Europese zorgen betreffende immigratie en emigratie

Civis Mundi Digitaal #82

door Jan de Boer

Migratie-vraagstukken hebben lange tijd bij de Europese bevolking de eerste plaats ingenomen bij verkiezingen. Volgens een brede enquête uitgevoerd door het Britse instituut ‘YouGov’ in opdracht van de denktank ‘European Council on Foreign Relations‘ (ECFR) ter gelegenheid van de komende Europese verkiezingen in mei zou dat nu niet meer het geval zijn. Natuurlijk blijft het migratie-vraagstuk bij de ondervraagde 45.000 personen in 14 Europese landen een belangrijke plaats innemen, maar het is niet de enige en vaak niet het belangrijkste vraagstuk dat de ondervraagden bezighoudt. Het wordt niet meer beschouwd als de grootste bedreiging voor Europa. Slechts 14 procent van de ondervraagden zet het nog op de eerste plaats.

In de landen betrokken bij dit onderzoek is het grootste gevaar dat Europa bedreigt het ‘radicale islamisme’: 22 procent van de ondervraagden wijst dit aan. Deze bezorgdheid, al is ze niet direct gelieerd aan migratie, geeft bepaalde islam-vijandige bewegingen de mogelijkheid voor het vervolgen van hun strategie beide verschijnselen met elkaar te verwarren. « Victor Orban, Matteo Salvini en Steve Bannon willen van de Europese verkiezingen een referendum tegen de immigratie maken. Maar daar zullen ze niet in slagen », laat Mark Leonard, directeur van de ECFR weten: « De campagne voor een Fort Europa heeft in tegenstelling tot 2015 geen kans meer » wil hij ook ons laten geloven. De komst van migranten is sinds vier jaar inderdaad flink gedaald onder meer door verschillende maatregelen genomen door Europese regeringen voor een betere controle van de buitengrenzen van het continent.

In het algemeen blijft de immigratie ook nu nog bij 23 procent van de ondervraagden één van de twee belangrijkste vraagstukken, nog net voor de werkloosheid. Andere problemen hebben vaak voorrang zoals de kosten van levensonderhoud in Frankrijk (36 procent), werkloosheid in Italië en gezondheidszorg in Polen en Hongarije. Migratie staat alleen bovenaan in de landen die vier jaar geleden in de eerste linie verkeerden bij de massale komst van asielzoekers uit oorlogsgebieden te beginnen uit Syrië: Duitsland, Zweden en Oostenrijk.

Daarentegen maken in veel Staten met name in centraal en ook Zuid-Europa de ondervraagden zich zorgen over emigratie van hun medeburgers. Deze mening leeft bijzonder sterk in Hongarije en Roemenië die in de laatste tien jaar hun inwoneraantal beduidend zagen dalen. Dezelfde zorgen leven bij de ondervraagden in Italië en Spanje. Nauwelijks dertig jaar na de val van het ‘IJzeren Gordijn’ is een belangrijk deel van de kiezers in de landen van centraal Europa – evenals in Griekenland- van oordeel dat hun regering een lang buitenlands verblijf van landgenoten zou moeten beperken of zelfs illegaal zou moeten verklaren.

Te midden van andere bedreigingen voor Europa, wordt door 11 procent van de ondervraagden de terugkeer van het nationalisme genoemd. Alleen de Hongaarse ondervraagden vinden immigratie de voornaamste bedreiging van Europa.

Toch moeten we al deze constateringen nuanceren. Allereerst omdat 72 procent van de ondervraagden van mening is, dat de Europeanen beter hun grenzen moeten verdedigen om illegale binnenkomst te verhinderen: een belofte min of meer in de programma’s van alle politieke partijen in de aanloop van hun verkiezingscampagne. Van de ondervraagden is 52 procent van mening dat Europa alleen vluchtelingen zou moeten opnemen met een betere verdeling over de landen. Een vorm van solidariteit waartoe de hoofdsteden van de Europese Unie niet in staat zijn en die duidelijk de kloof verdiept tussen West- en Oost- Europa. Een grote minderheid van het panel, 38 procent, vindt dat Europa alle vormen van migratie, legaal of niet, zou moeten tegengaan.