Civis Mundi Digitaal #71
Stond de populariteit van Macron al op een heel laag pitje – hij is de minst populaire president na de tweede wereldoorlog – een gigantische protestactie tegen de sterk verhoogde benzine- en dieselprijzen voor auto’s op 18 november zal zijn populariteit nog verder doen dalen. Bijna 80 procent van de Fransen staat achter deze protestactie die het land die dag volledig lam kan leggen door het blokkeren van alle wegen. Wat na die dag gaat gebeuren, is nog niet te voorzien.
De brandstofprijzen voor auto’s zijn al in de afgelopen maanden flink verhoogd – de prijs voor diesel is met 23 % gestegen – en Macron heeft aangekondigd dat er een nieuwe prijsverhoging op 1 januari 2019 doorgevoerd gaat worden. Dit alles om de zeer trage energietransitie naar duurzame energie te versnellen. De Fransen zijn woedend en pikken dit niet. Dat valt ook te begrijpen.
Frankrijk is vergeleken met Nederland een groot land met een paar grote steden, verder wat middelgrote steden en heel veel dunbevolkt platteland waar geen openbaar vervoer is. De bevolking daar moet over een of meer auto’s beschikken om naar hun werk, vaak op tientallen kilometers afstand, te gaan. Een toch vrij plotselinge sterke verhoging van benzine en diesel is dan bij grotendeels minimumlonen een sterke aanslag op hun koopkracht en in een aantal gevallen ook haast niet op te brengen. Voorbeeldje: een wijkverpleegster, een liberaal beroep in Frankrijk, die hier in de Corbières ruim 40.000 km per jaar moet rijden om haar patiënten te bezoeken. Verhoging van brandstofprijzen - waar ik beslist een voorstander van ben - zonder een algemeen alternatief voor persoonlijk vervoer c.a. te bieden, is niet reëel. Daarbij komt dat in Frankrijk altijd dieselauto’s zijn gepropageerd en je kunt niet verwachten dat waar deze auto’s door Macron in de ban zijn gedaan, nu op het platteland ineens op grote schaal overgeschakeld wordt op veel duurdere elektrische auto’s waarvoor overigens ook elke infrastructuur ontbreekt. Daarbij komt ook nog eens dat op het platteland noodgedwongen veel huizen verwarmd worden met olie, tractoren ook olie gebruiken, etc. Het mag overigens duidelijk zijn dat elektrische auto’s minstens zo vervuilend zijn als auto’s op benzine en diesel gezien de zeldzame metalen die daarvoor nodig zijn. De vervuiling veroorzaakt door die winning die wij hier weigeren, komt voor rekening van vooral Afrikaanse, Aziatische en Zuid-Amerikaanse landen met daarvoor vooral grote Chinese investeringen.
Frankrijk heeft een gigantische staatsschuld aan met name buitenlandse schuldeisers die met een verdere verhoging van de rentevoet een blok aan het been voor verdere investeringen, etc. is. Dat houdt in dat Frankrijk verder moet bezuinigen met name in de overheidssfeer en een hiërarchisering van projecten/uitgaven zou moeten hebben. Tot dusverre is het altijd bij woorden gebleven, alles is even belangrijk: hogere uitgaven voor het onderwijs, extra miljarden voor het leger, etc. Dus moet er op allerlei manieren voor inkomsten gezorgd worden. Dat gebeurt door privatiseringen, maar ook deze verhoging van benzine - en dieselprijzen speelt daarbij ook een rol verborgen door de weinig transparante financiële staatshuishouding. De verhoging van de brandstofprijzen brengt 37 miljard euro op, waarvan slechts 7 miljard ter beschikking komt voor de energietransitie, 30 miljard wordt besteed aan andere uitgaven en het sluitend maken van de begroting, heeft de oppositie in het parlement berekend…
Daarbij komen ook nog andere problemen voor Macron die in zijn campagne veel beloften heeft gedaan wat koopkracht betreft. Door de afschaffing van de ISF: een solidariteitsheffing van personen met een groot patrimonium (dure huizen, c.a.) ten behoeve van mensen met een uiterst laag inkomen, zijn de rijken alleen maar rijker geworden mee ten koste van bejaarden met een karig pensioen: een groep Fransen die grotendeels op Macron gestemd hebben bij de presidentsverkiezingen…
Macron schijnt nu ik dit artikeltje schrijf de plattelanders met een paar steunmaatregelen tegemoet te willen komen zonder de verhoging van de brandstofprijzen voor auto’s ter discussie te stellen.
Of dat genoeg zal zijn om de grote onvrede te bestrijden en de protestmanifestatie op 17 november niet door te laten gaan, waag ik te betwijfelen.