President Macron en zijn autoriteitscrisis

Civis Mundi Digitaal #69

door Jan de Boer

Het gaat niet goed aan de top van de Franse staat. De minister van binnenlandse zaken Gérard Colomb had te kennen gegeven in 2020 weer kandidaat te zijn voor het burgemeesterschap in zijn stad Lyon en derhalve na de Europese verkiezingen in mei 2019 de regering de willen verlaten. Een verstandig besluit want de voorbereidingen voor het heroveren van zijn stad Lyon en tegelijkertijd de zware post van minister van binnenlandse zaken goed te vervullen, is te veel van het goede. Maar president Macron weigerde het ontslag van Colomb: een van zijn eerste strijdmakkers afkomstig uit de Parti Socialiste die overigens steeds vaker openlijk zijn president bekritiseerde vanwege zijn autoritaire houding met als gevolg daarvan zijn toenemend isolement. De verhouding tussen Macron en Colomb verslechterde met name door de affaire Benalla, de bevriende lijfwacht van Macron die met ongehoord geweld buiten zijn boekje ging. Een affaire die door de president volkomen verkeerd behandeld werd ook ten opzichte van de functie van de minister van binnenlandse zaken waardoor zijn presidentiële autoriteit verzwakte. Nu weer een volkomen verkeerde inschatting van Macron: de oppositie in het parlement riep Colomb op om nu af te treden wat deze ook deed tegen de wil in van de president: een soort majesteitschennis. Een nog nooit in de 50-jarige Vijfde Republiek vertoonde confrontatie met in ieder geval twee slachtoffers: Macron die steeds verder van de Olympus afdondert en ook de eerste minister van de regering Edouard Philippe die hier in de ogen van de gedeputeerden voor een domkop, een zacht ei, doorgaat, want volgens artikel 8 van de grondwet worden ministers benoemd en ontslagen door de president op voorstel van de eerste minister. Macron heeft hem doodeenvoudig genegeerd en gepasseerd, hem voor het blok gezet, wat de verhouding tussen Macron en Philippe verder op scherp zet.

Binnen 16 maanden heeft Macron drie belangrijke ministers verloren: de politicus van de centrumpartij Modem François Bayrou, vervolgens Nicolas Hulot uit de wereld van de ecologie die het onmogelijke van zijn ministerschap onder Macron inzag, en nu als derde Gérard Colomb uit socialistische kringen. Alle drie lieten zich verleiden en overhalen om het "macronisme" te omhelzen door de persoonlijkheid van de beweging "En Marche !" en zijn project: de belofte van een "nieuwe wereld". Alle drie zijn daar snel van teruggekomen, geloofden niet langer in het door Macron uitgedragen project, zagen geen resultaten.

De vervanging van Colomb geeft duidelijk hoofdbrekens, de eerste minister Philippe verzorgt het interim. Ook hier is sprake van een presidentiële zwakheid. Hij dankte alle ervaren politici af om een équipe van nieuwelingen en technici te vormen en nu heeft hij grote moeite om een zwaargewicht te vinden voor éen van de sleutelposten van de Republiek. Ook binnen zijn formatie "En Marche!" rommelt het: men acht zich niet gehoord door de president die zijn formatie vooral ziet als een supportersclub die hem blindelings moet volgen. Voeg daarbij zijn vaak provocerend en arrogant optreden onder meer naar werklozen ("steek de straat over en je hebt werk") en tijdens zijn recent bezoek aan de Caraïben een tegengestelde houding: kameraadschappelijke selfies met een half ontblote, net uit de gevangenis ontslagen inbreker met de woorden: "je moet zulke domme dingen niet weer doen". Zijn communicatie getuigt voortdurend van een onvoldoende balans tussen te weinig en te veel empathie.

Het een en ander heeft geleid tot een geweldige val van de populariteit van Macron, die nu als president van alle voorgaande presidenten in de 50-jarige Republiek als laagste geklasseerd staat.

Was het begin van het tweede jaar van Macrons presidentschap ronduit rumoerig, er is nu sprake van chaos door de door hemzelf veroorzaakte autoriteitscrisis.