Export westerse democratie in Syrië na Irak opnieuw een noodlottige en tragische mislukking

Civis Mundi Digitaal #39

door Wim Couwenberg

Nu de Syrische stad Aleppo, waar nog honderdduizenden mensen klem zitten, omsingeld geraakt is door het leger van Assad, waarschuwt onze minister van buitenlandse zaken, Bert Koenders, voor een nieuw Rwanda of Srebrenica en spreekt in dit verband van het falen van de internationale, in het bijzonder westerse wereld. Maar de strijd tegen de Islamitische Staat heeft nu eenmaal voorrang boven de verdediging van het belegerde Aleppo, al leidt dat beleg tot een humanitaire tragedie. Die belegering heeft Assad ongetwijfeld nodig om de val van Aleppo af te dwingen. En met die val hoopt hij een betere onderhandelingspositie bij het vredesoverleg te verkrijgen.

Wat is de achtergrond van het falen van de westerse wereld? Het wordt tijd dat we ons daar eens rekenschap van geven. Die achtergrond heeft alles te maken met het naïeve verwachtingspatroon, gevoed door ethische overwegingen, over de export van westerse democratie naar Syrië na de verwachte val van het autoritaire regime van Assad. Dit verklaart ook de spontane westerse steun aan de rebellen tegen dat regime. Vanuit dit verwachtingspatroon werd, zoals bekend, de Arabische Lente begroet en geïnterpreteerd, waarvan die rebellie een onderdeel was. Het is echter spoedig duidelijk geworden dat grote delen van die Syrische rebellen er helemaal niet op uit zijn een westerse democratie in Syrië te stichten, maar een islamitische staat. Op spectaculaire wijze is dat luidruchtig gedemonstreerd door de radicaal-islamitische beweging van de Islamitische Staat, aanvankelijk een lokale afdeling van Al Quaida, maar sinds de rebellie in Syrië in 2011 uitgegroeid tot de sterkste rebellenbrigade aldaar. Daar Assad zich als autoritaire leider nog steeds weet te handhaven, de rebellen sterk versplinterd raken en moslimradicalen daar de dienst uitmaken, rijst de vraag of deze machiavellistische potentaat van westerse zijde niet te vroeg is afgeschreven.

 

Problematiek export democratie

Is een regelrechte export van westerse democratie trouwens wel zo ongelofelijk veel doden, vluchtelingen en menselijk leed waard als het geval is in de Syrische burgeroorlog? Export van democratie in westerse zin ligt in de lijn van de geschiedenis van de moderniteit. Maar het moet geen fundamentalistisch beleden principe worden. In de westerse geschiedenis zijn vaak ook tal van tussenstappen nodig geweest, voordat een levensvatbare democratie van de grond kwam. En nog altijd valt de praktijk van de westerse democratie, getoetst aan haar mooie beginselen, vaak tegen. Geen reden dus te hoog van de morele toren te blazen. Na drie jaar burgeroorlog, zo meldde ik in een eerder nummer, werden veiligheid en stabiliteit, zoals de toen herkozen president Assad die garandeert, door de meeste kiezers in het door hem beheerste gebied geprefereerd boven democratie, zoals beoogd in de Arabische lente.

Hoe geloofwaardig is eigenlijk de naïeve (lineaire) en opportunistische wijze waarop de democratische boodschap van westerse (in het bijzonder Amerikaanse) zijde wordt uitgedragen? Ik herinner in dit verband nog eens aan de democratische dominotheorie, waarmee de Amerikaanse president George W. Bush zijn Irakoorlog in tweede instantie probeerde te legitimeren. Hij bedoelde daarmee het domino-effect dat het brengen van vrijheid en democratie in Irak via die oorlog zou hebben op de andere niet-democratische staten in het Midden-Oosten. Het werd, zoals bekend, een tragische mislukking. Dat geldt ook voor de westerse interventie in Afghanistan. Die interventies hebben Amerika 1 biljoen dollar gekost, 5.000 doden, 50.000 gewonden en enkele miljoenen ontregelde levens. Het verwerpelijke regime van Khadaffi in Libië is ingeruild voor een broeinest van jihadistische milities. En in Egypte is het ene militaire regime na een moslimfundamentalistisch intermezzo opgevolgd door een ander militair en repressief regime, dat op zijn beurt door Amerika financieel gesteund wordt. Met een autoritair, repressief en streng islamitisch – i.c. soennitisch-fundamentalistisch – regime als Saoedi-Arabië worden van westerse zijde sinds jaren ook uitstekende relaties onderhouden. Het is bovendien een regime dat zich bij het bombarderen in de Jemenitische burgeroorlog ook aan oorlogsmisdaden schuldig maakt, door het doden van veel burgers, waaronder 510 kinderen.

 

Regime Assad sterk onderschat

Het Westen, zo constateert de topdiplomaat Koos van Dam, tot voorkort speciaal gezant in Syrië en internationaal bekend als groot Syriëkenner[1], heeft een kardinale inschattingsfout gemaakt door de kracht van het regime van Assad danig te onderschatten, en valse verwachtingen gewekt op democratie na de verwachte val van zijn regime. Dit is een tragische misrekening gebleken, temeer nu dat regime de steun van Rusland onder Poetin geniet. En het einddoel van de Syriëpolitiek van Poetin is een Syrië onder president Assad. Vandaar dat deze topdiplomaat westerse politici oproept met Assad en zijn regime te gaan onderhandelen, en langs die weg alsnog een nationale verzoening tot stand te brengen. Maar valt dat nog te realiseren na al wat er gebeurd is? Hoe dit zij, critici verwerpen dat idee van Koos van Dam om te onderhandelen met iemand als Assad, die zicht schuldig maakt aan staatsterreur tegen eigen rebellerende onderdanen. Maar Turkije onder president Erdogan doet dat niet minder, te weten tegen rebellerende burgers van de grote Koerdische minderheid in zijn land. Maar daarover maakt de westerse politiek zich nauwelijks druk. Turkije is immers lid van de NAVO. Altijd weer dat meten met twee maten als politieke opportuniteit dat vereist.

De ethische keuze om dat kwalijke regime vroegtijdig af te schrijven en links te laten liggen, is in ieder geval uitgelopen op vreselijk veel doden, evenals de vluchtelingencrisis in Europa. Ik herinner hier nog eens aan het bekende onderscheid van de grote socioloog Max Weber tussen Gesinnungsethik, waarin het aankomt op ideologische of morele zuiverheid van het politieke handelen, ongeacht de gevolgen; en Verantwortungsethik, waarin juist de gevolgen, de resultaten voorop staan en het politieke beleid bepalen. In de Syrische kwestie had beter onze Gesinnungsethik tijdig ingeruild kunnen worden voor Verantwortungsethik, om juist genoemde kwalijke gevolgen te voorkomen.



[1] Zie zijn boek The Struggle for Power in Syria, 1979.