Zijn links en progressief identiek?

Civis Mundi Digitaal #60

door Wim Couwenberg

GroenLinks leider Jesse Klaver schaart zich op Europees niveau achter het beleid van de Franse president Macron, en zijn progressief geheten visie op Europa. Maar, zo wordt tegengeworpen in eigen land, heeft Macron zich daar niet ontpopt als een overtuigde aanhanger van de neoliberale orthodoxie? Dan volgt een bekend progressief geheten verlanglijstje, onder meer de drastische inperking van de invloed van de Franse vakbonden. Maar hoe progressief zijn die vakbonden eigenlijk, met hun vaak irreële eisen, zoals zopas in die van het Franse vliegpersoneel? De vraag is derhalve of dat verlanglijstje wel zo progressief is, omdat het links gekleurd is. Is alles wat van links komt per definitie progressief? Dat automatisme moeten we eindelijk eens ter discussie stellen. Met het vooruitgangsgeloof is dat sinds de Eerste Wereldoorlog allang gebeurd. Maar de politieke betekenis van progressiviteit wordt nog steeds probleemloos uitgelegd als identiek met links. In de strijd ter realisering van een gans nieuwe en betere wereld krijgt het vooruitgangsgeloof ook een specifieke politieke vertaling in het begrip progressiviteit. Dat wordt in die strijd de antipode van het conservatisme dat op de grens van de achttiende en negentiende eeuw in zwang raakt als kritische reactie tegen de progressieve ideeën en kwalijke praktijken van de Franse revolutie.[1] Het dient tevens ter rechtvaardiging van bepaalde politieke machtsaanspraken.

Linkse politieke stromingen plegen die in het ideologische tijdperk (1789-1989) namelijk te ontlenen aan hun voorhoederol in de strijd voor een nieuwe en betere wereld. Met het einde van de Koude Oorlog als het internationale hoogte - en eindpunt van de ideologische strijd over de grondslagen van de moderniteit eindigt ook dat tijdperk, althans in de westerse wereld. Linkse stromingen verliezen dan ook hun exclusieve voorhoederol en derhalve hun aan die rol ontleende, maar niet langer houdbare, exclusief links geachte progressieve pretenties in de politieke machtsstrijd, al blijven zij die pretenties wel koesteren.[2]



[1] Eerder uiteengezet in mijn boek De strijd tussen progressiviteit en conservatisme, 1959.

[2] Zie Thierry Baudet en Michel Visser (red.), Conservatieve vooruitgang. De grootste denkers van de 20e eeuw, 2010.