De toekomst van het Trumpisme

Civis Mundi Digitaal #72

door Jan de Boer

Hoe je het keert of wendt, bij de Amerikaanse midterm-verkiezingen heeft het Trumpisme getoond dat het zich goed verankerd heeft in de Amerikaanse samenleving. De Republikein Donald Trump zal zich ongetwijfeld in 2020 weer kandidaat stellen voor het presidentschap van de Verenigde Staten, tenzij de Amerikaanse economie mee als gevolg van zijn beleid ineenstort, hetgeen ik niet onmogelijk acht.

Zoals gebruikelijk bij dit soort verkiezingen heeft de politieke partij van de Amerikaanse president een nederlaag geleden in het Huis van de Afgevaardigden waarin de Republikeinen nu hun meerderheid hebben verloren. De Democraten kunnen zich feliciteren want de verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden die elke twee jaar plaats vinden, zijn in feite de enige politieke test van nationale betekenis. Zelfs al is in de Verenigde Staten de politiek in eerste instantie een lokale aangelegenheid, Trump wilde deze verkiezingen gebruiken als een referendum voor zijn persoon. En dat referendum heeft hij verloren. Ondanks een ogenschijnlijke bloeiende economie, stond het Amerikaanse volk niet in gesloten rijen achter hem. Integendeel de kiezers zijn hem afgevallen, maar het misnoegen was verre van massaal.

De Democratische meerderheid in het Huis van Afgevaardigden is nu een tegenwicht tegen het Witte Huis die de president dwingt rekenschap te geven inzake heel wat onderwerpen: belastingen, de federale begroting, de enorme belangenverstrengeling die het presidentschap van Trump voortdurend toont.... De ietwat vergrote meerderheid van de Republikeinen in de Senaat doet daarentegen iedere mogelijkheid voor een afzettingsprocedure van Trump te niet.

 

Rest de realiteit van de binnenlandse politiek, die van het ingeburgerd zijn van het Trumpisme oftewel van de nieuwe republikeinse coalitie zoals deze beschreven is door de politicologen Sylvie Laurent, Célia Belin en Paul Zajac in het januari/februarinummer 2018 van het tijdschrift

’Le Débat’. Trump is er in geslaagd drie soorten kiezers aan zich te binden: de ’nativisten’ oftewel de ’identiteits-nationalisten’, de aanhangers van de evangelistische heilsleer, en de neo-liberalen.

Hij onderhoudt in het bijzonder de relaties met de eerstgenoemde groep: zijn harde kern van kiezers. Hij koestert de angsten, de verbitteringen, het racistisch wraak willen nemen door een categorie blanke mannen zonder diploma getraumatiseerd door de opkomst van etnische minderheden in de bevolking. Trump vertaalt dit blanke nationalisme in apocalyptische termen, beschrijft een Amerika dat overspoeld wordt door Latijns-Amerikaanse immigranten met zonder daarvoor enig bewijs te leveren een verwoestende golf van criminaliteit. Hij "verkoopt" zo een onmogelijke terugkeer naar een blank Amerika.

 

Dit is nieuw in de Republikeinse ideologie. Ronald Reagan (1980-1988) verkondigde in zijn Republikeinse boodschap het tegengestelde van dit historische pessimisme. Trump daarentegen hamert onafgebroken op de noodzaak de immigratie te bestrijden. Dat heeft groot succes ook omdat de Democraten drijvend op hun vredelievende multiculturele wolk kennelijk niet in staat zijn te zeggen dat immigratie naast duidelijke positieve effecten ook de nodige problemen veroorzaakt.

Trump heeft ook de nodige concessies gedaan aan de evangelisten die een goede 25 procent van het Republikeinse electoraat uitmaken zonder wie de ’Grand old Party’ nooit het Witte Huis kan veroveren: de verplaatsing van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem en de talrijke benoemingen van ultra-conservatieve rechters waarvan twee voor het Hoog Gerechtshof. Zij gaan het gezicht van Amerika totaal veranderen. En met uitzondering van de haast heilige begrotingsdiscipline past Trump overal de traditionele neoliberale bijbel van de Republikeinse Partij toe: deregulering van alles en nog wat en een enorme belastingverlaging voor de rijke ingezetenen.

 

Trump heeft de ’Grand Old Party’ verandert in een Trumpistische Partij omdat een groot deel van het Amerikaanse electoraat zich herkent in dit Amerika dat vreest voor zijn toekomst en in de angsten die hun kampioen Trump hun voorhoudt. De ’Grand Old Party’ is de partij van het onbehagen, de Democratische Partij die van het vertrouwen in de toekomst. Corine Lesnes, correspondente van het Franse dagblad ’le Monde’ voor de westkust van de Verenigde Staten citeert de historica Doris Kearns Goodwin: "Deze verkiezingen zijn een collectieve spiegel met als onderwerp het antwoord op de vraag ’Wie zijn wij als land?’ - evenzeer een referendum over ons als een referendum over Trump".