hoeven we onze dorst niet meer te lessen met het drinken van druppels, aldus Maharishi Mahesh Yogi.

Daarom vraagt de matiging  van onze consumptie [4] een bewustzijn dat zich ontwikkelt in de richting van verlichting, volgens het Nirvana-principe van verstilling van impulsen in een proces van transcendentie. Bijvoorbeeld door meditatie of natuurbeleving en tot rust en ontspanning komen in de natuur, zoals De Geus en zijn collega Ton Lemaire[14] aangeven.

 

Het belang van morele en spirituele of geestelijke ontwikkeling

Sorokin laat met name in The Reconstruction of Humanity de betrekkelijkheid van politieke oplossingen en verdragen zien, waar men zich vaak niet of kortstondig aan houdt, zie mijn boek Bewustzijn als bewapening, hfst 15. Evenals Fromm aangeeft aan het eind van zijn eerder genoemde boek, wijzen Durkheim en Laeyendecker in mijn artikelen in vorig nummer op het belang van  morele en spirituele of geestelijke ontwikkeling.

In het christendom en andere religies en levensbeschouwingen gaat geestelijke ontplooiing samen met groei van  altruïsme. Dit gaat voorbij egoïsme en egocentrische groepsbelangen. Het behartigt meer algemene universele belangen, die de gehele mensheid, de hele natuur en ons leefmilieu omvatten, inclusief de belangen van onze kinderen en kleinkinderen en ons nageslacht. Voor toekomstige generaties staat het leven nu op het spel, zoals De Geus overtuigend aantoont.

 

Het belang van samenwerking

De econoom Mancur Olson en de veelzijdige historicus Peter Turchin wijzen erop dat samenwerking collectieve actie en collectief bewustzijn en inzet voor ego-overstijgende gemeenschappelijke belangen van beslissende betekenis zijn geweest in onze antieke en recente geschiedenis[15]. Het analyseren van de problematische duisternis en een duistere toekomst vol problemen kan deprimerend en angstwekkend zijn en heeft minder zin dan het ontsteken van het ‘licht van het bewustzijn’, met de woorden van de fysicus, filosoof en homo universalis Von Weizsäcker aan het einde van zijn boek Wege in der Gefahr (zie Civis Mundi nr 24, 25, 26).

Blijvende vrede en bevrediging is niet te realiseren door het lustprincipe, dat gedreven wordt door mateloze verlangens, die leiden tot overconsumptie, onvrede en strijd om schaarse middelen. Via het Nirvana-principe kan rust en vrede worden gevonden door tot (rust in) onszelf te komen in een toestand van verlicht en verstild bewustzijn, nirvana genoemd. Eerst tijdelijk, geleidelijk meer blijvend. Hoe meer mensen hier gezamenlijk me bezig zijn, hoe groter het grensverleggend effect.

 

Noten

[1] Zie J Goudsblom, Stof waar honger uit ontstond,  het hoofdstuk Sigmund Freud en de sociale wetenschap, p 125-134.

[2] Zie o.m. C I Dessaur, De droom der Rede. Het mensbeeld in de sociale wetenschappen (p 129-139); H Stuart Hughes, Consciousness and Society. The Reorientation of European Social Thought 1890-1930 (p 125-154); J H van den Berg, Dieptepsychologie, dat uitvoerig ingaat op Freud, het historische kader en de ontdekking [ervan] door Freud en anderen, zoals Durkheim, Fromm en Sorokin, die in dit artikel aan de orde komen.

[3] Zie ook mijn artikelen over Plato en Aristoteles en het boek van  J Buve in Civis Mundi nr 28 en 29.

[4] Zie De filosofie van de eenvoud. Vereenvoudiging en matiging als verrijking van het bestaan van Marius de Geus, De bespreking van dit boek van De Geus gaat hier verder op in als sleutel tot een oplossing van de (milieu)problematiek van overconsumptie, die een proces van matiging vraagt en methodische principes daarvoor nodig heeft zoals het Nirvana-principe.

[5] Hierover gaat het artikel over het socialisme van Durkheim en Saint-Simon in vorig nummer.

Sorokin gaat hierop in in Society, Culture and Personality. Their Structure and Dynamic, hfst 19 Sociocultural Structure of Personalityen in The Power of Love. Types, Factors and Techniques of Moral Transformation deel 2, de structuur van de persoonlijkheid.

Daarnaast onderscheidt Sorokin ”een bovenbewuste ‘egoloze ziel’ die onze biologische en sociale ego’s integreert in een eenheid” (hfst 19, p 345 en The Power of Love, p 96-114). Na de analyse van het bewustzijn gaan we hier verder op in. Ons gedrag wordt in sterke mate bepaald door de identificatie met onze biologische en sociale ego’s, met onze wensen en verlangens en aspiraties die weer samenhangen met onze groepsidentificaties.

[6] Hierbij valt op te merken dat Freud zijn psychoanalytische inzichten opdeed rond 1900 in de Victoriaanse tijd van repressie van seksualiteit. Haast niets mocht. Veel impulsen werden verdrongen. Dit gaf neurotische symptomen en/of onderdrukte agressieve en seksuele impulsen.

[7] Dit kwam in het artikel over het boek Bedreigde cultuur in vorig nummer  aan de orde. Sorokin, Maslow en anderen hebben hier uitvoerig aandacht aan besteed, maar lijken enigszins vergeten.

[8] Genoemde frictie en contradictie tussen menselijke lusten en verlangens en de sociaal-culturele orde, tussen enerzijds individu(ele wensen) en anderzijds cultuur en samenleving alsof het een (schijnbare) tegenstelling betreft, worden toegelicht door Philip Slater in ‘The Social Bases of Personality’, in Neil Smelser, Ed. Sociology. Individu en samenleving vormern een interdependent geheel dat niet zonder fricties en contradicties is.

Hij gaat in op Freud en Durkheim, conflicten en contradicties in de samenleving en het individu, de onhoudbaarheid van contracttheorieën waarbij de samenleving wordt gevormd door ‘losse’ individuen, terwijl zij delen van  een wederzijds afhankelijk sociaal geheel vormen. Verder gaat hij in op synergie en samenwerking, die samenhangen met altruïstisch gedrag, die van grote betekenis zijn voor onze sociaal-culturele ontwikkeling en zelfs ons overleven als individu en samenleving, zoals in de volgende bladzijden aan de orde komt. Ook gaat Slater in op rolgedrag, socialisatie en identificatie.

Bij de problematiek van overconsumptie en onmatige verlangens spelen genoemde  factoren en processen een grote rol. Dit blijkt ook uit de bespreking van genoemd boek van De Geus.

Ons gedrag en onze identiteit worden sterk bepaald door hetgeen waarmee wij ons identificeren: door onze identificatie met wensen en verlangen, mensen en  groepen, groepsnormen en waarden, die onze levensstijl en consumptiepatroon bepalen. Wij identificeren ons met diverse groepen en bijbehorende rollen: familie, beroepsgroep, natie, sociale laag, economische, politieke en religieuze groepen, hoewel de identificatie met religie en politiek lijkt afgenomen bij zwevende kiezers en consumenten op de spirituele markt.

Volgens Sorokin (zie volgende blz.) hebben wij net zoveel sociale identiteiten als rollen die met groepen zijn verbonden. Dit kan leiden tot contradicties, zoals Slater schrijft. Van den Berg schreef hierover een boek: Leven in meervoud. Het gaat ook over het ‘other-directed’ persoonlijkheids-type, dat David Riesmann beschrijft in The Lonely Crowd. Zij geven evenals Freud en Sorokin een soort kritiek en diagnose onze cultuur en samenleving. De vraag of onze identiteit zich beperkt tot de (groeps)-identificaties die ons gedrag sterk bepalen, komt op de volgende bladzijden aan de orde.

[9]Wat is pathologisch, ongezond of schadelijk?

Durkheim gaf lang geleden reeds een aantal regels voor het onderscheid tussen het normale en het pathologische of ziekelijke [gedrag] in The Rules of Sociological Method (hfst 3). Vaak is niet gezond wat pijnlijk is en schadelijk, en de overlevingskansen en ontplooiingskansen niet bevordert. Dergelijke kansen zijn echter vaak niet zo gemakkelijk onomstotelijk vast te stellen, stelt de Geus vast. Ook het utilitaire criterium van nut of nuttigheid, dat Durkheim noemt, is dubieus. Nuttig voor wie en op welke termijn? Hetzelfde geldt nog in sterkere mate voor wat als normaal of wenselijk wordt beschouwd, zoals onze excessieve consumptie.

Wat goed en gezond is zijn ethische, medische en sociaalwetenschappelijke kwesties die hier wel aan de orde gesteld maar niet beantwoord kunnen worden. Op veel punten is er overeenstemming en duidelijkheid. Durkheim noemt het voorbeeld dat individuele en openbare hygiëne gezondheids- en levensbevorderlijk is. Het tegendeel geldt meer en meer wat betreft overmatige (dus ongezonde en schadelijke over-) consumptie, zoals De Geus toelicht, zie de reactie op zijn boek.

[10] Nir-vana betekent letterlijk ‘niet waaien’. Ook etymologisch zouden deze termen verwant zijn met. Met andere woorden een verstild en verlicht bewustzijn, waarin verlangens zijn uitgewaaid en uitgewoed of be-vredigd. 

Fromm beschouwt de behoefte aan transcendentie als één van de fundamentele menselijke behoeften, die creatief of destructief en regressief bevredigd kan worden. In zijn laatste boek The Anatomy of Human Destructiveness  gaat hij uitvoerig in op de doodsdrift.

[11] In de Indiase religie gaan schepping, voortzetting of handhaving en tenslotte destructie, opheffing of transcendentie met elkaar samen. Dit wordt gesymboliseerd door de Indiase drie-eenheid van Brahma, de schepper, Vishnu, de onderhouder en Shiva, de vernietiger. Maar hij is ook de god van de transcendentie, meditatie, ascese en opheffing, bij Freud sublimatie genoemd (van zowel de erotische levensdrift als de doods- en vernietigingsdrift).

[12] Sorokin ontleent het begrip van het bovenbewuste ‘supraconscious’ aan de verlichte Indiase wijsgeer Aurobindo. Het komt overeen met het transcendente, zuivere niet-geïdentificeerde bewustzijn. Hij maakt duidelijke dat door bewustwording van ‘the supraconscious’, het ‘egoloze zelf’,  een veel grotere creativiteit, altruïsme en psychosociale integratie en ontwikkeling mogelijk is aan de hand van vele ervaringen van creatieve personen in wetenschap, kunst en cultuur.

[13] Zie hierover mijn artikelen In het voetspoor van de held, reactie op het boek Verlicht leven van Tijn Touber in het tijdschrift Reflectie (nr 1 en 2, 2015).

[14] Ton Lemaire, Over de waarde van culture. p 235, 443

[15] Zie resp. Olson, The Logic of Collective Action; The Rise and Decline of Nations; Power and Prosperity en Turchin,  Secular Cycles en War Peace and War.  Een volgend artikel gaat hierop in. Hun bevindingen komen overeen met die van Kropotkin in Mutual Aid en Sorokin in vele studies op het gebied van cultuursociologie en altruïsme.

 

 

 

 

 

 

Wat leeft groet naar het licht

 

Het licht voorbij de dood  2015 05 30

                                      Na lezing van het artikel over de doodsdrift van Wim Couwenberg in Civis Mundi mei 2015*

Wat leeft dat wil niet dood

Het redt zich uit de nood

Wat leeft groeit naar het licht

Leven streeft naar evenwicht*

 

De dood geeft een beklemming

Tenzij het leven zich overgeeft

aan de bron van al wat leeft:

de menselijke bestemming

ligt in een meer verlichte staat

 

Waarin de zon niet ondergaat1

bewustzijnniet verdwijnt

zoals de zon die altijd schijnt

in eindeloos bewustzijn2

‘waarin wij leven bewegen en zijn’3

 

Een onderliggend veld4

waarvan de fysica vertelt

verschijnt in ons bewustzijn

als stille staat van zijn

 

Aanvankelijk wordt dit gekend

in slechts een tijdelijk moment

Maar geluk wil permanentie4

tendeert naar transcendentie

 

Een staat van rust en evenwicht

gevestigd in het innerlijke licht

die glimp na glimp verschijnt

en uiteindelijk niet verdwijnt

 

Wanneer het licht niet over gaat

dan is er blijvend een verlichte staat

waarin het transcendent bewustzijn

in ons oplicht als wij wakker zijn

 

Tijdens waken, slapen en dromen

wordt het licht ons niet ontnomen

Wat werkelijk is, dat blijft bestaan6

Het is en blijft en zal niet ondergaan

 

Het is de grond van ons bestaan

waar alle dingen in op- en ondergaan

Waar al het andere in verschijnt

en successievelijk in verdwijnt

 

Wie daarin leeft zal niet meer sterven

zal een eeuwig licht verwerven

levend in ‘het licht der eeuwigheid’7

een werkelijkheid voorbij de tijd

 

Tijd is relatief en tijdelijk8

en eindigt onvermijdelijk

maar eeuwigheid duurt voort

een immer nieuwe morgen gloort

 

In het licht der eeuwigheid

schijnt in ons voorbij de tijd9

Dagen en nachten verglijden10

Donkere en lichte tijden

 

In een ontwaakt bestaan

is aan een plicht voldaan:

te leven in het innerlijke licht

waarop het leven is gericht

De wereld waar de zon opkomt en zijn weg volgt

De beschrijving van de toestand is niet de toestand zelf. De beschrijving het doel is niet de weg erheen. De toestand van verlichting is niet de beschrijving ervan. The map is not the territory. Dit gedicht is niet hiet licht. Slechts beelden en woorden die een glimp verwoorden

* Zie onder meer S T Bok, Het ontstaan van het leven. Hij spreekt van orthostabiliteit en metastabiliteit.

1 Rig Veda 9e mandala 7,11,6-11: Hymne aan Soma, de goddelijke drank van de onsterfelijkheid: “Waar het licht eeuwig is, in de wereld waar de zon in staat, in die onsterfelijke, onvergankelijke wereld.., waar de binnenkamer van de zon is… waar de zon

zijn wil zijn weg volgt, waar de regionen gevuld zijn met licht… waar de regionen van de zon zijn… waar vreugde wordt gevonden… waar geluk, vreugden en genietingen zijn, waar de wensen worden vervuld, maak mij daar onsterfelijk…”

2 Pim van Lommel, Eindeloos bewustzijn

3 Handelingen van de apostelen 17:28

4 ‘Smart zegt ga weg, maar alle geluk wil eeuwigheid, diepe, diepe eeuwigheid”, Nietzsche, Also Sprach Zarathusta. 3e deel, slot, Das andere Tanzlied

5 Zie mijn artikelen over kwantumfysica in Civis Mundi nr 24, 25 en 25

5 Bhagavad Gita II-16: The unreal has no being; the real never ceases to be’.  Vertaling Maharishi Mahesh Yogi, aan wie de inzichten in  dit gedicht in eerste instantie grotendeels zijn ontleend, m aar bij nadere beschouwing ook bij anderen zijn te herkennen, zoals hier blijkt

6 Spinoza: sub specie aeternitatis

7 Volgens de relativiteitstheorie van Einstein

8  Kali, de Indiase godin van de dood is ook de godin van de tijd, de vergankelijkheid, zie mijn gedichten over Kali

9 ‘Wij, onze dagen en tijden glijden door Gods hand’, Augustinus, H J Störig, Geschiedenis van de filosofie, deel 1, p 219:

“Zijn onderzoeking over het tijdsbewustzijn en het tijdbeleven is in de geschiedenis van de filosofie – van India afgezien – zonder voorbeeld. Hij vindt dat de tijd niet van ons bewustzijn te scheiden is. Wat is er eigenlijk aan de tijd werkelijk? Bij nauwkeurig toezien, alleen het tegenwoordig ogenblik, het onmiddellijke nu. Verleden bestaat slechts in onze herinnering. Toekomst in onze verwachting. Uit de beperktheid van ons menselijk bewustzijn komt het voort, dat wij het telkens [tijdelijk] zijnde alleen in de verschijningsvorm van het na elkaar kunnen begrijpen. Wat echter uit het verborgene in onverpoosde volgorde voor ons opduikt en aan ons oog voorbij trekt, is voor Gods oog alles tijdelijk tegenwoordig…Deze gedachten hebben aanrakingspunten… met de relativiteitstheorie…

‘Voor de wereld kon er geen tijd zijn…Veeleer is met de tijd ook de wereld geschapen, in zover met haar tevens de beweging, namelijk de wisseling van toestanden begon’”  Civitate Dei, XI. Vergelijk met Eckhart Tolle, De kracht van het Nu.

Tijd is een relatieve vorm van bewustzijn in de tijd en relativiteit. Eeuwigheid is absoluut en transcendent bewustzijn voorbij de tijd, die in het bewustzijn verschijnt met alle verschijnselen die erin verschijnen. “Alle verschijnselen… zijn in  de tijd en staan tot elkaar in verhoudingen van tijd,” aldus Kant, in Störig, deel 2, p 129. Kant noemt tijd “een zuivere vorm van ons innerlijk zintuig”, ofwel een soort van modus van bewustzijn.

Volgens Spinoza zijn enerzijds uitgebreidheid ofwel ruimte en materie en anderzijds denken ofwel de geest twee modi of verschijningsvormen van God, de oneindige substantie ofwel het absolute bewustzijn. Denken en ruimte of materie  zijn ook volgens de relativiteitstheorie niet los te zien van de tijd waarin de opeenvolging van gedachten gebeurt en de materie beweegt (in de tijd).

 

 

 

 

Het gordijn der tijd dat open glijdt                               

2015 06 29 Geboortedag van mijn moeder die in mij voortleeft, want ik lijk op haar

We klooien maar wat aan

in een eindig en beperkt bestaan

Enkele momenten in het leven

zijn mij altijd bijgebleven

 

Die blijven inspireren

Blijven mij telkens leren

dat er meer in het leven is

voorbij de schaduw van gemis

 

Ook voorbij de schaduw van de dood

is het leven niet van zin ontbloot

Als het gordijn van tijd en relativiteit

in een glimp soms open glijdt

 

en het licht der eeuwigheid*                                          *Een term van Spinoza

eindeloos mijn blik verwijdt

voel ik mij eindelijk bevrijd

al is het maar een korte tijd

 

Het leven is mij vreemd gebleven

Veel momenten in mijn leven

heb ik levendig verhaald

in beeldende begrippentaal

 

Mooie ogenblikken in mijn leven

heb ik dichterlijk beschreven

of in wetenschap vertaald

in menig moeilijk verhaal

 

Wat ik eigenlijk wil zeggen

valt niet uit te leggen

Dan hou ik op met schrijven

en blijf een tijdje zwijgen

 

Tot het gordijn der tijd

in een glimp soms open glijdt

en het licht der eeuwigheid

ons van de tijd bevrijdt

 

Ons niet meer door de tijd

van eeuwig leven scheidt

Alsof er toch een licht schijnt

aan het onvermijdelijke eind

 

 

 

 

plazilla.com

 

Gedichten over dood en leven

Piet Ransijn

 

De ogen van de dood                        2004 09 12

 

Bij ziekte jaren geleden

heb ik even de dood

in de ogen gekeken

met een blik zonder strijd

 

De ogen van de dood

waren stil en groot

leeg en eindeloos wijd

Doodstil keek hij mij aan

 

Ziek, zwak en aangedaan

zou ik er in zijn opgegaan

als mij niet iets was gegeven

waarvoor ik verder kon leven

 

aaaserie.nl/category/memento-mori-headlines

 

Mijn kinderen wil ik op zien groeien

Hun knoppen open zien bloeien

Mijn leven aan mijn taken wijden

aan het beëindigen van lijden*

 

Toch leek iets in mij gestorven

Heb ik een plek voorbij de dood verworven

die helder of vaag in het licht treedt

als ik mij voorbij het leven weet?

 

Liefde die niet persoonlijk meer is maar totaal

voltooit aan het einde ons levensverhaal

Zij kan ons leven nog vele jaren lengen

We weten niet waar zij ons nog zal brengen

 

* Boeddha”s omschrijving van nirvana of verlichting

 

De eindigheid van ons bestaan Marreiki.worldpress.com

 

Het lieve leven

 

Het leven heb ik lief

Mijn vrouw en kinderen heb ik lief

Zoveel mensen zijn mij lief

Dansend wil ik door het leven gaan

 

Door ziekte en door ongerief

kwam ik oog in oog te staan

met de eindigheid van mijn bestaan

Het leven heb ik lief

 

Ook ziekte kent een eind

Ik kom weer overeind

Dan dans ik nog even

door het lieve leven

 

Laat mij de rest van mijn bestaan

dansend door het leven gaan

Het leven laten leven om het leven

Levensdoelen lijken even om het even

 

Als ik maar kan leven

met hart en ziel en lichaam

Stevig op mijn benen staan

in het onuitputtelijke bestaan                                     

2002 12 27/28

 

Nieuwetijdskind.com

 

Lieflijk en helder

 

Alles is hetzelfde gebleven

Maar toch heeft het leven

een aandoenlijke lieflijkheid

en overstelpende helderheid

in een gezegende aanwezigheid

gratis en voor niets gekregen

 

Die zich bij tijd en wijlen opent

als je even stil staat, lijkt te dromen

lijkt te kijken van buiten de tijd

waar alles lijkt te drijven en te stromen

in de overstelpende stilte van het Zijn

 

eenvandetweelingzielen.blogspot.nl/2014/11/volle-maan-en-poort-dag

 

Stilte die blijft

 

In de diepte is er iets verschoven

Wat onder was komt boven

uit een diepe stilte gekomen

 

waar ik ben ingekomen

in de stilte meegenomen

die naar boven is verschoven

 

Waken lijkt op dromen

Stil zijn is nu als het waken

in een werkelijke droom

 

Stil te zijn is helder waken

en wat eerder waken was

lijkt meer op een droom

 

Het leven lijkt hetzelfde als daarvoor

Het gaat zoals het ging gewoon maar door

stelt van buitenaf gezien niet zoveel voor

 

Alsof de stilte wezenlijker geworden is

en ik in de stilte woon en ben en blijf

terwijl ik meebeweeg en in de golven drijf

 

Mijn leven met de stroom meegaat

en onvermijdelijk zijn gang gaat

terwijl mij van alles te doen staat

 

Middenin het leven overvallen

door de stilte, ruimte en oneindigheid

valt er een wonderlijk licht op het leven

 

Een wonder van geluk en schoonheid

zachtheid, tederheid omhult het leven

Zomaar gratis en voor niets gegeven

 

Zoals de volle maan de vele wolken

aan de hemel stil een zachte gloed geeft

in de stilte die haar in zich draagt en omhult

 

Die op wonderlijke wijze is verbonden

met al hetgene dat zich stil daarin bevindt

en met een stille gouden gloed verguld

 

Waarin ik stil aanwezig rust en drijf

waarin ik continu mijzelf in blijf

want die stilte is ons eigenlijke zijn

‘waarin wij leven bewegen en zijn’*                                       

 

Ik lijk wel verliefd maar

Ik weet bij god niet op wie

op alles wat er is en wat ik zie

 

Alles glanst en blijft maar glanzen

er komt geen einde aan

de glans van het ware bestaan

 

*Handelingen van de apostelen 17, 28                                                        

Bij volle maan  2002 10 22

littleheksje.wordpress.com/category/esbat-volle-maan-feesten