Romantiek in Nederland

Civis Mundi Digitaal #35

door Piet Ransijn

Reactie op het stuk van Wim Couwenberg

Hoewel Nederlands een burgerlijk land zou zijn volgens Couwenberg en anderen, is hier wel degelijk veel romantische kunst en literatuur geweest van niveau. Bovendien kunnen een zekere mate van burgerlijkheid en Romantiek goed samengaan, ook in  Duitsland, zoals het voorbeeld van Novalis leert. Wat betreft de schilderkunst noem ik de beroemde Nederlandse landschapsschool van voor, tijdens en na de Romantiek, maar daarom niet minder romantisch. Wat betreft de literatuur noem ik de Tachtigers, onze grote klassieke dichters uit de 20e eeuw en de neoromantische schrijvers als late bloei van de Romantiek.

Novalis als burgerlijk icoon van de Romantiek

Eerst iets over de burgerlijkheid van Novalis als icoon van de Romantiek. Hij groeide op in een groot gezin als oudste zoon van elf kinderen, van wie de meeste jong stierven. Hij werkte als mijningenieur in de natuur. Hij hield van huiselijkheid, evenzeer als van de natuur en had een sterke familieband. Penelope Fitzgerald heeft dit beschreven in haar bekroonde roman De blauwe bloem.

Voor Novalis was alles romantisch. Hij romantiseerde ook het praktische alledaagse leven door het op een hoger plan te verheffen en te integreren met zijn poëtische beleving van de werkelijkheid als ongedeelde existentiële eenheid. Hij had een kosmopolitische eenheidsvisie, hoewel hij nooit buiten de periferie van zijn geboortestreek is geweest. Van romantische excessen moest hij weinig hebben. Hij streefde naar evenwicht en integratie en leidde een betrekkelijk burgerlijk leven, terwijl hij geldt als vroeg hoogtepunt van de Romantiek. Zoals in mijn artikelen over hem wordt toegelicht, was hij ook een overgangsfiguur die aansloot bij de Verlichting Hij integreerde deze met wat later de Romantiek genoemd zou worden, die in zijn tijd en onder meer met zijn werk werd geboren.

De Romantiek in de Nederlandse literatuur

In het voorgezet onderwijs op de toenmalige HBS heb ik kennis gemaakt met romantische literaire werken van Jacob van Lennep, De Roos van Dekama en het populaire boek Ferdinand Huyck; met Eduard Douwes Dekker, Multatuli, met zijn combinatie van romantiek en maatschappijkritiek in Max Havelaar; met de Tachtigers en hun combinatie van late Romantiek, impressionisme en expressionisme, beïnvloed door de Britse Romantiek, en niet te vergeten de natuurlyriek en mystiek van de grote Vlaamse dichter Guido Gezelle, die we ook bij de Tachtigers kunnen vinden bij bijv. Gorter en Van Eeden. Ook de romans van Couperus - volgens mijn leraar Nederlands onze grootste romanschrijver - zoals Noodlot, De stille kracht, Eline Vere, De boeken der kleine zielen en Iskander over Alexander de Grote en zijn sprookjes Psyche en Fidessa zitten vol romantisch exotische en existentiële thema’s, zoals bij zijn grote Russische tijdgenoten, waarin de kleinzielige tragiek van het burgerlijke leven uitvoerig uit de doeken wordt gedaan.

Neoromantiek in de 20e eeuw

De begin 20eeeuwse generatie van grote dichters zoals de christelijke classici Leopold, die evenals Novalis werd geïnspireerd en geïntrigeerd door Egypte, en Boutens, die werd gefascineerd door Plato en de Middeleeuwen in Beatrijs zien we eveneens veel klassieke en romantische thematiek. Bij Henriëtte Roland Holst en Gorter zien we het socialistische streven naar een betere wereld als een soort romantisch gouden tijdperk, zoals bij Novalis geïnspireerd door geloof en liefde, zie zijn Glauben und Liebe en andere politieke werken van voor het socialisme.

Bij de generatie van tussen de wereldoorlogen zien we het verlangen, de Sehnsucht, bij de burgerlijke dichter J C Bloem, het Elysisch verlangen bij A Roland Holst en neoromantiek bij schrijvers als Aart van der Leeuw, Arthur van Schendel en Jan Slauerhoff, de meest romantische van hen. (1) Ook hij heeft geprobeerd een burgerlijk leven te leiden en verlangde net als Novalis wel eens naar gezinsgeluk, huwelijk en kinderen: “Sinn für Familienglück... Brautnacht. Ehe und Nachkommenschaft” (2). Maar helaas gaf een doodgeboren kind aanleiding tot een ernstige crisis, zoals bij Novalis de dood van zijn geliefde.

Slauerhoff schreef bijvoorbeeld in Zeemans herfstlied:

 

Had ik nu een nederige hoeve

En kinderen spelende buiten,

Om aan de beregende ruiten

Gedachtloos gelukkig te toeven.

 

Na ’t zwerven en stuurse staren

Over de eeuwige zee,

Na ’t eindeloos tumult van gevaren:

De stilte van een vredige stee.

 

Maar het is anders geworden,

Mijn makkers zijn vroeg gestorven

Of in ander alleen-zijn verzworven.

Ik strandde in een dode stad,

Bewandel een eenzaam pad,

Vertrouwd met vergeten graven,

Omspeeld door zieltogende blaren.

Uit: Een eerlijk zeemansgraf I (3)

 

Conclusie

Nederland kent dus veel grote (neo)romantische schrijvers, dichters en schilders.

De Duitse, Britse en Franse Romantiek toont enerzijds een preoccupatie met het extreme, morbide, pathetische en excentrieke, bijv. bij de zusters Brontë, anderzijds sentimentele burgerlijke en decadente trekken (4). De pathetische opera’s danken bijvoorbeeld hun populariteit aan de gegoede burgerij die zich vergaapt aan excessen en zo hun kleingeestige leven in hun verbeelding te buiten kunnen gaan.

Een meer authentieke romantiek, zo leert Novalis, is wellicht het verlangen naar oneindigheid en beleven van een dieperliggende eenheid, waarvoor je niet naar verre landen hoeft te gaan, geen extreme dingen hoeft te doen, maar die in je eigen binnenste te vinden is en in de natuur rondom ons. Men leze Novalis, die deze beleving als geen ander heeft bezongen in zijn prachtige mystiek aandoende natuur- en liefdeslyriek.

 

Noten

1.     Een bloemlezing van deze dichters verscheen in Civis Mundi nr 34 onder Gedichten

2.     Gerhard Schulz, Novalis. Hamburg Rowohlt, 1996, p 48

3.     In Slauerhoff, Verzamelde Gedichten en Persoonlijke voorkeur van J C Bloem, p 55

4.     Couwenberg schrijft dit over romantiek en decadentie in zijn boek Moderniteit als nieuwe beschavingstype ontwikkeling, problematiek en perspectief,. 2009