Civis Mundi Digitaal #83
Taiwan ook wel Formosa genoemd met de hoofdstad Taipei, een eiland 400 km lang en 100 km breed in de Grote Oceaan met 23 miljoen inwoners, is de enige liberale democratie in de Chinese wereld en wil dat ook blijven: onafhankelijke pers, vrije verkiezingen sinds 1996, rechtstaat sinds 1987, 40 procent vrouwen in de volksvertegenwoordiging, vrijheid van meningsuiting en een maximale religieuze tolerantie. Aan de andere kant van de Straat van Formosa op 200 km ligt het enorme China met 1 miljard 300 miljoen inwoners, de tweede economie op onze planeet met een steeds sterker wordende militaire strijdmacht. Recht tegenover Taiwan heeft China een indrukwekkende vloot opgesteld die zich oefent en voorbereidt om zich meester te maken van Taiwan.
Dit alles is de erfenis van de Chinese burgeroorlog: In 1949 trokken de nationalisten van Tchang Kaï -chek, verslagen door de communisten van Mao, zich terug op Taiwan en zijn er vervolgens gebleven. De Chinese president XI Jinping wordt ongeduldig. Hij stelt dat « de politieke verdeling tussen China en Taiwan niet van generatie op generatie overgedragen kan worden. Een hereniging is noodzakelijk, desnoods met geweld ». Daarom kwam het goed van pas, dat Taipei medio april dit jaar de veertigste verjaardag vierde van de ‘Taiwan Relations Act’ die in 1979 in Washington werd aangenomen en die in zekere zin een levensverzekering is: De Verenigde Staten hebben zich toen verbonden om de belangen van het eiland te verdedigen en dat op hetzelfde moment dat Amerika officieel een ambassade in het China van Deng Xiaoping, de opvolger van Mao, opende. Taiwan stelt zich met deze door de Verenigde Staten gegarandeerde ‘onafhankelijkheid ‘tevreden, maar zorgt er wel voordat deze onafhankelijkheid niet officieel wordt uitgeroepen. De twee grote politieke partijen die afwisselend aan de macht zijn, weten dat de inwoners van Taiwan zeer gehecht zijn aan de democratie.: 75 procent voor de status quo, 15 procent voor officiële onafhankelijkheid, 5 procent voor de hereniging met China.
Hoe dan ook en in welke vorm dan ook een confrontatie is onvermijdelijk. De democratie in Taiwan is op een punt gekomen dat er geen terugweg meer is en Peking zal nooit de hereniging opgeven. En Xi Jinping wil de man van de hereniging zijn en zo de geschiedenis in gaan. De internationale gemeenschap bevestigt dat er maar « één China bestaat (met » verschillende interpretaties « zegt Taipei) en Peking oordeelt dan ook dat Taiwan « een binnenlandse aangelegenheid « is. Xi Jinpin heeft de suggestie gedaan om Taiwan onder de soevereiniteit van Peking te brengen met de formule « één land, twee systemen ». Onacceptabel voor de twee grote politieke partijen op Taiwan want deze formule werd ook toegepast om de Engelse kroonkolonie Hongkong binnen China te loodsen en in de loop der jaren is deze formule door China volledig uitgehold.
China heeft daarom sinds twee jaar de politieke dialoog met Taiwan afgebroken ondanks het feit dat de uitwisselingen op het gebied van toerisme, van zaken, van familie-aangelegenheden zeer frequent zijn. China wil Taiwan diplomatiek verstikken en militair intimideren. Daarnaast probeert China Taiwan van binnenuit te destabiliseren door dank zij de sociale media geruchten, vervalste foto’s en ander ‘fake news’ te verspreiden met als doel het functioneren van de democratie in Taiwan te gronde te richten. Voor Taipei is de strijd niet eenvoudig, want China is onontkoombaar. De Taiwanezen hebben veel in China geïnvesteerd met onder meer 40 procent van hun buitenlandse handel en jong Taiwainees talent werkt graag in China. Bovendien is de Chinese economie een zware concurrent van die van Taiwan geworden.
In het licht van de commerciële oorlog met China heeft Trump de banden met Taiwan aangehaald, maar of dat betekent dat China dat weerhoudt om serieus werk te maken van de hereniging waag ik te betwijfelen net als ik twijfel aan de militaire steun van Amerika aan Taiwan in geval van een Chinese invasie.
De Taiwanezen zijn strijdbaar, maar zij bidden ook tot Matsu, de godin van de zee, want de verdediging van de democratie is als de strijd tegen orkanen en aardbevingen: een gevecht dat nooit ophoudt, altijd weer begint.