Civis Mundi Digitaal #59
Mark Zuckerberg zat niet goed in zijn vel op 10 april jongstleden oog in oog met de Amerikaanse senatoren, toen hij - de jonge miljardair, stichter en algemeen directeur van Facebook - geconfronteerd werd met de groeiende kritiek die Facebook ondervindt. De belangrijkste ongerustheid betreft de vertrouwelijkheid van de persoonlijke gegevens van de gebruikers. Het schandaal veroorzaakt door de inmiddels daardoor failliet gegane maatschappij Cambridge Analytica was de lont in het kruitvat. Onder het mom van wetenschappelijk onderzoek heeft dit broeinest van leugens de gegevens van 87 miljoen in meerderheid Amerikaanse gebruikers van Facebook gebruikt in dienst van de presidentiële campagne van Donald Trump. Waar sommigen nog niet zo lang geleden de rol van de sociale media met betrekking tot de Arabische revoluties of de overwinning van Obama prezen, ziet de belangrijkste van hen, Mark Zuckerberg, zich beschuldigd van het ondermijnen van de fundamenten van de democratie.
De bescherming van het privéleven wordt beschouwd als een fundamenteel recht in onze liberale democratieën. Maar toch is zijn geschiedenis relatief jong, laat Antoine Litli, historicus en gespecialiseerd in de sociale en culturele geschiedenis van de Verlichting, in de Franse krant Le Monde weten. In Frankrijk is zij pas in 1970 in het burgerlijk recht opgenomen: “Iedereen heeft het recht op eerbiediging van zijn privéleven”. Daarvoor was het de wetgeving op de pers die in de negentiende eeuw met een paar richtlijnen de strijd tegen belediging en bescherming van beroemdheden mogelijk maakte. In de Verenigde Staten lieten in 1890 twee juristen, Samuel Warren en Louis Brandeis hun licht schijnen over het "right to privacy", maar ook daar werd het pas in de jaren 1960 formeel erkend.
Historisch gezien zijn er twee tradities: de Amerikaanse traditie die het privéleven van burgers beschermt tegen inmenging van de Staat, en de Franse traditie die de goede naam en eer van personen beschermt tegen de indiscretie van de media. De Amerikaanse traditie berust op het principe van de persoonlijke vrijheid, de Franse traditie berust op de persoonlijke waardigheid. Natuurlijk moet dit onderscheid genuanceerd bekeken worden, maar toch moeten beide manieren voor de wettelijke bescherming van het privéleven of tegen het wakend oog van de macht: de Staat, of tegen de nieuwsgierigheid van de medeburgers, duidelijk onderscheiden worde, De komst van het privéleven als een te verdedigen fundamentele waarde correspondeert zo met een dubbele historische context: de bevestiging van individuele rechten tegenover staatsinmenging, en tegenover de populaire pers en de mondialisering van geruchten.
Met Facebook en de sociale media is er een nieuwe bedreiging bijgekomen. Het gevaar komt niet door staatsinmenging of door indiscretie van massamedia. Het betreft hier niet meer alleen de bescherming van vrijheid of van waardigheid van personen, maar de controle van het commerciële gebruik van persoonlijke gegevens die de personen zelf onthullen. Het hele economische model van internet is hier in het geding: gratis diensten van de sociale media, zoekfuncties als die van google, etc. met als tegenprestatie hun gebruik voor publicitaire doelen. Zelfs als bepaald gebruik daarvan oneerlijk of zelfs illegaal is omdat misbruik gemaakt wordt van de ingewikkelde voorwaarden van vertrouwelijkheid, de belangrijkste troef van Facebook is en blijft gebaseerd op de goede wil waarmee de gebruikers het openbaar maken van gegevens over hun smaak, hun gewoonten, hun relaties accepteren zonder zich daarbij zorgen te maken met wat daarmee kan gebeuren. Hoe komt het dat zij zich zo weinig bedreigd voelen? Is er een zekere cultuur van exhibitionisme die de wens voor intimiteit overheerst? Of wordt het privéleven alleen maar als een abstracte waarde beschouwd zonder er werkelijke consequenties aan toe te kennen?
In ieder geval is het meer dan waarschijnlijk dat het geheel van onze waarden nog niet aangepast is aan de technologische en economische veranderingen van de laatste twintig jaar. We zijn er niet klaar mee om op te roepen tot respect voor het privéleven. Het is dringend nodig om op een nieuwe manier naar het privéleven te kijken in de context van een in totale verandering verkerende publieke ruimte.