Migranten: een Europese politieke catastrofe

Civis Mundi Digitaal #61

door Jan de Boer

Niemand had de omvang van de emigratiecrisis waarmee Europa sinds 2014 geconfronteerd wordt, voorzien, maar de politieke onmacht voor het vinden van een oplossing op de top van de Europese Unie was te voorspellen. De bijeenkomst van de ministers van binnenlandse zaken van de 28 lidstaten op dinsdag 5 juni jl. in Luxemburg bevestigde hetgeen iedereen vreesde: Europa is niet in staat om een gezamenlijke oplossing te vinden voor dit grote probleem dat het Europese politieke landschap van onze democratieën steeds verder bepaalt en verwoest.

Dezer dagen is ook het kleine Slovenië ten prooi gevallen aan een anti-migrantenpartij die deel uit gaat maken van de volgende regering in Ljubljana, daarbij van harte gesteund en aangemoedigd door de autocratische premier Victor Orban van Hongarije die het met de democratie niet zo nauw neemt.

 

Er is nu sprake van een dubbele kloof in de Europese Unie. Een eerste diepe kloof tussen de westelijke landen en die van centraal Europa, die als leden van de Europese Unie nog niet zo lang het vrije verkeer van personen moeten onderschrijven maar zich fel verzetten tegen het Brusselse besluit een zeker quotum migranten op te moeten nemen. En een tweede diepe kloof veroorzaakt door een totaal gebrek aan solidariteit tussen de noordelijke en zuidelijke lidstaten aan de Middellandse Zee waar de overgrote meerderheid van de migranten arriveren die vervolgens verder willen reizen naar de noordelijke landen die hun eindbestemming niet wensen te zijn. Beide diepe kloven worden steeds gecompliceerder door de progressie van populistische bewegingen - voor een deel bevorderd door de polemieken over de immigratie - binnen de Europese Unie. Deze partijen zijn nu in verschillende landen in Centraal-Europa aan de macht en nemen deel aan regeringscoalities in Oostenrijk, Slovenië en België. Maar het is vooral de overwinning van de 5-sterrenbeweging in maart dit jaar in Italië en de vorming van en regering met de extreem-rechtse Lega Nord die dit debat versnelt. Met de benoeming van de leider van de Lega Nord, Matteo Salvini, als minister van binnenlandse zaken, is de botsing onvermijdelijk geworden. Gedurende de verkiezingscampagne heeft hij de uitzetting van een half miljoen migranten beloofd. Het probleem, dat Salvini in zijn cynisme ogenschijnlijk negeert, is dat op dit moment de organisatie van een terugkeer van de clandestiene migranten naar hun land van herkomst in feite onmogelijk is. De overgrote meerderheid van de uitgeprocedeerde asielaanvragers blijft zo in de realiteit onder uiterst zorgelijke omstandigheden in Europa. Brussel en het roulerend voorzitterschap van de Europese Unie - nu in handen van Bulgarije - proberen een compromis te sluiten over een hervorming van het Besluit van Dublin, dat wil dat de asielaanvragen behandeld worden in het eerste land van aankomst. De verharding van de standpunten in Rome maakt dat dit compromis er nooit komt. Het is duidelijk dat op dit moment de leiders van de Europese staten samen met de regering van de Europese Unie er opnieuw niet in slagen om een akkoord betreffende het vraagstuk van de migranten op de topconferentie van 29 en 29 juni te sluiten.

Deze herhaalde mislukkingen zijn catastrofaal voor Europa, dat ook op andere fronten: milieuvraagstukken, geopolitiek, etc. faalt om een eenheid te zijn en die uit te dragen. Twee prioriteiten staan vast: het bieden van asiel aan hen die dat nodig hebben en het ontmoedigen van migranten die hun leven riskeren om Europa binnen te komen. Volgens een recent rapport van de Europese denktank " European Stability Initiative " hebben vier landen: Duitsland, Frankrijk, Italië en Griekenland, gezamenlijk in 2017 bijna driekwart van alle asielaanvragen in Europater op hun bord gekregen, dat wil zeggen een 510.000 verzoekschriften. Deze vier landen hebben dus als eersten een belang om het asielrecht te hervormen en te harmoniseren en vervolgens te onderhandelen over de akkoorden van het weer toelaten met de landen van herkomst, in het bijzonder met de Afrikaanse landen waarvan de ingezetenen niet op de vluchtelingenstatus aanspraak kunnen maken. Misschien is deze aanpak heel wat productiever dan de plechtige bijeenkomsten van de 27 lidstaten van de Europese Unie die op voorhand mislukken.