Autobiografische gedichten

Civis Mundi Digitaal #47

door Piet Ransijn

Eigenlijk zijn alle gedichten autobiografisch, maar sommige meer dan andere.

In de volgende gedichten is het boerenleven ietwat geromantiseerd. De harde werkelijkheid van het harde, soms bijna uitzichtloze werken met betrekkelijk weinig opbrengst, erkenning en waardering heb ik echter ook leren kennen.

 

Boeren met edele zielen                               Ilpendam 1977/78 Voor mijn vader en voorvaderen

 

Boeren met edele zielen, karakters met kracht

Hun hoofden en handen zijn hard  maar zacht

is hun hart vol liefde voor kinderen en dieren

Zij dienen de mensen met ijzeren wil en stalen spieren

 

Een boer is soms wat stug en heeft een harde kop

Volhardend als hij is, geeft hij het niet gauw op

Als een boer iets werkelijk wil dan zet hij door

en als het moet dan wijkt hij nergens voor

 

Hij buigt niet, voor geen macht of kracht

maar knielt voor een kind dat naar hem lacht

Voor God alleen buigt hij zijn hoofd

als hij ten minste in God gelooft

 

Hij put zich niet uit in buigingen en gebeden

Onbuigzaam heeft hij generaties lang de zee bestreden

Uiteindelijk haar bedwongen, ingedijkt en drooggelegd

Zo neemt hij ook standvastig stelling tegen onrecht

 

Wanneer hij vriendelijkheid en liefde ontmoet

dan wordt hij zacht en vindt hij bijna alles goed

Wanneer hij echter op tegenstand botst

dan wordt hij onverzettelijk als een rots

 

Maar om hun kalveren en lammeren te voeren

knielen en buigen zelfs de koppigste boeren

Hun stug, onstuimig en weerbarstig temperament

wordt alleen door tederheid beteugeld en getemd

 

Door goedheid en oprechtheid laat hij zich leiden

Door schone schijn laat hij zich niet verleiden

Buigt of valt hij eenmaal voor een vrouw

dan blijft hij haar zijn hele leven trouw

 

Een boer z’n eergevoel is lichtgeraakt en teer

Het krenken van zijn eer dat doet hem zeer

Hij lijkt soms lomp en laconiek maar mikt het nauw

met zijn principes en zijn idealen blijft hij trouw

 

Het boerenleven speelt zich af in de natuur

Boeren leven nog vaak zuiver, ongerept en puur

De natuur en haar wetten regeren het boerenbestaan

Hun zeden en gewoonten passen zich erbij aan

 

Burenhulp en vriendendienst, de helpende hand

zijn gewoonte en wet op het boerenland

Een goede boer is edelmoedig en gastvrij

maakt met zijn gaven graag een ander blij

 

Uiterlijk gezien lijkt hij wat stug en koel

toont niet meteen zijn diepere gevoel

Achter grove grappen en een brede grijns

verhult zich soms weemoedig gepeins

 

Wat voelt hij als zijn blik over de weiden glijdt?

Zijn geest verstilt en zijn hart wordt wijd

De tijd staat stil en hij verwijlt misschien bij God?

Totdat de stilte in hem weer verbroken wordt

 

Hij voelt zich een koning op zijn eigen terrein

ook al is zijn eigen landje nog zo klein

De hoeve is zijn hof en zijn hele koninkrijk

loopt van de achterste sloot tot aan de dijk

 

In vreemde landen voelt hij heimwee naar zijn grond

want met zijn eigen land voelt hij een diep verbond

Opa zei ooit: ’ik wil niet weggaan van mijn erf

Ik ben er geboren en ik wil dat ik er sterf!’

 

www.google.nl/search?noj=1&tbm=isch&sa=1&q=waterland+met+skyline+amsterdam (Ben)Tags

 

Het altijd groene land                                                                                                    

                                      1996 07 05 Rijdend door de Beemster, de Wormer en Waterland

Het open groene land

ligt bijna transparant

Langs lange smalle wegen

kom je weinig mensen tegen

 

Af en toe staat er een boerderij

omzoomd door bomen op een rij

Langs de dijken liggen steile kluften

met daarboven weidse ijle luchten

 

Open en vrij ligt het erbij

De hemel lijkt daar dichterbij

Weinig bomen, weinig struiken

heel veel hemel en veel ruimte

 

Geen bossen en geen heide

alleen maar groene weiden

bevolkt door bonte koeien

Land dat mij zal blijven boeien

 

Altijd groen en altijd wijd

Het kent geen haast en tijd

Het geeft ruimte en voelt vrij

volop licht, het maakt mij blij

 

Mijn dierbare geboortegrond

waar eens mijn wiegje stond

Mijn hart voelt zich verwant

met dat transparante groene land

 

http://elisabethnordtuitwaterland.blogspot.nl/ romance

 

Heimwee van een oude boer

                                               2008 01 05  Voor mijn schoonvader

Heimwee naar huis

dat niet meer is

Heimwee naar Moeke

die niet meer is

 

In zijn ogen een traan

Laat hem maar gaan

Hij weet niet waar hij is

weet dat het zijn thuis niet is

 

Heimwee en verdriet

om Moeke die het leven liet

Heimwee van lang geleden

toen zijn moeder is overleden

 

Heimwee naar de boerderij

uit een lang vervlogen tijd

Heimwee naar het verleden

naar broers die al zijn overleden

 

Heimwee naar de koeien

die al tijden niet meer loeien

Heimwee naar het boerenwerk

want dat bezielde hem sterk

 

Boeren vond hij mooi

Bij het geurende hooi

en de dampende mest

voelde hij zich het best

 

Voor een boer in hart en ziel

is een bejaardenoord steriel

Hoe goed het ook is opgezet

de boerderij is ver van zijn bed

 

Heimwee naar de akkers en de wei

Naar een leven ongerept en vrij

Naar de rijk begroeide weiden

bij de uitgestrekte Ouwe Heide

 

Naar de vrede fris en puur

van het leven in de natuur

In zijn hart een boer gebleven

verlangt hij naar het boerenleven

 

De ziel van een natuurmens

kent eigenlijk maar één wens:

Eén te zijn met het bestaan

en in die eenheid op te gaan

 

Geschreven nadat mijn schoonvader na het overlijden van zijn vrouw Moeke naar een verzorgingshuis ging

 

Hooien                                   1986 Jeugdherinneringen uit Ilpendam

 

Hard werken met je handen

in met zonovergoten weilanden

met honderden balen hooi

dat vinden we mooi

 

Dit eeuwenoude boerenwerk

maakt een mens gezond en sterk

Een zoele wind waait door je haren

Je hoofd komt langzaam tot bedaren

 

Wagens laden en lossen

Over het land heen hossen

Op je rug liggen turen in de lucht

naar verre vogels in hun vlucht

 

Je blik glijdt langs de horizon

genieten van de gulle avondzon

Zover je kunt kijken koeien en gras

met een paar bomen het enige gewas

 

Je spieren even ontspannen

Een praatje maken met de mannen

Thuisgekomen met de vracht

is de boer opgelucht en lacht

 

Balen tillen boven je macht

vergt echt een handje kracht

Soms gaat het net te vlug

Het zweet gutst langs je rug

 

Na het lossen een koppie toe

waar je ook een dikke koek bij lust

’s Avonds weer naar moeders toe

genieten van een welverdiende rust

 

Mijn Oma woonde vlakbij de RK kerk aan de dorpsstraat

 

Mijn oma             2017 01 31

 

Mijn oma woonde niet ver

van de katholieke kerk

Zij was er elke morgen

Maakte zich geen zorgen

om het ’werelds goed’

en deed zich tegoed

aan geestelijk goed

 

Zij leefde nog

in een voorbije tijd

van religiositeit

die nu gezien wordt

als boerenbedrog

 

Zij was tevreden

met haar leven

Deed haar gebeden

als een kloosterling

Het ’werelds goed’

was niet haar ding

 

Vijf broers en zussen

waren kloosterling:

paters en zusters

zoals dat vroeger ging

 

Haar oudste broer

die heel veel wist

en lang studeerde

was een hooggeleerde

theoloog, een godgeleerde

 

Haar jongste broer

was componist

mijn opa organist

maar daarnaast boer

zoals haar andere broers

 

Een zus van haar was moeder

een broer een missiebroeder

in een lang en wit gewaad

en met een grijze baard

Met vriendelijke ogen

vol begrip en mededogen

 

Zo ging oma naar de kerk

deed trouw haar werk

Deed haar gebeden

tot zij is overleden

Vierennegentig jaar oud

 

Ze droeg een kruis van goud

wanneer het zondag was

of als er iemand jarig was

Vertelde over het verleden

voor zover zij dat kon weten

 

Zo heb ik veel geleerd

Mij naar de geest gekeerd

Volgde op mijn eigen wijze

de weg van de wijzen

 

De weg van de geest

trok ook mij het meest

Voorbij het werelds goed

het hogere tegemoet

 

Herinnering aan Amsterdam        2017 02 15

 

De stad van mijn herinnering

wil ik in mijn hart bewaren

De stad van mijn jonge jaren

waar ik naar school ging

 

De stad van mijn studententijd

met bedrijvingheid en eenzaamheid

Waar ik sociologisch onderzoek deed

interviews in een arbeiderswijk

 

Waar ik leerde mediteren

en lezingen organiseerde

Waar we een centrum huurden

en een organisatie bestuurden

 

Waar ik panden bekeek

bewoond door de rijken

op zoek naar een pand

voor ons klantenbestand

om te kunnen samenzijn

voor groei van bewustzijn

 

Waar ik verliefd ben geraakt

en het uit werd gemaakt

Waar ik niet wilde wonen

maar graag wilde komen

om mensen te spreken

het leven te delen met velen

 

Als ik naar het Westen verhuis

voel ik mij daar weer thuis

om daar vaker te komen

en van vroeger te dromen

toen ik jong was en actief

ondernemend, expansief

 

Nu geniet ik mijn pensioen

met nog voldoende te doen

Het verleden is voorbij

Het laat mij nu vrij

om te doen wat ik voel

in dienst van een eigen doel

 

Zoals ik vroeger ook deed

en wat ervan afweek ontweek

Zo mijd ik vermaak en vertier

en leef ik in het nu en het hier

 

Terug naar mijn studententijd                           2014 04 26

                                                          

In het hart van de hoofdstad

heb ik veel colleges gehad

bij de Oudemanhuispoort

veel interessants gehoord

 

Filosofie, culturele antropologie

sociologie en politicologie

theologie en andragogie

Ik weet nog van wie

 

Ik bleef wonen op de boerderij

Voelde mij daar thuis meer vrij

dan in de grote hectische stad

waar ik last van drukte had

 

Eenvoud kon mij boeien

Tussen kinderen en koeien

studeerde ik middenin

een druk en groot gezin

 

De natuur en het boerenleven

heeft mij de nodige rust gegeven

Het wetenschappelijke gedoe

trok mij aan maar maakte mij moe

 

Kon al dat betrekkelijke weten

ons leven zin en betekenis geven?

Eigenlijk voelde het vreemd

van huis en thuis ontheemd

 

Alsof ik nergens mijn plek had

Op het land noch in de stad

Al vroeg in mijn leven

werd ik tot weten gedreven

 

Als een van binnen flakkerend vuur

gaf die drang mij rust noch duur

Ik werkte mij een slag in het rond

Het voelde niet meer gezond

 

Teveel vakken tegelijkertijd

en met veel gedrevenheid

Daarbij nog menige bijbaan

om te voorzien in mijn bestaan

 

Gekweld door een soort gemis

leek het existentieel een crisis

waarbij ik naar waarheid streefde

een ideaal waarvoor ik leefde

 

 

Balancerend op de rand

van geestelijk evenwicht

zocht mijn zoekend verstand

naar een dieper inzicht

 

Balancerend op de rand

van anonieme eenzaamheid

soms geneigd tot depressiviteit

leek ik soms in een moeras beland

 

In een wereld die aan elke kant

het houvast kwijt dreigt te raken

zocht ik zin en zekerheid

om van het leven iets te maken

 

Ik zocht mijn bestaansgrond

die ik soms in stilte vond

ongecompliceerd en puur

verbonden met de natuur

 

Voelde me met Nietzsche verwant

voelde met hem een soort band

in een inwendige polemiek

met zijn existentiële retoriek

 

Hoewel de sociologie van Elias

ook zeker interessant was

voelde ik mij binnenin

meer verwant met Sorokin

 

Hij nam mij mee naar andere tijden

wilde met kennis de crisis bestrijden

Een revolutionair spiritueel elan

bewoog deze bevlogen man

 

Hij kwam net als ik van het land

Had met iedere religie een band

en een grote betrokkenheid

met de premoderne tijd

 

Een hang naar spirituele culturen

wars van groot-stadse allure

De consumptiemaatschappij

verwierp hij en bekritiseerde hij

 

De grote klassieke sociologen     

openden ook mijn gretige ogen

Onovertroffen gaven zij blijk

van een brede diepgaande kijk

 

Comte, Marx, Durkheim, Weber, Sorokin

 

Het waren mensen met visie

met inzicht in de zin van religie

die het maatschappelijk leven

dieper inzicht en zin wilden geven

 

Voorts zocht ik heil in mediteren

om de nodige ontspanning te leren

Uit mijn denkende hoofd vandaan

naar de grond van het bestaan

 

De filosofie van de Oepanishaden

inspireerde mij in hoge mate

Herkenning wat ik in wezen al wist

maar bij anderen steeds had gemist

 

Bij een leraar in de leer geweest

Daar leerde ik nog het meest

Daarna gaf ik meditatieonderricht

vanuit een innerlijke plicht

 

Maar voor ik er erg in had

werd het een besloten gezelschap

Ik ging als vrije boer door het leven

Ben een vrijdenkende geest gebleven

 

Later vond ik lange tijd mijn plek

in een Leefstijl-jongerenproject

Met een paar man opgezet

Jaren later er bijna uitgezet

 

Na een lange onderhuidse strijd

nam ik ongemakkelijk afscheid

Tegen overmacht aan onverstand

bleek mijn idealisme niet bestand

 

Nu vele jaren later

gelouterd en gelaten

bezie ik weer mijn jonge jaren

waarin ik koos voor het ware

 

Dat aan de rand van ons zicht

de ziel soms van binnen verlicht

dat ons kwetsbaar leven kan helen

en inzicht met velen kan delen

 

 

Schone Dulcinea; vreemdeling uit Mantinea            2017 05 31

 

Ik wist niet meer wat ik moest beginnen

Zocht naar steun bij vrienden en vriendinnen

Ook naar steun van boven en beneden

Maar de kerk heb ik meestal gemeden

Ik zocht geen geloof maar wilde weten

wat de gelovigen nu eigenlijk beleden

 

Uiteindelijk werd het binnen stil

Laat de Geest maar waaien waar hij wil [1]

Onverwachts moest ik gedogen

dat er tranen kwamen in mijn ogen

 

 

De ridder van het droevige figuur [2]

heeft genoeg van avontuur

Zoekt de schone Dulcinea [3]

als de vreemdeling van Mantinea [4]

 

Laat zich door een vrouw als priester leren

dat wij eigenlijk het Hoogste Goed begeren [5]

Wij houden eerst van vleselijke vormen

aan de hand van aardse normen

 

Tot het Ene in het vele aan het eind

door de vele vormen heen schijnt [6]

En een diepe zee van liefde

ons bezielt vanuit de diepte

waar wij in leven, bewegen en zijn [7]

in een onmetelijk bewustzijn

 

De moraal van het verhaal is dat de liefde en de natuur onze lerares is

 

1. Johannes 3:8: “De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is”.

2. Don Quichot, uit de roman van Cervantes (1547-1616): El ingenioso hidalgo Don Quijote de la Mancha, waar de schildknaap Sancho Pansa zijn afgeranselde meester el caballero de la triste figura noemt (1, 19) . Zie https://www.alwinvanee.nl/cervantes-don-quichot-strijdend-tegen-de-romantiek:

“Schelling, de filosoof van de Duitse romantiek, was toen wellicht de belangrijkste interpreet van de Quichot. In Philosophie der Kunst (1802) ziet hij als centraal thema de strijd tussen realisme en idealisme. Een twintigste-eeuwse Spaanse criticus schreef in het verlengde daarvan dat de alles overkoepelende vraag bij Cervantes luidt: ‘Wat is de aard van de objectieve werkelijkheid?’

Uiteraard zijn dat belangrijke thema’s in de Quichot, maar niets wijst erop dat Cervantes de relatie tussen schijn en wezen als filosofische vraag wil stellen. Hij goochelt voortdurend met de waarheid, brengt vele dubbele bodems aan... om de lezer te amuseren. De Quichot is één groot spel.

Voor de romantici is het boek echter niet een groot spel. Men ging het boek steeds triester vinden, getuige de vaak geciteerde woorden van Byron: ‘Of all tales ‘tis the saddest – and more sad because it makes us smile.’ De romantiek maakte een tragische held van Don Quichot, in zijn tot mislukking gedoemde pogingen het hogere na te streven...

Nietzsche noemt de hertog en de hertogin uit het tweede deel van de Quichot, die de dolende ridder opzettelijk in geënsceneerde situaties brengen om hem tot krankzinnige daden te verleiden, puur ter vermaak en niet gehinderd door een slecht geweten. Het hertogelijk paar heeft het eerste deel van de Quichot gelezen en is dus uitstekend op de hoogte van zijn waanzin. De lezer mag als het ware door de verborgen camera meekijken en vol genot toezien hoe de dolende ridder erin geluisd wordt. ‘Wir lesen heute den ganzen Don Quixote mit einem bittren Geschmack auf der Zunge,’ zegt Nietzsche.

3. De romanfiguur Dulcinea is de denkbeeldige schone beminde van Don Quichot. De naam Dulcinea Nog steeds wordt de naam Dulcinea schertsend gebruikt voor iemands heimelijke of onbereikbare beminde. Deze maagd ontstond in het brein van Don Quichot, omdat hij vond dat een ridder een schone maagd nodig had om zijn goede daden aan op te dragen. Het ridderschap van Don Quichot was echter ook denkbeeldig. Wel had hij voor zijn Dulcinea een concreet persoon in gedachten, een boerenmeisje... In het eerste deel wordt gesuggereerd dat Don Quichot wellicht ooit een verliefdheid voor haar heeft gevoeld, maar in het tweede deel geeft hij aan haar nooit in levenden lijve te hebben gezien. Hij geeft haar de edele naam Doña Dulcinea de El Toboso.

In het boek treft Don Quichot haar niet. Wel stuurt hij zijn schildknaap Sancho Panza naar haar toe. Panza bereikt haar echter niet. Als Panza bij zijn meester terug is, moet hij verslag uitbrengen. Die gaat ervan uit dat zijn schildknaap een heuse jonkvrouw heeft ontmoet... Panza, die de ontmoeting moet verzinnen, doet verslag van een ontmoeting met een dorpsmeisje... Als Don Quichot in het tweede deel samen met Panza in El Toboso is, draagt hij zijn schildknaap op Dulcinea te zoeken. Panza, die haar nog steeds niet heeft gezien, houdt in het bijzijn van zijn meester de eerste de beste voorbijgangster aan, in de hoop dat de verdwaasde ridder niets in de gaten zal hebben. Panza houdt een dikke dame op een muilezel aan als zijnde Dulcinea. Zij maakt zich beledigd uit de voeten en de ontmoeting loopt op niets uit. Na een bezoek aan de grot van Montesinos beweert Don Quichot Dulcinea gezien te hebben in een stoet van maagden. Ook in het tweede deel organiseert een hertogin ter ere van Don Quichot een optocht waarin Dulcinea de centrale figuur is. De optocht is echter bedoeld om te foppen. Dulcinea wordt gespeeld door een verklede page. Het opzetje lukt, Don Quichot raakt in vervoering als hij zijn schone (die op een afstandje wordt gehouden) gewaar wordt.

4. In Plato’s dialoog over de liefde Symposium  doet Socrates verslag van een ontmoeting met ’Diotima’, een zieneres, vreemdelinge uit Mantinea in Arkadia. Daarin vertelt zij op welke manier de ziel vanuit gewone begeerte en liefde ’overvloeit’ naar een verlangen naar de eeuwige vorm van Schoonheid. Haar woordenschat (myesisepopteiaorgiazein) en beschrijving komen recht uit de Mysteriën van Eleusis.

5 Het Hoogste Goede van Plato

6. Uit Civis Mundi, nr 24 april 2014 Het onbereikbare in gedichten weergegeven: “De dialoog Symposion gaat over de Eros en het verheffen van de lichamelijke liefde via de geestelijke, platonische liefde tot de ene Liefde zelf. (Schoonheid hier vertaald als liefde, want het betreft de Eros)

“…Een wijde zee van liefde opent zich voor wie in de mysteries van de liefde wordt ingewijd … een wonderlijk mooie visie die het wezen van de liefde is… Het is een altijddurende liefde die niet komt en gaat, niet ontstaat en vergaat, niet bloeit en verwelkt, niet nu eens mooi en dan weer niet..

Ook zal deze liefde zich niet vertonen als een gezicht of iets van het lichaam… of een ander wezen, maar iets dat op zichzelf en in zichzelf bestaat in een eeuwige eenheid waar alle mooie dingen aan deelhebben, zonder meer of minder te worden, maar steeds hetzelfde ongeschonden en onschendbare geheel.

Wanneer iemand... door op de juiste wijze lief te hebben boven zichzelf uitstijgt en die liefde begint te zien, raakt hij dichtbij het einddoel. Want dit is de juiste weg… om ter wille van de ene liefde op te stijgen langs de treden van een mooi lichaam… tot mooie aspiraties… tot de ene liefde zelf.

Op dat punt is het leven van de mens vervullend, wanneer hij de liefde zelf aanschouwt. Als hij dat eenmaal heeft gezien wordt hij niet meer verleid door goud, mooie kleren of mooie lichamen…”

Dit schouwen, zien en weten van de liefde zelf, zuiver onvermengd en niet gebonden aan het menselijk lichaam ligt ten grondslag aan de ware deugd, waarachtige integriteit (in moderne termen), vervolgt Plato, in Symposion, Collected Dialogues

Volgens Plato en de antieke mysteriescholen dient onderwijs te zijn gericht op deze bewustwording.

‘Supreme Love can hardly be achieved without a direct participation of the supraconscious and without the ego-transcending techniques of its awakening,’ aldus mijn favoriete socioloog P.A.Sorokin  in The Ways and the Power of Love. Types, Factors and Techniques of Moral Transformation, p.125.

 

Dit opheffen of sublimeren van de liefde naar een hoger, meer subliem en verheven niveau in de zin van Plato wordt subliem beschreven in meesterwerken zoals de Divina Commedia van Dante, Goethe’s Faust, de romans van Tolstoj, Oorlog en vrede en Opstanding, en van Dostojewski: De gebroeders Karamazow. Naar die liefde, ‘voorbij het lustprincipe’ (boektitel Freud) zoekt eigenlijk iedere mensenziel, ook al wordt hij nog door ‘het lustprincipe’ en passies gedreven.

7. Handelingen van de apostelen 17:28