Wie is toch die Poetin die de westerse wereld en politiek al jarenlang zo kritisch bezighoudt?

Civis Mundi Digitaal #40

door Wim Couwenberg

Bespreking van: Chris Hutchins en Alexander Korobko, Putin. Uitgeverij Glagoslav, ’s Hertogenbosch, 2014.

Jarenlang wist ik niet veel meer over Poetin als politieke leider van Rusland dan wat ik over hem in westerse media vernam. En dat was altijd politiek gekleurde informatie. Toen ik een recensie-exemplaar met een biografie over hem ontving, besloot ik die eens goed te gaan lezen. Dat duurde wel even, want het was een hele dikke pil. De uitgeverij was mij onbekend. Haar streven, zo presenteert zij zich, is de schoonheid en de diepte van de Slavische wereld te tonen aan ieder die iets nieuws wil leren over andere culturen en andere mensen. Dit boek wil daar ook een bijdrage aan zijn.

De Slavische wereld fascineert mij al lang, als tegenpool van de westers-liberale wereld. Sinds de 19e eeuw is dat contrast door de zogenaamde slavofielen sterk benadrukt tegenover een westers gezinde stroming. Dat is ongetwijfeld een historisch interessante stroming die zich met antiwesterse en antiliberale ideeën teweer stelt tegen een westers gezinde stroming, die juist ontvankelijk is voor die westers-liberale ideeën en invloeden. Het is een controverse, die sindsdien niet meer verdwijnt.

Slavofiele invloeden leven voort in bekende Russische schrijvers en intellectuelen als Dostojevski, Herzen, Berdjajev en anderen. En na de ineenstorting van het Sovjet-communistisch experiment herleeft die controverse in een nieuwe eigentijdse confrontatie met enerzijds westers gezinden die onder Jeltsin als Russische president kiezen voor globalisering in westers-liberale zin onder leiding van Amerika, en anderzijds een nieuwe Russische sterk nationalistische tegenstroming die zich als Euraziatische beweging tegen die verwestersing en globalisering in liberale zin krachtig teweer stelt.

 

Carrière Poetin: van kleine ambtenaar naar politieke machthebber

Wat mij zo fascineert, is de heel bijzondere politieke carrière die Poetin gemaakt heeft. Zijn jeugd bracht hij door in heel bescheiden en armoedige omstandigheden. Hij komt in zijn jonge jaren over als een heel eenvoudige en onopvallende man, en klein van statuur. De vrouw die met hem trouwt, nam hem ook op die manier waar. Waarin bestond dan niettemin zijn bijzondere aantrekkingskracht? Dat was, zo meent zij, de innerlijke kracht die hij uitstraalde. Ondanks zijn armoedige achtergrond slaagde hij erin af te studeren als jurist. En zijn ambitie was in eerste instantie voornamelijk een baan bij de KGB, de geheime dienst van de Sovjetunie. En dat is dan ook de start van zijn carrière geworden. Achter de politieke schermen werken, dat was wat hem aanvankelijk het meest aantrok. Het politieke en ideologische machtsspel trok hem aanvankelijk helemaal niet aan.

Met zijn KGB-achtergrond slaagde hij er vervolgens in de belangrijkste assistent van de burgemeester van Leningrad/Sint-Petersburg te worden. Daar komt hij over als een kleine en ijverige ambtenaar, die prima werk levert en geroemd wordt om zijn professionele kwaliteiten. Zo stijgt hij langzaam op de maatschappelijke ladder, en via die baan belandt hij via-via in het machtscircuit van president Jeltsin, die als president van Rusland te maken krijgt met de enorme uitdaging Rusland na de val van het communistisch bewind te bevrijden van de kwalijke erfenis van het communistisch tijdperk en te hervormen in de geest van het zegevierende kapitalistische Westen.

In Rusland, dat sindsdien een strategische partner wordt van de westerse wereld, leek de aanvankelijk zo gevierde machtswisseling sinds het uiteen vallen van de Sovjet Unie in 1991 het startsein te worden voor een triomfantelijke opmars van het westers-liberale model van democratie. In de jaren ’90 is Rusland onder Jeltsin als Russische president inderdaad wijd opengegaan voor westers-liberale ideeën en invloeden, zoals in de 19e eeuw al bepleit door een westers gezinde stroming onder de Russische elite. Maar dat is op een jammerlijke mislukking uitgelopen. In 1998 was Rusland praktisch failliet. Met de voormalige KGB-officier Poetin als nieuwe Russische president op voorstel van Jeltsin is weldra weer een nieuw autoritair bewind ontstaan, maar nu in nationalistische zin. Als reactie op de vernederende degeneratie van het eens zo machtige land tot een sterk verzwakte en in verval geraakte mogendheid is er al sinds de jaren negentig sprake van een nieuwe opleving van Groot-Russisch staatsnationalisme.

Dat heeft twee belangrijke effecten gehad. Het heeft geïnspireerd tot een beleid, gericht op herstel van de gekwetste Russische trots, en tot de intentie de voormalige Sovjetrepublieken weer zoveel mogelijk binnen de natuurlijke Russische invloedssfeer te brengen. Na de Russische annexatie in Zuid-Ossetië en Abchazië, twee separatistische regio’s van de voormalige Sovjetrepubliek Georgië, richt die ambitie zich recent op Oekraïne met de Russische annexatie van de Krim als eerste resultaat. Aan die geopolitieke ambitie valt het toe te schrijven dat Poetin onder naar hernieuwde grootheid hunkerende Russen een sterke machtsbasis verworven heeft. Zijn populariteit heeft ook te maken met de diepe economische en politieke crisis in Rusland tijdens de jaren ’90, waaraan hij als nieuwe sterke man een einde gemaakt heeft. Hij past uitstekend, zo stelt een hoogleraar Russische geschiedenis en politiek, in de Russische bestuurlijke traditie van sterke leiders die traditionele Russische waarden waarborgen.[1]

Met het streven van Poetin naar een Euraziatische Economische Unie en een strategisch verbond met China als tegenwicht tegen westers-liberale ambities, lijkt de eerder genoemde Euraziatische beweging als de ideologische achtergrond daarvan haar stempel te gaan drukken op de Russische politiek. Als eigentijdse voortzetting van de anti-westerse oriëntatie van de Slavofielen in de 19e eeuw verzet die beweging zich principieel tegen de universele pretenties van het westers-liberale project. Zij stelt daar als alternatief een multipolaire wereldconstellatie tegenover, met een verscheidenheid aan regionale grootmachten en daarmee gelieerde invloedssferen en waardenstelsels. De ontwikkeling van een Euraziatische invloedssfeer met Rusland als centrum en een eigen waardenstelsel wordt daarbij als voorbeeld gesteld tegenover de westers-liberale invloedssfeer onder leiding van Amerika.

 

Poetin als strijder voor de belangen van de Russische staat als res publica

Daarmee komen we aan de kern van de vraag wie Poetin eigenlijk is. Hij is wel opgegroeid in de communistische denk- en levenssfeer van de Sovjetunie, maar nadat de ideologische en antikapitalistische strijd onder leiding van de Sovjetunie het onderspit gedolven had, heeft Poetin zich niet zoals Jeltsin bekeerd tot de westerse liberale denk- en levenssfeer, maar tot een fors reveil van Russisch staatsnationalisme, en in lijn hiermee tot een streven naar herstel van de autoriteit van Russische de staat, die onder het communistische bewind tot het dominerende centrum van de samenleving was gemaakt, maar nadien onder Jeltsin in diep verval was geraakt. Poetin is in letterlijke zin een echte staats-man, in wiens politiek het respecteren van de res publica van de Russische staat centraal staat. Daardoor raakt hij, eerst als premier en daarna als president, ook verwikkeld in een keiharde machtsstrijd met de zogenaamde oligarchen, die als exponenten van een nieuw Russisch roofkapitalisme zich via een corrupt uitgevoerd privatiseringsprogramma onder Jeltsin in korte tijd mateloos en schaamteloos weten te verrijken ten koste van het Russische volk. Poetin koestert tegenover die extreem zelfzuchtige oligarchen een diepe afkeer, die hij, spoedig nadat hij als premier en president de nieuwe politieke machthebber is geworden, onverbiddelijk de wacht aanzegt en waarschuwt zich niet langer te bemoeien met de uitoefening van de politieke macht.

De meest gewiekste en controversiële onder die oligarchen was Chodorkovski, die zich hierdoor niet heeft laten afschrikken. En dat heeft hem een flinke gevangenisstraf opgeleverd wegens een reeks van misdaden. Wegens zijn uitzonderlijke rijkdom en omvangrijke netwerk achtte hij zich praktisch onaantastbaar, en meende hij ongestraft allerlei wetten niet te hoeven respecteren. Hij onderschatte daarmee op roekeloze wijze de politieke kracht van Poetin, die met diens brutale uitdaging fors heeft afgerekend. Opvallend is wel dat Chodorkovski in westerse media wegens die uitdaging van Poetin ten onrechte een zekere sympathie ten deel viel. De aanpak van die oligarchen speelt een grote rol in deze biografie, en krijgt dan ook veel aandacht. Het is een spectaculair Russisch voorbeeld van nieuw ontaard kapitalisme, na de ondergang van het communisme als politiek model. Het Westen kent in zijn geschiedenis ook dergelijke enge oligarchen, in onze tijd bijvoorbeeld in zekere zin internetmiljardairs als Google, Microsoft, Apple, Facebook, die geloven dat alle zegen en heil uiteindelijk komt van de high tech die zij uitvinden. Maar ook bij hen draait het uiteindelijk om macht, geld en grote ego’s, die de staat daarbij zoveel mogelijk willen uitbuiten en ontmantelen ten eigen bate.

Poetin lijkt een koele kikker, die met professionele berekening op zijn doel afgaat. Maar hoewel uiterlijk zonder veel emotie koestert hij een bijzondere hartstocht voor de Russische staat als res publica. Daaraan ontleent hij zijn grote populariteit en brede weerklank onder het Russische volk. Dat komt in deze biografie heel goed tot uiting, en is opnieuw bevestigd in de recente parlementsverkiezingen[2], waarin zijn partij een absolute meerderheid behaalde en de anti-Poetin oppositie helemaal werd weggevaagd.

 

Nieuw oost-west conflict

Met de grootste militaire parade in de moderne Russische geschiedenis zette Poetin enkele jaren geleden de viering van het einde van de Tweede Wereldoorlog naar zijn hand. Die parade werd in Nederlandse media geïnterpreteerd als de parade van een nieuwe Koude Oorlog. Die interpretatie ligt in de lijn van de wijze waarop de gespannen relatie tussen Rusland onder Poetin en het Westen pleegt te worden voorgesteld. Maar het is een interpretatie die bij nader inzien niet klopt. Rusland is immers niet de voortzetting van de Sovjetunie. Dat zijn twee verschillende landen. Niet alleen geografisch, maar ook ideologisch. Wat we de laatste tijd meemaken, is een nieuw Oost-West conflict, dat duidelijk verschilt van dat van de Koude Oorlog.[3] Dat was als machtspolitiek conflict sterk ideologisch gemotiveerd: het communisme onder leiding van de Sovjetunie versus de westerse vrije en democratische wereld. Het nieuwe Oost-West conflict heeft hoofdzakelijk een geopolitieke achtergrond. Kon de Sovjetunie in haar communistische propaganda dankbaar appelleren op een sterke links-radicale, communistische stroming in Europa, nu is er onder radicaal-rechtse kringen in Europa juist opvallend begrip voor Poetin en zijn doctrine, met een groot Russisch nationalisme als drijfkracht, herstel van gekwetste nationale trots als doel, geleide democratie als politiek stelsel, en conservatisme als culturele leidraad; het tegendeel van wat de Sovjetunie met haar communistische ideologie beoogde.

Los hiervan stuit dit nieuwe Oost-West conflict en de daarmee samenhangende handelsoorlog niet alleen op kritiek van radicaal-rechtse zijde.[4] De burgeroorlog in Oekraïne is een nieuw voorbeeld van etnisch-culturele problematiek als bron van conflict[5] en is adequaat op te lossen door in Oekraïne een federaal staatsmodel te introduceren, zoals van Duitse regeringszijde is voorgesteld; dus door het opnieuw aanbeden staats- en volkenrechtelijke dogma van de nationale soevereiniteit te delen tussen territoriaal gescheiden delen (Bond/Unie en deelstaten).

In de VS is er ook kritiek op dat nieuwe Oost-Westconflict. Amerika, zo stelt bijvoorbeeld een groot kenner van de Koude Oorlog als de Amerikaanse politicoloog John Mearsheimer, heeft een diepgeworteld belang om dat conflict met Rusland te beëindigen. Goede relaties met Rusland zijn essentieel, omdat Amerika dat land nodig heeft in zijn politiek met betrekking tot Iran, Syrië, Afghanistan en uiteindelijk ook om te helpen een tegenwicht te creëren tegen China, de enige echte potentiële rivaal van Amerika. Maar dat is nu een dissident politiek geluid geworden.

Nu zien we naast Poetin op het erepodium de Chinese leider Xi Jing Ping als zijn nieuwe geopolitieke vriend, met wie een strategisch verbond is gesloten als tegenwicht tegen westers-liberale, met name Amerikaanse ambities.

 

Geen verdachte omstandigheden

In de westerse media geeft een kritische en niet zelden verdachtmakende benadering de toon aan als het over Poetin gaat. Symptomatisch is in dit verband dat de vermaarde Russische dirigent Gergiev in het Westen een controversiële naam gekregen heeft, wegens zijn steun aan Poetin. Opvallend is dat media die tijdens de Koude Oorlog meer links georiënteerd waren, en als zodanig voor toenadering en dialoog met de Sovjetunie, zoals onder meer de Volkskrant en de Groende Amsterdammer, nu blijk geven van weinig begrip voor de problematiek van Rusland onder Poetin, en weinig openstaan voor toenadering en dialoog met dat Rusland, nu het niet zo links meer is als zijn voorganger, de Sovjetunie.

Die anti-Poetin stemming klinkt ook door in de commentaren van de Nederlandse historicus Dirk-Jan van Baar op de opinie-site van de Volkskrant. Interessant was in dit verband ook zijn commentaar in de Volkskrant van 28 augustus jl. Wonderlijk, zo schrijft hij, maar sinds de oud-KGB’er Poetin onder nooit opgehelderde en verdachte omstandigheden in Moskou is komen bovendrijven, is het complotdenken wereldwijd steeds dominanter geworden.

Maar in deze biografie worden die omstandigheden heel helder uiteengezet. Van verdachte omstandigheden is geen sprake. Niet Rusland maar het Westen heeft de ene na de andere vernedering moeten slikken, stelt hij verder. Voornaamste constante: het Westen heeft zich steeds op het verkeerde been laten zetten, en zich voor schut gezet alsof de democratische wereld door een stel sukkels geleid wordt. Ik zal niet zeggen dat het Kremlin daar steeds de hand in heeft gehad, maar je gaat het wel denken, aldus deze historicus.

Daar steekt scherp tegen af het commentaar van Laurien Crump, onderzoeker geschiedenis van de internationale betrekkingen, in een artikel onder de titel Hou op met Rusland te vernederen[6]. Rusland voelt zich geïsoleerd, en daardoor extra bedreigd, schrijft zij. De vraag is daarom of de militaire vuist van de NAVO in de richting van Rusland wel verstandig is. Op korte termijn zal het wellicht de vermeende Russische expansiedrang in toom kunnen houden, maar op langere termijn voedt het juist de angsten en frustraties die daartoe leiden.

Rusland heeft al 20 jaar moeten toezien hoe de voormalige Warschau Pact landen toetreden tot de NAVO, met als enige uitzondering Rusland zelf. De boodschap is duidelijk, aldus deze onderzoekster: niet alleen moet Rusland de grenzen van zijn buurlanden respecteren, maar de NAVO rukt zelf oostwaarts op, hoewel bij de eenwording van Duitsland expliciet was toegezegd dat dat niet zou gebeuren.

Rusland heeft de Koude Oorlog definitief verloren, maar, zo stelt zij, de geschiedenis heeft ons echter geleerd dat het vernederen van een verslagen tegenstander averechts werkt. Zij dringt dan ook aan op grotere sensibiliteit voor de Russische belangen. Dat zal mogelijkheden scheppen voor een nieuwe dialoog. De auteurs van deze biografie zijn beiden politiek onafhankelijke journalisten, zo heb ik de indruk. Ik heb zelf geprobeerd die biografie zo objectief mogelijk te bespreken, als exponent van de westers-liberale ideologie.



[1] Zie Hans Koningsbrugge, Waarom Poetin (nog) zo populair is in Rusland, de Volkskrant, 5 september, 2014

[2] Zie De doema is van Poetin, Trouw, 20 september 2016.

[3] De NAVO beschouwt het huidige Oost-West conflict ook niet als een tweede Koude Oorlog. Die vergelijking gaat mank, zoals NAVO-chef Stoltenberg onlangs verklaarde.

[4] Zie de stellingname van de politieke analist en directeur van de Eurasia Group, Ian Brenner, in de Volkskrant van 23 augustus 2014 (onder de titel Oekraïne valt voor Poetin valt); en Karel van Wolferen, The Ukraine, Corrupted Journalism, and the Atlanticist Faith, Civis Mundi Digitaal, 26, september 2014.

[5] Zie nader S.W. Couwenberg, Tijdsein, Civis Mundi jaarboek, 2011, pp. 158-161.

[6] Zie NRC Handelsblad, 20 juni 2016.