Civis Mundi Digitaal #71
Acht procent van de Nederlanders kent iemand die slachtoffer was van seksuele uitbuiting, ruim een kwart maakt(e) zich zorgen over iemand in zijn of haar omgeving. Een groot deel geeft echter aan signalen van seksuele uitbuiting niet of nauwelijks te herkennen en het niet te melden als ze het wel herkennen. Dit blijkt uit de landelijke mensenhandelpeiling van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM). De peiling is onderdeel van de CKM-bewustwordingscampagne ‘Maak het Zichtbaar’ die onlangs van start is gegaan.
‘Deze eerste peiling geeft een belangrijk beeld van hoe we als samenleving staan tegenover, en omgaan met mensenhandel’, zegt Frank Noteboom, hoofd van het CKM. ‘Het legt kwetsbaarheden en mogelijkheden bloot om uitbuiting een halt toe te roepen’. Zo liggen er mogelijkheden bij de ouders. Bijna 1 op de 2 ouders kan zich voorstellen dat hun kinderen in handen zouden kunnen vallen van een loverboy. Ook wordt door de Nederlanders primair de verantwoordelijkheid voor het signaleren van seksuele uitbuiting gelegd bij de ouders. ‘Maar zet daar tegenover dat bijna de helft van de Nederlanders, waaronder veel ouders, geen signalen van seksuele uitbuiting kan opnoemen, dan begrijp je dat de situatie buitengewoon zorgelijk is’, aldus Noteboom. ‘Waar we onze pijlen steeds meer richten op scholen, politie en gemeenten voor bewustwording, moeten we onze pijlen ook specifiek richten op ouders, daar is veel winst te boeken.’
Daar komt bij dat 1 op de 4 Nederlanders het niet zou melden als ze het vermoeden hebben dat iemand slachtoffer is van seksuele uitbuiting. Opgegeven redenen? Angst voor de mensenhandelaar, twijfel of ze het wel bij het rechte eind hebben, maar ook dat ze niet altijd weten wáár ze kunnen melden. En als er gemeld wordt, dan blijkt dit te gebeuren bij een lappendeken aan organisaties. ‘Deze kennis noopt tot handelen’, vindt Noteboom. ‘We moeten deze punten zo snel als mogelijk ondervangen, anders blijven slachtoffers onnodig lang buiten beeld.’
Eigen schuld
Een ander opvallend punt uit het onderzoek: 1 op de 8 Nederlanders vindt dat slachtoffers van seksuele uitbuiting zelf schuld hebben. ‘Slachtoffers worden vaak naïef genoemd’, zegt Noteboom. ‘”Het is je eigen schuld”, zeggen mensen dan. “Had je maar niet met hem mee moeten gaan”. Of: “Je had toch nee kunnen zeggen?” Dat vind ik als mens niet alleen onverteerbaar, het brengt seksuele uitbuiting onterecht in de taboesfeer met verstrekkende gevolgen. Door middel van onze campagne Maak het Zichtbaar willen we de verbinding maken tussen slachtoffers en de rest van de samenleving. We willen het taboe doorbreken dat op dit onderwerp rust. Zodra er vanuit de samenleving meer begrip komt, zullen meer slachtoffers met hun verhaal naar buiten durven komen en hulp gaan zoeken. Nu gebeurt dat niet altijd vanwege de schaamte en de angst die er heerst. We moeten naar een andere manier van denken toe: slachtoffers hebben nooit schuld aan het feit dat ze zijn uitgebuit.’
Noteboom: ‘Deze eerste mensenhandelpeiling geeft ons prachtige aanknopingspunten in de strijd tegen mensenhandel. Vanaf nu willen we de mensenhandelpeiling ieder jaar uitvoeren, zodat we ervoor zorgen dat de maatregelen die we nemen in de aanpak mensenhandel aansluiten bij dat wat er in de samenleving speelt.’
Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel
Het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel staat voor een wereld waarin uitbuiting geen plaats heeft. Het CKM onderzoekt, lobbyt, houdt zich bezig met beleid en strategie en voert actie. Op de campagnesite www.maakhetzichtbaar.nl vertellen jonge slachtoffers van mensenhandel hun verhaal. De mensenhandelpeiling liet het CKM uitvoeren door onafhankelijk onderzoeksbureau Markteffect. Het CKM wordt onder andere gesteund door de Nationale Postcode Loterij.