Civis Mundi Digitaal #60
Het Nobelcomité van vijf Noorse parlementariërs bepaalt ieder jaar aan wie de prestigieuze Nobelprijs voor de Vrede wordt toegekend. Niet altijd even eenvoudig en natuurlijk ook een politiek steekspel. Ook niet altijd even doordacht lijkt mij, want wat zijn bijvoorbeeld de vredesprestaties van Obama behalve zijn mooie toespraak in het begin van zijn carrière als president van de Verenigde Staten? De in 1991 toegekende Nobelprijs voor de Vrede aan het vroegere boegbeeld van de democratische oppositie, Aung San Suu Kyi, lijkt mij achteraf ook een grote vergissing.
Beter in verzet tegen de macht dan in de uitoefening ervan
Na jaren van waardig en moedig verzet tegen de dictatuur in Birma, waarvan zij een vijftien jaar in huisarrest doorbracht, slaagde zij erin de militaire junta de overgang naar een democratie en verkiezingen af te dwingen. Haar partij, de Nationale Democratische Liga (LND), behaalde bij de eerste vrije verkiezingen in de herfst van 2015 een overweldigende meerderheid. Maar de "Lady" zoals de Birmanen haar noemen, kon volgens de grondwet geen president worden omdat zij met een Engelsman was getrouwd. Dus moest zij zich bij de formatie van de regering in maart 2016 tevredenstellen met de post van minister van buitenlandse zaken met daarbij de titel van raadsvrouwe van de regering, wat haar in feite eerste minister deed zijn. Ongelukkigerwijze is de nu 72-jarige Aung San Suu Kuy duidelijk beter in verzet tegen de macht, dan in uitoefening van de macht. Natuurlijk werd haar autoriteit aanzienlijk beperkt door het met de militairen gesloten akkoord die 25 procent van de parlementszetels behielden en alle teugels van het veiligheidsapparaat vast in handen hielden, maar toch .... Het grootste buitenlandse verwijt is haar passiviteit tegenover de verschrikkelijke etnische zuiveringsoperatie door het Birmaanse leger die de mohammedaanse minderheid van de Rohingya naar Bangladesh joegen, waar zij onder de meest erbarmelijke omstandigheden moeten leven. Een logisch verwijt, maar het is de vraag of zij deze misdaad van het leger had kunnen verhinderen. Haar stilzwijgen en haar bijna verdediging van deze militaire operatie is overigens onacceptabel en het heeft er alle schijn van dat zij steeds meer aan de leiband van de militairen loopt.
Ook haar balans is nauwelijks beter op gebieden waar zij veel meer handelingsvrijheid heeft: onderwijs, ontwikkeling, gezondheidszorg en armoedebestrijding. Hier is weinig of geen vooruitgang geboekt en dat in een land waar 40 procent van de 51 miljoen inwoners onder de armoedegrens leeft. Deskundigen zijn van oordeel dat het de regering totaal aan visie en strategie ontbreekt. En sporadische initiatieven lijden onder een enorme en trage bureaucratie: een erfenis van de dictatuur, waar tot dusverre ook geen veranderingen in zijn aangebracht.
Een ander probleem dat tot in het eigen kamp van Aung San Suu Kyi erkend wordt, is haar manier van het uitoefenen van de macht, haar overdreven autoritair gedrag en haar neiging om bij de keuze van haar ministers en raadgevers trouw aan haar persoon te prefereren boven bekwaamheid en deskundigheid. De veteranen van haar partij LND die jarenlang onder erbarmelijke omstandigheden gevangen zaten, hebben de veranderingen in de maatschappij niet meegemaakt en zijn kennelijk niet in staat zich aan een naar deze maatschappij open politiek aan te passen. De jonge actieve leden die gekozen werden als parlementariër in het enthousiasme van de verkiezingen in 2015, zijn teleurgesteld door de onmogelijkheid om zaken te veranderen en een aantal van hen heeft al laten weten zich bij de volgende verkiezingen niet herkiesbaar te stellen.
Ook verontrustend is dat de LND niet in staat is om weerstand te bieden tegen aanvallen op de persvrijheid: een van de grote verworvenheden van de overgang naar de democratie. Win Myint, een oud politieke gevangene en een vriend van Aung San Suu Kyi , is net als hoofd van de Staat benoemd. Hij schijnt strijdbaarder en gemotiveerder te zijn dan zijn voorganger. Dat mogen we inderdaad hopen voor Birma, dat opnieuw afglijdt naar een militaire dictatuur.