Van schrijvers wier eens zo roemruchte naam verbleekt tot een vervagende herinnering (met Vestdijk als nieuw voorbeeld)

Civis Mundi Digitaal #36

door SWC

Het Vlaams-Nederlandse culturele tijdschrift Ons Erfdeel publiceert regelmatig artikelen over eens bekende en befaamde schrijvers, die ons weinig meer zeggen. In het eerste nummer van dit jaar wordt in dit verband herinnerd aan de grote en veelzijdige schrijver Simon Vestdijk, Nederlands meest serieuze kandidaat in de 20e eeuw voor de Nobelprijs Literatuur. Het was een auteur met een reusachtig oeuvre die, zo werd in zijn tijd gezegd, sneller schreef dan God kon lezen; met uitbarstingen van scheppingsdrift die bovenmenselijk leken. Zo schreef Vestdijk, zo wordt in dit artikel vermeld, in een periode van twee jaar liefst acht romans, en vijf opmerkelijke bundels muziekessays. Maar is de omvang van zijn oeuvre, met de vulkanische kracht waarmee hij dat het licht liet zien, reden om hem nog te lezen, vraagt de auteur van dit artikel zich af. Vestdijk is zeker nog niet vergeten. Maar hij wordt amper nog gelezen. Er zijn inmiddels zoveel nieuwe schrijvers die aandacht vragen en verdienen. Het werk van deze eens roemruchte schrijver is al enige tijd bezig in vergetelheid te geraken.

In zijn laatste levensjaren werd Vestdijk wreed geveld door een diepe depressie. Deze grote schrijver keek alleen nog tv. En na een val in huis belandde hij in het ziekenhuis, op een grote zaal met zes ziekbedden. Hij stierf een dag nadat hem de eervolle Prijs der Nederlandse Letteren werd toegekend. En nu al is hij een naam geworden die verblekende is tot een vervagende herinnering. Voorbij, voorbij, voorgoed voorbij, zoals Bloem bij zijn afscheid van het leven liet optekenen als grafschrift.

 

SWC