De Oost-Aziatische triomf van de ‘sterke man‘

Civis Mundi Digitaal #39

door Jan de Boer

Neem nu eens de Philipppijnen waar de 71 jarige Roberto Duterte  op 9 mei van dit jaar werd gekozen als président. Iemand met een raar gevoel voor humor die toen hij nog burgemeester was van de stad Davao zei, dat het hem speet dat hij niet het voorrecht had gehad de eerste te zijn die sex had gehad met een jonge Australische vrouw, slachtoffer van een collectieve verkrachting.

Zijn campagne voor het presidentschap was het beeld van een man met een stalen vuist, een man die nu politie en burgers aanspoort om drugsdealers zonder verder proces te doden om zo ’wet en orde’ te handhaven... In de praktijk komt dit  natuurlijk neer op ongecontroleerde moordpartijen.

Het gekke is dat zo’n man gekozen kan worden in een land waar vrouwen een essentiele rol in de economie spelen. Duizenden Philipppijnse vrouwen werken in huishoudens in het buitenland , veelal ook in Arabische landen waar ze niet altijd even fatsoenlijk worden behandeld, sturen hun loon op naar hun familie dat in totaal een 10 procent van het Bruto Nationaal Produkt uitmaakt.

Het geheim van het succes van deze Philippijnse president à la Trump schuilt in de enorme frustratie van een electoraat dat de ongelijkheden in het land ieder jaar ziet vergroten.  Ieder jaar neemt de corruptie in de punlieke instituties toe en vergiftigt de criminaliteit het dagelijkse leven. Ondanks een economische groei van 6 procent leeft nog steeds een kwart van de bevolking onder de armoedegrens.

In Amerika met Trump en vrij recent in  verscheidene westerse landen in het politieke debat door de opkomst van rechts-populisme is er een sterk verlangen naar autoriteit - Geert Wilders droomt ervan Het verschijnsel van ’de sterke man’ is in veel ( democratische) Aziatische landen een vast gegeven, dat niet verdwijnt en altijd weer opduikt. Het is vrij eenvoudig om daarvan een lijstje op te stellen te beginnen met China. In minder dan vier jaar heeft de huidige president Xi Jinping sinds Mao Zedong zich meer macht toegeëigend dan zijn voorgangers. Hij is de leider van het land, van de communistische partij, opperbevelhebber van het leger, bestiert  de geheime dienst en bepaalt de grote lijnen van de economische hervormingen.

Het verarmdeThailand leeft onder het juk van een militaire dictatuur sinds de staatsgreep in 2014, die zijn macht onlangs heeft bevestigd door de instelling van een nieuwe grondwet. In Vietnam - ik zou niet weten wie daar de sterke man is - heerst op alle fronten de communistische partij. In  Cambodja heeft de eerste minister Hun Sen de volledige macht die hij in 1998 greep, stevig in handen. Laos zit al veertig jaar onder de duim van een zeer autoritair  éénpartijstelsel.

Maleisië is een wat apart land. Er wordt regelmatig gestemd,  maar sinds de onafhankelijkheid, nu bijna zestig jaar geleden, domineert  nog altijd dezelfde partij het politieke leven. De belangrijkste opposant van premier Najib Razak, sinds 2009 aan de macht, is officieel wegens sodomie gevangen gezet. Naar het zuiden toe, is het een stuk beter. Singapoer met eenzelfde levensstandaard als het gemiddelde van de West-Europese landen, heeft er de corruptie volledig uitgeroeid. Deze uitzonderlijke positie heeft Singapoer te danken aan de in 2015 overleden  Lee Kuan  Yew die aan zijn zoon een  politieke en mediacontrole heeft nagelaten die dissidente meningen geen of nauwelijks kansen bieden.

Indonesië dat  in 1998 een einde aan de dictatuur maakte, is een uitzondering in Oost-Azië en de twee jaar geleden gekozen hervormingsgezinde president wordt eerder verweten niet hard genoeg op te treden tegen de corruptie en zijn regering niet goed onder de duim te hebben.

De werkelijke uitzonderingen zijn in dit deel van de wereld vrouwen. Twee landen hebben voor de eerste keer een vrouw aan het hoofd van de regering gekozen. Park Geun-Hye in Zuid  Korea: de dochter van de voormalige dictator - Noord Korea heeft zoals bekend een regime waar de president een sinistere karikatuur van de sterke man is - en Tsai-Ing Wen in Taiwan: een bewonderaarster van Angela Merkel. Beide vrouwen zijn authentieke democraten.

De herwonnen democratie in Birma is vooral te danken aan de jarenlange internationaal gesteunde strijd van de overigens redelijk autoritaire Aung San Suu Kyi (winnares van de Nobelprijs voor de vrede in 1991) tegen de militaire dictatuur. Als er in Bangladesh niet sinds jaren een onbarmhartige strijd om de macht tussen twee begums gevoerd wordt, zou je kunnen zeggen dat er in Oost-Azië geen vrouwelijk equivalent  van ’de sterke man’ bestaat.

Paradoxaal genoeg rekenen al deze sterke mannen  ter bescherming van hun land tegen het revanchistische China meer op de steun van Hillary Clinton dan op die van de sterke man Donald Trump. Laten we hopen dat al deze sterke mannen realistisch genoeg zijn om zich niet in een of ander wild avontuur te storten  gezien de machtshonger van China en de daardoor onstane oorlogsdreiging onder meer in de Oost- en Zuid-Chinese Zee.

 

Bronnen: diverse artikelen uit Le Monde en Le Nouvel Observateur.