De islam en de seksuele revolutie. Problematiek en actuele situatie

Civis Mundi Digitaal #32

door Wim Couwenberg

In de talkshow van de IKON-radio voor zinzoekers, praktische idealisten en bevlogen denkers De Nieuwe Wereld vond op 7 juni jl. een opmerkelijk gesprek plaats met Mona Eltahawy, een liberale en bijzonder strijdbare feministische moslim, wier radicale feministische oriëntatie en visie mij onmiddellijk deed denken aan die van Hirsi Ali. Evenals laatstgenoemde riep deze Arabische feministe met dezelfde hartstocht op tot een sociale en seksuele revolutie in de Arabische wereld, helemaal dus in de geest van destijds Hirsi Ali. Het is een revolutie die een einde moet maken aan de eeuwenoude vrouwenonderdrukking in de Arabische wereld en elders. Zij werd in dat gesprek volstrekt niet tegengesproken door haar feministische gesprekspartner, die haar heel begripvol bejegende. Hoe anders was indertijd het lot van Hirsi Ali, toen die haar sociale en seksuele revolutie in ons land predikte, en op fel verzet stuitte van linkse en feministische zijde. Het is alleszins interessant om daar nog eens aan te herinneren, na dit gesprek met juist genoemde Arabische feministe. Ik kan hierbij voortbouwen op een toespraak die ik indertijd hield bij de aanbieding van het eerste exemplaar van het Civis Mundi jaarboek Seksuele revolutie ter discussie aan Hirsi Ali, als toenmalig Tweede Kamerlid voor de VVD.

 

Achtergrond seksuele revolutie

Eind jaren ’60[1], en opnieuw in 1978, is in Civis Mundi uitgebreid aandacht geschonken aan de achtergronden, betekenis en effecten van de seksuele revolutie, als integraal onderdeel van de culturele omwenteling die sinds de jaren ’60 over ons land raasde. Nu die revolutie praktisch voltooid lijkt, worden we opnieuw geconfronteerd met nieuwe religieus verankerde uitingen van seksuele repressie, als gevolg van de immigratie van grote groepen islamitisch gezinde allochtonen, met uiterst conservatieve opvattingen over seksualiteit die wij achter ons waanden. Dit was een van de motieven waarom het jaarboek van Civis Mundi in 2005 gewijd werd aan een terugblik op en kritische evaluatie van de seksuele revolutie. Hoewel we daarbij opnieuw inhaakten op linkse emancipatorische doelstellingen, werd dat boek door de bekende linkse feministe Anja Meulenbelt niettemin op zure toon afgeserveerd als niet interessant, vanwege mijn conservatieve opvattingen en oude rancunes tegen linkse media.[2] Die zogenaamde rancunes mijnerzijds hadden en hebben uitsluitend te maken met de hardnekkige neiging van linkse lieden om mij met rechts te associëren, terwijl ik sinds de jaren ’50 continu een redelijk onderbouwde middenpositie verdedig, en in de praktijk breng. Dat sluit progressieve stellingnames, zoals in dit geval inzake de seksuele revolutie, geenszins uit, zoals het Civis Mundi jaarboek 2005 illustreert.

Uiteraard werd in dit jaarboek de nodige aandacht geschonken aan de achtergronden van die seksuele revolutie. Die werd herleid tot twee grote drijfkrachten, namelijk het emancipatiemotief als constitutioneel ontwikkelingsprincipe van onze moderne cultuur, en het proces van secularisatie en individualisering dat sinds de jaren ’60 de weg vrijgemaakt had voor het terugdringen van de repressieve seksuele moraal van het sterk door confessioneel-christelijke principes gedomineerde verzuilingstijdperk.

Het emancipatiemotief is al in de liberale revoluties van de 18e eeuw als nieuw politiek en maatschappelijk ontwikkelingsprincipe geïntroduceerd. Onder voortgaande politieke en maatschappelijke druk is de invloed van dat motief sindsdien tot steeds meer terreinen van onze samenleving doorgedrongen, sinds de jaren ’60 ook op dat van de seksualiteit. De confessioneel-christelijke weerstanden hebben toen uiteindelijk het loodje gelegd. De aanwezigheid van een snel groeiende groep moslimimmigranten in ons midden, met zoals gezegd uiterst conservatieve opvattingen over alles wat met seksualiteit te maken heeft, leidde opnieuw tot een hernieuwde seksuele bevrijdingsstrijd, nu gericht op die migrantengroepen.

 

De omstreden strijd van Hirsi Ali in lijn met een lange linkse traditie

Hirsi Ali is degene geweest die in die bevrijdingsstrijd onvervaard voorop liep, en zich daarbij niet liet intimideren door levensbedreigende tegenkrachten, die zij zodoende opriep. In haar radicale kritiek op de orthodoxe, vrouwonderdrukkende islam, was zij net als Antigone in de gelijknamige tragedie van Sophocles bereid voor de opdracht die ze zich gesteld had niets minder dan haar leven op het spel te zetten. En tot haar verwondering, maar ook die van veel anderen, moest zij daarbij ervaren dat zij uitgerekend in linkse en feministische kringen op de meeste kritiek en weerstand stuitte. Zo fel als van die kant sinds de jaren ’60 van leer getrokken is tegen wie zich niet meteen gewonnen gaf aan hun emancipatorische eisen op seksueel gebied – denk aan de toenmalige minister van justitie, Dries Van Agt – en zo snel als dergelijke critici onverbiddelijk als gesprekspartners afgeserveerd werden door hen te associëren met de seksuele repressie van weleer – in het bijzonder was dat het geval in de abortuskwestie, en de verwoede strijd daarover – zo begripvol is van die kant gereageerd op de seksuele repressie in islamitische kringen. Als element van de eigen islamitische cultuur dienden we dat, zo vond men, te respecteren. Maar die seksuele repressie was indertijd ook een hecht geworteld element van de toenmalige katholieke cultuur, die toen veel gemeen had met de huidige islamitische cultuur op dit punt, zoals verwerping van de scheiding van kerk en staat, een conservatieve en rigide seksuele moraal, verwerping van homoseksualiteit en abortus, ondergeschiktheid van de vrouw aan de man, e.d. Maar dat werd door linkse activisten niet langer als element van die cultuur gerespecteerd en ontzien, een duidelijk voorbeeld van meten met twee maten.

Deze linkse critici beriepen zich daarbij op de ideologie van het multiculturalisme, met andere woorden op een etnische variant van onze multiculturele verzuilingstraditie. Zij verloochenden daarmee niet alleen het emancipatiemotief als oorspronkelijke linkse drijfkracht, maar ook de Doorbraakgedachte waarmee links zich sinds 1945 radicaal afzette tegen die confessioneel-christelijke traditie met haar autoritaire gezagsverhoudingen, dwang zich te conformeren aan de heersende groepscultuur van de eigen zuil, haar diep verankerd denken in wij-zij termen, haar seksuele repressie, en vergaande sociale segregatie. De moslims in ons midden staan nu voor een soortgelijke uitdaging als de confessioneel-christelijke zuilen sinds de jaren ’60: zich aan te passen aan de vrijheden (ook op seksueel gebied) van onze moderne cultuur, en zodoende hun traditioneel gebonden moslimcultuur te moderniseren.

Ook van links-feministische zijde ondervond Hirsi Ali zoals gezegd niet of nauwelijks steun. Vooral haar polariserende stellingname, zoals die nu, zoals gezegd, door de Arabische feministe Mona Eltahawy opnieuw wordt toegepast, werd haar van die zijde verweten. Maar, zo werd in ons jaarboek van 2005 gesteld, wie beweging wil brengen in de repressieve opvattingen en praktijken in de moslimwereld op het terrein van seksuele relaties, kan er niet mee volstaan die in een vriendelijke dialoog ter discussie te stellen. Daarmee verandert men ook die wereld niet. Dat noopt in eerste instantie tot een politieke stellingname als katalysator. Maar nu het om islamitisch gelegitimeerde seksuele repressie gaat, werd een dergelijke stellingname ineens taboe; niet toen het, zoals gezegd, erom ging de repressieve seksuele moraal in traditioneel-christelijke kringen aan de kaak te stellen. Het linkse feminisme, zo verweerde men zich toen van die kant, werd brutaal gekaapt door conservatieve witmannen, als wapen in de strijd tegen dat feminisme. Je moet er maar op komen.

 

Opvallende omkering politieke rollen

Het socialisme is trouwens zelf vooropgegaan met een polariserende stellingname in zijn strijd tegen repressieve opvattingen en toestanden. Het predikte eerst een onverzoenlijke klassenstrijd, en sinds de jaren ’60 een keiharde polarisatiestrategie tegen alles wat ongenuanceerd als rechts gebrandmerkt werd. Het feminisme deed niet anders in de tijd van de strijd van suffragettes voor vrouwenkiesrecht, evenals tijdens de tweede feministische emancipatiestrijd in de jaren ’60 en ’70. Er voltrok zich derhalve een opvallende omkering van politieke rollen. Posities die traditioneel deel uitmaakten van linkse politiek kregen ineens een repressieve signatuur, en links reageerde daarop met als voorheen als rechts bestempelde argumenten.

In de islam leeft nog steeds dezelfde seksualiteitsangst en daarmee samenhangende repressieve moraal als in het traditionele christendom. In ons jaarboek van 2005 wijdde de Nijmeegse moraaltheoloog prof. J.P. Wils aan de achtergronden van die seksualiteitsangst in dat christendom een heel verhelderende bijdrage. Als alternatief van de oude seksuele moraal, die voortleeft in moslimkringen, werd in dat jaarboek ook aandacht geschonken aan de ontwikkeling van een nieuwe ethiek van de seksualiteit, en aan de juridische doorwerking ervan in de familie-, huwelijks- en gezinsverhoudingen. De keuzevrijheid van het nu ook seksueel geëmancipeerde individu komt daarin centraal te staan. Daarmee ontstonden geheel nieuwe familie- en gezinsverhoudingen.

 

Seksuele emancipatie ook op mondiaal niveau op de politieke agenda

De seksuele emancipatie van vrouwen is sindsdien ook op mondiaal niveau een belangrijk punt op de politieke agenda geworden. Zo stond tijdens een Wereld Vrouwendag in die tijd erkenning en waarborging van het recht sop seksuele zelfbeschikking van vrouwen in de wereld centraal als agendapunt. Met de erkenning van de vrijheid van vrouwen zelf te beslissen of ze kinderen, hoeveel, en met wie ze seks willen hebben, begint een nieuwe mondiale bevolkingspolitiek, zoals CDA-minister voor ontwikkelingssamenwerking Agnes van Ardenne in die tijd constateerde, naar aanleiding van die internationale Vrouwendag.

Daartoe behoort ook de strijd tegen gedwongen of door de familie gearrangeerde huwelijken. In ons jaarboek kwam dat aan de orde in verband met de kwestie van huwelijksmigratie, en de politieke aandrang dat zoveel mogelijk af te remmen. Door experts op het terrein van de mensenrechten werd dat toen laatste niettemin ter discussie gesteld als nieuwe uiting van discriminatie. Dergelijke huwelijken, zo stelden die critici, waren in ons land tot voor kort eveneens gemeengoed. Men sprak zelfs van een oerhollandse praktijk. Maar dat was sterk overdreven. Voor zover dat al het geval was, was dat toen in ieder geval niet minder in strijd met het familierechtelijke grondrecht van vrije huwelijkskeuze.

 

Westerse oorsprong

Hoe moeten we dit alles waarderen? Heeft het westen met die seksuele revolutie een voorsprong genomen op andere culturen? Of is dit weer een kwestie van ongefundeerde rechtse pretenties en westerse arrogantie? Ik citeer met het oog hierop een uitgesproken linkse stem:

“Als iets het Westen uniek en superieur maakt, is het wel de seksuele revolutie. Dat geeft het Westen een onbetwistbare voorsprong op alle andere culturen. De vraag zou dan ook moeten zijn hoe we dit over de aardbol kunnen verspreiden als totaalpakket. Driekwart van de Clash of Civilizations gaat immers daarover. Het is het enige punt waarin islamcritici gelijk hebben.”

Als ik dit gezegd zou hebben, zou dat onmiddellijk als kwalijk rechtse pretentie neergesabeld zijn. Maar het is een citaat uit een artikel van Anil Ramdas, een uitgesproken linkse denker[3], die zo vergroeid was met de linkse dominantie in zijn tijd, dat hij vreselijk ontsticht en onthutst raakte toen die dominantie sinds de Fortuynrevolte spoedig ten einde liep en daarop uiteindelijk zelfs reageerde door zich van het leven te beroven. Het was ook deze zo overtuigde linkse denker, die zich vanuit zijn, sinds de revolte van de jaren ’60 als heel links beleefde kosmopolitische oriëntatie[4], zo ergerde aan mijn toen als rechts-nationalistisch gestempeld pleidooi voor meer aandacht voor het Nederlandse lied, dat hij mij in de Groene Amsterdammer opvoerde als de Nederlandse Archie Bunker, een Amerikaanse acteur die in een toen bekende comedyserie de rol speelde van een naargeestige criticus, die op van alles placht te reageren in uiterst conservatieve en extreemrechtse termen. Het pleidooi dat ik toen hield, en wat door Ramdas als nationalistisch en abject rechts gekleurd werd, is inmiddels keurig links geworden, gezien het enthousiaste college dat de bekende linkse cabaretier Claudia de Breij in de DWDD Summerschool van de VARA ten gehore bracht over het Nederlandse lied dat hier volgens haar, in tegenstelling tot Frankrijk met zijn daar zo sterk gekoesterde chanson, onvoldoende erkenning krijgt.

Zoals ieder emancipatieproces heeft ook de emancipatie van de seksualiteit bepaalde negatieve effecten gehad. Vooral valt daarbij te denken aan de commerciële exploitatie van seks en de uitwassen daarvan, met name op internet. In Filosofie Magazine is daaraan onlangs nog eens herinnerd.[5] Denk ook aan de recente krantenberichten over de erotische escapades van een tweetal docenten aan de Amsterdamse Theaterschool in de jaren ’80. Dat was een dubieus gevolg van de seksuele revolutie, en was toen praktisch alom schering en inslag.

 

Terugval bij toenemende islamisering van onze samenleving

Onderzoek van emancipatieprocessen leert ons dat een terugval in een meer repressieve praktijk niet uit te sluiten valt. Zo was er in Nederland rond 1900 al een groeiend liberaal klimaat, waarin bijvoorbeeld homoseksualiteit aanvaard leek te worden, tot confessioneel-christelijke politiek daar dankzij haar groeiende politieke invloed een einde aan wist te maken met repressieve wetgeving tegen homo’s. Een soortgelijke terugval kan opnieuw plaatsvinden, als de aanhangers van de orthodoxe islam snel in aantal toenemen, en zodoende aan politieke invloed winnen. Op grond van de demografische ontwikkeling wordt nu al voorspeld dat Europa op termijn een islamitische meerderheid krijgt, in Frankrijk al voor 2050. Trendwatcher A. Bakas verwacht een toenemende islamisering van Nederland. Islamitische opvattingen van conservatieve en puriteinse signatuur zullen daardoor een grotere invloed krijgen. Als dat gepaard gaat met een nu al waar te nemen neiging onder de spraakmakende gemeente zich zoveel mogelijk te onthouden van onverbloemde en voor moslims wellicht kwetsende islamkritiek, is dat een teken aan de wand van onze liberale samenleving.

Die neiging vinden we vooral aan de politieke linkerzijde. Dergelijke kritiek krijgt vaak een negatief onthaal, al is die gebaseerd op westers-liberale waarden. Men ziet daarin namelijk een uiting van liberaal of Verlichtingsfundamentalisme. Wordt fundamentalisme er hier niet met de haren bijgesleept, om die kritiek bij voorbaat in een negatief daglicht te plaatsen?

Wat we na de strijd tegen het wereldcommunisme verdedigen tegen de agressie van de politieke islam, met zijn reactionaire islamitische wetgeving en daarmee samenhangende seksuele moraal, die veel gemeen heeft met het politieke katholicisme van voorheen, is een gerijpte westers-liberale beschavingstraditie, die door de Duitse islamkenner Bassam Tibi, van Syrische afkomst, nader omschreven is als onze Europese ‘Leitkultur’. En daar moeten we, zoals deze islamkenner betoogt, om de lieve vrede niet het zwijgen toe doen. Die moeten we juist doelbewust uitdragen in de media, de politiek, het onderwijs, enz., en daarin principieel voorrang geven boven de achtergebleven islamitische wetgeving en cultuur, zoals de eerder geciteerde Arabische feministe dat onlangs in haar boek en haar gesprek voor de IKON-radio daarmee radicaal in strijd achtte. Een terugval als hij bedoelt, valt alleen te keren als de islam zich aanpast aan de liberale ontwikkeling van onze moderne samenleving en cultuur, zoals het traditionele christendom dat eerder veelal gedaan heeft. Evenals in andere landen in Europa met een groeiende moslimpopulatie is die aanpassing ook in ons land niet langer taboe. Of Europa europeaniseert de islam, of de islam islamiseert Europa.



[1] Zie Seksuele revolutie in Oost en West, I (april 1969) en II (november-december 1969).

[2] Zie A. Meulenbelt, Appeltjes schillen, Roodkoper, 2005.

[3] Zie A. Ramdas, Het Westen waardeert zijn eigen seksuele revolutie niet, NRC Handelsblad, 11 april 2011.

[4] Tegen dat toen als links beleefde, abstract geconcipieerde kosmopolitisme heb ik in Civis Mundi nadien een organisch geworteld en pluralistisch geleed kosmopolitisme als meer genuanceerde tegenhanger ontwikkeld, waarin ook het cultiveren van een eigen nationale liedtraditie past.

[5] Zie St. Sanders, Alles draait om seks, Filosofie Magazine, 3 juli 2015.