Civis Mundi Digitaal #75
In december 1978 besloten de Chinese leiders onder leiding van Deng Xiao-ping hun land naar de wereld open te zetten en de meeste regels van de markteconomie in te voeren. Veertig jaar later is het succes van deze werkelijk culturele revolutie van dien aard dat deze overal onrust te weeg brengt.
Veertig jaar geleden leefde de grote meerderheid van de Chinezen onder de armoedegrens op het platteland. Nu woont de meerderheid in steden en hebben enige honderdmiljoenen Chinezen een levenspeil dat niet onder doet aan dat van de westerse landen. China, kampioen van de mondialisering en lid van de Wereldhandelsorganisatie sinds 2001, is met de zegen van het westen de fabriek van de wereld geworden en vervolgens de belangrijkste wereldmarkt voor een groot aantal producten.
De Chinese leiders kunnen dus trots zijn op de door China afgelopen weg en het is te begrijpen dat op 18 december 2018 president XI Jinping een toch wat geflatteerd beeld schetste. Terwijl de andere grote communistische macht, de Sovjet-Unie ineenstortte en velen een westerse overwinning van het communisme door een ideologisch K.O. voorspelden, begon China zich te ontwikkelen. In tegenstelling tot hetgeen Westen dacht en in ieder geval hoopte, heeft China in zijn ontwikkeling zich niet gedemocratiseerd. In 2012 leek het of de corrupte en verdeelde machthebbers overvallen werden door een dank zij internet onstuimige burgerlijke samenleving. Op dat moment leek het communistische bewind in een te storten, maar in werkelijkheid gebeurde het tegenovergestelde onder het gezag van de nieuwe ’ roerganger ’ XI Jinping. Deze had de dubbele les van het maoïsme et het dodelijke risico van een mogelijk zich vrijmaken van het gezag duidelijk voor ogen: China moet op alle niveaus gecontroleerd worden door een met harde hand geleide Communistische Partij. "De grote vlag van het socialisme wappert voor altijd op Chinese grond" liet hij nogmaals op die achtste december weten.
Het Westen moet zich niet vergissen. Xi Jinping hoopt dat deze vlag ook buiten de huidige grenzen van China zal wapperen. De aan ontwikkeling gegeven prioriteit heeft als doel "de macht van China te vergroten", want "een groot land als China verdient ook grote ambities" verklaarde hij. In 2017 beloofde XI Jinping voor China "een nieuw tijdperk" en "nu zijn we daar aangekomen".
De uitdaging voor het westen is immens. Te geloven dat de democratie het ultieme stadium van een natuurlijke ontwikkeling is, is een vergissing geweest. Integendeel, Xi Jinping probeert zijn medeburgers van een tegenovergestelde logica te overtuigen: omdat China geen democratie is, heeft zij zich zo snel kunnen ontwikkelen en hun uit de armoede kunnen halen. En hij gebruikt niet zonder succes het zelfde argument bij contacten met landen in Azië, het Midden-Oosten, Afrika en zelfs Europa die hij lokt met zijn ’nieuwe zijderoutes’.
De geschiedenis is nog lang niet geschreven. China blijft een verdorven en corrupt land, waar de elite zo gauw zij kan geld en familie naar het buitenland sluist en waar de economische situatie zonder twijfel minder briljant is dan de officiële statistieken aangeven. China met haar autoritair regime en de orwelliaanse controle van haar bevolking - ’big brother is watching you’ - verontrust en bekoort evenveel landen. In een aantal landen straffen de kiezers de politieke leiders die zij beoordelen als te dicht bij Peking staan. De eerste minister van Maleisië, Mahathir Mohamad, waarschuwde tijdens zijn officieel bezoek aan Peking in augustus 2018 zijn gesprekpartners voor "een nieuwe vorm van kolonialisme die zich manifesteert omdat de arme landen niet in staat zijn te wedijveren met de rijke landen" En hij voegde daaraan toe: "Wij hebben daarom een rechtvaardige handel nodig". In zijn ogen moet de handel niet alleen "free" maar ook "fair" zijn: een nauwelijks bedekte kritiek op de ’nieuwe zijde-routes’ waar China voor miljarden in opkomende landen investeert met het reële gevaar dat deze landen hun staatsschuld tot excessieve hoogten zien stijgen en volledig afhankelijk worden van China. Daarnaast is er onder meer van Maleisië steeds meer kritiek op de geopolitiek van China: de militarisering van eilanden in de Zuid-Chinese Zee. Ook Oost-Europese landen binnen de Europese Unie zijn niet ongevoelig voor de ’manna’ die de nieuwe zijderoutes met zich brengen en steunen zo de Chinese geopolitiek in de Verenigde Naties.
Europa dat steeds afhankelijker wordt van China wat betreft onder meer grondstoffen, schijnt op dit moment niet in staat te zijn de consequenties te trekken uit deze versnelde opmars van deze nieuwe rivaal. En dat zou toch voor de toekomst van Europa een zeer hoge prioriteit moeten hebben.