Civis Mundi Digitaal #39
Fetullah Gülen als emancipator van de ‘kleine luyden’ van het platteland
Fungeert de sympathieke althans op dienst gerichte Hizmet- of Gülenbeweging, los van de ‘coup’ in juli, als zondebok, lees middel, voor president Erdogan om met voorbedachten rade, mogelijk zelfs vanuit een lang te voren bedacht sluw plan, een voorzichtig ontluikende democratie en rechtstaat om zeep te helpen in de richting van een partijdictatuur of voor een bewind van islamisme? Is m.a.w Turkije bezig een tweede Iran te worden, waarbij in 1979 ook ineens een klopjacht werd gehouden op rechters, leraren en journalisten? Of was er in juli even sprake van een stuiptrekking van een instituut, het leger dus, in wie men decennia lang ‘een heilig geloof’ had als ‘hoeder van de rechtsstaat’ of vooral als bewaker van het secularisme? Het leger stond vanaf grondlegger Atatürk garant voor de (overigens nu bedreigde) scheiding van moskee en staat, hoezeer Turkije steeds een Ministerie van Godsdienst en de soenitisch islam formeel als hoofdreligie had en heeft. Veel ‘seculiere’ Turken waren blij met die rol van het leger. In hun ogen of althans in die van de stedelijke elite was het terecht, dat dit in 1997 ingreep, toen premier Nectmettin Erbakan in richting van het islamisme leek te gaan en toenadering zocht tot Iran en andere moslimlanden. Met gevolg dat het leger hem dwong tot aftreden. Thans is dat, ook bij ‘seculieren’(, die zich nu dan ook niet gelukkig tonen met de coup) anders. Sinds het optreden van de AKP en premier Erdogan waren er nl. eerst goede ontwikkelingen: 1) meer democratie, 2) het in principe willen toetreden tot de EU door het bewind en 3) het ontnemen van die ‘hoeder’-taak aan het leger, waarbij Erdogan overigens wel een generaal uit zijn vriendenkring wist te benoemen.
‘Het leger terug in de kazerne’.
Het leger ‘terug in de kazerne’, wie is daar niet voor? De EU was er blij mee. Idem de minderheden, ook Gülen, reden dat de door hem geïnspireerde Hizmetbeweging elkaar informeel toen adviseerde in plaats van op de seculiere CHP op de AKPA te stemmen. Althans begin 2000, want later werd er zonder advies naar eigen bevinding gestemd Maar het lijkt minder correct om Erdogan ‘een oude bondgenoot’ (Trouw 18-7-’16), of deze en Gülen ‘jarenlange bondgenoten’ (NRC-Next, 19-7) te noemen, dus te suggereren, dat zij voorheen echt ‘samen optrokken’ (Trouw 18-7), ook al had het wel die schijn. Nee, ze waren beiden tegen de veel te grote politieke invloed van het leger in het land. Het was meer zo, dat toen de AKP in het begin nog de mensenrechten respecteerde, de Gülenbeweging als voorstander van een gematigde en soefi-achtige islam en als een pleiter voor democratie, er moeilijk om heen kon in meerderheid te gaan stemmen op de AKP-lijst. En idem dat Erdogan er niet om heen kon juristen, opgeleid aan de onderwijsinstituten van de Gulenbeweging, op belangrijke ambtenaar- en justitieposten te zetten, omdat door de massaprocessen tegen het voorheen machtige leger er veel vacatures waren ontstaan, die hij toen nog niet met eigen AKP-mensen kon bezetten Vaak ziet men over het hoofd, dat na het soms of vaak milde bestuur van het Osmaanse Sultanaat, waarbij religieuze minderheden, bijv. in het Palestina van toen, zelfs vormen van regionaal zelfbestuur werd gegund, in het huidige centralistische Turkije er generaal genomen twee typen polarisatie zijn. Namelijk a) die tussen seculier en religieus, dus ook het wel of niet hoofddoekjes op de universiteit willen toestaan en b) de tegenstelling stad en platteland, waarbij de stedelijke elite niet alleen de dienst uitmaakt, maar vooral ook neerkijkt op de minder ontwikkelde (hoofddoekjes en soms nog petten dragende) plattelander. En wat men nog meer vergeet, naar het lijkt ook Betsy Udink, is dat de Gülenbeweging paradoxaal genoeg mede symbool staat voor die laatste tegenstelling.
Fetullah Gülen als emancipator van het platteland (vooral Anatolië).
Dit omdat Fetullah Gulen op jongere leeftijd die tegenstelling zag en al rondtrekkend in het grote Anatolië de mensen daar opriep niet met geweld te rebelleren tegen de stedelijke elite, maar zich te scholen, te emanciperen om zich zo gelijkwaardig te kunnen gaan voelen met de mensen in de stad. En voorts ook hun dorpen economisch en technisch te moderniseren. Die emancipatie werd een succes. Het verwaarloosde platteland kwam tot bloei. Zonen en dochters meden niet langer de universiteit, laat staan het lager en middelbaar onderwijs. Je zou het kunnen vergelijken met de emancipatie van de gereformeerde ‘kleine luyden’ in Nederland, een eeuw terug. De kracht van de laatsten was dat ze zich tevens partijpolitiek organiseerden, in casu via hun A.R.-partij. Mijn grootvader zei me eens: ”De liberalen noemden zich in de 19e eeuw het denkend deel der natie en keken op ons neer, ons de nachtwacht noemend, maar kregen pas wat respect voor ons, toen we ons organiseerden”. Als de Gülen-beweging 40 jaar terug ook een politieke partij had opgericht, - ik bedoel niet een confessionele partij, omdat het samengaan van religie met macht de eerste meestal in diskrediet brengt, althans vaak moeilijkheden geeft, zoals we thans ook zien met Erdogan via zijn islamitische AKP, maar bijv. een sociaal-politieke of een emancipatiepartij - zou hun positie thans veel sterker zijn geweest. Dit omdat de huidige oppositiepartijen in Turkije alleen te zwak waren/zijn om de AKP een 51%-meerderheid te onthouden. Toen dit laatste samen met een democratische en geweld mijdende Koerdenpartij recent even lukte, schreef Erdogan na een half jaar gewoon een nieuwe verkiezing uit, waardoor hij mede door het gevecht met de PKK te hervatten, wel boven de 50% uitkwam. Waardoor hij zonder een parlementaire tegenmacht en zonder compromissen te moeten sluiten met een coalitiepartij de kans kreeg zijn agenda door te drukken, ja zelfs om de ernstige dingen te doen, die hij nu aan het doen is, opheffing van de rechtstaat incluis.
Accent op scholing, ontwikkeling en sociale dienstverlening
Bij Hizmet ligt het accent niet op partijpolitiek, maar op scholing, ontwikkeling en sociale dienst. Dat laatste ook via het proberen verkrijgen van functies, die tot dan slechts aan de stedelijke elite waren voorbehouden. Daar is op zich niets mis mee. Ook omdat deze beweging behalve op dialoog, respect, geweldloosheid en verzoening juist de nadruk legt op democratie en het hebben van een goede rechtstaat. Om dat alles dienend te kunnen bevorderen, leek het Gülen, die overigens als eerste islamgeleerde ‘nine eleven’ en recent het geweld van de IS en ander jihadisme weer eens duidelijk publiek veroordeelde, ooit alleszins zinvol, dat de opgeleide plattelanders ook gingen solliciteren naar functies als rechter, aanklager, journalist en politieagent. Waarom ook niet? Erdogan vond het de gewoonste zaak van de wereld, mede omdat al tijdens het sultanaat het normaal was dat mensen uit goede, meest stedelijke en vaak ook ‘militaire’ families zulke functies hadden. Anders dan Betsy Udink of collega Zürcher (beiden in een Nieuwsuur-uitzending) zie ik dit dan ook niet zozeer in de wat geladen termen als ‘machtsstrijd’, of ‘infiltreren’, maar meer als functioneel voor het proberen te leven vanuit een ideaal en zo het land en de democratie te helpen opbouwen. Daarvoor van bovenaf collectief gestraft te worden, zoals nu gebeurt, zelfs onder de term ‘zuivering’, is niet te vatten, tenzij als usurpatie van een steeds autocratischer wordend bewind. De minder in termen van democratie denkende en soms loslippige Erdogan, - ‘democratie is een rijdende bus waar je op stapt, indien van belang, maar uitstapt, indien niet meer nodig’, is een uitspraak van hem - , ging dat solliciteren naar functies als rechter etc. door mensen buiten zijn AKP later ineens als bedreigend zien. Bedreigend voor zijn machtspositie en mogelijk ook voor zijn islamisme, omdat de gülenisten een gematigde soefi-achtige islam aanhangen en Erdogan zich meer en meer ontpopt als aanhanger van de politieke islam, zoals hij eens ‘als jonge politicus pleitte voor invoering van de sharia’ (NRC 23-7-’16) . En naar het lijkt vooral vanaf 2013, toen onafhankelijke aanklagers corruptie bij het bewind ontdekten. Waarbij Erdogan tevens met zijn visie kwam, dat de staat ‘iets onaantastbaars’ is, waarop het volk geen kritiek mag uiten. Hij begon dit afhankelijk zijn van neutrale rechters en openbare aanklagers en dito journalisten meer en meer als bedreigend te zien. Zeker toen journalisten gewoon hun rol vervulden door soms met in hun ogen constructieve kritiek op zijn beleid in de staat te komen. En nog meer toen officieren van justitie vormen van corruptie van 47 hooggeplaatste Turken van de AKP en zonen van vier ministers aan het licht brachten. Vragen om een onderzoek naar die corruptie, ook over geluidsopnames over een gesprek van Erdogan, - volgens Betsy Udink ‘nu een schatrijke man’ (De Volkskr. 23-7) - en zijn zoon Bilal om ‘geld buiten het huis te brengen’, werkte bij hem als ‘een rode lap op een stier’. Reden dat hij meteen begon te ‘zuiveren’ via overplaatsing of het ontslaan van de betreffende aanklagers, alles zonder enige rechtsgrond. Als Erdogan ‘wordt gekrenkt, komt het slechtste in hem naar boven’ (NRC 23-7-16) , zegt Marloes de Koning, correspondent in Istanbul, terecht.
Terug naar de tijd van het Franse absolutisme?
Het ontslaan van rechters was iets wat de Franse koning in de tijd van het absolutisme, toen er nog geen politieke partijen waren, ook deed wegens een uitspraak, die hem ongevallig was. Dit ontslaan is wat nu dus helaas in Turkije onder Erdogan na de coup op zeer grote schaal aan het gebeuren is. Van de trias politica, de belangrijke scheiding der 3 machten, is daarmee dan ook niets meer over in het land. Hierdoor is elk onderzoek of rechtsgeding, bijvoorbeeld naar of over de coup, ook jegens de daders van geweld, inclusief jonge soldaten die van niets wisten, ja ook inzake de corruptie in regeringskringen, een farce - want partijdig - geworden. Hetzelfde geldt voor de vredesbesprekingen met de Koerdisch PKK, die door het AKPA-bewind zowel korte tijd in gang werden gezet als daarna om opportunistische redenen weer gestopt. Een derde tegenstelling of polarisatie in Turkije is die over de Koerdische kwestie, waaruit ook via demagogie electoraal gewin kan worden gemaakt, zeker als men van beide kanten blijft vechten met wapens, wat het electoraat doet verrechtsen. De Hizmet-beweging is voor dialoog, geweldloosheid en verzoening, dat laatste dus ook met de Koerden en heeft tevens scholen in de Koerdische regio’s. Dat de PKK daardoor soms minder kinderen kregen voor de opleidingskampen in de bergen, leidde tot verwijten van Koerdische zijde. En mogelijk ook tot vooroordelen jegens de Turkse beweging. Iets wat jammer is, omdat beide bewegingen het zeer moeilijk hebben . Zeker thans lijkt het daarom van belang niet te ‘katten’, maar solidair met elkaar zijn. Door de autocratie en het islamisme van het bewind zitten de Koerden, de Gülen-beweging en de ‘kemalisten’/‘saecularisten’ alle drie in de hoek waar de slagen vallen. Door de president zijn ze allen wel eens tot zondebok gemaakt voor iets. Dat geldt trouwens ook wel voor de meer vrijzinnige alevieten (circa 11% in Turkije). Maar thans is al enige tijd vooral de Gülenbeweging het doelwit. Via demagogie, gepaard gaande met een klopjacht jegens leden van de beweging, van wie nu meer dan 3000 mensen met de functie van rechters en openbare aanklagers zijn geschorst of opgepakt. Eveneens enkele tienduizenden ambtenaren en leraren. Of ze allen lid van Hizmet zijn, is de vraag, maar het ernstige is dat er al enige tijd lijsten rond gaan van mensen op hoge posten, allen op de lijst gezet om ze te zijner tijd of al op korte termijn te kunnen ‘zuiveren’. Opmerkelijk is dat deze ‘enorme klopjacht op rechters, schrijvers en leraren in 1979 ook plaatsvond in Iran’. Een opmerkelijke paralel, omdat daar toen het islamisme via Khomeini aan de macht kwam, waarover veel Iraniërs eerst blij waren, zo schrijft de ex-Iranier Sander Terphuis, maar dat het land later ‘in een grote crisis bracht’(De Volkskrant 22-7-16)
Zelfs leraren worden ‘gezuiverd’.
Heel ontmaskerend is ook dat zelfs leraren, die al helemaal niets met Turkse coup te maken kunnen hebben gehad, nu uit het onderwijs worden gehaald, naar het lijkt omdat hun islam- of democratie-visie niet zou deugen. De door Hizmet opgerichte privé-scholen worden nu zelfs op vrij grote schaal ook hun vergunningen ontnomen. Daarmee Hizmet in hun ziel treffend. Onthutsend is dat naast 15 universiteiten ook 35 ziekenhuizen zijn gesloten. Opmerkelijk is dat deze oorlogsverklaring aan de Hizmet-beweging weinig met de coup te maken heeft, maar al veel eerder begon en vooral op 16 juni ‘16, toen zij van regeringswege officiëel in de hoek van het ‘terrorisme’ werd gezet. Erger kan al niet. Zoals voorheen de Gezi-demonstranten voor terroristen werden uitgemaakt, gebeurde dat nu ook met/jegens een beweging die let wel geweldloosheid in het vaandel heeft. In de verklaring van Hizmet in NL op de persconferentie d.d. 29-7 te Den Haag wordt dit ‘gelijkstellen van hen aan IS en Boko Haram’ terecht ‘een walgelijke en verwerpelijke daad’ genoemd. Maar nog is het niet genoeg. Terwijl het leger mogelijk nog wat meer in de lijn van het ‘seculiere kemalisme’ zit en in elk geval weinig moet hebben van de islam, hoe gematigd, mystiek of dienend ook, wordt de beschuldiging voor de coup eind juli door Erdogan publiek gericht op ‘Pennsylvania’, de staat in de VS, waar Gülen al jaren woont, een man op leeftijd, zich nauwelijks nog bewust van de precieze politieke actualiteit in Turkije, laat staan van ontwikkelingen in het leger. De beschuldiging met woorden als ‘verraad’ voor de tv lijkt te belachelijk voor woorden, maar heeft niettemin een ernstige sektarische ondergrond. Het is een oorlogsverklaring van een machtige soenitische politicus aan een oude religieuze prediker met een meer mystiek-ethische perceptie van de islam en is tevens zo gericht aan de door Gülen niet geleide maar geïnspireerde Hizmet-beweging en aan de daaraan gelieerde voor openheid en democratie opterende kranten. Een oorlogsverklaring, die na een coup, hoe klungelig ook opgezet, bedoeld lijkt om het ambtenarenapparaat, de rechterlijke macht, leger, politie, pers en lerarencorps na een grondige zuivering geheel te laten bevolken door vrienden van het bewind, allen liever zoveel mogelijk ook lid van zijn AKP. Een ontwikkeling in de richting van een partijdictatuur, zij het geleid door de president. Het grootste slachtoffer van dit alles is het Turkse volk, ook al schijnen veel Turken, in de ban van ‘leider’ Erdogan dat niet of nauwelijks te beseffen, mede ook omdat de democratie in dat land nog pril is. Maar op dit moment verdienen de Gülenisten, van wie velen zonder bewijsvoering of proces hun banen kwijt raken dan wel geschorst worden in hun functies of zonder proces onschuldig gevangen worden gezet, onze grote solidariteit. Dit vanuit de EU en van ieder goedwillend mens. Een solidariteit met hen daar in Turkije. Maar ook hier in Europa, bijv. tevens de docenten en studenten, die ineens op 19 juli allen worden teruggeroepen door het AKPA-bewind. Dit gebeurde nog voordat op 20 juli, terwijl de klungelige coup al lang onder controle is (voorheen in wezen al na 2 of 3 uur was ‘afgeslagen’), voor drie maanden de noodtoestand werd uitgeroepen, wat de dekmantel lijkt te worden voor de heksenjacht jegens een emancipatiebeweging en een zuivering, die al enige tijd gaande is. Alles kan nu per decreet geschieden en mensen kunnen zelfs het recht op een advocaat worden ontzegd. Beraad wat de VN kan doen lijkt geboden, eventueel na internationaal onderzoek. Het laatste omdat Turks onderzoek naar de coup thans slechts partijdig kan zijn om het zacht te zeggen. Zelfs schorsing van het NAVO-lidmaatschap zou kunnen worden overwogen. Op z’n minst zal, los van krachtige druk van de EU, waarvan dit Turkije geen lid kan zijn, de door Nederland (en de EU) met Turkije gesloten uitleveringsverdragen tijdelijk moeten worden opgeschorst.
POSTCRIPTUM Veertien argumenten voor de coup als ‘doorgestoken kaart’.
1) De ratio of logica voor een coup tegen Erdogan op dit moment was gering, zo niet nihil. Regering en leger stonden redelijk dicht bij elkaar, zeker toen Erdogan het leger toestond weer tegen de ‘gehate’ PKK te gaan vechten.
2) Vorige coups, bijv. in 1980 en 1997 hadden een grondig voorbereid scenario. Een populaire en gewiekste leider als Erdogan de macht ontnemen via een coup lijkt dom, getuigt althans van weinig realiteitszin en vergt in elk geval een vastomlijnd plan, ook over de follow-up en inzake een (sterke) nieuwe leider.
3) In plaats daarvan was de coup erg amateuristisch met: a) slechte timing, b) dat de meeste jonge soldaten van niets wisten, c) de politie of een deel niet in de plannen was betrokken en d) er niet alles aan werd gedaan om eerst de president te arresteren alvorens zich via de tv tot het volk te wenden.
4) Wat de timing betreft is het uiterst klungelig om vrijdagavond, wanneer velen op straat zijn, een coup te beginnen. Dat doe je middernacht, zoals vorige coups om 2.00 of 3.00 uur, zodat het volk wakker wordt met het leger aan de macht.
5) Bij vorige coups werd alles gedragen door het hele leger, de marine en de luchtvloot incluis. Nu waren het meest officieren van een iets lagere rang, van wie het draagvlak in eigen kring te wensen over liet.
6) De opstandelingen beschoten niet alleen de politie, maar zelfs ook het parlement
7) Behoudens de al dagen eerder opgestelde lijsten van mensen die zouden moeten worden gezuiverd, kondigde juist een dag voor de staatsgreep de Daily Sabah, een regerings- of regeringsgezinde krant, een gerechtelijk onderzoek aan naar honderden mogelijke Gülen-officieren in het leger. Die zijn er overigens niet of nauwelijks, - leger en de Gulenbeweging staan haaks op elkaar of zijn in de woorden van Joost Lagendijk ‘water en vuur’ (Trouw 19-7) -, maar zo’n bericht is verdacht in de zin, dat het bewind iets wist of bezig was een coup te fabriceren.
8) Bij het Ergenekon-proces tegen oud-legerleiders bleek, dat het fabriceren van coupplannen als ‘doorgestoken kaart’ niet zonder precedent is in Turkije.
9) Op 12 juli’16 was er een terreuraanslag op de luchthaven Atatürk in Istanbul, die aan 43 mensen het leven kostte en die de AKP aan de IS toeschreef. Zeer opmerkelijk is echter dat een motie van de oppositie naar een grondig onderzoek naar de terreurcellen van de IS in Turkije toen werd afgewezen. Was er iets te verbergen? Ik denk hierbij niet alleen aan het bewijsmateriaal ,dat er volgens de CHP-oppositie zou zijn, dat Turkije de IS ‘zowel bestrijdt als faciliteert’.
10) Aanhangers van Erdogan, van welke laatste de uitspraak is, dat ‘een coup een geschenk van Allah is’, of nog explicieter na de coup dat deze ‘de kans van God is om de staat te zuiveren van Gülenisten’ (NRC-next 19-7), zouden op instigatie van de president of althans met diens medeweten een soort coup kunnen zijn begonnen, waardoor Erdogan zonder te veel gezichtsverlies op grote schaal met de beoogde zuivering zou kunnen beginnen. Zoals ook ter rechtvaardiging van de noodtoestand en het per decreet handelen continue en dagen na de coup nog steeds op de staats-tv beelden daarvan werden getoond.
11) Het voorgaande verklaart mogelijk ook dat Erdogan al gauw via Facetime kon verklaren dat de coup slechts de daad was van ‘een klein deel van het leger’.
12) Verklaart het ook dat de poging om met een leger-helicopter Erdogan gevangen te nemen op zijn vakantieadres mislukte, omdat de president ‘toevallig’ een half uur eerder was vertrokken?
13) Het leger wist niet alleen dat inlichtingendiensten zeer actief waren in hun midden, maar ook dat Erdogan populair is bij een groot deel van het volk. Het moet dus ook hebben geweten, dat Erdogan in staat was om via de eigen media zijn mensen op te roepen de straat op te gaan en zo de coup te neutraliseren, zij het met het risico van een burgeroorlog.
14) Zij moeten ook geweten hebben dat Erdogan zo’n risico zou nemen. Hij bleek immers zelfs in staat de verhouding met de VS op het spel te zetten door dat land of een hoge militair uit dat land te betichten van de coup. Betsy Udink schrijft overigens dat er na de oproep van Erdogan ook veel ‘jihadisten de straat op gingen met grote baarden en gekleed in kaftans met Paikstaanse shal-war-broeken met de groene vlag van het Osmaanse kalifaat’ (De Volkskr. 23-7)
Ik heb altijd kritisch gestaan tegenover complot-denken, Vanuit een agenda als regering een coup in elkaar zetten is link en omslachtig, ook omdat er bloed bij kan vloeien, zoals ook nu en je daarna alles moet toedekken, zelfs er voor zorgen de omgekomen ‘coup-militairen’ een religieuze begrafenis te onthouden zoals nu gebeurt of hoge militairen, die zouden hebben meegedaan aan de coup, - nu naar verluidt 113 - tijdelijk gevangen te nemen etc. , etc.. In onze West-europese ogen kan het niet. Maar deze 14 aanwijzingen brengen me nu niettemin enigszins in de verleiding, ook omdat in Turkije, ‘alles mogelijk is’, er in 1979 in Iran ook veel rechters en leraren werden ontslagen, en Erdogan zo confronterend bezig is, om een enscenering van de coup vanuit het bewind zelf niet helemaal uit te sluiten. Of in een semi-vorm. Dit nu staats- (of moet ik zeggen?) partij-inlichtingendiensten er oppermachtig zijn en de rechterlijke macht thans haar onafhankelijkheid kwijt is en de pers zo goed als gemuilkorfd is. Met die semi-vorm bedoel ik de mogelijkheid is dat het bewind mee ging ‘spelen’, toen het via de inlichtingendienst wist dat er iets broeide. ‘Meespelen’ zonder meteen in te grijpen, gezien de ‘kansen’, die het bood. De verleiding dit niet helemaal uit te sluiten is ook, omdat de hoofdrolspeler een president is, van wie we konden vaststellen, dat hij sluw en berekenend is met veel verborgen agenda’s en tevens opportunistisch opereert of via de regel ‘het doel heiligt de middelen’, zeker als dat doel het islamisme is. Verborgen agenda’s, waarbij hij regelmatig verrast, zoals door bijv. vijandschap jegens een ander land ineens af te wisselen met toenadering. Of door een (subtiele) steun aan de soenitische IS – en het zien van de Syrische president en aleviet Assad als gemeenschappelijke vijand - ineens te veranderen in het meedoen aan de anti-IS coalitie, mits hij zijn oorlog tegen vijand PKK kan voortzetten, ook in Syrië en Irak. Een man die alles uit de kast weet te halen, zoals bijv. al in juni de op democratie en verzoening gerichte Hizmet op de ‘terrorisme-lijst te zetten en nu ook weer vrij demagogisch de wil tot herinvoering van de doodstraf en het terugroepen van hoogleraren en studenten uit het buitenland. En dat vanwege een coup, die nauwelijks die naam waard is, althans als we kijken naar de omvang en het amateurisme ervan.
(dr. Hans Feddema is antropoloog, jaren universitair docent VU, historicus en essayist. Hij deed recent sociologisch onderzoek in Turkije.)