Marx en Maharishi: collectief bewustzijn, macht en bewustwording. Reactie op Toon van Eijk

Civis Mundi Digitaal #37

door Piet Ransijn

Toon van Eijk schreef in nr 33 een interessante reactie op mijn boekbespreking in nr 32 over Marius de Geus, Filosofie van Eenvoud. Daarin staat onder meer dat eenvoudig leven in onze samenleving niet zo eenvoudig is. Dat geldt ook voor hoe de samenleving in elkaar zit en samenhangt met het collectieve bewustzijn, waar hij over schrijft. Over dit thema hebben wij beide eerder geschreven, onder meer in onze dissertaties.

 

Bewustwording als noodzakelijke aanvulling bij sociale verandering

In de jaren 60 en 70 leek bewustwording en meditatie meer actueel dan nu, ook onder studenten. Misschien was een reden dat protest en kritiek op sociale structuren alleen niet voldoende zoden aan de dijk zetten met veel geschreeuw maar weinig wol. Er waren eindeloze discussies. Diepgang en zelfreflectie waren soms ver te zoeken, zoals aanvullende studie en meditatie kunnen bieden. Transcendente Meditatie bleek bijvoorbeeld meer dan een modegril van de Beatles te zijn, zoals recentelijk in een TV serie van de VPRO over de jaren 60 naar voren kwam (zaterdagavond begin april). Meditatie gaf onder meer ontspanning in het hectische bestaan eind jaren 60 en meer diepgang dan veel filosofieën en is sindsdien gemeengoed geworden.

We zien hier de ogenschijnlijk tegengestelde benaderingen van maatschappelijke hervorming versus bewustzijnsverandering. Maar eigenlijk zijn beide complementair en vullen ze elkaar aan. Het ene werkt niet effectief zonder het andere. Marx zag bijvoorbeeld in dat de arbeidersklasse zonder klassenbewustzijn moeilijk tot sociale actie te bewegen is.

 

                  

Marx en Maharishi

Marx was toen ‘in de mode’. Hij blijft een interessant filosoof, econoom en socioloog. Maar helaas wordt hij te veel met het communisme geassocieerd, dat zo ongeveer het tegendeel bood van waar hij voor stond, namelijk vrijheid, gelijkheid en solidariteit. In zijn beroemde Thesen über Feuerbach in Die Deutsche Ideologie gaf hij kritiek op de materialistische filosofie, die geen rekening houdt met menselijke verhoudingen:

“Het oude materialisme staat op het standpunt van de burgerlijke maatschappij; het nieuwe [materialisme] op dat van de menselijke maatschappij of de maatschappelijke mensheid… De filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd; het komt er op aan haar te veranderen.” (Stelling 10 en 11)

Meditatieleermeester Maharishi Mahesh Yogi zei: “Philosophers  were expected to be seers, but they came out to be just thinkers.” Daarmee vatten beide de beperkingen van de filosofie bondig samen. De vraag is nu: hoe de wereld te veranderen? Een andere interpretatie van de wereld dient daarmee samen te gaan, zonder zich daartoe te beperken.

Marx en andere sociologen zagen ook de noodzaak van individuele en collectieve bewustzijnsverandering tegelijk met maatschappelijke hervormingen. Hierbij kan een effectieve meditatiemethode een rol van betekenis spelen volgens Maharishi en Toon van Eijk. Bij

onderzoek naar Transcendente Meditatie bleek dat het niet altijd past in het paradigma of denkkader van wetenschappers Meditatie en soms als ‘Fremdkörper’ of ‘anomalie’ wordt gezien, zoals Thomas Kuhn dat noemt in The Structure of Scientific Revolutions.

 

Het verband tussen bewustzijn en sociale factoren

Toon van Eijk geeft een schema van het verband tussen individueel en collectief bewustzijn en verschillende sociale ‘lagen’, factoren, instituties of instellingen. Dit is echter niet zo eenvoudig in schema’s weer te geven, omdat diverse factoren wederkerig op elkaar inwerken of interdependent zijn. ‘The map is not the territory’. Het is moeilijk de ene factor als meer fundamenteel dan de andere te beschouwen, omdat ze niet zonder elkaar kunnen. Het lijkt een kip-en-ei kwestie, zoals ik in het artikel in nr 32 heb geschreven waar Toon op reageert.

Het individuele handelen en bewustzijn lijkt primair. Individuen zijn bouwstenen van de samenleving. Collectief bewustzijn berust op individueel bewustzijn. Maar individuen kunnen niet zonder samenleving en andersom ook niet. Dat geldt ook voor de wisselwerking van politiek, economie, cultuur en levensbeschouwing. Het hangt allemaal samen. Je kunt de ene factor wel onderscheiden als meer primair dan het andere, maar de factoren blijven verweven. De delen zijn niet los te zien van het geheel en vice versa. Dit is een klassiek thema in de sociologie vanaf Saint-Simon, Comte, Marx, Durkheim, Max Weber, Sorokin, Wright Mills, Gurvich, Norbert Elias, Karl Mannheim en andere klassieke sociologen.

 

De factor macht in de wisselwerking tussen elite en bevolking

De werking van het collectieve bewustzijn hangt ook samen met de wisselwerking tussen elite en bevolking (of massa). Het is niet zo simpel dat de bevolking het uiteindelijk voor het zeggen heeft. Bij een weinig bewuste, onmondige massa is dat zelden het geval, tenzij deze in opstand komt. Maar ook dan worden zij min of meer geleid, gestuurd of opgehitst. Zelden wordt het daarna veel beter. Verbetering vraagt constructieve actie.

De factor macht is niet te veronachtzamen, heb ik eerder geschreven, verwijzend naar Wright Mills, The Power Elite; Power, Politics and People en Couwenberg, Wereldgebeuren sinds de jaren ’60, Jaarboek 2013, p 24, zie genoemd artikel in nr 32. Concentratie van macht, rijkdom en ongelijkheid nemen de laatste decennia toe. De wisselwerking lijkt eenzijdiger geworden. De wip slaat door naar de kant van de elite en blijft daar steken. Er blijkt een machtselite te zijn in de vorm van een financieel industrieel complex of een WTE complex van wetenschap, techniek en economie, dat eerder het militair industrieel complex werd genoemd, zie mijn artikelen hierover in nr 31.

Couwenberg en Wright Mills hebben geen naïeve visie op een machtselite die het voor het zeggen heeft. Deze elite wordt gerekruteerd, gevormd en min of meer geïntegreerd uit een sociaal kader of milieu. Mills heeft een soort van theorie van collectief bewustzijn uitgewerkt in zijn meest theoretische en minst bekende boek Character and Social Structure.Elites en andere sociale lagen hebben bepaalde karaktereigenschappen die sociaal zijn gevormd en geïnstitutionaliseerd, een vorm van collectief bewustzijn, zoals het klassenbewustzijn bij Marx.

 

Bewustwording en maatschappelijke betrokkenheid
Bij studenten uit de jaren 60 is de reserve voor machthebbers en de machtselite met de studentenprotesten haast met de paplepel ingegeven. We kunnen wel spiritueel doen, mediteren en ons bewustzijn ontwikkelen - voor zover een (bewust)zijnstoestand is te ontwikkelen. Maar het is wel zaak kritisch en maatschappelijk betrokken te blijven, zoals bij Toon van Eijk. Het ene doen en het andere niet laten.

Opstandige kritiek en revolutionair doen, schiet niet op. Een socioloog die dit kan het weten, is Sorokin. Hij is een Russische revolutionair geweest en heeft de ‘ellende’ en geweld van de revolutie meegemaakt, uitvoerig beschreven en vreedzame altruïstische alternatieven onderzocht. Zijn tientallen boektitels variëren van The Sociology of Revolution tot The Power of Love: Types, Factors and Techniques of Moral Transformation.
Voor zover mij bekend is hij één van de weinige sociologen die wijzen op het belang van technieken tot bewustwording en transcendentie. Deze termen hebben mijn voorkeur boven de term bewustzijnsontwikkeling, die ik evenals Toon van Eijk eerder heb gebruikt. Bewustzijn is strikt genomen niet te ontwikkelen, omdat het een zijnstoestand is, waar we ons van bewust kunnen zijn en worden. We ontwikkelen niet het bewustzijn an sich, dat transcendent is. Dat wil zeggen dat het ervaringen voorbij gaat, maar we ontwikkelen eigenschappen en bewustzijnsinhouden, die iets anders zijn dan het bewustzijn an sich, zie Civis Mundi nr. 27. Criteria voor methoden tot bewustwording en de cruciale rol daarvan bij sociale verandering heb ik toegelicht in Civis Mundi nr 26 en eerder in een themanummer hierover in maart 1983.

 

Wisselwerking van individueel en collectief bewustzijn

Collectief bewustzijn is geen homogeen gegeven. Het is samengesteld uit talloze individuele bewustzijnstoestanden, die in diverse vormen van groepsbewustzijn gestalte krijgen. Deze vormen samen het collectieve bewustzijn, dat een zekere mate van coherentie, samenhang of consensus heeft, afhankelijk van de samengestelde delen. Deze individuele onderdelen en groepen worden in een feedbackloop, wisselwerking of terugkoppeling ook weer gevormd door het geheel, het collectief, dat bestaat uit de structurele of sociaaleconomische ‘onderbouw’ en de culturele ‘bovenbouw’, in termen van Marx.

De samenleving en het milieu waarin wij samenleven, is wellicht de meest complexe ‘structuur’ of figuratie in het universum. Ingewikkelder dan onze hersenen, die daarvan een onderdeel vormen. Alleen het universum als geheel en het sociale ecosysteem overtreffen de samenleving in complexiteit. Vandaar dat sociologen van ecologen een en ander kunnen leren. Bijvoorbeeld van een veelzijdig de Russisch-Amerikaanse ecoloog als Peter Turchin, zie mijn artikel in nr. 33 over ongelijkheid.

 

Collectieve bewustwording en collectieve actie
Het sleutelbegrip van Turchin is ‘asabya’: concerted collective action, ontleend aan Ibn  Khaldun, (1332–1406) grondlegger van de sociaal politieke wetenschap - na Aristoteles en vóór westerse politieke denkers. De Islam heeft niet alleen fundamentalisten voortgebracht! Het past bij de naam van Civis Mundi om als wereldburger ook af en toe een positief geluid van andere culturen laten horen. Het Westen heeft niet alleen de wijsheid in pacht. En het valt nog te bezien in hoeverre het modern westerse model op termijn wereldwijd maatgevend is. Dat geldt misschien wel voor elementen als mensenrechten, maar niet voor de vervuilende en uitbuitende industrie, die enige bijstelling behoeft. Daarvoor is gemeenschappelijke moreel gemotiveerde collectieve actie nodig op een andere manier dan bij de roofbouw van industriële ondernemingen.

‘Asabya’ is een actief equivalent van collectief bewustzijn. In historische case studies in zijn boek War and Peace and War, laat Turchin zien hoe werkt als collectieve actie. Hij verwijst naar de studies van Mancur Olson over collectieve actie (zie nr. 33).

Al voor het einde van de Koude Oorlog, toen we een massaal groeiende mondigheid en bewustwording zagen toenemen, heb ik het mechanisme van de werking van het collectieve bewustzijn proberen toe te lichten. Mede door de massale bewustwording, zowel in het Westen als in Oost-Europa, zou de Koude Oorlog eindigen, maar ook door het bijna bankroet van de Russische planeconomie.

Voorafgaand aan dit einde waren er massale protesten en verzet tegen oorlog en onderdrukking waar geen houden meer aan was. Dit heeft het einde van de Koude Oorlog in de hand gewerkt, Daarbij dient de factor macht niet onderschat te worden, het dreigende ‘faillissement’ van de rammelende economie en de ontdooiende politiek van de Sovjet Unie. Dit ging ‘toevallig’ gepaard met een Sovjetleider die daar oog voor had en ‘perestrojka en glasnost’ verkondigde, en met leiders als Lech Walesa en Vaclav Havel, die het collectieve bewustzijn van de bevolking een stem gaven. In Amerika moesten de presidenten Johnson en Nixon het veld ruimen, mede door publieke protesten tegen de oorlog in Vietnam en misleiding van de bevolking. Het volk en de politiek lieten zich niet misleiden toen het Watergate Schandaal aan het licht kwam. Toevallig werd dit zaterdag 16 april op TV toegelicht door klokkenluider Carl Bernstein, die dit aan het licht bracht samen met Bob Woodward.

Wie weet wat er nog kan gebeuren als het collectieve bewustzijn toeneemt en zich niet langer door de financiële industriële elite laat manipuleren en zoet laat houden met commercieel massavermaak, waarbij de multinationals via reclame hun producten met succes aan de man proberen te brengen. Massaconsumptie blijkt echter moeilijk in te dammen door eenvoudig leven.

De Panama Papers en andere onthullingen kunnen gezien worden als tekenen van toenemend bewustzijn. Als het bewustzijn toeneemt komt er meer aan het licht van wat verborgen was.

 

Maatschappelijke ontwikkeling en spirituele ontwikkeling
Hoopgevend is dat de bevolking het gedrag van de elite iets beter lijkt door te krijgen, mede onder invloed van boeken als die van Luyendijk, Sloterdijk en Macho, zie de boekbesprekingen in nr 34. Het verband van sociale en spirituele ontwikkeling is voor velen nog terra incognita. Ook Turchin gaat daar nauwelijks op in. Religie en coherent spiritueel bewustzijn komen bij hem wel aan de orde. Hij gaat in op religie, ethiek en filosofie, zoals de deugden van de oude Romeinen en Grieken, het religieuze fanatisme bij de collectieve inzet van de Russische christelijke kozakken, de strijd van de Noord-Spaanse Christenen tegen de ‘Moren’ en de opmars van de Islam. De verspreiding van het Boeddhisme is minder algemeen bekend. Heersers zoals de boeddhistische keizer Ashoka van India, de christelijke heersers keizer Constantijn en koning Clovis en Karel de Grote hebben een cruciale, zij het gewelddadige rol gespeeld bij de uitbreiding van hun rijk en hun religie.
We zien hier weer de ingewikkelde wisselwerking van de individuele leiders, de elite en het collectief. Bij Turchin blijkt een samenbindende rol van religie en collectieve geestelijke inzet en inspiratie voor de eigen gemeenschap en tegen opponenten.

Spirituele ontwikkeling en bewustwording lijken cruciale factoren bij de maatschappelijke ontwikkeling, zie de boekbespreking van Sloterdijk en Macho, God, geest en geld in nr 34 en van Laeyendecker, Bedreigde cultuur, in nr 31. We dit echter wel uitleggen, maar de meerderheid lijkt er de voorkeur aan te geven zoet te worden gehouden door vrijblijvend vermaak en politieke misleiding, die het heeft gemunt op de kiezersgunst.

De rijken worden rijker en de elite lijkt stevig in het zadel te zitten. In onze jeugd leek de kerk echter ook oppermachtig en de Sovjet Unie een formidabele vijand. Wat is er nu nog over van hun macht en vijandschap? Rusland lijkt sterker terug te komen als tegenspeler op het wereldtoneel in de mate waarin het Westen het die rol toebedeeld heeft met het collectieve vijandbeeld. Elites hebben hierbij ongetwijfeld grote invloed. We dienen er op toe te zien dat de cyclus van War, Peace and War zich niet herhaalt zoals bij de Koude Oorlog, naar het gelijknamige boek van Turchin, die de collectieve mechanismen achter dergelijke cycli beschrijft.

 

Criteria voor methoden tot bewustwording

Zonder methodische technieken blijft het pleiten voor bewustwording een vaag roepen in de woestijn. In Civis Mundi van maart 1983 heb ik een aantal criteria genoemd die zijn samengevat in mijn artikel in nr 26 over bewustzijn en kwantumfysica. Sindsdien bevat ieder nummer een aantal bijdragen met collectieve bewustwording als een van de hoofdthema’s. Het begon met een serie die een natuurkundige grondslag en realiteit aan het bewustzijn probeert te geven.

Van 1983 tot 2014 heb ik gewerkt aan een proefschrift over collectief bewustzijn geschreven, een onderwijsprogramma voor sociaal-emotionele vaardigheden, les gegeven in sociologie en bewustwording. Dit heeft een bijdrage geleverd aan bewustwording onder jongeren in het onderwijs. Het lesprogramma Leefstijl voor jongeren wordt nog steeds toegepast en was een trendsetter voor andere methoden op dit gebied. Evenals Transcendente Meditatie voldoet deze methode aan de criteria die in genoemde artikelen in 1983 en 2014, nr 26. Bewustwording volgens dergelijke criteria vraagt ook om een wetenschap van het bewustzijn, inzicht in de aard van het bewustzijn. Het gaat om de volgende criteria:

  1. wetenschappelijk toetsbaar
  2. holistische en collectieve effecten
  3. algemeen, universeel toepasbaar voor iedereen die wil,
  4. dus niet te moeilijk, persoonlijke vrijheid, politieke en levensbeschouwelijke visie respecterend.
  5. als vijfde valt toe te voegen: zingeving, een zingevend perspectief. Dit is een belangrijk criterium dat wetenschap niet biedt, zoals Weber schreef. Religie en filosofie kunnen wel zingeving bieden.

 

Conclusie

Deze criteria hangen samen met het bewustzijn als ‘het vermogen om het geheel waar te nemen’, zoals de natuurkundige en filosoof Von Weizsäcker de rede omschrijft in zijn boek Wege in der Gefahr / The Politics of Peril. Een transformatie van bewustzijn acht hij noodzakelijk bij maatschappelijke verandering. Hij onderscheidt het verstand, het onderscheidende analytische vermogen, van de rede, de ‘Vernunft’, het synthetische vermogen om het geheel waar te nemen. Bij het bewustzijn kunnen we het individuele ik-bewustzijn onderscheiden van het universele bewustzijn, dat het ik overstijgt. Dit is een ervaring van het geheel. Het ik(-bewustzijn) onderscheidt zich van de ander en het andere, van andere objecten.

In ons bewustzijn nemen we de wereld waar als een geheel dat alles omvat wat we waarnemen. Zonder bewustzijn is dat niet mogelijk. We nemen ook onszelf waar in ons bewustzijn als een geheel waarin gedachten. gevoelens, gewaarwordingen, indrukken en impulsen waarnemen. Bewustzijn is een wonderlijk vermogen, waar we moeilijk vat op krijgen. De wereld en de kennis van de werkelijkheid is op een of andere wijze gestructureerd in ons bewustzijn. Als we dit vermogen verder ontwikkelen in de zin van bewust worden, lijken we een sleutel te hebben tot integrale maatschappelijke verandering en sociaal-culturele ontwikkeling, zoals Toon van Eijk eveneens toelicht.

 

Bijlage: Bewustzijn en kwantumfysica en de drie werelden van Popper

Conform de kwantumfysica en de Indiase filosofie valt hieraan toe te voegen dat de meer verfijnde, minder zichtbare en tastbare lagen van het bestaan meer elementair en fundamenteel zijn dan de grovere, meer verdichte en tastbare lagen. Elementaire deeltjes of velden zijn meer elementair dan ‘grofstoffelijke’ verdichte materie. Het grote is opgebouwd uit het kleine, het grove uit het fijne. Het geheel is daarbij meer dan de som der delen. Uiteindelijk gaat volgens de Indiase Oepanishaden het kleinste van het kleine over in het grootste van het grote: Atman, het Zelf of de ziel (adem) is Brahman: het Al, het grote alomvattende Zijn.

In eerdere artikelen over kwantumfysica en bewustzijn in nr 26  en 27 heb ik globaal een onderscheid gemaakt in de volgende lagen: 1. materie, 2. energie, 3. informatie en 4. het zuivere bewustzijnsveld waarin deze informatie is gestructureerd als bewustzijnsinhoud(en) in onderscheid met het inhoudsloze bewustzijn(sveld). In deze lagen kunnen meer genuanceerde en verfijnde onderscheidingen worden gemaakt in vormen en soorten van informatie, energie en materie. Het bewustzijnsveld is nog geen fysische term. Zover is de fysica nog niet. Hoewel de kwantumfysica niet om het bewustzijn heen kan als fundamentele realiteit. Zonder het waarnemende bewustzijn is fysica onmogelijk.

Wat is nu het verband met de samenleving? In zijn discutabele schema onderscheidt Toon van Eijk vergelijkbare lagen van grover en concreter naar meer verfijnd, elementair en fundamenteel. Een iets ander onderscheid maakt wetenschapsfilosoof Karl Popper met zijn theorie van de drie werelden, die we met bovenstaand onderscheid en de samenleving in verband kunnen brengen, namelijk:

1. De materiële wereld, waartoe ook de hersenen behoren,

2. de geest, bewustzijn en bewustzijnsinhouden,

3. de wereld van creaties van de geest, die globaal overeen komt met het cultuurbegrip in ruime zin, inclusief de materiële cultuur. Dit is een objectieve, deels tastbare wereld die gecreëerd is door de geest.

In zijn één van hun laatste werken The Self and Its Brain: An Argument for Interactionism onderscheiden Popper en neuroloog Eccles het Zelf en de hersenen. Zij kennen aan het bewustzijn of het Zelf een zelf-standige realiteit toe, die niet tot de materie, de hersenen, herleidt kan worden. Dit komt overeen met de inzichten van grondleggers van de kwantumfysica, zoals Heisenberg, Pauli en Schrödinger, die de Indiase filosofie van de Oepanishaden onderschrijft in Mind and Matter.

In de samenleving kan aan het bewustzijn en de inhouden ervan eveneens een relatief autonome realiteit worden toegekend, in wisselwerking met de meer tastbare sociale structurele en economische factoren, die deels materieel zijn. Bewustzijn is niet te herleiden tot materiële economische factoren, zoals bij het zogenaamde vulgair marxisme. Bij Marx zelf ligt dit verband subtieler. Het dialectisch materialisme is eerder een vorm van interactionisme.

Dialectiek was oorspronkelijk bij Plato, Fichte, Schelling en Hegel  een soort mechanisme van de werking van de geest of het bewustzijn. Door Marx is de Hegeliaanse dialectiek toegepast op de materie, de economie en de samenleving. Een vergelijkbare wisselwerking als tussen bewustzijn en materie speelt zich af tussen het individu en het collectief op het materiële en het ideëel niveau, het bewustzijn.

De wisselwerking of dialectiek van twee polen vinden we onder meer diverse Chinese, Griekse, Europese en Indiase tradities als een wijdverspreid universeel gegeven. Bijvoorbeeld yang en yin, mannelijk en vrouwelijk, positieve en negatieve lading, Purusha en prakriti: bewustzijn en materie of natuur. Deze twee polen zouden dan polaire manifestaties zijn van een niet manifest soort veld, dat Brahman of Tao wordt genoemd in India en China en bij Griekse filosofen diverse namen heeft. Zoals de Indiase Rigveda zegt: ‘Ekam sat vipra bkahuda vadanti – het Zijn is één, de wijzen geven er verschillende namen aan’.
.