Civis Mundi Digitaal #39
Nog 10 maanden en dan zijn er de presidentsverkiezingen in Frankrijk. Wie de kandidaten van de grote partijen van links en rechts zijn, wordt einde dit jaar uitgemaakt in de open voorverkiezingen van deze partijen: de Parti Socialiste en Les Républicains. Alleen de kandidatuur van Marine Le Pen van het extreem-rechtse Front National staat vast. Bij de Parti Socialiste is tot duverre de huidige president François Hollande de belangrijkste kandidaat bij deze voorverkiezingen ondanks zijn enorme impopulariteit binnen en buiten de Parti Socialiste . Slechts 14 procent van de kiezers heeft een positief oordeel over hem.
Hollande laat officieel zijn kandidatuur afhangen van met name een flinke teruggang van het percentage werkelozen waarvan tot nu toe geen sprake is. Laat hij het afweten dan zijn er andere kandidaten zoals de huidige eerste minister Manuel Valls en de vroegere minister van economische zaken Arnaud Montebourg, die een duidelijk andere politieke visie heeft en een zekere demondialisering voorstaat.
Bij Les Républicains wemelt het van liefhebbers voor de voorverkiezing van het presidentkandidaatschap . De belangrijkste zijn de oud-president Nicolas Sarkozy, net als Hollande bijzonder impopulair bij de Franse bevolking en Alain Juppé, oud eerste -minister en de zeer populaire burgemeester van Bordeaux. Sarkozy, favoriet bij de leden van Les Républicains, probeert met zijn beproefde, maar tot dusverre niet succesvolle methode van uiterst rechtse voorstellen het Front National de wind uit de zeilen te halen, maar vervreemdt zich daardoor van de centrumpartijen . Alain Juppé daarentegen is een gematigd rechtse figuur die de steun geniet van de centrumpartijen en ook van een zeker percentage van teleurgestelde linkse kiezers. Wat dat betreft is hij voor rechts een veel betere kandidaat bij de presidentsverkiezingen dan Sarkozy. Maar... de open voorverkiezing van les Républicains beslist.
Natuurlijk zijn er ook kandidaten van andere politieke partijen voor de presidentsverkiezingen maar die spelen geen rol van betekenis. Ze kunnen hooguit wel of niet hun steun uitspreken voor één van de presidents-kandidaten van de drie grote partijen: de Parti Socialiste, Les Républicains en het Front National en daarmee proberen enige invloed in een toekomstige regering te krijgen.
De Presidentsverkiezingen gaan normaliter in twee ronden, tenzij een kandidaat bij de eerste ronde de absolute meerderheid behaalt. De tweede ronde is dan voorbehouden aan de twee kandidaten die de meeste stemmen behaalden. De enige kandidaat die nu al zeker kan zijn mee te dingen in de beslissende tweede ronde, is Marine le Pen, gezien haar grote voorsprong bij de Franse kiezers op alle andere kandidaten. Die andere kandidaat zal waarschijnlijk de gematigde Alain Juppé zijn tenzij deze het in de open voorverkiezingen van Les Républicains aflegt tegen Nicolas Sarkozy. In dat laatste geval heeft François Hollande nog een kans om de tweede kandidaat te zijn, gezien de uiterst rechtse opvattingen van Sarkozy.
Hoe de stemming uitvalt tussen Marine Le Pen en de tweede kandidaat is een open vraag. Marine Le Pen met het Front National mag zich wel verheugen in een nog steeds licht stijgende populariteit, maar tegelijkertijd oordeelt nog steeds de meerderheid van de Franse bevolking dat zij niet geschikt is voor het presidentschap. De vraag is of dat zo blijft. De kans is groot dat de tegenstander van Marine Le Pen alle stemmen van de Franse kiezers zal krijgen behalve die van de echte overtuigde aanhangers van het Front National. In dat geval krijgt Frankrijk mogelijk weer een president, François Hollande of Nicolas Sarkozy, die de Franse bevolking in feite beslist niet weer wil hebben. Veel zal afhangen van het percentage niet-stemmers en de politiek heikele punten die dan in het centrum van de belangstelling staan.
President François Hollande, geconfronteerd met steeds terugkerende terroristische aanslagen, zoekt tevergeefs naar nieuwe ideeën en initiatieven. Hij heeft in de loop van zijn presidentschap een enorme politieke ommezwaai gemaakt van duidelijk links naar een sociaal liberalisme en daarmee een groot deel van zijn natuurlijke aanhang verloren.
Bovendien heeft hij in de laatste twee jaar twee wetsvoorstellen ingediend waarvan de één: het ontnemen van de Franse nationaliteit aan terroristen , na hevige debatten het niet gehaald heeft. Dit wetsvoorstel verdeelde de Franse burgers in twee categorieën : zij die een dubbele nationaliteit hebben en zij die alleen de Franse nationaliteit hebben die moeilijk afgenomen kan worden omdat wet-en regelgeving zich verzetten tegen het veroordelen van burgers tot de status van staatlozen. Bovendien is het ook hoogst onwaarschijnlijk dat terroristen zich daardoor af laten schrikken.
Het tweede wetsvoorstel behelsde een herziening van het arbeidsrecht, met name ook een flexibilisering van de arbeid. Dit tweede wetsvoorstel werd per decreet ingevoerd omdat er geen politieke meerderheid voor te vinden was. De Franse bevolking wees dit wetsvoorstel dat leidde tot hevige protesten van vakbonden en studentenorganisaties, ook af met grote meerderheid. Het mag duidelijk zijn dat deze wetsvoorstellen nog afgezien van de grote toename van werkeloosheid , de populariteit van President Hollande in zijn eigen partij en ver daarbuiten niet vergroot hebben. Het is de minst populaire president in de Franse geschiedenis.
François Hollande zal ongetwijfeld van een andere zomer gedroomd hebben: de nationale voetbalploeg als Europees kampioen, de opheffing van de noodtoestand en in die euforie rustig verder leven mee door een terugdringing van de werkeloosheid waar het ook even op leek, en het uitdelen van niet geringe fiscale cadeaus om zo categorieën werknemers als het onderwijzend personeel politiek in te palmen. De reeks terroristische aanslagen verdreef deze presidentiele droom. Het enige debat gaat nu over terrorisme en veiligheid. Niet eenvoudig voor president Hollande om bij iedere aanslag weer een discours te houden zonder aankondiging van nieuwe (zinloze) maatregelen.
De politiek nationale eenheid na de aanslagen in Parijs ( 2015) bestaat in het licht van de komende presidentsverkiezingen niet langer. Onder aanvoering van Sarkozy vallen de tenoren van ’les Républicains’ de regering Hollande aan op alle mogelijke en niet altijd even fatsoenlijke manieren, gericht op naar hun idee onvoldoende wetten en maatregelen ter bestrijding van het terrorisme en dus ook de bevordering van veiligheid. Er wordt een heilloze overdaad voorgesteld van volledig overtrokken maatregelen ’à la Trump’ die ook nog eens bevolkingsgroepen tegen elkaar kan opzetten.
Zo is onder meer gepleit voor een soort ’Guantamano’ op een afgelegen eiland in de Grote Oceaan en voor het definitief opsluiten in Frankrijk van alle mogelijke verdachten van eventuele terroristische aanslagen. Maatregelen waarin, naar men zegt, Sarkozy ook niet in gelooft maar denkt dat dit hem wel kiezers oplevert. Dat geeft Hollande wellicht nog politieke overlevingskansen in een duel met Sarkozy in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Zoals een vooraanstaand kaderlid van de Parti Socialiste zegt: ’De politieke verschillen worden nu steeds duidelijker tussen het reactionnaire blok die de rechtsstaat ter discussie stelt , en het democratische blok waartoe wij behoren’.
Ondertussen wrijft Marine le Pen die zich redelijk gedeisd houdt, zich in de handen... want wie weet ziet nu een meerderheid van het Franse volk, zwaar teleurgesteld in de politiek en de heerschappij van steeds weer dezelfde politieke partijen met steeds weer dezelfde politici, haar nu wel zitten als president van de Franse Republiek.