Klimaatbeheersing en overgang naar duurzame energie

Civis Mundi Digitaal #38

door Jan de Boer

Er zijn twee goede redenen om met kracht de ontwikkeling van duurzame elektriciteitsproductie

te steunen. Ten eerste om de uitstoot van CO2 zoveel mogelijk terug te brengen en daarmee de opwarming van de aarde met alle gevolgen vandien voor zover en zoveel mogelijk te bestrijden.

Ten tweede om ons voor te bereiden op een toekomst waarin de fossiele brandstoffen of uitgeput of zeldzaam zijn. Helaas zijn de kalenders van de gouvernementele acties en besluiten die hiermee gepaard moeten gaan, totaal verschillend en niet op elkaar afgestemd.

De reductie van CO2-uitstoot heeft een absolute prioriteit. We hebben geen tijd te verliezen en daarom moeten we alle beschikbare technologieën inzetten: duurzame energiebronnen, maar ook soberheid, en doelmatigheid, het vangen en opslaan van CO2, etc. We zouden de CO2-uitstoot nog heel wat verder terug kunnen brengen door er een stevig prijskaartje aan te hangen in de trant van de vervuiler betaalt. Dit is bij regeringen en bedrijven beslist geen populair idee.

Het perspectief van een totale vervanging van fossiele brandstoffen door duurzame energiebronnen is nog ver van ons verwijderd. Daarom moeten we technologieën ontwikkelen die binnen 10, 20 of 30 jaar  competitief zijn. Twee andere politieke acties zijn tegelijkertijd onmisbaar:

1. een stevige prijs voor de uitstoot van CO2 op zeer korte termijn en

2. veel research om een goede basis te leggen voor de toekomst.

Politiek gezien laten we het op beide terreinen afweten.

Om het eerste doel te bereiken: een fikse prijs vast te stellen voor de uitstoot van CO2, dacht de politiek dit te kunnen realiseren via een uitstoot-vergunning per land en te onderhandelen door de betreffende landen: de één wat meer, de ander wat minder. Geen gek idee op voorwaarde dat de verantwoordelijkheid voor deze onderhandelingen ligt bij een competente en onafhankelijke autoriteit. Die autoriteit heeft de internationale politiek niet gewild en daardoor  is het streven naar een vergunning voor uitstoot van CO2 met het prijskaartje van 50 euro per ton, niet gerealiseerd en schommelt deze nu rond de 5 euro per ton. Het is hiermee onmogelijk investeringen te doen  voor minder uitstoot van COtegen lagere kosten.

Men heeft dus zijn toevlucht gezocht in een ander beleid voor duurzame energie: windmolens en zonnepanelen met een gegarandeerd tarief voor geleverde elektriciteit, betaald door de gebruikers van elektriciteit, die daar in het algemeen niet bij stil staan. Een voorbeeld: particulieren die zonnepanelen installeren, kunnen zich dat veroorloven door de elektriciteitsconsumptie van met name ook de minder bedeelden in onze samenleving. Dit kostbare beleid wordt discreet gefinancierd door een heffing op alle geconsumeerde KWH zonder dat daarover in welke volksvertegenwoordiging dan ook overleg is gepleegd. De jaarlijkse nog steeds stijgende kosten van dit beleid bedragen tot nu toe voor Duitsland 25 miljard euro en voor Frankrijk 7 miljard euro.

Er werd gedacht dat zo de doelen op korte en lange termijn gelijktijdig bereikt zouden kunnen worden. Nee dus: in werkelijkheid worden zo beide doelen gesaboteerd.

Dit beleid heeft de elektriciteitsmarkt volledig verstoord. Noodzakelijke signalen voor investeringen op lange termijn op het gebied van energie zonder schommelende prijzen worden zo niet meer afgegeven. Stroomstoringen in de komende tien jaar zijn ook hiervan het gevolg. Daarbij verhindert dit beleid ook een toekomst met alleen duurzame energie voor te bereiden. Terwijl men onderzoek naar veel beter presterende technologiën voor morgen zou moeten intensiferen, heeft men onmiddellijk de elektriciteitsproductie met de huidige technologieën op grote schaal voorrang gegeven. Tientallen miljarden euros worden uitgegeven om gebruikelijke windmolens in zee te plaatsen in plaats van deze enorme geldsommen te investeren in research naar nieuwe technologieën, die ongetwijfeld op middellange of lange termijn gerealiseerd zouden kunnen worden. En waarom zouden deze elektriciteitsproducenten zich ook druk maken over innovaties op het gebied van elektriciteitsproductie als gegarandeerde tarieven hun verzekerde inkomsten bieden zonder enige concurrentie van buiten af?

De bescherming van onze planeet tegen een desastreuse opwarming kent geen prijs. Ongetwijfeld waar, maar deze bescherming brengt wel kosten met zich mee. Dat is niet hetzelfde. Dat wordt gauw vergeten. We investeren zo zonder een spier te vertrekken in technologieën die 600 euro per te vermijden ton CO2 kosten, terwijl er een overvloed van  technologieën is voor minder dan 100 euro per ton. WELKE DAN ?

We zouden tenminste kunnen beseffen wat we zouden moeten doen om deze enorme verspilling tegen te gaan: het centraal stellen van de kosten in  onze energie- en milieupolitiek via een flinke prijs voor elke ton uitgestoten CO2 om daarmee samen met een ambitieuze politiek van research en ontwikkeling de toekomst voor te bereiden.

De gegarandeerde elektriciteitstarieven zijn niet te rijmen met een verantwoord economisch  beleid,    staan ook haaks op democratische beginselen en moeten dus zo snel mogelijk afgeschaft worden.

 

 

ALS IK HET GOED BEGRIJP WORDEN OOK ENERGIEMAATSCHAPPIJEN GESTEUND DOOR BELASTING OP ELEKTRICITEITSAFNAME VAN PARTICULIEREN WAARME DURE ALTERNATIEVEN ZOALS WINDMOLENS EN ZONNEPANELEN WORDEN GEFINANCIERD TREN KOSTE VAN GOEDKOPERE VARIANTEN ZOALS ……….. Noem eens een paar voorbeelden