Carnaval in Rio

Civis Mundi Digitaal #56

door Jan de Boer

"Het carnaval in Rio wordt ten onrechte beschreven als een feest zonder meer. Het heeft altijd een politiek karakter gehad. De grote samba-scholen namen in 1985 deel aan de beweging "Diretas Ja", eisten met de straatcarnavals directe verkiezingen tijdens de militaire dictatuur. De optochten roerden regelmatig onderwerpen aan als de massamoorden op indianen of de corruptie," laat mijn goede vriend en Braziliaanse schrijver François Olège weten. Brazilië maakt een erg moeilijke periode door met talrijke corruptieschandalen en een soort burgeroorlog in Rio de Janeiro waar het in de volkswijken kogels regent. Bovendien dreigt de gele koorts die in een paar regio’s huishoudt, een landelijke epidemie te worden, laat de echtgenote van François werkzaam bij "Vigilance épidémiologique" weten. Hun ouders zuchtten in de jaren 1960 -1970 onder een harde militaire dictatuur, nu leven zij in een complete anarchie en vragen zij zich af welke van beide even abnormale situaties nog het beste te verdragen zou zijn.

 

Rio de Janeiro heeft sinds 2016 een burgemeester: Crivella, bisschop van de Universele Kerk van Gods Koninkrijk, die alle festiviteiten mijdt die zijn kerk als "duivels" beschrijft. "Het Carnaval is geen zonde. Crivella begrijpt niets van de carioca-cultuur. Als burger mag hij de religie aanhangen die hij wenst, maar als burgemeester mag hij zijn geloof niet met de politiek vermengen. Hij wil aan Rio zijn programma "moraal, familie en religie" opleggen zoals zijn kerk dat met heel Brazilië van plan is," zegt François.

Zowel in de rijke als in de volkswijken wordt de burgemeester na nauwelijks één jaar te hebben gefunctioneerd verafschuwd. Meer dan tien "blocos", straatcarnavals, hebben dit jaar als thema "de vervloekte burgemeester" gekozen. Crivella heeft de vergissing gemaakt zich te vergrijpen aan het carnaval van Rio door de helft van de subsidies aan de samba-scholen te schrappen gezien de slechte financiële toestand van de stad en wil deze bezuinigingen investeren in de kinderdagverblijven in de arme volkswijken. "Pure demagogie" zeggen zijn tegenstanders want de subsidies van het carnaval maken het mogelijk dat er jaarlijks een kleine anderhalf miljoen toeristen komen. De morele bijgedachten van Crivella, verdacht van intolerantie wat betreft de Afro-Braziliaanse cultuur, homoseksualiteit en alle andere religies, worden duidelijk door het vooral snijden in de subsidies van de Gay Pride van Rio, van de Caso do Jongo, symbool van de cultuur van de afstammelingen van de slaven, van de straatfestivals, van de Boot van de godin Yemanja, moeder van de Afro-Braziliaanse godheden die de straatcarnavals op oudjaarsavond vieren.

Crivella probeert zijn imago van azijnpisser wat te verbeteren door het ritueel te accepteren van het begin van de festiviteiten van het carnaval: de overhandiging van de sleutels van de stad - overigens zonder ze aan te raken - aan Koning Momo, de Griekse god van de spotternij, en in Rio de baas van het carnaval.

In een stad vergiftigd door corruptie, verrot door drugs en gewond door uiterst gewelddadige gangs,

zien talrijke verkondigers van de Blijde Boodschap dat Crivella geen betere burgemeester is dan zijn voorgangers. In de wijk Copacabana wordt gezegd: Rio heeft geen burgemeester. Wij vieren feest maar eigenlijk is er niets te vieren. Als je uitgaat loop je de kans een afgedwaalde kogel te krijgen en als je dan naar het ziekenhuis gaat, zijn daar geen artsen. Rio is één grote ruïne.

 

 Met Crivella is ook de Braziliaanse president Michael Ternet, afgeschilderd als vampier, doelwit van de carnavalsoptochten. In Brazilië waar gezegd wordt dat het feest de beste plek is om over ernstige zaken te praten, hebben Crivella en Terner in ieder geval de door hun ongewilde verdienste het Carnaval, dat de laatste jaren een commerciële show voor toeristen was geworden, zijn vroegere provocerende, cynische en politieke ziel, weer te hebben teruggegeven. En dat is voor François Olègue een grote troost.