Civis Mundi Digitaal #36
In de machtsverhoudingen tussen de verschillende elites zet zich in deze postideologische ontwikkelingsfase geruisloos een verschuiving door van politieke en intellectuele naar economische en technologische elites. Dwars tegen de deconstruerende cultuurkritiek van postmoderne intellectuelen in dragen die elites op hun beurt met veel elan het moderne vooruitgangsgeloof uit met wetenschappelijk onderzoek en daarop aansluitende technologische innovatie en mondiaal opererende ondernemingszin als basis. In hun beheersingsdrang varen zij daarbij eendrachtig op het kompas van de instrumentele rede, en versterken zij daarmee nog meer het moderne denken in kwantitatieve termen, met een explosie van kwantitatief onderzoek als resultaat. In lijn hiermee worden mensen en instellingen ook meer dan voorheen gerangschikt naar prestatie en invloed.
Dat het begrip kennis onder invloed van die verschuiving toegespitst wordt op nuttig te achten informatie en in die geest kenniseconomie en kennisindustrie hoge ogen gooien, is een logisch effect daarvan, evenals de omslag van universiteiten. Die veranderen namelijk van kweekplaats van een creatieve en kritisch denkende intelligentsia in utilitaire instellingen die zich erop toeleggen hun onderwijs en onderzoek zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften van de samenleving, in het bijzonder van de markt.[1] Die marktgerichtheid werkt trouwens door in het hele onderwijsstelsel. In de continue economische en technologische wedijver wordt originaliteit een beslissende factor in het streven naar succes. Het meest gewaardeerde werk wordt in de naaste toekomst ook verwacht in de zogenaamde stem-vakken (science, technology, engineering and mathematics).
Was in het ideologische tijdperk het idee van eerst een politieke (liberalisme) en daarna een sociale revolutie (marxisme) toonaangevend in het streven naar vooruitgang, in de huidige postideologische context raakt het denken in revolutionaire termen juist sterk betrokken op technologische ontwikkelingen die in razendsnel tempo het persoonlijke en maatschappelijke leven doordringen. Eerder maakte ik al gewag van de verrassend nieuwe ontwikkelingsperspectieven die de moderne biotechnologie opent.[2] Daarnaast doordringt de zogenaamde intieme technologie steeds meer alle aspecten van ons leven.[3] De digitale revolutie, met haar vergaande digitalisering van informatie- en communicatieprocessen en daarmee gepaard gaande overgang van de oude geletterde naar een digitale cultuur, is de meest zichtbare expressie van die technologische revolutie en kleurt ook mede zowel het gezicht van deze nieuwe ontwikkelingsfase als van de daarin opgroeiende nieuwe generatie.
Nauwelijks de digitale revolutie verwerkt hebbende, staan we alweer voor een vierde industriële revolutie, die dit jaar al meteen tot hoofdthema gemaakt is van het World Economic Forum in Davos. Het is een nieuwe industriële revolutie die ons leven, werk en sociale relaties weer ingrijpend zal veranderen, en wel op een schaal als we nog niet eerder meegemaakt hebben. Hieronder een eerste notitie over die nieuwe technologische omwenteling.