Civis Mundi Digitaal #70
De eenheid van Europa is geen uitgemaakte zaak en is altijd bestreden. Maar ter wille van de toekomst moet de eenheid van Europa met haar verscheidenheid aan culturen voor de Europeanen het uiteindelijke doel zijn. Belangrijk is daartoe het vrije verkeer, de mobiliteit. In het dagelijks leven is er al vaak sprake van eenheid: voeding, studentenuitwisseling via Erasmus, muziek… Het probleem is dat er een voortdurende confrontatie is tussen deze algemeenheid en verdeeldheid. De geschiedenis laat zien dat ondanks de inzet om tot eenheid te komen er ook steeds weer een terugval in nationalisme is die overwonnen moet worden, omdat deze terugval uiteindelijk altijd voor Europa catastrofaal uitvalt zoals de godsdienstoorlogen, de dertigjarige oorlog en de beide wereldoorlogen aantonen. Een fragiele, onzekere eenheid met daarbinnen allerlei spanningen is nog altijd beter dan een terugval in nationalisme. Belangrijk daartoe is dat de Europeanen zich bewust worden van hun gezamenlijk immens erfgoed. De politiek zou veel meer aandacht moeten schenken aan deze identiteit zonder grenzen…
Ik wil een kanttekening maken bij twee onderwerpen die nu verdeeldheid in Europa en een terugval in nationalisme te weeg brengen: immigratie en Islam.
Er is altijd sprake geweest van een vrij verkeer van bevolkingen voordat men twee eeuwen geleden paspoorten, identiteitspapieren en gecontroleerde grenzen uitvond. Migratieproblemen zijn altijd verschillend benoemd afhankelijk van het moment waarop ze plaatsvonden in de geschiedenis en uiteindelijk waren ze veel minder belangrijk dan men om politieke redenen op dat moment deed voorkomen...Historisch gezien is Europa eeuwenlang een emigratiecontinent geweest: kruistochten, verovering van Amerika, kolonisatie.... Een deel van de Europeanen verliet massaal in de 19de en 20ste eeuw Europa, omdat ze er zich niet gelukkig voelde. Er waren hongersnoden, epidemieën, vorsten die hoge belastingen hieven voor het voeren van oorlogen, er was een gebrek aan vrijheid, in het bijzonder op religieus gebied, die niet aan minderheden toegekend werd. Vandaag de dag speelt het tegengestelde. De Europeanen zijn bang voor de komst van immigranten, omdat ze nu gelukkiger zijn dan vroeger en uit egoïsme geen zin hebben om wat met moeite verkregen is, te delen. En waar we vroeger veel binnen-Europese migratie kenden, is het nu een mondiaal fenomeen geworden. Terugval op nationalisme biedt geen oplossing. Er zijn daarvoor oorzaken aan te voeren: een deel van de Europeanen zijn - en lang niet altijd onterecht - bang voor en teleurgesteld door het proces van mondialisering. Daarom is het belangrijk zin te geven aan onze continentale geschiedenis. Daarnaast moeten wij ons rekenschap geven dat wij een schuld hebben te betalen: immigranten zijn vaak afkomstig uit gebieden die wij geëxploiteerd hebben en die zich daar nu ongelukkig voelen: geen toekomst, geen persoonlijke vrijheid: waarden van onze beschaving gefundeerd op vrijheid en tolerantie. Dat geeft ons een zekere verantwoordelijkheid. Overigens veroudert de Europese bevolking snel en is immigratie in economisch opzicht noodzakelijk.
Wij leven nu in deels ontkerstende samenlevingen. Vroeger waren de interne verschillen in het christendom een oorzaak van tweedracht in Europa, die geleid hebben tot langdurige en zeer gewelddadige oorlogen in de zestiende en zeventiende eeuw. Er was meer interne religieuze strijd dan tegen de islam, waaraan Europa in cultureel en wetenschappelijk opzicht veel meer te danken heeft dan veelal gedacht wordt.
De coalities in de eerste wereldoorlog in 1914 spraken van een mohammedaans imperium, dat van de Ottomanen. Wij moeten nu echt onze relaties met de islam anders definiëren. Als wij de vroegere termen blijven gebruiken, herkerstenen we de politiek en vergeten dat de Verlichting juist kerk en staat wilde scheiden om gedachtenuitwisseling en tolerantie mogelijk te maken. Herkerstenen van de oppositie tegen de islam riskeert het marginaliseren van Europa. Wij moeten ons niet in een achterhoedegevecht storten en beseffen dat zelfs de christengemeenschappen in Europa niet meer totaal Europees zijn. De meeste religieuze ordes vormen jongeren uit Azië, Amerika en Afrika. Dat geldt ook voor andere instituties in een Europa dat niet langer het centrum van de wereld is.
Het zal veel tijd kosten de Europeanen uit allerlei soorten achterhoedegevechten te halen. Er moet op grote schaal cultureel en intellectueel geïnvesteerd worden om de mensen weer te verbinden met de Europese identiteit en hun te laten begrijpen dat lokale en nationale identiteiten daardoor niet verdwijnen. Juist de verscheidenheid brengt net zoals in de natuur ook de noodzakelijke creativiteit in de Europese samenleving. Het probleem is dat de huidige politici alleen een horizon van twee, drie jaar kennen, terwijl dit een honderdjarig project is, waarbij waarde moet worden toegekend aan hetgeen de band tussen natie en identiteit die ons verstikt, overschrijdt.