Civis Mundi Digitaal #59
De recent gepubliceerde cijfers van het Internationale Monetaire Fonds (IMF) betreffende de economieën in de landen van de Europese Unie geven weinig aanleiding tot optimisme voor met name Italië. Was voorheen Spanje het zwarte schaap, het is nu duidelijk Italië, dat volgens het IMF in 2023 ook economisch ingehaald wordt door landen als Tsjechië en Slowakije. Alweer volgens de cijfers van het IMF heeft het land dit jaar een economische groei van hooguit 1,5 procent, het laagste in heel Europa.
Natuurlijk, vergelijkingen gaan niet altijd op en de cijfers van het IMF kunnen als voorzorg ook wat gemanipuleerd zijn, maar ze worden wel bevestigd door de economen Lorenzo Codogno (London School of Economics) en Giampaolo Galli (LUISS School of European Political Economy), toch echt geen kleine jongens. Hoe je ook kijkt, de economische prestaties van Italië zijn zeer middelmatig om het maar zachtjes uit te drukken. Italië is een van de weinige westerse landen die nog steeds niet het niveau van het Bruto Binnenlands Product (BBP) van voor de financiële crisis van 2008 heeft teruggevonden. De rijkdom per inwoner is sinds 1999 nauwelijks geëvolueerd. De economische groei blijft systematisch onder die van de buurlanden. Het aantal geboortes is heel laag en de bevolking veroudert snel. Niet voor niets maakte zich de Italiaanse minister van gezondheidszorg, mevrouw Béatrice Lorinzin, al in 2015 ongerust toen zij zei: "Wij zijn een stervend land".
Wat is nu het probleem van de "Laars"? De moeilijkheid is dat er geen duidelijke schuldige is aan te wijzen. Het land lijdt onder een dodelijke en complexe cocktail die de toekomst van het land, sterk verdeeld tussen Noord en Zuid, zwart kleurt. De weinig winstgevende ondernemingen investeren onvoldoende in innovatie en opleidingen. De productiviteit stagneert. Het onderwijssysteem loopt achter en de bureaucratie functioneert slecht. De Staatsschuld, 132% van het BBP, is de hoogste in de Europese Unie als wij Griekenland even vergeten. Ook de export vermindert langzaam maar zeker. Anders gezegd: het land heeft erg veel moeite om zich aan te passen aan productieve, sociale en educatieve structuren die de mondialisering en de technologische revolutie vereisen. De hervormingen van de laatste jaren zijn onvoldoende om de haperende economische machine weer aan de gang te krijgen. De Italianen zien in wanhoop hun levensvoorwaarden langzaam maar zeker verslechteren. De jonge gediplomeerden emigreren massaal. Bij degenen die blijven overheerst de verbittering met name ten opzichte van Europa en de Euro. Zij stellen zich de legitieme vraag waar de beloofde rijkdom met de invoering van de euro is gebleven.
De populisten van de 5-sterrenbeweging en de nationalisten van de Liga Noord, om over de neofascistische partij maar niet te spreken, voeden zich en worden groter met hun angsten en ongerustheden. Zij stellen voor alle hervormingen terug te draaien en de geldkraan van de overheidsuitgaven wijd open te draaien, kwamen als sterkste uit de verkiezingen nu een paar maanden geleden, maar zijn kennelijk niet in staat een regering te vormen. Zij maken van de Euro een gemakkelijke zondebok en wuiven de opmerkingen van de pro-Europeanen die met de hervormingen door willen gaan, weg. Deze laatsten zijn onhoorbaar voor een kiezersvolk dat sinds jaren alleen gelaten is in een voortdurende crisis. Het is het drama van Europa-na-de-crisis, en niet alleen dat van Rome.
De teruggekeerde meningsverschillen tussen Frankrijk en Duitsland - te hopen is dat die eens verdwijnen - over de uit te voeren hervormingen in de eurozone doen nu helaas vrezen voor een status-quo. Noch de eurozone, noch de Europese Unie slagen er in de burgers een gezamenlijk federatief project voor te stellen anders dan een verkrampte veiligheidsreactie betreffende de grenzen en laten zo hun aanvullende anti-crisismechanismen mislukken. De nationale egoïsmen en het onderling wantrouwen tussen de leden-staten zijn weer helemaal terug. Zo kan Italië met zijn duizelingwekkende staatsschuld binnen enkele jaren de zwakke schakel worden waardoor de volgende crisis werkelijkheid wordt. Temeer waar zeker Griekenland en in zekere zin ook Spanje zeer zwakke schakels zijn. En dat zonder de zekerheid dat deze keer de Eurozone deze crisis overleeft.