Civis Mundi Digitaal #44
Van verbittering naar nieuwe belangengemeenschap
Het Koninkrijk der Nederlanden bood in 1815 de Lage Landen een nieuwe kans uit te groeien tot een belangrijke politieke onderneming in de nieuwe politieke machtsverhoudingen van het post-Napoleontische Europa. Maar de onverwachtse afscheiding van België in 1830 heeft die kans op noodlottige wijze om zeep geholpen. Die afscheiding heeft Nederland toen niet wakker geschud, maar daar jarenlang tot steriele verbittering geleid[1], en daardoor wordt sinds de tweede helft van de vorige eeuw opnieuw geprobeerd de Lage Landen met kleine culturele en politieke stapjes te prikkelen een relevante belangengemeenschap te worden in het gestadige Europese spel om macht en invloed. Het Europese proces van integratie biedt daartoe nieuwe kansen. De Benelux wordt daartoe echter nog steeds onvoldoende benut en ingezet.
Vernieuwde vormgeving
Vlaanderen en Nederland vormen anno 2017 geen lotsgemeenschap. Of ze ooit eenzelfde lotsbestemming deelachtig kunnen worden, weet ik niet. Wat ze nu wel duidelijk vormen, is een belangengemeenschap. Alleen al daarom is samenwerking belangrijk waar het kan, waar het nuttig en nodig is. Vlaanderen en Nederland zijn elkaars dichtste buitenland omdat ze dezelfde taal spreken, een gedeelde geschiedenis hebben van aantrekking en afstoting, en meer verstrengeld zijn dan ze wel denken. Dat schrijft hoofdredacteur Luc Devoldere in zijn inleiding bij het eerste Ons Erfdeel-nummer van 2017, een jubileumjaar, want het blad viert inmiddels zijn zestigste verjaardag.
Het krijgt voor die gelegenheid een vernieuwde vormgeving. Het hele blad wordt voortaan in kleur gedrukt, waardoor we beter kunnen uitpakken met beeldmateriaal. Ook is de presentatie van de artikelen aangescherpt met uitgelichte quotes, inleidingen en tussentitels. Al bij al een prijzenswaardige vernieuwing en verbetering. Waarom die gelegenheid ook niet benutten om een meer eigentijdse naam te kiezen als voortzetting van Ons Erfdeel?
Inhoudelijk blijft het de vertrouwde kwaliteit en informatie brengen: artikelen over wat reilt en zeilt in de Lage Landen op het vlak van taal, literatuur, cultuur en maatschappij. “Over dat deltagebied aan de Noordzee, een strategisch gelegen hub tussen Noord- en Zuid-Europa, wil Ons Erfdeel blijven informeren, opiniëren en reflecteren”, schrijft Devoldere. Dat doet het met diepgang en nuancering, in stukken geschreven door auteurs – zowel gevestigde namen als opkomend talent – met een heldere pen.
Staat van de Unie: Nederlands in de wereld
Volstaat liefde voor de taal om het Nederlands in het buitenland te promoten, of moeten daar ook middelen tegenover staan? Ons Erfdeel 1/2017 opent met een boeiend verslag van een debat over het Nederlands in de wereld, onder de passende titel Ieder vuurtje moet worden aangewakkerd. En dat geldt zeker voor het Nederlandse als bedreigde taal. Die taal is meer dan een instrument: zij is een politiek fenomeen, hoewel dat in Nederland vaak onvoldoende beseft wordt. Van de 6000 talen die tegenwoordig nog gesproken worden, zullen in deze eeuw ongeveer 3000 talen verdwijnen, meldt dat verslag. Of een taal blijft bestaan, hangt uiteindelijk af van de taalgebruikers, zolang die hun taal de moeite waard blijven vinden om haar in al haar functies te behouden. De snelle verengelsing van het taalgebied in Nederland op belangrijke maatschappelijke terreinen is wat dit betreft een teken aan de wand, waardoor dat geruisloos lijkt te integreren in de Angelsaksische cultuurzone.
Dit is de eerste Staat van de Unie, een reeks van vier debatten en evenveel artikelen waarin het tijdschrift samen met de Vlaams-Nederlandse instelling deBuren belangrijke gebieden in de Vlaams-Nederlandse samenwerking evalueert.
GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE LITERATUUR
Nu De weg naar het binnenland is verschenen – het boek van de hoogleraar cultuurgeschiedenis Tom Verschaffel over de literatuur van de achttiende eeuw in de Zuidelijke Nederlanden – is de door de Taalunie in 1997 opgezette reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur compleet. De redactie blijft in dit nummer lang stilstaan bij dat prestigieuze project. De Vlaamse historicus Jo Tollebeek situeert het boek van Verschaffel in de hele reeks.
Nog meer literatuur? Thomas Heerma van Voss beschrijft op onderkoeld-hilarische wijze hoe hij alle onverkochte exemplaren – 966 – opkocht van Ultimatum, de thriller die hij samen met zijn broer Daan schreef. “Wellicht zal ik nu voorgoed gezien worden als die halvegare die zijn eigen boeken probeert te verpatsen.” Ludo Simons haalt herinneringen op aan literatoren die hij heeft gekend, ontmoet of meegemaakt: Gerrit Borgers, Maurice Gilliams, Gerard Reve, Clara Eggink, Hugo Claus en… Lode Craeybeckx én Frans Van Cauwelaert.
Vertaler Barber van de Pol zingt de lof van haar collega Robbert-Jan Henkes, wiens stem in al zijn vertaalwerk tot in alle hoeken en gaten klinkt, en Michiel Leen dook opnieuw in de boeken van Johan Daisne. Valt dat immense oeuvre vandaag nog af te stoffen?
Uitgebreide recensierubriek
En er is zoals vanouds de Boeken-rubriek, waarin meer dan dertig recente publicaties worden besproken: dichtbundels van Mischa Andriessen en Idwer de la Parra; romans van Jeroen Olyslaegers, Bart Koubaa, Peter Terrin, Emy Koopman, Margriet de Moor, Alfred Birney, Dimitri Verhulst, Walter van den Berg en Marc Reugebrink; biografieën over Wannes Van de Velde en Rob van Gennep; non-fictieboeken over Vrij Nederland en de Nederlandse cultuurgeschiedenis; Geert Mak over de familie Six en René van Stipriaan over Hollandse botheid; en egodocumenten van Cees Nooteboom en Gerbrand Bakker.
Watertanden bij kunst
Liefhebbers van oude kunst kunnen watertanden bij het uitgebreid geïllustreerde artikel over maaltijdstillevens in het Mauritshuis (de tentoonstelling Slow Food loopt van 9 maart tot 25 juni 2017). Natasja Kensmil heeft met het monumentale Hellmouth een nieuwe standaard gezet in de Nederlandse schilderkunst, schrijft Tineke Reijnders. En als er een Nobelprijs voor theaterregie zou bestaan, dan zou Ivo van Hove anno 2017 een goede kans maken, stelt Jos Nijhof in een uitvoerige analyse van Van Hoves succesparcours.
Kortere beschouwingen zijn er tot slot over het beeldend werk van Dries Verhoeven (of is het toch performancekunst?), Museum BELvue in Brussel, de ‘hutspotwestern’ Brimstone van Martin Koolhoven, de kunst met weerhaakjes van Sarah & Charles (je ziet hun werk op de kaft van het nummer), theatergroep Suburbia, fotograaf Max Pinckers en het designmeubilair van Gispen, dat al honderd jaar wordt gemaakt, maar nog altijd flexibel, lenig en veerkrachtig is.
SWC
[1] Zie E.H. Kossmann. Is het Nederlandse volk door de scheiding van 1830 wakker geschud? In de opstellenbundel Politieke theorie en geschiedenis. 1987, pp. 364-387.