De Twaalf Artikelen van het Weten

Civis Mundi Digitaal #75

door Cor Schavemaker

 “Voor de aarde was de zaak eenvoudig genoeg. Die draaide maar om z’n as en vervolgde z’n baan om de zon en had er geen weet van. Maar de menschen erop tobden met moeite en zorg en veel verdriet door de dagen (…).”
                                                                          Uit de novelle De uitvreter van Necio (1882-1961). 

1.  De mens bevindt zich in het heelal. Het heelal is voor hem eindeloos in tijd en in ruimte.  
2.  De mens bewoont de  aarde.  De aarde is, vanuit de zon gerekend, de derde planeet in zijn zonnestelsel. 
3.  De aarde is tijdelijk. De aarde is kwetsbaar (overbevolking, nucleaire energie, meteorietinslagen, etc.).
4.  Op aarde is er leven,  vanuit een vooralsnog peilloos verleden geëvolueerd. [Charles Darwin] De mens maakt deel uit van dat leven. Het leven vraagt levensonderhoud. Dat gaat met hardheid en wreedheid gepaard.
5.   Op aarde is er bewustzijn;  bij de mens op bijzondere wijze en in bijzondere mate.
6.  Het bewustzijn van de mens is kwetsbaar (hersenbeschadiging), beïnvloedbaar (indoctrinatie, drugs), maakbaar (artificiële intelligentie). [Karl Marx]
7.  De mens leeft in een wereld van tegenstellingen (goed en kwaad, mooi en lelijk, waar en onwaar, vreugde en verdriet, links en rechts, dood en levend, etc. etc.). [Herakleitos]
8.  De mens leeft in een wereld van oorzaak en gevolg, en van doelgerichtheid. [Baruch de Spinoza]
9.  De mens ervaart - om zijn wonderbaarlijke en mysterie blijvende werkelijkheid te doorgronden - geen voorlichting van buiten zijn wereld. Hij is op zichzelf aangewezen. Hij heeft voor dit doorgronden zijn wijsbegeerte (filosofie). Voor het beoefenen van de wijsbegeerte is moed nodig. [Friedrich Nietzsche]
10. De mens zoekt naar de zin van het bestaan. De mens zoekt hulp en troost bij groot verdriet en bij grote rampen. De mens is daarbij geneigd in een bovenaards wezen (god) te geloven. Het gevaar van antropomorfisme (de voorstelling van god in menselijke vormen) is hier aanwezig. [Gilbert Ryle]
11. De mens ervaart eerbied, respect, voor met name zijn medemens. De Ander verplicht. Die dimensie van zijn bestaan heeft een religieus, ethisch karakter.  [Emmanuel Levinas]
12. De mens - gezegend met humor en  relativeringsvermogen, arbeidend, rustend, opvoedend, wetenschap en kunst en sport  beoefenend,  etc. etc. -  geniet van zijn leven in zijn wereld die onbarmhartig is. De mens kan zijn leven beëindigen, wanneer zijn leven te zwaar voor hem is. [Huib Drion]   CS (Zie dit Logboek de dato 6 december 2018.)