Civis Mundi Digitaal #66
Bespreking van: Han van der Horst, Nepnieuws. Een wereld van desinformatie. Uitgeverij Scriptum, 2018; en Susan Neiman, Verzet en rede in tijden van nepnieuws. Uitgeverij Lemniscaat, 2017.
Dat de president van het machtigste land van de westerse wereld veelvuldig en aantoonbaar liegt en de pers uitmaakt voor de vijand van de mensen, hadden we ons een paar jaar geleden niet kunnen voorstellen. Op de sociale media bestaan er kennelijk trolls en ’botfarms’ die semiautomatisch berichten verspreiden om de publieke opinie te beinvloeden. Over de hele linie is het vertrouwen in politici, maar ook in wetenschap, experts en journalisten afgenomen. Ieders mening lijkt evenveel waard te zijn. Het verschijnsel nepnieuws doet velen meewarig het hoofd schudden, terwijl sommigen zich afvragen of de democratie niet onder druk staat. Is het iets nieuws, iets van deze tijd? Neemt het verzet tegen nepnieuws inderdaad toe, zoals Susan Neiman meent? Hoog tijd om het verschijnsel eens nader te bekijken en zo mogelijk te verklaren.
Geschiedenis van nepnieuws
De historicus en schrijver Han van der Horst is de geschiedenis van de desinformatie ingedoken en leidt ons in zijn boek Nepnieuws langs een lange serie historische voorbeelden waar informatie met opzet werd gemanipuleerd. Van de oudste geschreven bronnen in de geschiedenis tot de meest recente ontwikkelingen op internet beschrijft hij situaties waar informatie werd ingezet, verzonnen, vervormd, verzwegen of selectief gebruikt om een bepaald doel te bereiken. Als we het begrip zo breed nemen, blijkt ’desinformatie’ altijd een rol te hebben gespeeld. We zijn sociale wezens, we moeten samenwerken, informatie is altijd een factor van belang voor degenen die invloed en macht hebben of willen hebben. De voorbeelden waar desinformatie daarvoor werd ingezet zijn legio.
Heel oude voorbeelden
Een van de oudste voorbeelden van het verdraaien van de geschiedenis gaat over Ramses II, een Egyptische farao die rond 1200 v C leefde. Hij liet op een monument beitelen dat hij een grandioze overwinning had behaald op de Hittieten. Eeuwenlang zijn egyptologen in dit verhaal meegegaan. Toen echter Hittietische bronnen werden ontcijferd, bleek de gebeurtenis daar heel anders beschreven te zijn. Het einde van deze slag was eerder een ’staakt het vuren’ geweest.
Van der Horst duikt vrij uitgebreid in de Romeinse geschiedenis. Hij verhaalt over Julius Ceasar, die ´heet van de naald´ in opeenvolgende afleveringen zijn veroveringen in Gallie beschreef. Thuis werd het manuscript gedicteerd aan slaven die konden schrijven, zodat er meer boekrollen beschikbaar kwamen, een luxe product dat de rijken zich graag aanschaften. Ook werden voorleesbijeenkomsten georganiseerd. Uiteraard werd in deze beschrijvingen een beeld geschetst van een rechtvaardige heerser en een briljante strateeg die voor zijn manschappen door het vuur ging. De Galliers worden niet erg positief afgeschilderd. Deze voorstelling van zaken is, zo weten we nu, niet bepaald een zo objectief mogelijke beschrijving. Het diende vooral ook een binnenlands politiek doel om zijn positie te versterken. Overigens beschrijft Ceasar de Germanen als een woest volk, eigenlijk te primitief om te veroveren. Dat beeld van onze voorouders in deze streken als primtieve, wilde maar wel moedige strijders is eigenlijk nog steeds blijven hangen en dat stamt uit de impact die deze teksten hadden.
Nepnieuws rond religie
Een serie anecdotes gaan over de kerk en geloofskwesties. Een treffend verhaal: Paus Urbanus had op het concilie van 1095 geestelijken maar ook edelen en vorsten toegesproken. Zoals gewoonlijk had hij tegen de moslims gefulmineerd. Deze keer had hij echter een politiek doel, want de keizer van het Oost Romeinse (Byantijnse) Rijk had hem gevraagd om hulp. Daarnaast was de al honderden jaren bestaande situatie dat Jeruzalem in handen was van moslims hem een doorn in het oog. Hij riep de edelen op hun onderlinge, onrechtvaardige strijd te staken. Een veel beter doel was Jeruzalem te heroveren. ’Daarna gebruikte hij een tactiek die in de twintisste eeuw door de propagandisten van de totalitaire regimes, met name door Joseph Goebbels zou worden geperfectioneerd. Hij schetste een vijand die niet bestond maar waar iedereen zich gemakkelijk een voorstelling van kon maken. In de twintigste eeuw zouden dat de joden zijn of de kapitalisten. In de middeleeuwen had men andere aartsvijanden.’
Deze preek had enorme gevolgen. Via horen zeggen verspreidde het gerucht zich tot in kleinste dorpen in Noord Europa. Naast de officiele kruistocht ontstond een volksbeweging. Een boerenmassa trok rovend en plunderend door Europa, richtten terloops een slachting aan onder de joden in een aantal Duitse steden en dolven het onderspit in een confrontatie net voorbij de Bosporus met een Turks volk. De officiele kruistocht onder leiding van de edelen verging het anders. Zij hebben inderdaad Jeruzalem veroverd, ten koste van veel slachtoffers. De eerste kruistocht is een voorbeeld van de macht die het woord kan hebben: een strategisch geuit gruwelverhaal over heidenen die de christelijke pelgrims opensneden, een leuze: ’God wil het’, in combinatie met een ’logo’: het kruis dat op kleding werd genaaid.
Van der Horst geeft meer anecdotes over joden-, ketter- en heksenvervolgingen, die allen begonnen met wat we nu als onzinnige geruchten zien. Hij waarschuwt dat we niet moeten denken dat wij in onze moderne tijd gevrijwaard zijn van het gebruik noch van de werking van kwaadaardige geruchten. Wij hebben moderne equivalenten van de antichrist en ook in onze tijd zijn er verre vijanden, leugens en verdraaiingen: ’Ook in onze seculiere tijd blijkt de wereld in de ogen van velen betoverd, opgezweept als ze zijn door nepnieuws over de omsingeling waarin het kwaad hun aangeharkte lichte wereld lijkt te houden.’ (p 82)
Nepnieuws in oorlogen
Tijdens oorlogen lijkt het gebruikt van nepnieuws volledig geaccepteerd om het moreel van de vijand te ondergraven. Dat nepnieuws is ingezet om oorlogen te starten door de tegenstander als agressor te bestempelen en zo draagvlak te creeren kennen we zelf uit de recente geschiedenis. Iedereen herinnert zich wel het Tonkin incident waarmee de Vietnamoorlog begon of de verdenking van vermeende atroombommen die aan de inval van de VS in Irak in 2003 vooraf ging.
We horen uitgebreid over de Tweede Wereldoorlog en hoe van beide kanten gebruik werd gemaakt van een verscheidenheid aan soorten nepnieuws en propaganda. Toespraken, pamfletten, kranten en radiouitzendingen passeren de revue. We horen waarom Goebbels’s reputatie er terecht een is van een ’meestermanipulator van de publieke opinie’. Aan beide kanten werden speciale radioprogramma’s gemaakt gericht op de troepen van de vijand in hun eigen taal. Deze wederzijdse beinvloeding werd voortgezet in de periode van de Koude Oorlog.
Kranten
Interessant is het hoofdstuk waarin van der Horst de geschiedenis van de gedrukte pers beschrijft. Het laat zien dat er bij de bevolking, in eerste instantie bij de kooplieden wel degelijk een behoefte was om te weten wat er nu echt was gebeurd. In Nederland verschenen de eerste kranten in 1618, wekelijks één bladzijde met korte berichten over recente gebeurtenissen in het buitenland. Maar al gauw breidde de omvang zich uit. Deze eerste kranten lieten zich erop voorstaan dat ze betrouwbare informatie boden. Hun hoge kwaliteit was hun handelsmerk. In deze kranten in de diverse Europese landen en in de VS werden de fundamenten van goede journalistiek ontwikkeld, zoals het toepassen van hoor en wederhoor, de eis dat nieuws van twee onafhankelijke bronnen moet komen. Bronnen worden beschermd, zodat ze niet lijden onder hun openheid. Zo probeerde men de verslaglegging zo zorgvuldig mogelijk te laten zijn. Wel kregen deze kwaliteitskranten de reputatie steunpilaren te zijn van de gevestigde orde. Dat klopt wel volgens modern onderzoek, zegt van der Horst. De objectiviteit van de legendarische dagbladen was vaak toch beperkt. De vooroordelen en niet ter discussie staande waarheden van de eigen tijd blijken moeilijk te vermijden. De intentie was echter wel om het verstand aan te spreken in plaats van de emoties. Later ontstonden de sensatiebladen die de emoties van de mensen bespeelden. De krantenimperia die toen ontstonden sproten voort uit de persoonlijke en zakelijke ambities van ondernemers.
Het internet
In een van de laatste hoofdstukken is getiteld ’de kakofonie van het internet’. Eerder in de geschiedenis was het zenden van informatie voorbehouden aan de happy few en het ontvangen voor de massa’s. Zo was het verspreiden van nepnieuws vooral iets waar machthebbers zich mee bezig hielden. Sinds er zo veel informatie beschikbaar is en iedereen zelf berichten op het internet kan zetten is dit structureel veranderd. Toch is dit maar een kort hoofdstuk. Van der Horst ziet geen reden om het verschijnsel nepnieuws in het licht van de nieuwe technologische mogelijkheden heel anders te bezien. Het heeft waarschijnlijk wel geleid tot het laatste hoofdstuk waarin hij de principes om zelf nepnieuws maken uiteenzet. Impliciet is er de boodschap dat we nepnieuws het beste kunnen begrijpen en er ons het beste tegen kunnen wapenen door te weten hoe dat zelf te maken.
Zelf nepnieuws maken
De eerste raad is om je goed voor te bereiden. Bepaal eerst je doel en maak dat expliciet. Denk goed door en probeer een strategie te bepalen. Welk type actie zal het beste resultaat hebben? Leer je doelgroep goed kennen, ontdek niet alleen hun vooronderstellingen, maar ook die van jezelf. Creeer één hoofdvijand, andere groepen kunnen bondgenoten van deze vijand zijn. Houd het wel vaag wie precies tot deze vijandige groepen gerekend moeten worden. In onze tijd doen bijvoorbeeld neoliberalen, gutmenschen of cultuurmarxisten het goed. Verspreid geruchten en gebruik suggesties. Maar wees realistisch in je doelstellingen, soms is verwarring zaaien het best bereikbare doel. Talent speelt een rol, en oefening...
Gezond verstand
Na alle voorbeelden in de vorige hoofsstukken zijn er toch veel vragen gerezen die om een verklaring vragen, waarin van der Horst echter niet voorziet. Alleen terloops in een enkele alinea maakt hij overigens zinnige opmerkingen die een verklaring geven van de beschreven verschijnselen. In het nawoord spreekt hij zijn vertrouwen uit in het gezonde verstand. Mensen laten zich heus niet zo gemakkelijk bedotten, stelt hij. In plaats van extra regelgeving kunnen we beter lesstof ontwikkelen voor het onderwijs om kinderen mee te geven zich altijd af te vragen van wie het bericht komt en wat voor belang diegene had het bericht zo te formuleren. Besef dat altijd geprobeerd wordt dingen in het eigen voordeel om te buigen. Vaak wordt je ego gestreeld om je ontvankelijk te maken voor desinformatie. Let dus goed op, blijf onderzoekend en altijd argwanend of tenminste kritisch. En ken uzelf, voeg ik daar nog aan toe..
Een ruim perspectief
De verschillende voorbeelden, die van der Horst geeft komen uit alle richtingen, waardengemeenschappen, ideologische en politieke overtuigingen. Geen enkele groep lijkt aan het gebruik van nepnieuws te ontkomen. Het geeft de indruk dat van der Horst niet vooringenomen is. Hij accepteert het manipuleren van informatie als een fact of life. Het hoort bij de menselijke natuur om informatie ten behoeve van het eigen ’verhaal’ te manipuleren.
Hoewel het soms lijkt dat van der Horst chronologisch te werk gaat, is dat alleen zo binnen de thematisch geordende hoofstukken. Vrij uitgebreid beschrijft hij de historische context rond de anecdotes. Dat doet hij op een zeer plezierig leesbare manier, maar daardoor is de anayse van soorten nepnieuws weinig in het oog springend. Zo is propaganda nauwelijks te onderscheiden van psychologische oorlogsvoering, of van misleiding als machtsmiddel. In analyse en verklaringen ligt niet de kracht van het boek. Wel verruimt het je perspectief, het benadrukt het feit dat in de menselijke geschiedenis macht een heel grote rol speelt en dat het manipuleren van informatie daar steeds een onderdeel van is.
Het maakte ook dat ik wat ontnuchterd raakte. Het boek dwong me enigszins afscheid te nemen van een positief gevoel over onze westerse cultuur waarvan ik toch, dankzij de moderniteit, meende dat het streven naar waarheid veel algemener is dan het lijkt te zijn. Ook aan ’onze’ kant wordt er immers enorm gemanipuleerd ten behoeve van het eigen voordeel.
Meer verklaring
Voor meer aandacht voor de recente ontwikkelingen rond nepnieuws en meer analyse kan met zich beter wenden tot het kleine boekje Verzet en rede in tijden van nepnieuws. Het beslaat slechts 76 bladzijden en is eerder een essay dan een boek. Wie op zoek is naar verklaringen komt bij de Amerikaans-Duits-Joodse filosofe en cultuurcriticus Susan Neiman beter aan zijn trekken. Het essay is geschreven kort na het referendum over Brexit en de verkiezing van Trump. Haar intentie is om suggesties te doen waar het verzet tegen het verlies van waarheid dat zij meent te ontwaren wat aan heeft.
Ook bij haar wordt ongeveer de helft van de tekst ingenomen door voorbeelden, van de beschuldiging dat Hillary Clinton in een pizzeria een pedofielen netwerk runde, tot de aanleiding om Irak binnen te vallen, omdat Saddam Hussein massavernietigingswapens zou hebben, tot evaluatie van het presidentschap van Ronald Reagan, waar ze weinig goede woorden voor over heeft.
Metafysica van nepnieuws
De ervaring vaak voorgelogen te zijn is volgens Neiman niet voldoende om niet meer op het concept waarheid te vertrouwen. Op dit moment zien we dat wel gebeuren. Om het begrip waarheid te verlaten heb je volgens haar theoretische ondersteuning nodig. Deze is in deze tijd geconstrueerd uit een samenraapsel van postmoderne filosofie, evolutionaire psychologie en neoliberale economie.
Deze stromingen zijn niet noodzakelijkerwijs verenigd in eenzelfde politieke beweging, wel delen ze een metafysica waarin achterdocht centraal is. Het neoliberalisme is de ideologie die zich niet als ideologie voordoet en stelt: er is geen alternatief. Kwalijk aan het neoliberalisme is dat de enige echte waarden waardoor het geleid wordt marktwaarden zijn. Vrije markten zouden de oplossing zijn voor alles.Concurrentie is daarin fundamenteel. Aan rechterzijde echter leidt de kritiek op globalisering - een gevolg van het neoliberale economische systeem- tot sterk nationalisme.
Het postmodernisme heeft decennia als het ware liggen rijpen in filosofische discussies op universiteiten en in de kunsten. Nu is het een deel geworden van de publieke opinie. Het gaat wel om een wat platte vorm van postmodernisme: "iedere aanspraak op waarheid of waarde kan worden gedeconstrueerd als een poging om een aanspraak op macht te verhullen" (Foucault). Het postmodernisme was nooit bedoeld als een recept voor politiek handelen. Maar nu stellen Breitbart en de zijnen expliciet: ’Als niets waar is en alles slechts als een verhaal wordt opgevat, dan hoef je alleen maar een nieuw dominant verhaal te creeeren om de huidige politieke orde te ondermijnen.’
De evolutionaire psychologie tenslotte stelt dat de meest fundamentele drijfveer is om zichzelf te kopieren, door zoveel mogelijk exemplaren van onszelf voort te brengen, dus om machtig en dominant te zijn. De metafysica van achterdocht die ze delen stelt dat achter iedere aanspraak op waarheid gaat een verborgen aanspraak op macht schuilgaat, ieder ideaal een vorm van eigenbelang verhult. ’De maat van alle dingen is slechts: hebben mijn stam en ik er baat bij’. Het is een teruggaan naar tribaal denken. Neiman stelt dat het enige alternatief hiervoor universalisme is: principes, idealen, waarden. De huidige nationale en etnische identiteitsbewegingen staan op gespannen voet hiermee. Als alleen argumenten gebaseerd op belangen van specifieke groepen een solide grondslag lijken te zijn in plaats van de universele waarden, komen we immers uit bij tribalisme. Dat leidt tot beperkte en benauwde visies
Herijken van de rede
Het laatste hoofdstuk vind ik het meest interessant in dit essay. Daar houdt Neiman een pleidooi voor het herijken van de rede. Het oorspronkelijke idee van de rede van de Verlichtingsfilosofen was niet de instrumentele rationaliteit van een homo economicus. In deze tijd is rede daartoe vaak versmald. ’Voor Verlichtingsdenkers is de rede het vermogen gebruik te maken van universele waarden, vooral waarheid en rechtvaardigheid, als orientatiepunten voor het denken.’ (blz 65)
Deze waarden zijn universeel en niet eurocentrisch, noch in strijd met de natuur, zoals de romantische critici stelden. Want wat is natuur? Hoe vaak zijn slavernij, racisme en seksisme niet als natuurlijk bestempeld? ’De rede is niet in strijd met de natuur, maar wel met elke autoriteit die haar macht verdedigt door het nadenken voor te behouden aan een kleine elite’.
Ze wijst erop dat eerder idealen en ideeen de wereld hebben veranderd: slavernij is afgeschaft, de vrouwenemancipatie en meer gelijkheid voor de LGTB gemeenschap. Ze wijst Europa op de oude idealen van de Verlichting, waarbij de rede een grotere reikwijdte had en morele vooruitgang beoogde. De rede de plaats geven die haar toekomt betekent:´te weerleggen dat de aanspraken van de ervaring het laatste woord hebben´(p 66). Ze gaat nog een stap verder ´om ons ertoe te brengen dat we onze ervaringshorizon verruimen door de idealen te bieden waaraan de ervaring zich zou moeten houden.’ (p 68)
Neiman hoopt dat het presidentschap van Trump en de toename van nepnieuws een tegenreactie te weeg brengen en dat de mensen tot verzet over zullen gaan. Ze hoopt dat Europa zich verbindt met haar oude idealen. Maar dat zal alleen werken als de Europese burgers eisen dat Europa er trouw aan blijft.
Vernauwde tijdgeest
Hoewel die conclusies van Susan Neiman mij zeer sympathiek zijn, vraag ik me af of de Europese burgers die eis wel zullen stellen.
Het lijkt soms alsof de tijdgeest mondiaal een periode van een vernauwing van gevoelens doormaakt. In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw was de tijdgeest anders gekleurd. Toen leken de protestbewegingen die het meest zichtbaar waren, gericht op een verruimen en emanciperen. Wellicht geldt nu dat door angst voor te veel en te snelle veranderingen mensen houvast en zekerheid zoeken. Er is de neiging om terug te gaan naar waarden en ideeen uit een verzonnen verleden. Het verlies aan een gedeelde waarheid komt daar nog eens bovenop.
Dit biedt niet veel hoop voor het vertrouwen in het gezonde verstand dat van der Horst benadrukt. Toch zie ik dat bij veel mensen wel functioneren. Er zijn in mijn waarneming ruimschoots mensen van goede wil, voor wie een of andere vorm van ’goedheid’ een belangrijk uitgangspunt is. Hoeveel mensen erkennen in principe niet dat rechtvaardigheid en eerlijkheid de grondslag van het samenleven zou moeten zijn?
Veel wat in tegenspraak is met gezonde verstand is gestold in sociale en economische structuren waar de individuen aan onderworpen zijn. Daarnaast nemen we veel als vanzelfsprekend aan en bekijken we dat niet meer kritisch. Dit geldt ook voor de universele waarden van de rede, waar Neiman voor pleit.
Natuurlijk, eigenbelang is er ook. Maar het is volgens mij voor mensen heel goed mogelijk om kleinere en grotere perspectieven af te wegen, en om de specifieke belangen en waarden van jezelf en je eigen kring met meer universele waarden in overeenstemming te brengen. Natuurlijk zal dat niet altijd meteen lukken, conflicten zijn waarschijnlijk niet uit te bannen. Democratie is een systeem dat bedoeld is om dit afwegen en afstemmen te helpen en mogelijk maken. Maar wat als we steeds op het spoor gezet worden van egocentrisme? Van consumeren en meer materiele welvaart als de oplossing voor alles?
Degenen die oprecht de publieke zaak dienen, politici, journalisten, zouden hun invloed aan kunnen wenden om die afwegingen van eigenbelang en het algemeen belang te verduidelijken en mensen daarin mee te nemen. Uit veel vanal de historische voorbeelden die van der Horst presenteert, gaat het bij nepnieuws om de belangen van de machthebbers. Daar zouden we lering uit kunnen trekken. Het gaat dan om principes van het organiseren van tegenspraak tegen je eigen overtuigingen, en je omringen met andersdenkenden. Ook op individueel vlak zou het een houding kunnen zijn die we kunnen cultiveren. Het lijken me zaken die essentieel zijn voor het democratische proces, dat wellicht bedreigd wordt door nepnieuws.